Merel Wildschut's Blog, page 15

November 2, 2019

Zuid-Limburg: een beetje bos en een hoop design


Deze blogpost is geschreven in samenwerking met Cube Design Museum


Een tijdje geleden werd ik uitgenodigd om het Cube Design Museum in Kerkrade te bezoeken. Nu vind ik het altijd leuk om nieuwe musea te ontdekken, dus sowieso zei ik meteen ja. Maar laten we eerlijk zijn: Kerkrade is voor mij vanuit Rotterdam niet bepaald om de hoek. Mare en ik besloten er gewoon een weekendje weg van te maken, want dat konden we eerlijk gezegd ook best wel gebruiken. We leenden een auto en boekten een hotel. Het werd zo’n heel fijn herfstweekend, je weet wel, zo’n “we moeten helemaal niks, behalve ontspannen en een beetje frisse lucht opsnuiven” – weekend.



 



Deze randstadmensen gingen voor de echte Limburgbeleving en boekten een hotel in het bos, om de hoek van het Cube Design Museum. Dat was een goede keuze, want het was er erg mooi. We hadden een prima kamer in het Fletcher Kasteel Erenstein hotel, mét een bad (Lush bathbomb mee, uiteraard), en zondagochtend maakten we een fijne boswandeling waarbij we een kasteel, koeien en beekjes tegenkwamen. Een heel fijne en kalme manier om de zondag te starten.


Cube Design Museum

’s Middags bezochten we het Cube Design Museum. Ik ga maar meteen eerlijk zeggen: ik had hier nog nooit van gehoord voordat ik werd uitgenodigd. Maak je dus niet druk als het jou ook onbekend voorkomt. Misschien is dat ook omdat het museum nog heel nieuw is, of omdat je niet heel vaak in deze regio komt. Overigens moet ik er meteen bij zeggen: het is niet eens alleen een museum; het is een compleet museumpleín. Dat wil zeggen: naast Cube (een museum dat om design draait,) vind je hier het Columbus Earth Center (een ontzettend tof filmcentrum waar ik straks nog op terugkom,) en het Continium Discovery Center (dat zich richt op kinderen). Samen vormen deze drie het Museumplein Limburg.



De expositie Nature, waarvoor wij in het bijzonder kwamen, is een samenwerking met het New Yorkse Cooper Hewitt Museum. Grappig en toevallig genoeg is mijn vriend Dirk Jan momenteel in NYC en heeft hij de expositie daar ook bekeken deze week. New York is natuurlijk heel erg leuk, maar als je niet wil vliegen kun je dus ook gewoon naar Kerkrade om iets moois te zien ;) De tentoonstelling laat 62 designprojecten zien van internationale kunstenaars waarin de natuur centraal staat. De tentoonstelling is opgebouwd uit verschillende onderdelen: facilitate, augment, nurture, salvage, remediate, simulate en understand. Elk onderdeel laat een verschillende relatie tussen design en natuur zien. Zo kun je bij ‘facilitate’ leren welke innovaties er gebruikt worden om handiger met materialen om te gaan of de natuur een handje te helpen. Zo waren er heel mooie tegels, sculpturen bijna, van Alex Goad – zogenoemde de Eco-engineered Hexagonal Seawall Tiles – zeewering barrieres (die bijvoorbeeld voorkomen dat delen van Nederland overstromen) die de gladde barrieres vervangen, die ervoor zorgen dat er allerlei planten en dieren op en omheen kunnen leven, terwijl ze nog steeds de zee tegenhouden. Ook was er een project te zien waarbij met pigmentproducerende bacteriën gewerkt werd om de vervuilende en waterintensieve textielverf te vervangen. Verder zagen we heel mooie grijze bakstenen, gemaakt van zand, voedingsstoffen en micro-organismen, die niet gebakken hoeven te worden zoals gewone bakstenen, waarbij veel CO2 vrijkomt.


De expositie is zo leuk omdat het heel praktische toepassingen voor het helpen van de natuur laat zien, maar tegelijkertijd ook heel mooie dingen, die een meer activistische insteek hebben en je laten nadenken over onze menselijke relatie tot de natuur. Zo hangt er een mooie foto aan de muur van een ogenschijnlijke ijsberg – wat eigenlijk een  verdwaald plastic tasje in zee blijkt te zijn. Mooi en treffend. Een ander ontwerp waar ik heel enthousiast over was, was Air-Ink, inkt gemaakt uit de opgevangen deeltjes van vervuilende uitlaatpijpen van auto’s. Heel mooi was ook een 3D-geprinte autoband. Het design was geïnspireerd op koraalgroei om een flexibele, sterke, en luchtvrije autoband te maken – nooit meer last van een lekke of zachte band dus en bovendien veel minder materiaalgebruik! Eigenlijk zijn alle designs mooi om naar te kijken, maar de verhalen erachter maken het interessant en zetten je steeds aan het denken over onze aarde, de natuur en het veranderende klimaat. Zeker omdat er bij de expositie een film zit over Moeder Aarde, die vertoont wordt in het filmcentrum waarbij de film onder je voeten afgespeeld wordt in een enorme kuil met een filmdoek – een heel aparte ervaring. Je wordt er helemaal ingetrokken.


Even wat praktische informatie: het Museumplein Limburg ligt praktisch áán station Kerkrade. Je stapt uit en rolt het museum in. Ideaal dus. Ook parkeren gaat erg gemakkelijk: er is ruim voldoende plek en het is gratis. Cube Design is open van dinsdag tot en met zondag, van 10:00 tot 17:00 uur. Kinderen tot en met 4 jaar en mensen met een Museumkaart mogen gratis naar binnen. Voor anderen zijn er voordelige combinatietickets te koop.


De expositie Nature is nog tot 19 januari 2020 te bezoeken. Een leuke tip: iedere laatste zondag van de maand is er een rondleiding, inclusief film in het Columbus Earth Center én koffie met gebak te boeken. Klinkt als een goed pakket! Check deze pagina voor meer informatie.


Street-art in Heerlen

Waar zou ik zijn zonder jullie tips? Ik vroeg op Twitter wat er allemaal te beleven was in de omgeving van Kerkrade en ik werd al vrij snel naar Heerlen gestuurd. Daar bleek namelijk een gebied rondom het station te zijn waar allemaal heel toffe street-art te zien is. Van dat idee werd ik al heel blij, maar ik werd al helemaal enthousiast toen ik er allemaal artiesten tegenkwam die ik ook in Berlijn, Gent, Brussel en zelfs in New York had gezien! Je kunt een wandeling langs de werken maken met een gids, maar er is ook een website waarop je alle murals zelf kunt opzoeken. Op de website vind je informatie over de werken en over de artists. We hebben echt heel veel toffe dingen gezien, dus het was een verrassend bezoekje!


Kerkrade ligt ook praktisch om de hoek van Aachen, wat een heel gezellige Duitse studentenstad is. We besloten hier zaterdagavond even naartoe te rijden om wat te gaan eten. Helaas was het erg druk, dus het kwam erop neer dat we eten meenamen naar het hotel. Geen straf, want daar wachtte Netflix op ons en dat bleek eigenlijk de zaterdagavondbesteding te zijn waar we zin in hadden. We aten vegan dumplings van Wei&Wei en dat was echt… zó goed. En zo goedkoop! We aten voor negen euro per persoon. Gotta love uit eten gaan in Duitsland. Verder bezochten we in Aachen een XXL Kaufland. Zo’n enorme Duitse supermarkt waar het al volop kerst bleek te zijn. We hebben ons vermaakt met kijken naar waar Duitsers allemaal adventkalenders van weten te maken. Indrukwekkend, ik hou ervan. We namen vegan snoepjes en koekjes mee en ik had spontaan zin om een hele week in deze regio te blijven hangen.


Nou zou ik dat sowieso geen straf hebben gevonden, want het was echt heerlijk om dit weekend even tot rust te komen. Grappig dat dat op locatie (zeker zo’n mooie locatie,) altijd beter lukt dan thuis. Ook bleek maar weer eens dat je helemaal niet heel ver van huis hoeft te gaan – of naar het buitenland, – om een heel fijn weekendje weg te hebben. Ik zie ons hier zeker nog eens terugkomen, ook omdat ik nieuwsgierig ben geworden naar meer toffe exposities bij het Cube Design Museum! Ik ben benieuwd wie van jullie nu ook zin heeft gekregen om naar Limburg af te reizen. Of misschien woon je wel in de buurt, dan hoop ik toch dat je iets aan mijn tips hebt. Laat het me vooral weten bij de comments onder deze blogpost!


PS Mocht je het leuk vinden om nog wat meer (bewegend) ‘Marel On Tour’ materiaal te zien van ons weekend in Limburg: ik heb een highlight gemaakt in Instagram Stories :)


The post Zuid-Limburg: een beetje bos en een hoop design appeared first on De Groene Meisjes.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on November 02, 2019 22:00

October 19, 2019

Soep appreciation post


Afgelopen week kreeg ik een heleboel berichtjes op Instagram met de vraag of ik misschien een lijstje kon maken met mijn favoriete soeprecepten. Dat komt denk ik doordat ik momenteel praktisch elke dag soep eet en dat aan jullie laat zien. Maar niet alleen laat ik zien wat voor soep ik eet, ik hemel soep ook op. Soep kan nooit iets fout doen bij mij. Soep is geweldig. Dus ik snap de vraag naar een lijstje met favoriete recepten wel. Ik dacht: laat ik het hier op mijn blog delen, zodat ook de mensen die mij niet op Instagram volgen er iets aan hebben. Grappig genoeg zag ik dat het precies vijf jaar geleden was dat ik een verzamelpost met soeprecepten had gemaakt, dus het werd ook wel eens tijd voor een nieuwe.



Als je nog niet helemaal Team Soep bent, dan zal ik hierbij proberen je met een aantal punten over te halen om de club te joinen.


Het meest ideale van soep is dat je maar één keer hoeft te koken en dat je vervolgens voor een dag of drie eten klaar hebt staan. Perfect voor luie koks of mensen die het gewoon heel druk hebben.


Een aanvullend voordeel hierbij is dat je soep heel goed kunt invriezen. Je kunt je vriezer vol zetten met bakjes soep, zodat je jezelf over een langere periode (waarin je lui, moe of druk bent,) dankbaar kunt zijn.


Soep is goedkoop. Tenminste, het kán heel goedkoop. Je hebt in feite alleen maar bouillon, groenten en peulvruchten nodig, soms wat pasta of wat rijst, en je bent er.


Soep koken is de perfecte manier om voedselverspilling tegen te gaan. Geregeld trek ik mijn koelkast en mijn voorraadkastjes leeg en concludeer dan weer: ‘ah, hier kan ik soep van koken!’ Het is de perfecte manier om restjes op te maken. En, again: je kunt soep goed invriezen, waardoor het heel lang houdbaar blijft.


Soep is een makkelijke manier om veel groenten te eten – zelfs de groenten die je in een andere vorm misschien niet zo lekker vindt.


Niet wetenschappelijk bewezen, maar volgens mij is dit gewoon waar: soep maakt iedereen gelukkig. Het maakt dat je je beter voelt als je ziek bent, het troost, je kunt het goed uitdelen aan steunbehoevende vrienden en buren en het verwarmt.


Overtuigd? Download het formulier onderaan deze pagina om lid te worden van de Soepclub.


Dan kunnen we nu over naar: Merels favoriete soeprecepten. Ik pluk die recepten allemaal uit mijn eigen archief. Ik kook ook eigenlijk alleen maar mijn eigen soeprecepten. Dat klinkt misschien wat narcistisch, maar het is gewoon omdat ik een luie kok ben en ik wil graag zeker weten of een recept slaagt of niet. Dit is wel een reminder aan mezelf, om toch ook weer eens een soeprecept van iemand anders te testen.*


Een kleine disclaimer: ik, als soup-positive person, discrimineer niet. Alle soep is geweldig, ik eet het allemaal, zo lang het vegan is. Maar ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik geen voorkeur heb. Ik houd het meest van die romige, dikke soepen met verwarmende kruiden. Je weet wel, met kokosmelk of cashewcream, met aardappel of pindakaas. Dat zijn mijn all time lievelingssoepen. Die zul je dus ook het meeste in mijn lijstje zien. Goed, laten we beginnen.


Wortel-pindasoep

Ik heb deze soep eigenlijk heel recent herontdekt en ik wist meteen weer waarom ik hem zo lekker vond. Ik maakte hem dit keer overigens zonder de basilicum, maar vond hem nog steeds echt heerlijk. Wortel-pinda is een heel bijzondere combinatie, het is romig en pittig, maar ook zoet.


Harira

Stel, je hebt een luie dag – mag gewoon, we hoeven niet altijd zo productief te zijn – dan kun je nóg makkelijker harira maken met een pakje kruidenmix van Fairtrade Original. Ook een aanrader! Maar goed, dit recept is ook echt heel makkelijk, dus daar hoef je het niet om te laten.


Broccolisoep

Eigenlijk zou ik ook een keer een ‘cashew appreciation post’ moeten maken, want ik weet niet of jullie het weten, maar met cashews kan je zóveel lekkere dingen koken en bakken! Zo maak ik graag cashewcrème, door de noten ’s nachts te weken en vervolgens in mijn blender te doen. Die cream vormt de basis van deze soep. Lekker met broccoli en mosterd. Zo eenvoudig, maar zo goed.


Good old linzensoep


Ik blijf het bijzonder vinden: al járen is deze linzensoep het best gelezen recept op De Groene Meisjes. Nog wekelijks krijg ik berichten van mensen die de soep hebben gemaakt en ook in mijn statistieken zie ik dat dit het recept met de meeste hits is. Ik ben iedere keer weer blij als ik hoor dat iemand de soep net zo lekker vindt als ik :) Ik maak hem zelf ook nog steeds geregeld en het verveelt me nog steeds niet!


Erwtensoep

Toen ik vegetarisch, en later vegan ging eten was erwtensoep echt zo’n gerecht waarvan ik dacht: ‘dat ga ik dus nooit meer eten.’ Dat is ook geen heel gekke gedachte, want traditionel snert associëren we toch wel gauw met vlees. Maar het kan prima hoor. Want in feite is de basis gewoon: een heleboel groenten en erwten. Het kan ook prima met vegan worst, en ook met groentebouillon. Oh man, laat er een heel koud weekend komen, dan ga ik een grote pan van dit koken


Ramen

Toegegeven: ik maak sneller een vereenvoudigde versie van dit recept, want het is best wel een uitgebreid verhaal en je moet er de tijd voor nemen. Maar het idee van een noodlesoep, met tofu en heel veel groenten: THE BEST.


Tortillasoep

Ook dit is inmiddels een klassieker op De Groene Meisjes: de tortillasoep! Ik krijg vaak reacties van mensen die eerst denken: hmm, gek recept? En dan maken ze het en dan zijn ze om. Want het is namelijk net alsof je vloeibare burrito’s eet – heel erg lekker dus. Zo schijnt er ook lasagne-soep te bestaan. Dat moet ik ook dringend eens proberen. Het idee van vloeibare lasagne staat me heel erg aan, merk ik.


* Ik heb een idee! Als jullie nou in de comments jullie favoriete soeprecepten delen? Met een linkje erbij naar de desbetreffende blog of website? Let op: gelieve alleen vega(n) recepten te delen! Dankjewel


The post Soep appreciation post appeared first on De Groene Meisjes.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on October 19, 2019 21:00

October 14, 2019

Sorry voor het ongemak

dik zijn

Beeld: Bette de Wit


Ik keek naar oude foto’s en zag een heel andere Merel dan die ik nu in de spiegel zie. Ik zag mezelf vrolijke kleuren dragen, en grote, opvallende oorbellen. Ook had ik een ander kapsel waardoor mijn gezicht veel meer een gezicht leek – snap je? Ik mis die Merel een beetje.



Maar het waren niet alleen uiterlijkheden waardoor ik mezelf miste. Het was ook dat ik bedacht; wanneer heb ik eigenlijk voor het laatst echt héél hard gelachen? Wanneer zong ik voor het laatst uit volle borst? Wanneer voelde ik me voor het laatst heel zelfverzekerd? Dat is allemaal een tijdje geleden. Ik voel me namelijk best wel kwetsbaar momenteel. En als ik me kwetsbaar voel, dan vind ik het lastig om mezelf te laten zien. Natuurlijk laat ik mij zien – ik ga immers elke dag naar buiten, naar school, naar werk, naar therapie, naar acupunctuur, naar de supermarkt. Ik zit nota bene met mijn hoofd op alle social media kanalen. Maar laat mezélf dan ook echt zien?


Ik kan die kwetsbaarheid best wel verklaren voor mezelf. Er is een hoop schaamte. Er moeten nog een heleboel ramen open om lucht bij al die levenslang opgebouwde schaamte van mij te laten. Zoals Sonya Renee Taylor in haar (briljante) boek The body is not an apology (afiliaitelink) schrijft: “Unfortanely, the sense of shame keeps us distant and detached from our personal center of governance. It puts us out of operational control.” Dat is precies hoe ik het voel: alsof ik de regie uit handen geef en het (alles/het leven) maar gewoon laat gebeuren.


Ik ging dit weekend naar de kapper. Ik was een maand of negen niet geweest en ik had geen idee wat ik wilde. Een paar jaar geleden had ik een kapsel met een pony. Ik zie mezelf graag met dat kapsel. Maar toen mijn pony begon uit te groeien en ik mijn haar meestal uit mijn gezicht droeg, kreeg ik steeds vaker berichtjes van mensen (bijvoorbeeld via instagram) die dingen zeiden als ‘wat staat dit kapsel je mooi!’ en ‘wow, wat heb je een knap gezicht met dit kapsel!’ Als ik dan doorvroeg naar waarom mensen mijn gezicht nu dan mooier vonden, kreeg ik antwoorden als ‘ik weet niet, je gezicht lijkt wat langer…?’


Het is natuurlijk heel aardig bedoeld, maar we weten allebei dat je bedoelt dat ik slanker lijk als ik mijn haar uit mijn gezicht draag. Al mijn hele leven krijg ik ‘complimenten’ van mensen wanneer ik slanker lijk. Bijvoorbeeld wanneer een outfit afkleedt, of wanneer ik tien kilo lichter uit een ellendige break-up kom. Het maakt niet uit hoe moe of belabberd ik eruit zie, hoe saai mijn kleren misschien wel zijn ten opzichte van wat ik vroeger droeg, of hoe uitgegroeid mijn kapsel – als ik maar slank lijk. Want slank zijn is beter dan dik. Ik zou willen dat ik er ongevoelig voor zou zijn, maar dat is niet zo. Hoe vaker ik complimenten krijg over dat ik slanker lijk en er dus goed uitzie, hoe meer ik daar zelf in ga geloven.


Ik ging dit weekend dus naar de kapper. Ik liet een pony knippen. En het is waar: mijn gezicht lijkt inderdaad ronder met een pony. Maar de grap is natuurlijk dat het nog precies hetzelfde gezicht is als voor het weekend. Ik heb nu eenmaal een rond gezicht en dat gaat nooit veranderen.


Hetzelfde geldt voor de kleding die ik draag. Ik zou de wereld om mij heen, die erg graag ziet dat mensen als ik zichzelf zo klein mogelijk houden, een plezier kunnen doen en me zo flatterend mogelijk kunnen kleden. Met flatterend bedoel ik natuurlijk: zodat ik zo slank mogelijk lijk. Dat werkt het beste met effen en donkere kleuren, en vergeet niet lekker in de lengte te werken – laat de patronen voor je werken, meid.


Geen interesse. Ik wil namelijk mijn vloekende roze-met-paarse vintage bloemenblouse dragen. En die blouse doe ik dan ín mijn spijkerbroek, in plaats van eroverheen, zoals voorgeschreven.


Zaterdag zag ik de preview van de show van Blackman&Blokland, ‘We gaan het hebben over haar.’ De show gaat over (zwarte) vrouwen van kleur en de beautystandaarden waaraan zij door Jan en allemaal worden onderworpen. Aan het einde herhaalde Dorothy meerdere keren: “BEN IK MOOI?!” – hard en emotioneel. Dat ging bij mij door merg en been. Ik ben een witte vrouw. Mijn huidskleur zorgt er al voor dat ik hoe dan ook gezien word en mijn dik-zijn neemt mijn witte privileges niet weg. Maar ik weet wel hoe het is als mensen liever om je heen kijken, omdat je fysieke appearance (in mijn geval mijn figuur/formaat) voor algemeen ongemak zorgt. Mensen weten niet wat ze aan moeten met hun dikke medemens. Ze kunnen zich niet voorstellen dat iemand oké kan zijn met diens dik-zijn, dat je er misschien niets aan zou willen veranderen gaat er bij de meeste mensen echt niet in. Het doet pijn om te moeten concluderen dat je wél gezien wordt als je je kleedt of gedraagt op de manier waarop mensen dat graag zien. Het voelt als een toneelstuk. Als je maar doet alsof  je niet dik/zwart/lang/whatever bent, dan ben je welkom. Ga lekker zitten, maar houd je adem in. Ga op in de massa.


Gisteren deelde ik iets op instagram over een grap ten koste van dikke mensen die iemand had gemaakt op een podium. Ik zat ernaar te kijken vanuit de theaterzaal, van ellende wegsmeltend in het tapijt onder mijn voeten.  Alledaagse fatshaming – het went nooit helemaal. Het regende berichten van mensen die me een hart onder de riem wilden steken. Hartstikke lief natuurlijk, maar ‘ik vind jou prachtig!‘ is niet per se de gewenste reactie. Ik vraag namelijk niet of jij mij mooi vindt, ik vraag of je alsjeblieft na wilt denken en geen kwetsende grappen ten koste van dikke mensen wilt maken. Ook kreeg ik tal van ‘maar jij bent helemaal niet dik!‘ reacties. Gebeurt ook elke keer dat ik iets over dit onderwerp zeg.


Voor de mensen achterin de zaal: ik weeg zo’n 90 kilo, ik draag maat 46, ik was ooit dertig kilo zwaarder dan nu en ik ben opgegroeid en gesocialiseerd als dikke vrouw. Ik was als baby al op dieet. Ik ben weliswaar (tegenwoordig) een small fat, maar ik bén dik. En dat is oké. Ik vind het fijn om mezelf zo te noemen. Het geeft me houvast en in zekere zin en een sense of belonging. We gaan dat soort discussies toch alsjeblieft ook niet aan met mixed-race mensen die zichzelf zwart noemen, of transgender mensen die besluiten (nog) geen operaties te ondergaan? Je bent niet minder zwart, niet minder transgender, en je gevoelens zijn zéker niet minder echt of valide. If you feel it, it’s alive (Kate Tempest). Ik ga er vanuit dat iedereen voor zichzelf kan bepalen hoe hun/die/hij/zij zichzelf wil identificeren. We hebben geen externe goedkeuring van elkaar nodig.


Ik klink dan nu misschien best wel zelfverzekerd, maar dat ben ik meestal niet. Ik kamp met enorm veel geïnternaliseerde schaamte. En niet alleen over dat ik dik ben, ook over dat ik me nooit slim genoeg voel en dat ik altijd denk dat ik op alle mogelijke manieren te veel ruimte inneem. Het is letterlijk een dagelijks gevecht om die operational control te behouden. En soms verlies ik die strijd voor een tijdje en dan laat ik me uit mijn center of governance zetten. Dan doe ik alle dingen waarvan ik denk dat ze horen of de bedoeling zijn – tot ik mezelf te erg begin te missen. Zoals nu dus.


Misschien moet ik de comeback van de pony maar als een activistische daad beschouwen. De straat op met mijn ronde gezicht. Sorry not sorry voor het ongemak.


The post Sorry voor het ongemak appeared first on De Groene Meisjes.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on October 14, 2019 03:17

October 7, 2019

Hoe pak je een vegan dieet (weer) op?



Beeld: Bette de Wit 


Deze maand bestaat mijn blog alweer acht jaar. Ik kan het maar met moeite geloven dat ik jullie al acht jaar met mijn verhalen bestook en dat jullie die verhalen dan vervolgens ook alweer acht jaar lezen. Ik waardeer het echt enorm dat jullie dat doen, ik hoop dat jullie dat weten. Wat ik óók bijna niet kan geloven, is dat ik acht jaar geleden ben begonnen met vegan eten.


Maar, ik ben geen heilige en ik ga me ook niet beter voordoen dan ik ben: ik heb ook niet acht jaar lang fulltime vegan gegeten. Er zijn periodes geweest waarin ik niet volledig plantaardig at (wel volledig vegetarisch,) en daarom ben ik er ook een paar jaar geleden mee opgehouden mezelf het label ‘veganist’ op te plakken.



Dat ik sommige periodes niet (volledig) vegan at heeft niks te maken met het feit dat ik vegan eten niet lekker of belangrijk vind of dat ik het niet als een volwaardig dieet* zie. De enige reden is dat ik het sommige periodes, waarin het minder goed met mij gaat**, heel ingewikkeld vind om goed voor mezelf te zorgen. In zulke periodes stop ik meestal met koken, ga ik meer kant-en-klaar maaltijden eten  – en die zijn niet altijd vegan. Als ik niet zo lekker ga, verlies ik mijn interesse in koken. Of eigenlijk in eten in het algemeen.


Nu ben ik van mening dat vegan eten helemaal niet moeilijk is en dat iedereen het in principe kan, maar ik zeg er altijd wel eerlijk bij: vegan eten kost wél wat tijd, nadenkwerk en voorbereiding. Dat is helemaal oké en meestal heel haalbaar – ik moet er gewoon de ruimte voor hebben, anders lukt het me niet.


Wanneer ik dan zo’n periode niet helemaal vegan eet, komt er ook altijd weer zo’n punt waarop ik de knop wil omzetten. Dan voel ik me er toch niet helemaal goed over en ik wil niet te streng voor mezelf zijn (dat zou niet bevorderlijk zijn voor mijn mentale gesteldheid,) maar ik wil toch ook altijd weer terug bewegen naar een volledig vegan eetpatroon. Gelukkig weet ik inmiddels natuurlijk heel prima hoe dat moet.


Als jij het ook lastig vindt om altijd volledig vegan te eten, om welke reden dan ook, maar je wilt het wel graag proberen, dan heb ik hopelijk wat bruikbare tips voor je!


Verdiep je (opnieuw) in veganisme

Ga eens op je gemakje zitten en bedenk én schrijf op, waarom vegan eten belangrijk voor je is. Wat zijn je belangrijkste beweegredenen? Waarvoor voel je vooral motivatie?


Schrijf vervolgens ook op wat je nodig hebt om (goed) vegan te kunnen eten. Hoeveel tijd of voorbereiding heb je bijvoorbeeld nodig? Moet je naar je boodschappenroutines en/of budget kijken? Zijn er dingen waarvan je verwacht dat je die zult moeten tackelen? Denk bijvoorbeeld aan sociale situaties, of lunchen op je werk – ik noem maar iets. Schrijf het allemaal op, maak het inzichtelijk voor jezelf.


Ter ondersteuning van het eerste punt (dus: waarom is vegan eten belangrijk voor me?) zou ik je aanraden om bijvoorbeeld eens een documentaire op Netflix te kijken, of: pak er (weer) eens een boek bij. Zo las ik onlangs ‘Ooit aten we dieren‘ *** van Roanne van Voorst en dat boek is echt een boost voor je motivatie om vegan te leven. Grote aanrader dus!


Koop (of leen) een leuk vegan kookboek

Eén van de beste aankopen die ik de afgelopen tijd heb gedaan is dit vegan Bosh! kookboek. Ik zag het voorbij komen bij verschillende vegan bloggers die het ‘het beste vegan kookboek van de afgelopen tijd’ noemden, dus je snapt, de influencer (ik) was geinfluenced. Het bleek inderdaad een geweldig kookboek, met echt heel leuke, verrassende recepten. Ik heb best wel wat kookboeken ongebruikt in mijn boekenkast staan, maar dit is een boek dat ik er steeds weer bijpak en waar ik écht uit kook. De pesto-lasagne en pindakaas-brownies waren goddelijk, en ook probeerde ik enkele pasta’s en een soep. Ik ben echt héél blij met dit boek! Als je een kookboek aanschaffen te prijzig vindt, dan raad ik je aan om je favoriete kookblogs weer eens uit het stof te schudden. Ik denk dat het vooral heel belangrijk is om vegan koken weer leuk te maken voor jezelf, door gewoon lekker te experimenteren met allerlei recepten.


Veganbox

Ik mocht de Veganbox een paar weken uitproberen en dit bleek een zeer laagdrempelige en super makkelijke manier om vegan te koken. Wie mij op Instagram (en dan met name bij de stories) volgt, heeft de box ongetwijfeld voorbij zien komen. Het idee is: je krijgt iedere dinsdag een box thuis gestuurd met daarin drie recepten en de ingrediënten om die recepten te bereiden. Natuurlijk kost het wat meer dan wnaneer je zelf boodschappen doet – immers, iemand bedenkt voor jou wat je gaat eten, sorteert de boodschappen, pakt het in én komt het naar je huis brengen. Dat mag iets kosten. Als je het je kunt permitteren en je hebt het geld er voor over, dan is het echt een aanrader. Ik vind het ideaal: je maakt elke week drie nieuwe recepten (waar ik rustig de hele week van eet,) je hebt precies de juiste hoeveelheden in huis (no waste!) en je kunt gewoon schaamteloos lui zijn. Dat is soms gewoon heerlijk, geef toe.


Leer iets nieuws in de keuken

Volg een kookworkshop, of vraag iemand die goed kan koken of gespecialiseerd is in een bepaalde keuken of techniek om je iets te leren. Zo leerde Fatma mij vorig jaar hoe je een chutney van geredde appels kunt maken en weet ik dat een vriendin goed is in het bakken van brood – dus je snapt, ik ga haar binnenkort eens vragen om bakles. Je moet misschien een drempeltje over om zoiets te vragen aan een vriend (of je buurman, collega, enz) maar bedenk maar dat de meeste mensen het juist hartstikke leuk vinden om hun enthousiasme over iets over te brengen en jou iets te leren. Dat zou je zelf ook leuk vinden, toch?


Ontdek nieuwe vegan adressen

Beeld: Aline Bouma


Maak er een feestje van en ga uiteten bij een nieuw ontdekt vegan restaurant. Gun jezelf dat en neem een geliefde of een vriend mee. Vegan restaurants schieten als paddenstoelen uit de grond momenteel, dus er is vast wel iets nieuws voor je om te ontdekken! Ik raak zelf altijd heel geinspireerd als ik zie wat er zoal voor vegan gerechten geserveerd worden. Zo at ik bijvoorbeeld laatst een mousse van witte bonen en gepofte koolrabi en dit was zó lekker dat ik het nu heel graag zelf wil maken. De laatste blogpost die ik maakte over – voor mij – nieuwe vegan hotspots in Amsterdam vind je hier, en als je me op Instagram volgt (@merelwildschut) dan zul je geregeld nieuwe adressen voorbij zien komen!


Zoek een vegan vriend

Samen is alles makkelijker én leuker. Als je een vegan maatje hebt, zou je bijvoorbeeld samen kunnen koken, geregeld van gedachten kunnen wisselen, samen uit eten kunnen gaan, documentaires kijken, elkaar (kook-)boeken lenen, enzovoorts. Ken je niemand in je directe omgeving met wie je dit samen kunt doen? Er zijn tal van facebookpagina’s en instagramaccounts waar je interessante mensen kunt ontmoeten. Of misschien vind je hier, op de Groene Meisjes, wel iemand! Je bent vrij om een berichtje achter te laten bij de comments onder deze blogpost, met een oproepje voor een vegan maatje. Be my guest :)


Naast oproepjes voor vegan maatjes zijn natuurlijk andere tips ook heel welkom. Laat gerust van je horen bij de comments! Ik zou graag willen vragen om altijd respectvol naar elkaar te blijven. Ik weet dat sommige vegans het lastig vinden om te begrijpen waarom niet iedereen altijd 100% vegan kan/wil eten, maar laten we altijd bedenken dat iedereen én anders in elkaar zit én dat een ieder verantwoordelijk is voor diens eigen keuzes. Dankjewel! 


* Ik gebruik het woord ‘dieet’, maar dat kan je net zo goed vervangen door ‘eetpatroon’ of ‘lifestyle.’ Ik bedoel hier dus absoluut géén ”dieet-om-af-te-vallen’ mee. Ik distantieer mij van dietculture :)


**  Wie mijn blog langer volgt, weet dat ik geregeld open ben over mijn mentale welzijn. Omdat ik dat niet in elk artikel wil herhalen, noem ik het hier ‘wanneer het wat minder goed met me gaat.’


*** Deze blogpost bevat affiliaitelinks. Wanneer jij via deze linkjes een boek (of een ander artikel) besluit te bestellen, krijg ik daar een klein percentage voor. Het kost voor jou niks meer. Het is een manier om mijn blog te onderhouden. Natuurlijk ben ik óók groot voorstander van de bibliotheek en van de plaatselijke boekhandel!


The post Hoe pak je een vegan dieet (weer) op? appeared first on De Groene Meisjes.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on October 07, 2019 09:47

October 3, 2019

Update: (pre-)master Jeugdliteratuur

Pre-Master

Foto’s: Bette de Wit


Laatst deed ik een Q&A op Instagram en de antwoorden op die vragen heb ik beantwoord in twee blogposts: één algemene en één over mijn werk bij de bibliotheek. Er kwamen héél veel vragen over mijn nieuwe studie binnen, dus besloot ik daar ook een aparte blogpost over te schrijven. Ik heb jullie vragen een beetje gebundeld tot een, denk ik, logisch geheel. Laten we beginnen!



Welke studie doe ik nou eigenlijk precies?

Laat ik dat eerst in het kort even uitleggen. Op dit moment volg ik een Pre-Master Jeugdliteratuur, om daarna een Master Jeugdliteratuur te kunnen doen. Een Pre-Master is een voorbereidende universitaire studie. Je moet het zo zien: ik kom van het hbo, daar heb ik elf jaar geleden mijn docentenopleiding afgerond. In de tussentijd ben ik gaan werken en heb ik geen andere of aanvullende studies gevolgd. Het is gebruikelijk om, voordat je aan een Master begint, eerst een universitaire Bachelor te volgen en af te ronden. Dat heb ik dus niet gedaan, want mijn ‘hoogst genoten opleiding’ is hbo. Daar valt een gat en dat gat vul je op met een Pre-Master van één jaar.


In dat jaar krijg je vakken die al aansluiten bij de Master die je wilt gaan volgen (in mijn geval dus vakken die iets met jeugd en jeugdliteratuur te maken hebben,) maar je krijgt ook een paar basisvakken die iedereen die een universitaire studie doet een keer gedaan moet hebben. Een voorbeeld hiervan is het vak ‘Research’, waarbij ik verschillende modules moet volgen, zoals ‘Skills’ en ‘Practice.’ Dat zijn ook de vakken die ik met studenten van allerlei Pre-Masters (en bachelors,) volg. De vakken die echt met Jeugdliteratuur te maken hebben, volg ik met mijn ‘directe’ studiegenoten van Jeugdliteratuur.


Wat kun je dan met een Master Jeugdliteratuur?

Nou, eigenlijk van alles! Mijn idee is op dit moment om terug het onderwijs in te gaan, en dan het liefste in hbo, en om dan les te gaan geven op een lerarenopleiding. Maar het lijkt me bijvoorbeeld ook ontzettend tof en uitdagend om bij een uitgeverij voor kinderboeken te werken. Verder zou ik lesmateriaal willen schrijven bij jeugdliteratuur of ik zou onderzoek willen doen naar allerhande actuele onderwerpen die in jeugdliteratuur leven/besproken worden. Of wat te denken van recensent van jeugdliteratuur worden? Er is echt heel veel mogelijk, want de wereld van jeugdliteratuur is minstens net zo divers als de ‘volwassen’ literaire wereld.


Waarom heb ik voor deze studie gekozen?

Jeugdliteratuur heb ik altijd heel interessant gevonden. Toen ik de lerarenopleiding Nederlands deed was het mijn specialisatievak en volgde ik elke module die er te vinden was die ‘iets met jeugdliteratuur te maken had.’ Later, toen ik al klaar was met de opleiding, bleef ik geregeld jeugdliteratuur lezen en zorgde ik dat een beetje op de hoogte bleef van wat er in het vakgebied gebeurde. Natuurlijk deed ik ook zoveel mogelijk met jeugdliteratuur in de lessen die ik gaf, maar helaas was daar niet overal even veel ruimte voor.


Twee jaar geleden hoorde ik van het bestaan van de Master Jeugdliteratuur. Ik werd nieuwsgierig en besloot te onderzoeken of het iets voor me zou zijn. Nou, dat bleek zeker zo te zijn! Ik mocht een middagje komen proefstuderen in Tilburg en ik leefde helemaal op van het college dat ik die dag volgde. Het was bij een docent van wie ik nu ook les heb, en ik weet nog dat ik in de trein naar huis alleen maar kon denken: ‘Wauw, anderhalf uur lang zoveel verdieping, zulke interessante gesprekken, zo’n enthousiast docent, jaaaaa, ik wil dit!‘ Dus eigenlijk wist ik toen wel genoeg. Maar natuurlijk moest ik toen nog uitzoeken of ik überhaupt in de gelegenheid was weer te gaan studeren – want zoiets doe je niet eventjes.


Waarom wilde ik weer gaan studeren?
Pre-Master

Eigenlijk wilde ik een paar jaar geleden alweer gaan studeren, toen ik nog in het onderwijs werkte. Mijn toenmalige manager raadde me aan om een Lerarenbeurs aan te vragen en een leuke studie uit te zoeken. Maar toen wist ik nog niet van het bestaan van de Master Jeugdliteratuur af en ik had eigenlijk geen idee wat ik dan wilde studeren. Ik heb nog overwogen om mijn eerstegraads lesbevoegdheid te halen, of om bijvoorbeeld Onderwijskunde te gaan doen – maar niks paste echt helemaal goed, voor mijn gevoel.


Het idee van weer een studie oppakken sprak me eigenlijk gewoon heel erg aan. Ik hou ervan om nieuwe dingen te leren en te ontdekken. Het feit dat ik zoveel boeken en artikelen lees, zoveel podcasts luister, zo graag naar lezingen ga enzovoorts, dat zegt eigenlijk al genoeg: ik ben een nieuwsgierig type en altijd op zoek naar verdieping.


Daar heb je natuurlijk geen universiteit voor nodig. Maar toen ik eenmaal ontdekte dat er een master was die me zó leuk leek, dacht ik: ik ga het nu officieel maken. Dat hele avontuur begon eind augustus. En nu is het alweer oktober. Het gaat zo snel!


Wat moet ik ervoor over hebben om deze studie te kunnen volgen?

Ik ga meteen eerlijk met jullie zijn, want ik vind het helemaal niet altijd even leuk. Er zijn ook genoeg dagen waarop ik denk: hoe handig is dit nou allemaal, Merel? Wat ik opgeef is vooral heel veel tijd. Twee dagen in de week moet ik naar Tilburg om colleges te volgen (en nee, de master Jeugdliteratuur kan je nergens anders volgen,) één dag per week moet ik thuis studeren. Dat wil zeggen: readings doen voor colleges, zodat je goed voorbereid bent, opdrachten maken, essays schrijven, enzovoorts. Soms doe ik alles op de donderdag, soms verspreid ik het over de donderdag en de zondag. Met mijn werk in de bibliotheek erbij, werk voor de Groene Meisjes én een relatie met iemand die niet om de hoek woont erbij, is mijn week gevuld. Mijn agenda is tegenwoordig een puzzel die maar op één manier in elkaar kan.


De zwaarste dagen zijn de maandagen waarop ik therapie heb (om de week,) waarbij ik ’s ochtends in Amsterdam moet zijn en daarna door moet naar Tilburg om college te volgen. In de trein probeer ik bij te komen van therapie, maar in college struggle ik flink met mijn concentratie. Stoppen met therapie is geen optie – en dat zou ik ook niet willen, – maar ja, die maandagen zijn pittig.


Verder kost studeren natuurlijk flink wat geld. Nou moet ik zeggen dat de kosten van een Pre-Master goed te overzien zijn, maar ik heb bijvoorbeeld ook hoge reiskosten. Bij elkaar moet je wel rekenen op zo’n 300 euro per maand. Je snapt: zeg maar doei tegen je spaargeld.


Kijk, het ding is ook vooral: ik leid geen studentenleven. Ik woon niet op een kamer in Tilburg, ik heb een prijzige huurwoning in Rotterdam. Ik heb geen recht meer op een studenten-OV, en ik wil ook niet meer drie keer per week pasta pesto eten ;) Die tijd heb ik wel gehad. Ik ben een dertiger met een heel bestaan ernaast, die studie doe ik er echt eventjes ‘bij.’ Althans, dat is het idee. Maar goed, ik moet nog zien hoe haalbaar dat allemaal gaat zijn.


Wat valt me tegen?

Vooral hoe erg ik aan alles moet wennen. De academische wereld is echt een vak apart. Letterlijk alles gaat anders op de universiteit. Dat begint al met de colleges die anders zijn dan wat ik gewend ben geweest: het is veel zitten en luisteren. Ook moet je veel lezen ter voorbereiding op die colleges. Nu lees ik gelukkig graag en veel, maar ik kan je zeggen: aan het feit dat ik een snelle lezer ben, heb ik bijvoorbeeld vrij weinig. Academische teksten kun je wel snel lezen, maar je moet niet denken dat je dan hebt begrepen wat er staat. Die teksten zijn er om langzaam doorheen te ploegen. Ook is alles in het (academisch) Engels en dat is een heel nieuwe taal die ik nog moet leren spreken. Letterlijk.


Soms krijg je opdrachten en die gaan dan ongeveer zo: “Write an essay on ethnographic research, joe joe, succes ermee, bye!” En ik zit dan van: ehhhhh? hoé dan?! Maat letterlijk, hoe dan? Ik bedoel, ik schrijf een heleboel, maar een ‘echt’ essay, in het Engels, heb ik nog nooit hoeven inleveren. Ik vind dat heel spannend, vooral omdat ik falen hartstikke eng vind, maar ik weet dat het nu eenmaal soms wel gaat gebeuren.


Van de week maakte ik een test over research skills. De test duurde vier uur. Dat vond ik al heel wat, om me zó lang te moeten concentreren op iets. Misschien ging ik er toch te snel doorheen, of was ik niet geconcentreerd genoeg – hoe dan ook, ik haalde de test niet. Dat kostte me een huilbui en een moment van ‘ik ga me uitschrijven, want wat de hell ben ik aan wie aan het bewijzen?!’ Ik ga dat niet mooier maken dan het is; die momenten zijn er zeker. Onder begeleiding van allemaal lieve woorden heb ik de test gisteravond, op mijn gemakje, nog een keer gemaakt. En dit keer haalde ik hem wel :)


Al met al denk ik dat het een kwestie is van wennen en veel geduld hebben met mezelf. Nou is dat laatste iets wat ik over het algemeen vrij ingewikkeld vind, maar ik denk dat het uiteindelijk allemaal wel goed komt. Gelukkig heb ik de allerliefste mensen om me heen die heel veel vertrouwen in me hebben en me alle support geven die ik nodig heb. Dat helpt echt enorm.


Maar, is dat het dan allemaal wel waard?

Ja, tot nu toe zeker wel! Ik word echt weer eens uitgedaagd, ik vind de stof over het algemeen heel interessant, ik leer elke dag nieuwe dingen bij en ik heb het idee dat ik echt investeer in mezelf. Wat ik ook tof vind aan het volgen van een universitaire studie, is dat je echt leert anders te denken en anders naar dingen te kijken. Je kunt niks afdoen met ‘dat is nu eenmaal gewoon zo’; alles is te onderzoeken en van minstens drie of vier kanten te bekijken.


De Pre-Master is natuurlijk nog niet het échte werk, als in: ik kijk vooral uit naar alle vakken rondom jeugdliteratuur die er nog komen als ik de master ga doen. Dat is een goed vooruitzicht! Hoe en wanneer ik die master ga doen, dat weet ik nog niet precies. De master is fulltime, en dat zou betekenen dat ik een dag of vier per week naar Tilburg zou moeten. Dat zou betekenen dat ik er niet naast kan werken en dat kan financieel niet voor mij. Ik heb daar al wel ideeën over, zoals bijvoorbeeld om er meerdere jaren over te doen, maar dat moet dan ook allemaal kunnen. Op dit moment wil ik alleen even kijken naar het hier en nu: de Pre-MPre-master dit jaar doen. Dan zien we daarna wel weer verder :)


Naast veel vragen heb ik ook veel berichten ontvangen van mensen die ook overwegen weer een studie op te pakken. Ik kan natuurlijk niet voor jou bepalen of het een goed idee is of niet, maar ik geloof wel dat als je 1) gewoon heel veel zin hebt om weer iets nieuws te leren en 2) enigszins in de gelegenheid bent (financieel, tijd-technisch enz) om het te doen, dat je het op z’n minst gewoon kunt proberen. Laat je niet afschrikken door gedachten als ‘kan ik dit wel?’ of ‘ben ik wel slim genoeg?’, want heel eerlijk: ik denk dat het daar in de kern van de zaak niet over gaat. Ik had die angsten ook, en soms nog steeds, maar ik kom er nu wel achter dat het vooral gaat om wennen aan nieuwe structuren, geduld hebben, wennen en doorzetten. En ja, ik zeg dit ook eventjes voor mezelf, geregeld zelfs, als een mantra ;) Heb je nog meer vragen over mijn studie of mijn ervaringen met het oppakken van een nieuwe studie? Stel ze gerust in de comments! 


The post Update: (pre-)master Jeugdliteratuur appeared first on De Groene Meisjes.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on October 03, 2019 06:30

September 20, 2019

Werken bij een bibliotheek


Beeld: Bette de Wit 


Toen ik vorige week een Q&A deed op Instagram kreeg ik zóveel vragen over mijn werk bij de bibliotheek dat ik besloot hier een aparte blogpost aan te wijden. Ik vind het echt heel erg leuk dat jullie hier zo nieuwsgierig naar zijn en ik heb er ook best wel wat over te vertellen, dus ik heb er echt zin in om deze post te schrijven. Het schrijven zal ik aan de hand van jullie vragen doen, zodat er – hopelijk – een beetje een logische opbouw in zit.



Hoe ben ik bij de bibliotheek terechtgekomen?

Ik kom mijn hele leven lang al heel graag bij de bibliotheek. Als klein meisje in de statige bibliotheek in Leeuwarden – waar mijn vader mij dan losliet op de jeugdafdeling, om met armen vol boeken na een half uur weer met hem bij de balie af te spreken. Op Terschelling, waar we ieder jaar een paar weken waren, had ik een gastabonnement bij de plaatselijke bibliotheek. Daar leende ik veel Friestalige boeken, omdat ik vond dat ik mijn Fries een beetje bij moest houden. Toen we verhuisden naar Zutphen zat tot mijn grote vreugde de bibliotheek in een prachtige oude kerk en dat was een heel fijne plek om te zijn. In mijn studententijd kwam ik veel in de indrukwekkende Oba aan het Oosterdok in Amsterdam. Tussen mijn studententijd en mijn verhuizing naar Rotterdam ben ik een paar jaar níet naar de bibliotheek geweest. In Rotterdam pakte ik het zo’n anderhalf jaar geleden weer op. Ik werd weer lid en ging trouw iedere week. Ik was weer verkocht.


Toen ik vorig jaar besloot dat ik niet meer fulltime wilde freelancen en wat meer zekerheid zocht en daarom parttime ergens in loondienst wilde, dacht ik na over plekken waar ik graag kwam. Mijn redenering was: als ik er graag kom en me er prettig voel, dan is het misschien ook wel een geschikte plek om te werken. Zo kwam ik al gauw bij de bibliotheek uit. Naast dat ik er graag kwam, herinnerde ik me ook dat ik me als kind al vaak afvroeg hoe de hele organisatie van de bibliotheek – met al die duizenden boeken en al die duizenden leden – in elkaar zat. Eigenlijk was nieuwsigierigheid voor mij de reden om toch eens naar vacatures te kijken. En ja hoor: ik had geluk! Er was een vacature die me aansprak. Ik schreef een sollicitatiemail en een week later mocht ik op gesprek komen. Op 1 april 2019 startte mijn baan.


Wat houdt mijn takenpakket in?

Beeld: Sam van Rij 


In principe ben ik ‘gewoon’ bibliotheekmedewerker. Echter, ik ben aangenomen voor een iets uitgebreidere functie omdat ik betrokken ben bij een samenwerkingsproject tussen Bibliotheek Rotterdam, gemeente Rotterdam en een school voor voortgezet onderwijs. Het idee is dat wij een gratis ruimte, in Kralingen-Crooswijk aan de school vast, behuizen. We hebben een collectie die is aangepast op de bewoners van de wijk en op de leerlingen van de school. Dat zijn veelal ouders met kinderen, laaggeletterde mensen en ouderen. Daarbij komt dat wij een samenwerking met de school hebben, waarbij alle leerlingen een biebpas krijgen en bij ons aan mogen kloppen voor advies en hulp.


In ruil voor de gratis ruimte die wij mogen gebruiken, zorgen wij ervoor dat de leerlingen (en docenten!) van de school door ons bediend worden, dat laaggeletterdheid in de buurt wordt aangepakt én hebben we een intensieve samenwerking met het Huis van de Wijk. Hierover lees je straks nog meer.


Naast dat ik in de uitleen werk, ontfermen we ons ook over het schrijven van plannen en rapportages, vergaderen we met partners en houden we het contact met de buurt (en met de gemeente) warm. Ik vind het een leuke toevoeging op mijn takenpakket!


Welk opleidingsniveau heb je nodig om de bij de bibliotheek te werken?

Dat hangt een beetje van de functie af, maar als je, zoals ik, bibliotheekmedewerker in de uitleen wil worden, dan heb je daarvoor mbo denk- en werkniveau nodig. Zelf heb ik een hbo diploma en doe ik nu een (universitaire) master, maar dat maakt natuurlijk helemaal niks uit – je moet gewoon het werk doen dat je leuk vindt!


Verder is het handig/leuk als je affiniteit met boeken hebt en zelf graag leest. Ik denk dat dat het werken bij de bibliotheek echt een meerwaarde geeft. Immers, je staat de hele dag tussen de boeken en het werkt extra goed als je klanten daadwerkelijk boeken weet aan te raden.


Ook is het handig als je een beetje vlot bent met het leren kennen van computersystemen, want het bibliotheeksysteem (van uitlenen, innemen, reserveren, verlengen, inschrijven enz,) is niet zo zeer moeilijk te begrijpen, maar wel gróót. Dat vergt wat inwerktijd en het is handig als je daar lekker vlot mee bent.


Wat voor functies zijn er zoal binnen de bibliotheek?

Sinds ik bij de bibliotheek werk, weet ik dat het echt een flínke organisatie met allerlei afdelingen is. Zo is er een afdeling die helemaal over de collectie gaat (inkopen, afschrijven enz) en een administratieve en een technische afdeling, maar ook een afdeling educatie (die doen alles met samenwerkingen met scholen,) en een afdeling progammering – want de bibliotheek is meer dan een plek waar je boeken kunt lenen; het is een openbare ontmoetingsplek waar van alles te doen en te leren is.


Daarnaast werkt de bibliotheek met heel veel vrijwilligers en zijn er héél veel medewerkers die aangestuurd moeten worden. Kortom: er zijn allerlei functies en dus ook allerlei mogelijkheden om door te groeien.


Bij welke bibliotheek werk ik?

Ik werk bij Bibliotheek Rotterdam en dan in de vestiging in Kralingen-Crooswijk. Dit is een kleine bibliotheek met een buurtfunctie. We noemen het ook wel een ‘servicepunt,’ omdat we iedere klant die binnenkomt persoonlijk (kunnen) helpen. Dat is bijvoorbeeld bij een grote vestiging, zoals de Centrale (onze hoofdvestiging,) niet aan de orde. Natuurlijk kun je ook daar personeel aanspreken, maar over het algemeen gaan mensen eerder naar de Centrale om lekker anoniem rond te lopen, of om ergens te gaan zitten lezen of studeren. In Kralingen-Crooswijk hebben we de ruimte om iedere klant persoonlijk te woord te staan, te adviseren en te begeleiden. Dat maakt het werk, voor mij, extra leuk!


Ik zou ook wel in de Centrale willen werken, maar dan wel op een specifieke afdeling. Het zal je vast niet verbazen dat ik het liefste op de jeugdafdeling, tussen de kinderen en de kinderboeken, zou willen werken. Of ik zou iets achter de schermen willen doen – dat is ook bij de Centrale, want daar zijn alle kantoren.


Hoe zien mijn werkdagen eruit?

Ik werk twee dagen in de week van 10.30 tot 17.00 uur. Om 13.00 uur gaat de bibliotheek open, dus dat betekent dat ik van 10.30 tot 13.00 de tijd heb voor backoffice taken. Soms zijn er vergaderingen, soms moet er administratie gedaan worden, soms moet ik naar een andere locatie (zoals een andere bibliotheek of naar het Huis van de Wijk,) om daar dingen te regelen.


Als om 13:00 uur de bibliotheek opengaat, begint het leukste gedeelte van de dag. Tussen 13:00 en 17:00 uur ‘sta ik in de uitleen,’ zoals dat heet. Dat betekent dat ik die uren écht de bibliothecaresse kan uithangen. Ik help klanten met het zoeken van boeken, neem boeken in, leen boeken uit, plaats reserveringen en verleningen, ruim boeken op en plaats boeken (die naar andere filialen moeten,) op transport. Ondertussen houd ik natuurlijk mijn e-mail bij, houd ik bijvoorbeeld bij welke boeken ik graag wil bestellen voor in de collectie en natuurlijk schrijf ik ook nieuwe klanten in. Het zal je nog verbazen hoeveel mensen er op weekbasis besluiten lid te worden van de bieb. Echt hoopvol vind ik dat!


Om de week ga ik naar het Huis van de Wijk, waar ik voorlees aan kinderen. Op die momenten is mijn collega in de bibliotheek in de uitleen, en de andere week blijf ik daar en gaat zij voorlezen.

Naast het voorlezen hosten we soms ook andere activiteiten bij het Huis van de Wijk én sinds een paar weken is er een Boekspot geopend. Dat is een gift van Bibliotheek Rotterdam aan het Huis van de Wijk; een kast met 250 boeken die geleend mogen worden zónder bibliotheekpas. Dat maakt lezen nog laagdrempeliger voor mensen die naar de bibliotheek gaan lastig vinden. Deze Boekspot wordt onderhouden door de vrijwilligers van het Huis van de Wijk, maar wij houden natuurlijk ook een oogje in het zeil.


Wat zijn de leukste dingen of momenten aan het werken bij een bibliotheek?

Beeld: Bette de Wit 


Gisteren omschreef ik op Twitter mijn vrijdag. Dat zag er zo uit:


‘Dingen die vandaag in de bibliotheek gebeurden die leuk waren:


– een jongen begon te piepen van blijdschap toen hij Love, Simon zag staan.


– een jongen vroeg of ik een boek over hem wilde schrijven. Ik vroeg hem hoeveel bladzijdes het moesten zijn en hoeveel tijd ik kreeg. (1000 blz, 2 weken: coulant.)


– een moeder nam Lampje mee, om voor te lezen aan haar dochters


– een meisje nam twee armen vol gereserveerde boeken mee


– een meisje vertelde dat ze in groep 3 zat, maar van haar juf ‘boeken voor groep 5’ mocht zoeken


– een jongen zei: ik heb echt een nieuwe biebpas nodig, ‘ik mis Harry Potter zo erg.’ (daarna zei hij tegen het meisje dat bij hem was dat ze hem niet mocht uitlachen)


Nederland ontleest helemaal niet. Tenminste, in Rotterdam Crooswijk niet.’


Je ziet: ik ben echt die bibliotheekmedewerker die er helemaal voor gaat om íedereen met een geschikt boek de bieb te laten verlaten. Ik ben ook die medewerker die naar iedereen ‘fijn weekend en veel leesplezier! tot volgende week!’ roept. En het werkt. Want veel klanten komen iedere week terug. Ik denk echt dat ik dat het allerleukste vind: zien dat mensen wel degelijk nog graag lezen. Mensen, waaronder ook heel veel kinderen, lenen stápels boeken. Echt stápels. Dat maakt me echt ontzettend blij.


Daarnaast vind ik het geweldig om met kinderen te werken. Zo zijn er een paar kids die speciaal komen als ze weten dat ik er ben, omdat ze weten dat ik dan een boekje voorlees. Daar maak ik dan graag een heel schouwspel van. Ik vind het ook gezellig om oudere klanten te helpen, maar mijn collega is daar beter in dan ik. Ik ontferm me het liefst over de pubers die lopen de dwalen en niet weten welk boek ze moeten kiezen (laat mij maar je leesmoedertje zijn ;)) of de kleuters die overenthousiast 16 boeken over dino’s mee willen nemen.


Los van het klantcontact vind ik het heel rustgevend om boeken op te ruimen (ja, echt!) en om reserveringen klaar te zetten voor klanten en dan te raden wanneer ze die boeken zullen komen ophalen. Meestal dezelfde middag nog. En dan nog twee heel toffe dingen: ik vind het leuk om inspraak te hebben op de collectie. Dus ik mag titels aandragen waarvan ik denk dat Kralingen-Crooswijk ze nodig heeft. (lees: al mijn favoriete kinderboeken) Plus: Bibliotheek Rotterdam heeft geregeld heel toffe events en lezingen en daar ben je natuurlijk ook als eerste van op de hoogte. Zo komt één van mijn favoriete auteurs, Griet op de Beeck, volgende week op zondag een lezing geven! Oh én: je krijgt een XXL Extravaganza SuperDeLuxe abonnement als je bij de bibliotheek werkt én je gereserveerde boeken staan altijd op je werkplek op je te wachten. Nou. Wat wil een boekenwurm nog meer?


Wat zijn de voordelen aan het werken bij een bibliotheek?

Wat ik als een voordeel zie, is dat Bibliotheek Rotterdam een grote, solide organisatie is. Als ik ergens in loondienst werk, vind ik dat een fijn idee. Zo werkte ik ook járen met veel plezier voor het ROC van Amsterdam (een mega grote mbo-scholengemeenschap in Amsterdam en omgeving,) en dat vond ik destijds ook heel prettig. Over het algemeen zijn dingen goed geregeld en er zijn voldoende doorgroeimogelijkheden.


Daarnaast vind ik het grootste voordeel dat ik twee dagen in de week omringd ben met boeken en met mensen (waaronder héél veel ontzettend leuke kinderen,) die van lezen houden. Boeken én lezers maken mij gelukkig. Daarnaast vind ik het tof dat het publiek van een bibliotheek een totale dwarsdoorsnede van de maatschappij/Rotterdam is. Iedereen – arm, rijk, jong, oud, mensen van alle culturele achtergronden, mensen van alle opleidingniveaus, enz – komt bij de bieb. En met al die mensen omring ik mij twee dagen in de week. Echt heel leuk en heel leerzaam vind ik dat! En om eerlijk te zijn: ik ontmoette nog niet half zoveel interessante mensen toen ik fulltime met mijn laptop in koffietentjes rondhing en ik merkte ook dat ik dat contact begon te missen. Het doet me in alles eigenlijk heel erg denken aan mijn werk in het onderwijs, als is het takenpakket heel anders.


Hoe zie ik mijn werk bij de bibliotheek voor de komende jaren voor me?

Dit vond ik een lastige vraag! In principe heb ik een jaarcontract tot 1 april 2020. Wat daarna komt weet ik niet, omdat ik geen idee heb of de bibliotheek dan nog ruimte voor me heeft. Daarbij komt dat ik zelf moet kijken of ik ruimte heb. Op dit moment volg ik twee dagen in de week een pre-master Jeugdliteratuur in Tilburg; twee dagen bij de bibliotheek past daar precies mooi bij. Maar als ik volgend jaar de master zou gaan doen, dan ben ik misschien wel drie (of in het ergste geval: vier) dagen in de week in Tilburg. Ik heb geen idee of ik dit dan nog kan doen. Het is dus afwachten!


Voor op de langere termijn heb ik zeker interesse in doorgroeien naar andere functies. Ik zou wel richting educatie willen bewegen – maar dat zal je vast niet verbazen, met mijn achtergrond in het onderwijs én met een master Jeugdliteratuur. Wie weet! Eerst gewoon nog maar een halfjaar veel plezier beleven aan het werken in de uitleen in Kralignen-Crooswijk, met mijn allerleukste klanten!


Ik hoop dat jullie zo een wat completer beeld hebben gekregen van mijn werk in de bibliotheek. Zeg het gerust (bij de comments hieronder) als je nog meer vragen hebt! Ik ben natuurlijk ook heel benieuwd wie van jullie er bij een bibliotheek werkt of vrijwilligerswerk doet, of wie dat misschien ooit heeft gedaan. En misschien zijn er ook wel mensen die solliciteren bij een bibliotheek overwegen en die ik over de streep kan trekken – dus laat het me vooral weten, dan geef ik je een peptalk ;)


Dankjewel weer voor het lezen! Nogmaals: echt heel tof dat jullie zoveel interesse tonen. Ik hoop jullie eens te zien bij bibliotheek Rotterdam!


The post Werken bij een bibliotheek appeared first on De Groene Meisjes.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on September 20, 2019 23:27

September 19, 2019

Dingen waarvan je dacht dat het heel moeilijk zou zijn om zelf te maken

zelf maken

… maar dat dan toch niet zo blijkt te zijn. Hoera! Heel veel dingen zijn veel makkelijker zelf te maken dan je denkt. Sterker nog, veel dingen blijken eigenlijk heel leuke projectjes te zijn. Bij sommige dingen die je zelf maakt heb je nog als bijkomend voordeel dat je goedkoper uit bent, dus is het ook nog beter voor je portemonnee. Verder kan het prettig zijn om precies te weten welke ingrediënten er in een product zitten. Hoe meer je zelf maakt, hoe minder toegevoegde (onzin-) ingrediënten je eet.


Het enige nadeel van dingen zelf maken? Het kost, over het algemeen wat meer tijd dan wanneer je gaat voor kant-en-klaar. Dat is natuurlijk alleen maar logisch, plus je kunt je ook afvragen of dat nou wel echt een nadeel is. Immers, het kan ook wel eens lekker en heel ontspannend zijn om je los te rukken van alle schermen en een paar uur in de keuken te staan. Dan vliegt de tijd en heb je amper door gehad hoe lang je bezig was. Dus, zoek je een herfstig do-it-yourself project? Dan komt deze blogpost hopelijk als geroepen!



Maak zelf plantaardige melk
zelf maken

Officieel mag je het woord ‘melk’ niet gebruiken als het gaat om een plantaardig product. Immers, van melken (het werkwoord,) kunnen we niet spreken. Vandaar dat je op de pakken in de supermarkt meestal ‘drink’ ziet staan. Echter, ‘drink’ roept bij mij altijd yokidrink-associaties op, waarbij ik meteen weer terug ben in mijn basisschooljaren en ik mezelf zie zitten met een bekertje schoolmelk. Brrrr. Dus, ik ben lekker dwars en noem het gewoon melk, want dan heb ik gek genoeg die associatie niet. Waarvan kun je dan zelf melk maken? Bijvoorbeeld van haver of amandel. En mijn god, wat is dat lekker. Vooral bij zelfgemaakte amandelmelk weet je niet wat je proeft – het is alsof je een vloeibare amandelspijsstaaf van de Hema in een glas giet. Kort gezegd: zelfgemaakte amandelmelk is een vloeibaar Sinterklaasfeest in een glas. Maar dan wel de variant die leuk en gezellig is voor iedereen – met roetveegpieten dus, in plaats van zwarte pieten.


Ook zelf havermelk maken is een aanrader. Ook een stuk goedkoper trouwens dan amandelmelk, dus als je eerst even wilt oefenen, oefen dan vooral met haver. Zelfgemaakte, verse havermelk is sowieso voller en romiger dan havermelk uit een pak. (al moet ik zeggen dat de gekoelde Oatly, die in die donkerblauwe pakken, érg in de buurt komt.)


Zelf melk maken is echt heel erg simpel en je hebt er ook niet veel voor nodig. Check hier de blogpost met de instructies.


Maak zelf kruidenmixen
zelf maken

Dit vind ik echt één van de leukste zelfmaakprojecten: allerlei kruidenmixen maken en die verpakkingen in schattige potjes, die je dan vervolgens ook weer heel leuk cadeau kunt doen. Mensen vinden het echt heel leuk om dit te krijgen, heb ik gemerkt. Vooral mensen die houden van koken.


Kant-en-klare kruidenmixen zijn over het algemeen best wel prijzig en ze komen vaak in kleine potjes. Eet jij in de herfst en winter óveral pumpkin spices in of door? Maak dan meteen een grote pot, zodat je je een halfjaar kunt uitleven. Eet je elke week wel een keer een Mexicaans gerecht? Maak dan een flinke pot tacomix, die lekker is in allerhande Mexicaanse recepten, zodat je niet iedere keer met allemaal losse kruidenpotjes hoeft te werken. Met kruidenmixen maak je het jezelf gemakkelijk en dat is precíes mijn stijl in de keuken.


zelf maken

Ik deel in deze blogpost drie recepten voor een pumpkin spice mix, taco-mix en een Italiaanse kruidenmix, en  in deze blogpost een mix voor een Surinaams-Hindoestaanse chutney massala. Maar natuurlijk zijn er nog véél meer kruidenmixen te bedenken en moet je je gewoon lekker uitleven op dat wat jij lekker vindt. Het fijne is dat je precies weet wat erin gaat – dus als je een bepaald ingrediënt uit een bestaande mix niet lekker vindt, dan maak je gewoon je eigen variant door het ingrediënt weg te laten of te vervangen.


Sla dus wat zakken kruiden in, bijvoorbeeld op de markt of bij de Marokkaanse supermarkt, verzamel wat lege potjes (even uitkoken van tevoren en checken of de deksel nog goed afsluit,) en ga aan de slag!


Maak zelf brood
zelf maken

Weinig zo voldoeningschenkend als een huis dat lekker ruikt en een baksel, in dit geval een brood, dat je from scratch hebt gemaakt. Ik bedoel, lekker brood bij de bakker kopen is leuk, maar kunnen pronken met iets dat je helemaal zelf hebt gemaakt… even better.


Natuurlijk vereist het bakken van je eigen brood wel dat je er echt de tijd voor neemt, dat je er een beetje ruimte voor hebt én dat je een oven hebt die een beetje mee wil werken. Maar verder is het redelijk basic – ik bedoel, het is dan ook één van de meest primitieve technieken die je kunt bedenken. En toch is het tijdloos en verveelt een goed brood nooit.


Gastblogger Eva bakte dit brood en maakte prachtige foto’s – alle credits gaan dus naar haar!


Maak zelf Naan
zelf maken

Iets gemakkelijker: zelf Naan, of platbrood, maken. Eventueel met knoflook of verse kruiden die je lekker vindt. Geloof me, dit is méér dan de moeite waard, want: kant-en-klare Naan in de supermarkt is vaak níet vegan, duur én zit in plastic. En dat heb je bij zelfgemaakte Naan allemaal niet. Dus…. :)


Aan de slag! 


Maak zelf dips en smeersels
zelf maken

Voor op dat zelfggemaakte brood, natuurlijk! Natuurlijk koop ook ik geregeld kant-en-klare hummus of andere dips. Maar het is eigenlijk zó zonde, want: het is in verhouding heel duur (zelf maken kan echt héél voordelig,) en het zit in een plastic bakje. Die twee problemen heb je niet als je zelf aan de slag gaat.


Heb je een (kleine, eenvoudige) keukenmachine of een (sterke) blender? Dan kun je deze dips met gemak maken: muhamarra, (héél lekker smeuige) hummus en Baba Ganoush.  Bewaar de dips in glazen potten of in bakjes die goed luchtdicht afsluiten (in de koelkast, uiteraard) en je hebt er dágen plezier van.


zelf maken

En als je dan toch aan de slag gaat met bijvoorbeeld je eigen hummus; gebruik dan ook gedroogde kikkererwten! Die koop je voor heel weinig geld in een grote zak, bewaar je in een pot, week je een nachtje in water en kook je in anderhalf uur gaar. Vervolgens gebruik je de helft om een mega batch hummus te maken en de andere helft vries je in, zodat je altijd gekookte kikkererwten klaar hebt liggen die je overal doorheen kunt doen: door salades, pasta’s en soepen, om maar wat voorbeelden te noemen!


Maak zelf falafel
zelf maken

Óf gebruik de andere helft van de kikkererwten die je hebt gekookt om zelf falafel te maken! Ook weer zo’n product dat je al gauw kant-en-klaar koopt in de supermarkt, maar wat eigenlijk heel eenvoudig is om zelf in elkaar te knutselen. Deze variant maak je in de oven. En ik heb hier ook nog een recept voor je waarbij je falafel van zoete aardappel maakt. Ook een aanrader!


Maak zelf vegan mayonaise en ketchup
zelf maken

Gelukkig zijn er tegenwoordig een heleboel goede vegan mayonaises te koop – ook gewoon bij de supermarkt. Maar dat neemt niet weg dat het ook heel erg leuk is om zelf eens mayonaise te maken. Het is namelijk ook heel eenvoudig en je hebt heel weinig nodig. En als je dan toch bezig gaat met sausjes, probeer dan ook eens ketchup en tomatensalsa! Beide heel makkelijk om te maken en het kan ook nog eens heel goedkoop, als je bijvoorbeeld een paar kilo tomaten op de markt scoort voor weinig geld. Tip: ga aan het einde van de marktdag langs de kramen om te kijken wie er van zijn waar af wil. Grote kans dat je voor een eurootje een enorme pot salsa kunt maken!


Maak zelf glühwein

Ik weet het, het is nog wat vroeg (september) in het jaar, maar goed, voordat je het weet staan we straks toch weer op die kerstmarkt die vreselijk smerige kant-en-klare glühwein te drinken en dan wil ik graag dat je alvast een alternatief hebt voor thuis. Want zelfgemaakte glühwein kan wel degelijk heel erg lekker zijn. Met verwarmende kruiden en gedroogd fruit erdoor. Misschien moet je in november alvast beginnen met experimenteren – dan kun je de boel straks in december goed finetunen. In deze blogpost geef ik je een voorbeeldrecept, maar probeer vooral de wijnsoorten en de kruiden uit die jij lekker vindt!


Zin om je heel ambachtelijk te voelen deze herfst? Ik hoop dat er een leuke DIY-klus voor je bij zit! Heb je al zin gekregen om iets op te pakken dit weekend? Ik hoor het graag van je bij de comments. 


The post Dingen waarvan je dacht dat het heel moeilijk zou zijn om zelf te maken appeared first on De Groene Meisjes.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on September 19, 2019 12:25

September 14, 2019

Instagram Q&A beantwoord


Beeld: Bette de Wit 


Een dag voordat ik met mijn nieuwe studie begon, ging mijn laptop uit om vervolgens niet meer aan te willen. Dat was op z’n zachtst gezegd erg onpraktisch. Immers, voor mijn studie heb ik een laptop nodig, maar ook voor mijn blog. Goed, lang verhaal kort: ik ben hier een week of vier weggeweest. Sorry daarvoor. Fijn dat je deze blog toch gewoon weer komt lezen! Op Instagram deed ik een Q&A. Dat wil zeggen: ik riep jullie op om allerhande vragen te stellen. Uit een flinke lijst met vragen heb ik er een aantal gekozen, en een aantal gebundeld. Die vragen ga ik uitgebreid beantwoorden. Hier, op mijn blog, heb ik daar meer ruimte voor dan op Instagram – vandaar. Goed, laat ik beginnen!



Ik kreeg verschillende vragen over wat ik heb gestudeerd, wat ik nu aan het studeren ben en wat ik met mijn studie wil gaan doen. Die vragen heb ik even gebundeld:


‘Wat heb ik gestudeerd, wat is mijn werkervaring en wat studeer ik nu?’

Tien jaar geleden heb ik mijn HBO afgerond. Dit was lerarenopleiding Nederlands in Amsterdam. Deze opleiding volgde ik met verschillende specialisaties, te weten: jeugdliteratuur, NT2 (Nederlands als tweede taal,) en coaching in het onderwijs. Tijdens het afronden van mijn opleiding had ik al een baan in het onderwijs. Dit was op een mbo-school in Hoofddorp en hier heb ik in totaal een jaar of zes gewerkt. Ik gaf daar Nederlands en Communicatieve vaardigheden. Verder was ik coach, mentor en stagebegeleider. De eerste twee jaar gaf ik ook nog één of twee avonden in de week Nederlands aan een groep volwassen studenten die een inburgeringstraject volgden. Allemaal erg leuk om te doen!


Later werkte ik nog op een school voor voortgezet onderwijs in Amsterdam, op een mbo-school in Amsterdam én op een mbo in Haarlem. In totaal stond ik ruim acht jaar voor de klas. Negen jaar, als je mijn stages meetelt. Een paar jaar geleden werd De Groene Meisjes succesvol genoeg om me daar voor een tijdje fulltime op te storten. Dat was heel leuk, en een heel avontuur, maar vorig jaar begon ik te merken dat ik behoefte had aan andere dingen. Dus ging ik minder bloggen en meer offline dingen doen, zoals vrijwilligerswerk op verschillende plekken. Verder begon ik na te denken over een nieuwe studie, een vervolg aan mijn onderwijscarrière (hier kom ik op terug,) én zocht ik een baan in loondienst. Dit werd mijn huidige baan bij de bibliotheek.


(jeetje, het lijkt wel alsof ik mijn cv aan het schrijven ben ;))


Tijdens mijn lerarenopleiding vond ik Jeugdliteratuur het állerleukste vak. Ik heb dat destijds ook met allemaal negens afgerond, omdat ik nogal fanatiek was. Ik hou niet alleen heel erg van het lezen van kinder-en jeugdliteratuur, ik vind de hele wereld eromheen ook erg boeiend. Toen ik hoorde dat er een master Jeugdliteratuur in Tilburg was, wist ik: áls ik ooit in de positie ben om weer te gaan studeren (in gedachten nemend dat studeren duur en tijdrovend is,) dan moet het deze master worden. Vorig jaar schreef ik me in, maar trok ik mijn inschrijving terug – het was er toch nog niet helemaal de tijd voor, kennelijk. Maar dit jaar schreef ik me opnieuw in en vier weken geleden ben ik dan ook echt begonnen. Tot nu toe vind ik het één groot avontuur. Er is heel veel te vertellen, want er is een hele (academische) wereld die langzaam voor me opengaat en ik moet aan álles wennen. Ook wil ik van alles kwijt over mijn studie en over wat ik ‘ermee wil gaan doen’ (hier kreeg ik ook veel vragen over,) dus ik heb besloten hier een losse blogpost over te schrijven. In het kort kan ik al zeggen dat ik een heel duidelijk doel heb. Al jaren, eigenlijk. Ik wil namelijk heel graag gaan lesgeven op een lerarenopleding, ‘als ik later groot ben.’ Ook lijkt het me te gek om lesmateriaal te ontwikkelen, of om bij een uitgeverij van kinderboeken te werken. Ik heb het gevoel dat er nog een hele nieuwe carrière op me wacht!


Hoe houd ik alles in balans? Denkend aan werk, studie, de liefde, een sociaal leven…

Ja, dat is een goeie. Ik ga heel eerlijk met jullie zijn: ik ben dit weekend een beetje ingestort. Ik had een enorm volle, drukke week en een paar dingen zaten een beetje tegen. Nu ik werk en studeer zit mijn agenda als een soort puzzel in elkaar: het kan maar op één manier. Er moet dus niet te veel misgaan, want dan past het allemaal niet meer. Ook ben ik gewoon moe – deze week sliep ik te weinig en maakte ik me te veel zorgen. Dan gaat het een beetje mis. Zoals velen van jullie weten ben ik niet per se de meest  energieke persoon en daarbij komt dat ik een introvert ben. Mijn mentale gezondheid laat het niet toe dat ik altijd maar door blijf gaan. Ik heb veel downtime nodig, fysiek, maar ook mentaal, om dingen te kunnen processen. Ik neem mijn therapie heel serieus, omdat ik vind dat ik dat aan mezelf verplicht ben. Maar ook therpaie is hard werken, bovenop alles. Mijn vriendin Merlin zegt dan ‘Even het remmetje erop.’ Dat lukte deze week niet, dus nu word ik een beetje afgestraft. Gisteravond heeft mijn verkering me ziek (koorts, grieperig,) naar bed moeten sturen. Dit weekend houd ik dus verplichte rust. Toch ook  goed hoe je lichaam dan werkt he? Je hoeft eigenlijk alleen maar te luisteren.


Dat is dus een beetje mijn methode: zorgen dat ik genoeg downtime inplan. Ik moet daarom soms sociale afspraken afzeggen, wat ik erg vervelend vind, maar mijn goede vrienden weten dat gelukkig inmiddels van mij en kijken er niet meer vanop. Mare (mijn verkering,) weet precies hoeveel ruimte ik nodig heb en respecteert dat. Erg fijn is dat – het scheelt de helft als mensen rekening met je houding en mild met je zijn. Dat maakt het makkelijker om mild voor mezelf te zijn. Wat ook fijn is, is dat zowel mijn vrienden als mijn verkering mensen zijn met wie ik veel ontspannende dingen samen doe. Daar heb ik ze op uitgezocht ;)


Hoe ik alles in balans ga houden weet ik nog niet precies. Het blijft een beetje een experiment. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik dit jaar de tijd uittrek om te kijken of dit lukt. En ook niet onbelangrijk: of het iets voor mij is, dat studeren. Ik ben niemand iets verplicht, ik doe dit omdat ik het wil, niet omdat het moet. Het is een beetje zoals omgaan met heimwee: als ik tegen mezelf zeg dat ik naar huis mag, of ergens mee mag stoppen als dat nodig is voor mijn mentale welzijn, dan gaat het eigenlijk al beter. Ruimte is het allerfijnste dat er is.


Wat is mijn grootste droom?

Ik heb niet zo heel veel spannende dromen, geloof ik. Ik wil in de toekomst heel erg graag een stabiel thuis. Een écht thuis. Een plek om te blijven. Het liefst zou dat een gezinssituatie zijn – met mensen en/of dieren om voor te zorgen. Ook wil ik erg graag een tuintje om voor te zorgen.


Wat is de belangrijkste les die je de afgelopen drie jaar hebt geleerd?

Dat is een mooie vraag, zeg. Drie jaar geleden verhuisde ik naar Rotterdam en ging ik in mijn eentje verder met de Groene Meisjes. Drie jaar geleden werd ik dertig, wow. Ik heb van alles gedaan en geprobeerd de afgelopen jaren. Zowel op werkgebied (getuige het stuk hierboven, over mijn studie en werkervaring,) als op persoonlijk vlak: samenwonen, een relatie die overging, inclusief enorme nasleep, heel veel daten, heel veel reizen, heel veel leuke mensen leren kennen, heel veel van alles, eigenlijk. En nu verkeer ik in wat rustiger vaarwater. Ik heb een drukke agenda, maar niet per se een druk hoofd. Ik heb meerdere grote lessen geleerd de afgelopen jaren, maar de belangrijkste, voor zover ik nu kan beoordelen, is dat ik niet alles alleen hoef te doen.


Heb ik (soms) het gevoel dat mijn groene lifestyle beperkend is?

Ik denk dat beperkend hier een te groot, of te negatief, woord is. Zo zou ik het niet willen noemen, echter, het zou ook een leugen zijn als ik zou zeggen dat groener leven geen enkele moeite kost. Er zijn wel degelijk dingen die ik heb opgegeven. Zo heb ik dit jaar een paar reizen geannuleerd, omdat ik niet wil vliegen. Ook is het soms best lastig om vegan te eten, buiten de deur. Dat is niet overal even gemakkelijk. Verder lees, luister en kijk ik veel over bijvoorbeeld klimaatverandering en dierenleed, en je kunt niet zeggen dat je daar erg vrolijk van wordt. Soms verzucht ik daarom wel eens ‘waarom heb ik zoveel idealen?!’ Maar, in the end: groen leven is (vandaag de dag,) óók heel verrijkend en leuk. Ik ontdek nog steeds allerlei dingen, ik leer van alles bij en ik eet de lekkerste dingen. Daarbij komt: het voelt goed om iets bij te dragen en dat is ook iets waard.


Eet ik nog vegan?

Nu wel weer, en daar ben ik blij mee. Maar ik heb een tijdje weer vegetarisch gegeten. Dat sloop er een beetje in. Het zit, kort gezegd, zo: ik heb depressieve episodes en als ik daarin zit, vind ik het ontzettend moeilijk om goed voor mezelf te zorgen. Eén van de eerste dingen die ik opgeef, of waar ik interesse voor verlies, is voor mezelf koken. Of überhaupt kan het me eigenlijk niks schelen wat ik eet. Het lukt me in zo’n periode, die in dit geval een paar maanden duurde, niet om vegan te eten. Dat zal voor iedereen anders zijn, maar voor mij werkt dat zo. Dus werd ik een beetje makkelijker: ik koos soms voor comfortfood met kaas, afhaalmaaltijden die niet 100% vegan waren, enz. Eigenlijk kookte ik helemaal niet meer voor mezelf – hoewel ik kijken normaal gesproken zo leuk vind en er veel plezier uithaal.


Inmiddels zit ik, gelukkig, weer veel beter in mijn vel en heb ik weer plezier gevonden in goed voor mezelf zorgen, voor mezelf (en anderen,) koken en dus ook in het vegan eten. Het voelt goed!


Hoe lukt het me om zoveel te lezen?

Ha! Deze vraag krijg ik vaker. Ik lees inderdaad heel veel. Het voordeel is denk ik wel (ook) dat ik een snelle lezer ben. Dat scheelt al een heleboel, natuurlijk. Een tijdje geleden schreef ik een blogpost over hoe je je leesconcentratie kunt trainen.


Lezen kost tijd, maar het is mijn favoriete tijdverdrijf en daar maak ik graag tijd voor. Het is voor mij ook de beste manier om te ontspannen. Ik weet dat veel mensen eerst rust moeten vinden om een boek op te kunnen pakken. Voor mij werkt het andersom: ik vínd, instant, rust door een boek op te pakken. Ik doe het overal, want ik heb letterlijk nooit níets te lezen bij me. Ieder verloren moment pak ik mijn leesvoer erbij: in mijn pauze op het werk (of als het rustig is in de bieb,) in de trein naar college, als ik ergens moet wachten… never not reading!


Welk genre lees ik het liefst? En wat lees ik op dit moment?

Ik lees eigenlijk van alles, maar als ik kijk naar wat mijn favoriete boeken zijn, dan zijn dat toch de meest realistische verhalen. Ik zal niet heel gauw science fiction oppakken en ook thrillers laat ik gauw links liggen. Het mooiste boek dat ik onlangs las is ‘On earth we’re briefly gorgeous’ van Ocean Vuong. Dat boek heeft enorm veel indruk op me gemaakt, zoek het maar eens op. Op dit moment lees ik ‘De bijenhouder van Aleppo.’ Ook weer een ontzettend aangrijpend verhaal. Als ‘aangrijpend’ een genre was, dan was dat mijn favoriet.


Natuurlijk lees ik ook veel kinder-en jeugdliteratuur, zeker nu, voor mijn studie. Voor één vak moet ik voor elk college een kinderboek lezen – van het Grote Boek van Madelief tot De koning van Katoren – en dat is natuurlijk één groot feest. Al die klassiekers!


Hoe hebben mijn verkering en ik elkaar leren kennen?

Meerdere vragen gingen hierover – verbaast me niks, ik ben ook altijd nieuwsgierig naar andermans liefdesverhalen :) Nou, in het kort dan. Mare en ik waren allebei op Tilt, een literair festival in Tilburg. Ik was uitgenodigd om verslag te komen doen van het festival op Instagram, Mare droeg een (zelf geschreven) tekst voor. Ik wilde heel graag Connie Palmen horen spreken en omdat ik bang was dat het erg druk zou zijn bij dit interview, ging ik al vroeg naar de theaterzaal. Net op het moment dat ik daar binnenkwam, stond Mare een tekst voor te dragen. Het verhaal sprak me heel erg aan, en ik ga er niet omheen praten: ik vond Mare heel erg aantrekkelijk. Ha :) Dus ja, toen was er een moment dat Mare aan de bar stond en ik dacht, ik grijp mijn kans. Dus sprak ik Mare aan, met een of ander slap verhaal over ‘goh, mooie tekst, kan ik ergens iets van je lezen?’. Hier word ik nog steeds om uitgelachen, want ik had geen heel houtsnijdend verhaal. Mare bleek mij van Instagram te kennen, dus daar hadden we elkaar snel gevonden. Toen gingen we een beetje appen en spraken we af om iets te gaan drinken, maar die date is nooit doorgegaan omdat ik had afgezegd zonder te zeggen waarom. Het contact verwaterde. Ik dacht; zo gaan die dingen. Een paar weken later nam Mare weer contact met mij op, wat ik heel erg leuk vond, en toen hebben we meteen afgesproken en ik heb al mijn vrienden toen meteen gezegd dat ik dacht ‘heel verliefd te gaan worden.’ Mijn vrienden blij, want het werd wel weer eens tijd.


We bleken ook nog eens heel erg goed bij elkaar te passen, ondanks dat we in veel dingen ook heel verschillend zijn. Ik heb zelden zo’n interessant, liefdevol en geduldig persoon als Mare leren kennen. Inmiddels hebben we alweer een tijdje verkering en ik ben heel erg blij dat we elkaar zijn tegengekomen. Het grappige is ook dat we allerlei connecties blijken te hebben. We hebben jarenlang in dezelfde buurt in Amsterdam gewoond, gingen naar dezelfde plekken en events – en toch was het kennelijk de bedoeling dat we elkaar op die avond in Tilburg moesten leren kennen :)


Wat een fijne dingen om even bij sil te staan, zeg. Dankjewel voor jullie mooie vragen! Ik kreeg nog veel vragen over mijn studie en mijn werk bij de bibliotheek. Het lijkt me leuk om daar een losse blogpost over te schrijven, aangezien deze post alweer 2380 woorden lang is…Dus, ik kom bij jullie terug! 


The post Instagram Q&A beantwoord appeared first on De Groene Meisjes.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on September 14, 2019 09:23

August 23, 2019

Zomerdagboek 2019 – deel 7



Mijn een-na-laatste zomerdagboek! Jemig, deze zomer hoor. Hij vliegt. Deze week was ook weer druk, maar wel druk en fijn. Ik neem je mee naar Lowlands, naar Amsterdam en op excursie in Rotterdam.



Vrijdag vertrok ik naar Biddinghuizen – aanvankelijk voor één dagje Lowlands. Maar ik had het zó naar mijn zin dat ik besloot toch een nachtje te blijven. Tegen al mijn festivalkampeerprincipes in. Want ik ga gewoon maar heel eerlijk zijn: ik haat het. Van tevoren had Mare al gezegd dat als ik zou willen, ik zou kunnen blijven want er was nog wel plek over in de tent. Ik besloot daar om maar wat basics, zoals een tandenborstel en schoon ondergoed, mee te nemen, maar goed, er moest wel heel wat gebeuren wilde ik blijven. Toch kreeg Mare me zover. Dat is nog nooit iemand gelukt dus dat zegt wel iets over hoe leuk mijn verkering is. Ik kreeg er absoluut geen spijt van, want we hadden nog een heel leuke vrijdagavond en ook zaterdag pakte ik nog allerlei toffe programmaonderdelen mee. Ik vond de programmering dit jaar echt geweldig. Zo divers! Los daarvan was het (vegan!) eten heerlijk en de mensen lief en gezellig, dus ik heb twee fantastische dagen gehad. Volgend jaar wil ik op de glamping staan (ja, hey, ik zoek een compromis,) en dan ga ik het hele weekend. Wie van jullie was ook op Lowlands?



Zondag was ik weer thuis en hield ik een totale hersteldag. Dat heb je als je een introvert bent; dan moet je opladen. Dat deed ik in alle stilte en rust. Ik heb letterlijk alleen de barista van Coppi gesproken zondag. Daar heb ik zitten lezen in – een super interessant boek over het anders leven met je cyclus. De schrijfster benadert de cyclus volgens de seizoenen van het jaar, waarbij de dagen waarop je menstrueert de winter is – en daarna komt de lente, enzvoorts. Ik vind het heel inzichtelijk en het heeft me al van alles geleerd over hoe ik meer rekening kan houden met mijn lichaam. Verder dronk ik die dag een groene smoothie en veel kamillethee met citroen, en keek ik Zomergasten met een maskertje op mijn gezicht. Loooove dit soort dagen.



Een hele tijd geleden was ik zo slim om de maandag na Lowlands een vrije dag op te nemen. Ik wist namelijk nog niet welke dag(en) ik wilde gaan en stel dat ik op zondag zou gaan en dan maandag weer zou moeten werken… nee. En wat was ik mezelf dankbaar maandag! Het voelde echt als een vergeten cadeautje dat nog uitgepakt mocht. Ik deed wat huishoudelijke dingen, luisterde podcasts (Pleasure Studies van Feist is een grote aanrader!) bracht boeken naar de buurtbieb (en zag dat ze een paar uur later allemaal waren opgehaald, zo leuk!), en treinde ’s middags naar Amsterdam. ’s Avonds hadden we een etentje met de familie van Mare, wat heel erg gezellig was. De vriend van de zus van Mare kookte vegan (!) roti en dat was echt ZO LEKKER, niet te doen. Het is echt heel erg fijn als vrienden en familie rekening houden met je vegan dieet – #blessed.



Op dinsdag deden we niet veel: een beetje hangen in Mare’s huisje, een beetje koffie drinken bij RumBaba en een beetje winkelen bij het Faire Oosten – een toffe winkel met eerlijke spullen en mode in A’dam Oost. Het was een beetje een hangerige dag, maar Mare moest dan ook nog herstellen van vier dagen Lowlands, dus dat is logisch. We treinden samen terug naar Rotterdam en haalden op de terugweg naar huis pokébowls met vegan zalm. ’s Avonds keken we Zomergasten terug (ik had zondag de helft gekeken) en knutselden we wat aan tafel. Lekker kneuterig hè?



Woensdag moest ik weer werken in de bibliotheek en dat was een heel gezellige dag met mijn favoriete collega Lara. Er lagen wat gereserveerde boeken voor me klaar – voordelen van deze baan! De bewoners van Kralingen en Crooswijk zijn duidelijk weer terug van vakantie, dus het is weer gezellig druk in de bieb. Ook kwamen mijn lievelingskinderen weer langs en mocht ik voorlezen, dus mijn dag was weer geslaagd.



Donderdagochtend werkte ik ook. Ik was aanwezig bij een workshop rondom robotica (voor kinderen) in het huis van de wijk in Crooswijk. Het was echt heel erg schattig om een groep kinderen helemaal wild enthousiast te zien worden van het programmeren van een robot. Ik moet zeggen, ik vond het stiekem zelf ook indrukwekkend en cool. ’s Middags gingen Mare en ik op excursie naar Zuid. Deze middag voelde echt als een minivakantie. We gingen naar Katendrecht, naar de Fenix loods en naar het Deliplein. Koffie bij Koppi Soeso, broodjes met vegan smeersels bij Meneer Tanger (in de loods,) een boek kopen bij Bosch en de Jong (boekhandel in de loods,) een biertje drinken bij de Kaapse brouwers, en dat allemaal lekker in het zonnetje. Tot slot aten we in de stad nog een biertje en maakten we thuis zelf vegan pizza’s. Een veel perfectere dag kan ik me niet voorstellen.



Vandaag, vrijdag, las ik een boek op een terras. Ik ben begonnen in van Ocean Vuong en tot nu toe (ik ben ongeveer op de helft,) vind ik het prachtig. Het gaat over migratie, trauma, queerness en classicsme en het staat vol met ongelooflijk mooie poëtische zinnen. Ik heb al een paar keer met de tranen in mijn ogen gezeten, het raakt me echt enorm. Verder kocht ik vandaag een vintage bloesje bij één van de vintagewinkels aan de Zwaanshals in Rotterdam Noord, en die trek ik morgen aan naar het Vrije Volk festival waar ik met een groep vrienden uit Rotterdam naartoe ga. Ontzettend veel zin in!


Zoals je ziet heb ik het er deze week nog even goed van genomen. Ik heb uitgeslapen, in de zon gezeten, geluierd, lekker gegeten, leuke dingen gedaan en gefeest. Dit weekend ga ik dat ook nog even doen en dan… tromgeroffel…. stap ik maandag om 8 uur in de trein naar Tilburg. Mijn allereerste studiedag. En guess what? Ik heb al huiswerk! Ik ben enorm excited. Ik schrijf volgende week nog één zomerdagboek, dus dan laat ik jullie weten hoe de eerste twee dagen op de universiteit zijn gegaan. Als jullie het leuk vinden kan ik binnenkort ook een blogpost schrijven over welke studie ik ga volgen en waarom. Laat het maar weten in de comments als je daar benieuwd naar bent!


Okido, ik ga afsluiten en lekker op tijd naar bed vanavond. Morgen komen hier wat vriendinnen ‘glitteren’ – geen zorgen, ik heb bio-afbreekbare glitter – en drankjes doen en dan vertrekken we gezamenlijk naar het festival. Zin om veel te dansen in de zon. Ik wens jullie een fantastisch weekend en ik zie jullie snel weer! 


The post Zomerdagboek 2019 – deel 7 appeared first on De Groene Meisjes.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on August 23, 2019 21:00

Status: busy introverting

introvert

Heb jij er wel eens voor jezelf over nagedacht of je (een) extravert of introvert bent? Of misschien ben je wel een ambivert – een combinatie van beiden? Ik ben absoluut dat laatste, maar neig meer naar de introverte kant dan naar de extraverte. Daar kijken mensen altijd heel erg van op bij mij, omdat ik best wel een outgoing en zéker niet verlegen type ben. Maar wat je aan de buitenwereld laat zien is niet altijd wat er in je binnenwereld speelt. Soms vind ik het ook wel eens lastig om te accepteren dat ik sterk introverte neigingen heb en dat het daardoor lijkt dat ik niet altijd mee kan komen met ‘iedereen.’ Met iedereen bedoel ik: de meer extraverte types. Toch begin ik het steeds meer te accepteren, houd ik meer rekening met mezelf en zie ik zelfs steeds meer de voordelen van introvert zijn. Het grootste voordeel? Dat ik vaak genoeg heb aan mezelf en mijn eigen gezelschap, of aan kleine, eenvoudige dingen.



Er zijn twee soorten mensen. Of misschien toch niet.

Een introvert keert sneller naar binnen, zoekt rust in zichzelf en in kalme dingen, houdt over het algemeen niet van (grote) groepen en is dikwijls een denker/dromer. Een extravert laat zichzelf gemakkelijk zien aan de buitenwereld, is graag ‘out there,’ houdt vaak van groepen, of kan daar in elk geval goed mee omgaan, en haalt energie uit de buitenwereld in plaats van uit een binnenwereld.

Een ambivert kan zich bijvoorbeeld prima redden in een groep en is ook niet verlegen, maar haalt wel meer energie uit het lezen van een boek dan uit een familieweekend. Of andersom: laadt op van het lezen van de krant in een stille ruimte, maar beleeft af en toe nóg meer plezier uit het bezoeken van een festival met een vriendengroep.


Veel mensen zijn niet honderd procent het één of het ander. Het lastige is dat mensen het over het algemeen sneller accepteren of waarderen als iemand extravert is dan wanneer iemand duidelijk een introvert type is. Zo wordt kinderen van kleins af aan al geleerd dat je je vooral moet durven laten zien aan de buitenwereld, dat je luid en verstaanbaar moet praten, dat je niet bang moet zijn om voor een groep te staan en dat je het leuk moet vinden om mee te gaan op kinderfeestjes of andere sociale aangelegenheden in groepen.


Kinderen die dit soort dingen niet leuk, oncomfortabel of misschien eng vinden, en bij wijze van spreken liever rustig met een kleurplaat aan de eettafel zitten, krijgen vaak te horen dat ze hier iets aan moeten veranderen. Ik heb genoeg ouders (van leerlingen, bijvoorbeeld) gekend die zich zorgen maakten over de ontwikkeling van hun kinderen omdat ze ‘zo rustig waren.’ Ik zou willen dat dit niet zo’n ding zou zijn. Immers: je kiest er niet voor om een introvert of een extravert te zijn en beiden zijn even veel waard. Beide types ‘werken’ gewoon anders, maar dat is oké. Mijn ervaring is dat introverte en extraverte kinderen erg goed kunnen samenwerken: de één doet het nadenkwerk, de andere het uitvoerende werk. Denk aan: de presentatie schrijven en de presentatie uitvoeren. Ieder heeft zijn talenten. Je kunt niet zeggen dat de één of de andere dapperder, slimmer, grappiger of liever is. Het heeft alleen iets te maken met de manieren waarop je oplaadt, waar je energie uithaalt, waar je plezier aan beleeft en hoe je het liefste communiceert.


Hoewel ik als kind van tijd tot tijd graag in de spotlights stond, bijvoorbeeld door aan toneel te doen, of in een koor te zingen, weet ik dat ik altijd meer energie heb gehaald uit kalme, prikkelarme dingen. En groepen? Daar ben ik nooit goed in geweest. Zo herinner ik me dat ik als kind nooit mee wilde op schoolkamp (veel te veel mensen en prikkels,) en een dagje naar een pretpark was echt de grootste straf die je me kon aandoen. Al dat geluid, al die mensen, hou op met me. Ik hield altijd al van kalme dingen: naar de kinderboerderij, knutselen, puzzelen, wandelen of fietsen op Terschelling, bloemen plukken en drogen, naar mijn verzorgpony gaan (ja, echt, die had ik een tijdje, #paardenmeisje,) en stapels en stapels boeken lezen.


Als ik mag kiezen…
introvert

De verzorgpony heb ik niet meer, maar ik hecht nog steeds heel veel waarde aan ‘mijn’ kalme dingen. Ik lees en schrijf nog altijd graag, ik luister miljoenen podcasts, ik ben graag creatief bezig en ik heb een grote hang naar de natuur. Ik ben graag onder de mensen, maar dan moeten het wel mensen zijn met wie ik echt kan praten. Ik heb een hekel aan small talk en drukke, grote groepen trek ik niet. Die zuigen me leeg alsof ik een batterij van slechte kwaliteit ben. Ik kan niet goed tegen lawaai, maar ik kan wel prima naar een festival als ik met de juiste mensen ben. Lees: mensen die begrijpen dat ik me soms even wil afzonderen en bij wie ik me comfortabel voel. Ja, ik ben die griet met dat boek in dat grasveld. Je zou me ook kunnen herkennen aan mijn noisecanceling headphones. Mijn grootste wens voor de toekomst is een tuintje – maar daar mogen dan wel vrienden, in behapbare groepjes, komen barbecuen. Het lijkt me heel gezellig om ooit weer samen te wonen, maar dat moet dan wel in een huis zijn met een ruime waar ik me kan afzonderen. Ook lijkt het me heel fijn om een gezin te hebben, maar ik stel me wel voor dat ik misschien maar één kind tegelijkertijd zal opvoeden. Ik draai graag  ‘vieze hiphop’ en dans dan door de kamer, maar ik heb ook een lijst met rustige nummers die ik helemaal grijsdraai. Ik kan rustig een hele ochtend één kalm nummer op repeat hebben staan. Ik ga graag op vakantie naar steden, maar daarna vind ik het lekker om op te laden in de natuur. Mijn favoriete weekend bestaat uit ontbijten buiten de deur en een krant lezen in een koffietent, maar ik kijk vooral ook heel erg uit naar gure herfstwandelingen en pompoensoep koken. Sowieso eet ik het liefste thuis. Soms zijn mijn favoriete afspraken gecancelde afspraken. Ik voer hele gesprekken met mezelf en ik denk veel na. Ik praat overigens ook tegen mijn katten. Ik vermijd drukke situaties zoveel mogelijk: waarom in vredesnaam in het weekend (samen met de rest van de wereld) naar een museum gaan als het ook een keer op een doordeweekse dag kan? Ik hou van plantenwinkels, winkels met stationary en natuurlijk van boekenwinkels, maar kleren koop ik het liefst online want (passen in) kledingwinkels vind ik uitputtend. Ik vind het heel leuk om met mensen te werken en haal daar veel voldoening uit, maar ik denk niet dat ik dat nog fulltime wil doen. Zo vond ik het meest intensieve aan lesgeven dat ik de hele dag omringd was door mensen. Tíentallen. Ik ga heel graag uit met vrienden en ik hou heel erg van dansen, maar ik weet wel dat ik de dag daarna met niemand moet afspreken en vooral eventjes tot mezelf moet komen. En dat is niet omdat ik dan een kater heb van de alcohol – more like a social hangover. En die hangovers, die heb ik nu eenmaal vrij snel, weet ik inmiddels. Soms kijk ik de hele dag uit naar een avond alleen zijn. Soms word ik wakker op zaterdag en ontploft mijn hoofd van alle opties: wat kan ik allemaal gaan doen?! Helemaal niks doen vind ik lastig (ik vermaak me altijd ergens mee) en als ik te lang (een paar dagen) niemand spreek of zie voel ik me wel eenzaam. Kort samengevat: ik denk dus echt dat ik een ambivert ben, met sterke introverte trekken.


Noem me een huismerel. I’ll take it. Ik schaam me niet voor mijn hang naar het introverte. Het is net als mijn heimwee en mijn depressieve episodes: het hoort allemaal bij mij. Het maakt allemaal wie ik ben en wat is het bevrijdend om daar gewoon naar te mogen handelen en het mezelf zo comfortabel mogelijk te maken. Dat zou jij ook moeten doen! Daarbij komt dat ik, zoals ik in de inleiding van deze post ook schrijf, ook de voordelen van mijn introvert-zijn begin te zien. Zo heb ik sterk het vermoeden dat mijn zeer geoefdende concentratievermogen (waar mensen vaak jaloers op zijn, want: ‘hoe in godesnaam lees jij zoveel boeken?!’) voorkomt uit mijn introverte behoeften. Daarnaast is het heel gemakkelijk om mij blij te maken, want ik hou van kleine dingen. Ik kan goed alleen zijn, ik verveel me nooit en ik heb geen hórdes vrienden nodig – ik besteed mijn tijd het liefst aan een kleine groep vrienden.


Gehoor geven aan je behoeften
introvert

Van mijn verkering, die volgens mij net als ik ambivert is maar met wat meer extraverte behoeften dan ik, kreeg ik een fantastisch boek cadeau: Zoals de titel misschien al een beetje doet vermoeden is het een verhaal over een introvert meisje in een wereld die meer extravert lijkt te zijn. Ik denk overigens helemaal niet dat er per se meer extraverte mensen zijn dan introverte, maar extraverte mensen vallen denk ik wat sneller op. Deze graphic novel liet me maar weer eens zien dat het hélemaal oké is om introvert te zijn en dat je gewoon gehoor mag geven aan je behoeften. Dat je al die kalme hobby’s van je gewoon mag beoefenen zonder schuldgevoel, dat het prima is om je af te willen zonderen of om niet zo van groepen te houden. Selfcare, alles. Ik vond het ontroerend en bevrijdend om te lezen. Ik weet niet zeker of het boek bedoeld is voor jongeren of voor volwassenen, maar ik denk dat eigenlijk iedereen die (Engels) kan lezen er iets aan kan hebben.


Toen ik het boek op Instagram liet zien kreeg ik van jullie twee tips voor boeken die ik meteen heb besteld bij de bibliotheek. Te weten: en Ik ben erg benieuwd! Het lijkt me gewoon prettig om nog een beetje meer bevestigd te worden in het idee dat je als introvert gewoon introvert mag blijven. Misschien hebben jullie er ook iets aan.


Verder kreeg ik van Naomi een TedTalk getipt: The power of introverts van Susan Cain. Deze video legt haarfijn uit waarom het helemaal oké is, of misschien waarom het zelfs een zegen is, om introvert te zijn. Een aanrader om even te kijken! Daarnaast volg ik twee accounts op instagram waar ik altijd om moet lachen omdat het zo herkenbaar is: @introvertdoodles en @introvertstruggles.


Ik hoor het heel graag als jullie ook gedachten hebben over dit onderwerp. Zo ben ik bijvoorbeeld benieuwd hoe jij jezelf zou omschrijven en of je daar een mening over hebt. Laat het me weten in de reacties onder deze blogpost! 


Dit artikel bevat affiliaite linkjes naar bol.com. Dat betekent dat als jij een bestelling op bol.com plaatst, ik daar een klein percentage van krijg. Dat is een manier om mijn blog te onderhouden. Let op: jij betaalt absoluut niet meer dan normaal! Dankjewel voor je begrip en support :)


The post Status: busy introverting appeared first on De Groene Meisjes.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on August 23, 2019 10:32

Merel Wildschut's Blog

Merel Wildschut
Merel Wildschut isn't a Goodreads Author (yet), but they do have a blog, so here are some recent posts imported from their feed.
Follow Merel Wildschut's blog with rss.