Ton van 't Hof's Blog: Ton van ’t Hof, page 27
October 21, 2023
21.10.2023
Of ik ook op losse wijze iets zinnigs zou kunnen zeggen over Nachoem M. Wijnbergs nieuwe bundel Hoe het werkt, die geen lichte kost is. Alsof je door modder baggert, maar met plezier. Snellezen is er niet bij, daar zijn de zinsconstructies te vaak te ingewikkeld voor:
‘Wat komt in poëzie het meest dichtbij / aan achtergrond en voorgrond tegelijk, / om boven of onder waar die zijn / op te bollen en te golven / als uitgehangen in de wind of waar iemand tegenaan ademt / om te laten zien dat hij nog hier is?’
En als je denkt de syntaxis te pakken te hebben, wat staat er dan? Het klinkt poëtisch, als poëzie, maar is het dat ook? Dan moet ik bij mezelf te rade gaan. Als woorden een gewaarwording van werkelijkheid teweegbrengen, van iets zoals het werkelijk, in wezen, is, noem ik dat poëzie. Zoals dit:
‘Wat komt in poëzie het meest dichtbij […] om […] op te bollen en te golven / als uitgehangen in de wind of waar iemand tegenaan ademt / om te laten zien dat hij nog hier is?’
Je voelt het leven in deze regels. En omdat Wijnberg weet wat poëzie is kan hij ons in Hoe het werkt uitleggen hoe poëzie werkt, zijn poëzie en mits we het snappen. Hij gunt ons een kijkje in zijn keuken, hoe hij te werk gaat, zijn gedichten tot stand laat komen. Moeilijke maar o zo interessante lectuur.
‘Liever dan het te hebben over wat ik zie / wil ik het over de lucht hebben / die daarvoor plaats vrijmaakt of stil toegeeft als een deel van diens plaats / ingenomen is.’
Hier lijkt Wijnberg aan te geven dat hij het niet zozeer zoekt in wat hij ziet, dingen, maar in wat die dingen omgeeft, ze beweegt allicht. Wat in elk geval voor deze bundel geldt, waarin de focus eerder op concepten en abstracties is gelegd dan op objecten, wat een omkering is van William Carlos Willams’ legendarische uitgangspunt: no things but in ideas. Wijnberg pluist uit wat vormgeven inhoudt, definieert raakvlakken tussen poëzie en andere kunsten, keert begrippen als ‘vertalen’ en ‘veranderen’ binnenstebuiten, licht technieken door, vraagt zich af wat muziek voor zijn poëzie betekent, tast het voordragen van gedichten af, visiteert wedijver, enzovoort en zo verder.
‘Weet ik dan iets wat niet een beetje / een abstractie is, zoals wanneer het steeds minder lukt / bij elkaar te houden wat ik nog over iemand weet als die er niet meer is / en ik afbeeldingen wil maken, als om aan de muren te hangen / van waar die nu is of die afbeeldingen zíjn de muren die er zijn / en alles is ten minste een klein beetje een afbeelding van iets anders / en in poëzie kan dat (ook) door meer dichtbij te komen / aan het tegenovergestelde van abstractie, door zoveel tegelijk te zeggen / dat het steeds minder lukt te zeggen / waarover het gaat (maar dat doet het nog steeds).
Een bundel om in te verzuipen, zó veel wordt er afgestaan, wat een weelde. Wie weet binnen te dringen tot deze poëzie wordt beloond met enig begrip van hoe het kan werken. Uit het slotgedicht:
‘Ik kan zeggen dat wat werkt / de optelsom van alle mogelijke wegen daarheen is, / waaruit genoeg wegen af te leiden zijn / om een gedicht op te delen en uit elkaar te halen / en weer in elkaar te zetten, / als om meer zeker te zijn dat het straks nog werkt, / maar ik wil enkel meer kunnen zeggen / over hoe het werkt.’

October 19, 2023
19.10.2023
In korte tijd (vijftien, twintig jaar?) zijn dichtbundels – bloemlezingen en verzamelbundels uitgezonderd – gemiddeld dikker geworden. Negentig of honderd bladzijden is geen uitzondering meer, waar vroeger veertig à vijftig de regel was. Waarom? is de vraag. Persoonlijk heb ik niet op dikkere bundels zitten wachten, hoe graag ik ook poëzie lees: vijftig bladzijden van één en dezelfde dichter zijn al vermoeiend, laat staan honderd. Voor me ligt een nieuwe dichtbundel van 116 bladzijden dik, die ik onlangs kocht voor € 24,99. Een fors bedrag, maar de inflatiecalculator laat zien dat dit ‘evenveel’ is als € 16,62 in 2003. In mijn herinnering kostte een poëziebundel medio jaren nul 15 à 16 euro (klopt dit?). De prijsstijgingen van poëziebundels over twintig jaar tijd zijn dan vrijwel volledig te verklaren uit de inflatieontwikkeling. Je zou kunnen zeggen dat je tegenwoordig meer waar voor je geld krijgt. Andersom geredeneerd én met gevoelens rekening houdend: wie zou er vandaag de dag nog 25 euri’s neertellen voor een boekje van vijftig bladzijden? Poëzie verkoopt voor geen meter en dunne bundels verkopen al helemaal niet! zou de redenering kunnen zijn. Ik heb overigens geen idee of uitgeverijen vandaag de dag ook om meer gedichten vragen of dat auteurs al uit zichzelf tweemaal zoveel gedichten inleveren als vroeger. Enfin, hoe het ook zit: meer gedichten hebben níet meer geld per bundel opgeleverd, maar dalende verkopen mogelijk wél afgeremd. Wie zal het zeggen. Omdat de royalty’s gelijk zijn gebleven ontvangt de auteur thans minder per gedicht, maar een kniesoor die daarop let, toch? <> Bezocht vandaag in het Singer Laren met T. de tentoonstelling La Grande Bleue. Schilders van de Méditerranée, waar we veel van onze gading konden bezichtigen: Albert Marquet, Théo Van Rysselberghe, Pierre Bonnard, Otto van Rees en Wim Oepts o.a.

Wim Oepts, 1946
October 18, 2023
Opkomend tij, ‘t wad
October 16, 2023
Wolken, Miedwei
October 15, 2023
15.10.2023
Droomde dat ik ergens in Engeland was en me met het openbaar vervoer naar verschillende plekken diende te begeven. Maar dit speelde zich af in een tijd die nog komen moet en ik begreep niks van de laatste digitale snufjes die me wegwijs moesten maken in het vervoerssysteem. Terwijl het klamme zweet me uitbrak werd me te verstaan gegeven dat een slechte voorbereiding niets voor mij is. <> Over de poëzie van Nobelprijswinnaar Louise Glück die eergisteren overleed schreef ik enkele jaren geleden: ‘Hoewel boeketreekstaal niet wordt geschuwd, weet Glück toch dikwijls te ontsnappen aan het sentimentele en banale.’ Uit Poems 1962-2012 vertaalde ik drie gedichten van haar, waaronder:
TELESCOOPEr is een moment nadat je je oog hebt afgewendwaarin je vergeet waar je bentomdat je, ogenschijnlijk,ergens anders was, in de stilte van de nachthemel.Je bent niet meer hier op de wereld.Je bent op een andere plek,een plek waar het menselijk leven geen betekenis heeft.Je bent geen voortbrengsel in een lichaam.Je bestaat zoals de sterren bestaan,deelt in hun stilte, hun onmetelijkheid.Dan ben je weer terug op aarde,'s nachts, op een kille heuvel,en haalt de telescoop uit elkaar.Achteraf realiseer je jedat niet het beeld vals ismaar de samenhang vals is.Je ziet weer hoe ver wegelk ding is van elk ander ding. *Begonnen in Het moet pijnlijk blijven. De mooiste schrijversinterviews (2011), dat ik tweedehands aanschafte. Kader Abdolah: ‘Wat Wilders en Verdonk zeggen: allemaal prima en interessant, maar zij kunnen de geschiedenis niet bepalen. Over honderd jaar hebben immigranten met een islamitische achtergrond belangrijke posities, in de politiek, de wetenschap, het bedrijfsleven, de cultuur. Dan zijn het Nederlanders, net als jij.’ <> De dagtemperatuur in huis is inmiddels gedaald tot winterniveau: 18 °C. Mijn handen moeten er nog wel aan wennen. <> Onder telkens wisselende luchten gewandeld door de Houtwiel.

October 14, 2023
14.10.2023
Zat in een flow vanochtend en schreef een gedicht, een goed gedicht, al zeg ik het zelf, waaraan ik ook nog de titel van de derde afdeling kon ontlenen: ‘Flikkeringen’. <> Daarna door de winderige maar zonnige binnenstad van Dokkum gewandeld en een patatje gegeten. <> Las een woord dat ik nog niet kende: ‘nieuwsmijding’, wat staat voor gedrag dat mensen kunnen vertonen als ze de overvloed aan nieuws te belastend vinden, slecht nieuws vooral. <> Las de Volkskrant van a tot z inclusief boekenbijlage. Er is veel loos buiten Brantgum en omstreken, er waren veel tranen, van Joden, Arabieren en de Hollandse pechgeneratie o.a. ‘De drie rijkste miljardairs van Amerika,’ zei Bernie Sanders in een interview, ‘hebben bij elkaar meer vermogen dan de onderste helft van de [Amerikaanse] samenleving, 165 miljoen mensen.’ Allejezus! Ik zou geen oog dichtdoen als ik één van die drie was. Ik ben een bevoorrecht mens. <> En dat er in boekenbijlagen geen regels meer aan poëzie worden besteed is allang geen slecht nieuws meer.

October 13, 2023
13.10.2023
Vanochtend bij J.W. koffie gedronken. Hij zag er een beter uit. De dokter heeft hem een lage dosis antibiotica voorgeschreven, die hij dagelijks moet innemen om zijn longen vrij te houden van ontstekingen. J. was halverwege Rob Wijnbergs Voor ieders wat waar. Hoe waarheid ons verdeelt en ons ook weer kan samenbrengen en hekelde de stelligheid waarmee Wijnberg zijn waarheden verkondigt. Wat ik wel herkende, een betweterig toontje dat hij ook in zijn journalistieke werk kan aanslaan. <> Bij thuiskomst bleek Japke overleden, de twintigjarige merrie van de overbuurman. Ze lag in de wei, graatmager, doek over haar hoofd. Ik had het lieve dier van de week nog appels gevoerd, en wortelen. Ze was al enige tijd ziek. <> Zette een eerste versie van het eerstvolgende deel van de Gaia Chapbookreeks, nummer 27 al weer: machine poëzei van Harry van Doveren. Smullen, voor wie van alternatieve poëzie houdt! <> At bloemkoolsoep en haalde boodschappen, onweerstaanbare speculaasbrokken o.a. <> Bestelde Hoe het werkt van Nachoem M. Wijnberg, een van Neerlands betere contemporaine dichters, naar mijn opvatting uiteraard. Alweer een Wijnberg die weet hoe het werkt! <> Mijn eigen poëzieproductie? In de maanden juli t/m september schreef ik 22 gedichten, zonder onderbreking, nu stokt de aanmaak. Eventjes, hoop ik. Maar het laatste gedicht, dat in niets lijkt op zijn 21 voorgangers, heeft me aan het denken gezet: is hier sprake van een kleine slingering of word ik geacht een haakse bocht te maken? En eigenlijk weet ik het antwoord al wel.
October 12, 2023
Herfst, Brantgum
October 11, 2023
11.10.2023
Vernam gisteravond bij EenVandaag dat demissionair minister-president Mark Rutte er inzake het Israëlisch-Palestijns conflict een ander standpunt op nahoudt dan televisiepersoonlijkheid en miljonair Johan Derksen. Wtf? Waarom heeft de redactie van EenVandaag deze afwijking van standpunten tot nieuws verheven? Omdat aan beide heren wordt toegeschreven dat ze het Nederlandse volk vertegenwoordigen? Rutte uit hoofde van zijn functie en Derksen omdat hij zou zeggen wat de gewone man denkt? Ik gruw bij de gedachte. Rutte alla, maar Derksen, de gecultiveerde populist en charlatan die zich nu juist over de rug van Jan met de pet verrijkt!
Las Het witste woord van Eva Meijer. Hoewel de ondertitel ons duidelijk wil maken dat er in dit boek ‘gedichten’ staan, staan er geen gedichten in. Het witste woord is proza, van het zaaddodend soort.
TWEE BLOEMENTrek nu je kleren maar uit er ligt rijp op het gras de paardenbloemen zullen door ons heen groeien dat kriebelt de meikevers trekken hun schildjes aan de houtduif roekoet de lucht vol en de wilg tekent zwarte takken op onze huid. *‘De dichter bevrijdt zijn materiaal,’ geeft Octavio Paz in De boog en de lier aan, ‘de prozaïst zet die gevangen.’ Meijers woorden vereenzelvigen zich in de regel met één van hun betekenissen, ten koste van andere, latent aanwezige: gras is gras en huid, huid etc. Dubbelzinnigheid is Het witste woord zo goed als vreemd.
Meijer schreef eerder novelles, romans en filosofische essays. Het witste woord is haar debuut als dichter, maar eigenlijk dus niet. Het weglaten van interpunctie maakt van taal nog geen poëzie. De titel van Meijers boek mag dan alliteratie bevatten, maar ‘witste’ is een lelijk woord, het bekt van geen kanten. Het komt ook nog voor in een strofe van de openingstekst:
Misschien is het witste woord dat ik ken.Misschien laat je het sneeuwen. *Het woord dat hier de wittigheid veroorzaakt is niet ‘misschien’ maar ‘sneeuwen’. Vergelijk de constructie: Misschien is het witste woord dat ik ken. / Misschien laat je het regenen. Weg wittigheid. Meijer is te weinig met haar materiaal bezig om tot acceptabele poëzie te komen.
Wat ook te vaak ontbreekt zijn aansprekende beelden. Ritme, kleur en betekenis van Meijers woorden roepen zelden boeiende voorstellingen op, die naklinken. Meijers stijl is stijf, onbeholpen, hakkerig:
In het midden van de winter zie ik je gezicht. De vijver is bevroren, het is donker en ik blijf je gezicht zien. De winter wijkt, zoals mijn dromen wijken en de gedachte aan jou me daartussen soms ineens klaarwakker maakt. Overdag wil ik niet aan je denken, ook al praat iedereen over je, maar de nacht is poreus, laat geesten door en wensen en jou dus blijkbaar ook. *Nee, mijn ontmoeting met Het witste woord mondde niet uit in een amourette. Er staan nietszeggende teksten in die hadden moeten worden weggelaten:
MISSCHIENMisschien bestaan we alleen echt in de ogen van de dieren *Quasifilosofisch, quasipoëtisch. Jammer. Maar wie niet faalt, kan zich ook niet verbeteren. En alle begin is moeilijk. Wat ik niet begrijp is hoe Awater dit boek tot ‘clubkeuze’ heeft kunnen verheffen, tenzij dat blad door een stel nitwits wordt gerund en/of er zakelijke belangen een rol gespeeld hebben.

October 10, 2023
10.10.2023
Vanmiddag hoorde ik het weer, in een literaire podcast deze keer: ‘Dit boek is natuurlijk géén literatuur.’ Zonder enige nadere uitleg, tot mijn grote ergernis. Een losse flodder dus.
Las online dat Het diner van Herman Koch geen lectuur maar literatuur is omdat er, ‘direct en indirect, meer vragen [worden] gesteld dan er worden beantwoord.’ Waar ik subiet een vraagteken bij plaatste.
Las Roxane van Iperens essay Eigen welzijn eerst en knikte bij analyses waar de verhandeling mee aanvangt – ‘Het gevaar van “de ander” werd steeds vaker ook vanuit “keurige” partijen op serieuze toon aan het volk gepresenteerd, zelden of nooit met feiten of statistieken onderbouwd.’ – maar kreeg gaandeweg steeds vaker het idee dat ik in drijfzand beland was: ‘[H]et normaliseren van radicaal-rechts gedachtegoed [verliep] in Nederland “over de rug van vrouwen”. Dat klinkt alsof de vrouwen van wellness-rechts pionnen in een groter, door mannen gedomineerd verhaal zijn – en dat is ook zo, op verschillende manieren.’ Van Iperens gevolgtrekkingen worden niet met genoeg argumenten ondersteund.
Bij mijn moeder geweest, auto gewassen, ramen gelapt.
In de dagboeken van Cees Nooteboom begonnen, De danser en de monnik. Ik verwachtte geen hoogstaand proza en kreeg dat in de eerste bladzijden ook niet. Wel lekkere lectuur om de leeshonger te stillen.

Voor reproducties: werkaandemuur.nl