Merel Wildschut's Blog, page 25
June 12, 2018
Culturele en groene hotspots in Parijs

– Deze blogpost is geschreven in samenwerking met NS International –Â
Vorig week maakte ik een fantastisch tripje naar het mooie Parijs. En ik deed dat niet alleen, ik nam mijn nicht (Hannah) en beste vriend (Dirk Jan) mee. Nog nooit zó gezellig in de trein gezeten, kan ik je vertellen. Het is bijna jammer dat Thalys zo snel is. Vanaf Rotterdam ben je namelijk in zo’n 2,5 uur in de Franse hoofdstad!
Treintickets via NS International en een airbnb, heel veel meer heb je eigenlijk niet nodig voor een paar fijne dagen in deze mooie stad. Ja oké, misschien ook een paar goede schoenen. Parijs is het leukste te voet. Natuurlijk, het metrostelsel is erg goed, maar je ziet op de manier niks van de stad. En daar is Parijs toch echt te mooi voor.
Onderweg naar huis, terwijl ik heerlijk comfortabel in de trein zit, schrijf ik alvast wat gedachten op die ik in deze blogpost wil verwerken. We hebben het zó leuk gehad. Ik was al wel twee of drie keer eerder in Parijs geweest, maar deze stad verveelt nooit. Er is zoveel te zien – letterlijk álles is er een kunstwerk. Ik bedoel, ik vind zelfs de lantaarnpalen, de metrotegeltjes en de Franse balkonnetjes nog mooi, dus je blijft je ogen maar uitkijken. En hoewel het een grote stad is, voelde het toen we door de straten van Le Marais liepen alsof we in een dorp waren. We ontdekten een andere culturele kant van de stad. Met moderne kunst en prachtige tuinen, en heel veel lekker vegan eten. Op de tweede dag zeggen we tegen elkaar dat we hier eigenlijk een traditie van moeten maken. Ieder jaar een retourtje Parijs met de trein, gewoon om je even te omringen met fijne, mooie dingen en verse stokbroden. Maar laten we nog niet naar volgend jaar kijken en eerst maar eens nagenieten van deze twee dagen waarin we al zóveel zagen en deden. Ik verzamelde enkele leuke adressen voor je en ik denk dat ze heel erg de moeite waard zijn.
Lekker de kunst afkijken in Parijs

Dat Parijs een heleboel mooie musea rijk is hoef ik je waarschijnlijk niet te vertellen. De stad staat wel bekend om een paar heel mooie en bekende musea. Het ding is alleen een beetje met die plekken: het is er altijd heel erg druk. En: je kent ze al. Niet dat ik niet graag naar dat soort plekken ga, maar ik vind het toch nóg leuker om de wat minder ontdekte musea op te zoeken en me te laten verrassen door de collecties. Dat doe ik eigenlijk in alle steden die ik bezoek en Parijs leent zich daar bij uitstek voor.
Zo bezochten we op de eerste dag MAC VAL. Dit is het museum voor moderne kunst in een buitenwijk ten zuiden van Parijs. Een rit van een minuut of 30 met de metro, een wandeling van een minuut of 20 en dan ben je er. Dat is best goed te doen hoor, vooral als je de tijd hebt. Er stopt trouwens ook een bus voor de deur, maar wij gingen wandelen. Helaas is de wijk niet per se heel erg de moeite van het rondkijken waard. Er is weinig bijzonders te zien, dus we kunnen je de bus wel aanraden. Maar wat in iedere geval één ding dat zeker is, is dat we je het museum absoluut willen aanraden. Wat een toffe plek was dit! Er waren een paar toffe expo’s te zien en het museum heeft een prachtige tuin. Als je van moderne kunst houdt, en van een beetje experimentele kunst bovendien, dan moet je hier zijn hoor! Een bijkomend voordeel: de entreeprijs is maar â¬5. Voor studenten en senioren zelfs maar â¬2,50. Maak je overigens geen zorgen, dit zegt niks over de kwaliteit van het museum of over dat het niet leuk genoeg is. Ik denk dat het museum gewoon heel goed gesubsidieerd is en een beetje een functie in de (buiten-)wijk heeft. Het MAC VAL is meer dan de moeite waard en de perfecte manier om toch van een museum te genieten als je niet van drukte houdt, of als je Parijs op een wat kleiner budget wil bezoeken.
MAC VALÂ
Place de la Libération
94400 Vitry-sur-Seine
Website

Trouwens, ik maak die opmerking over dat niet van drukte houden omdat dat precies op mij slaat. Ik heb een hekel aan drukte, en zeker aan drukke musea. Ik herinner me die keer nog goed dat ik diep ongelukkig door het MOMA in New York schuifelde, wachtend om  twee seconden in mijn eentje voor een portret van Frida Kahlo te mogen staan. Of die keer dat ik dacht de Nachtwacht even te gaan bekijken in het Rijks. Zó niet mijn ding om daar met honderden andere mensen naar hetzelfde te staan kijken. Het liefst zoek ik de rust in een stad op en dat kan prima. Bijvoorbeeld in een botanische tuin! Ik zoek vaker tuinen op in andere steden, maar in Parijs had ik dat nog nooit eerder gedaan. We bezochten de Jardin des Plantes en dit bleek echt een schitterende plek te zijn. En eigenlijk is dat ook een museum, maar dan met levende planten en buiten.
De tuin is vrij toegankelijk en een kaartje voor de palmenkas (die er waanzinnig mooi uitzag) kost â¬7. Dat is in termen van museumbezoek natuurlijk ook nog heel goed te doen. Overigens heb ik het zelf bij de tuinen gelaten, omdat het zo mooi weer was dat het voor mij voldoende was om lekker buiten rond te wandelen. Het leukste dat ik heb gezien? Een paar kikkers bij de lotusbloemen, zwierige bloesems die heerlijk roken, natuurkundestudenten met hun opschrijfboekjes op hun hurken bij de planten en klaprozen in allerlei kleuren die ik nog niet kende. Wat een prachtige, rustige plek.
Op het terrein vind je naast de tuinen en de palmenkas ook een natuurhistorisch museum dat er erg mooi uitziet. Aanrader dus!
Jardin des PlantesÂ
(het terrein heeft meerdere ingangen, en het is maar net waar je wil zijn, dus voor het adres verwijs ik je graag door naar Google Maps)
WebsiteÂ
Vorige week was ik ook in Brussel (het was een druk weekje met twee trips!) en daar bezocht ik onder andere KANAL, wat een culturele broedplaats (in een oude, mega grote garage) is die samenwerking met Centre Pompidou in Parijs. Zelf ben ik helaas nog nooit in het Pompidou geweest, en dit keer hadden we er ook te weinig tijd voor, maar dat museum staat zeker nog op mijn lijstje. Volgens mij is het een heel bijzondere plek met moderne kunst. De vorige keer dat ik met Dirk Jan Parijs bezocht, gingen we naar het Louvre. Dat was een ontzettend indrukwekkende plek en ik heb vooral heel erg gelachen om alle honderden mensen die zich rondom de Mona Lisa ophielden met hun selfiesticks. Op Twitter kreeg ik nog de tip om naar Palais de Tokyo te gaan en ook Musée d’Orsay scoorde hoog toen ik om culturele tips voor Parijs vroeg. Maar ook daarvoor geldt: zoveel tijd hadden we niet, zeker omdat we graag naar het MAC VAL wilden en omdat dat een beetje buiten de stad lag, kostte dat wat meer tijd. Maar dat geeft niet, want we komen zeker nog eens terug in Parijs om de rest te bekijken!
Je suis vegan
Ik ben al vaak gewaarschuwd: in Parijs is vegan eten praktisch onmogelijk. Nu was ik ongeveer twee jaar geleden ook al met Dirk Jan in Parijs en toen kwamen we ook al tot de conclusie dat dat niet helemaal waar is. Maar oké, wat wel waar is, is dat de traditionele Franse eetcultuur natuurlijk niet heel erg plantaardig is. Fransen zijn dol op hun kazen, vlees, vis en room. Het is gewoon waar dat er ook genoeg tentjes zijn waar ze je aankijken met een blik van ‘ben jij wel helemaal lekker?’ als je vraagt om plantaardige melk. Even goede vrienden, ga ik niet moeilijk over doen. Inmiddels weet ik gelukkig dat je óók heel goed vegan kunt eten in Parijs.

Persoonlijk vind ik dat je koffie moét gaan drinken bij Peonies. Nog los van het feit dat ze er plantaardige melk voor in je koffie hebben en dat ze vegan taart en ontbijtjes serveren: deze winkel is een droom. Of laat ik het bij mezelf houden: deze winkel is mÃjn droom. Het is namelijk een koffietentje, lunchroom en bloemenwinkel (BLOEMENWINKEL) in één. Tijdens het drinken van je koffie een bos bloemen uitzoeken. Dat is toch fantastisch? De koffie was er niet per se geweldig. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik nog nooit een heel lekkere koffie heb gedronken in Parijs. Het lijkt erop dat je daarvoor toch in Rotterdam of Italië moet zijn. Maar goed, de vegan cake met eetbare bloemen on top maakte een hoop goed.
PeoniesÂ
81 Rue de Faubourg Saint-Denis (loopafstand van Gare du Nord, dus geschikt als eerste plek om te stoppen als je bent aangekomen met de trein)
Website
Wij maakten een reservering bij het 100% plantaardige Gentle Gourmet. Ze zijn hier enorm creatief met groenten, dat ten eerste. We kregen bijvoorbeeld een gazpacho van gele courgette met ananas en chilipeper geserveerd als voorgerecht. Het dessert was iets met cheesecake met allemaal bloemetjes (rozen, lavendel, viooltjes) en het was héérlijk. Ik zou niet willen zeggen dat het het allerbeste of allerleukste vegan restaurant is waar ik ooit heb gegeten, maar het geeft die Franse haute cuisine vibe en alles is veganistisch, dus dat vind ik best wel bijzonder. Een lunchmenu kost rond de â¬30 voor drie gangen en dat is dan voor Parijse begrippen weer erg goed te doen. Aanrader dus!
Gentle Gourmet
24 Boulevard de la Bastille
WebsiteÂ

Na al het rondlopen door de stad – we hebben wat kilometers gemaakt kan ik je vertellen – waren we ‘s avonds echt kapot en hadden we geen zin meer om uitgebreid ergens te gaan eten. Letterlijk om de hoek van onze airbnb zat Hank Pizza. Dat is grappig, want Dirk Jan en ik zijn twee jaar geleden ook naar Hank Burgers geweest. Hank is een vegan restaurant, met in het ene filiaal dus burgers en in het andere pizza’s. Zo simpel kan het dan toch blijkbaar zijn. Kies je voor een groot menu, dan krijg je een enorme hoeveelheid pizza, een salade, een drankje en een dessert. Daar betaal je dan â¬15 voor, wat ik heel weinig vond. Maar het was ook veel te veel, dus ga liever voor een kleiner menu. Het was echt héél veel pizza. Maar wat een leuke tent is Hank! De burgertent ook, trouwens. Beide aanraders.
Hank Pizza
18 Rue des Gravilliers (in de mooie wijk Le Marais, wat sowieso een aanrader is)
WebsiteÂ
Het mag duidelijk zijn dat Parijs voor ieder iets te bieden heeft. Of je nu houdt van de traditionele Franse keuken of de plantaardige, van eeuwenoude kunst in mooie paleizen of van moderne kunst in buitenwijken, van rust of van rumoer – je kunt gewoon opzoeken wat jou het meeste aanspreekt. Parijs is altijd in beweging en daarom vind ik het echt de moeite waard om af en toe eens de trein te boeken. Het is zó dichtbij! Waarom zou je het ook niet doen?Â
Wat is jouw favoriete museum in Parijs? En bij welk restaurant zou jij graag gaan eten? Ik lees het graag in de comments!Â
Dankjewel Hannah en Dirk Jan voor de foto’s! (en voor de gezelligheid natuurlijk)
The post Culturele en groene hotspots in Parijs appeared first on De Groene Meisjes.
June 11, 2018
Plasticvrije doelen
Vorige week werd ik gebeld: of ik mee wilde naar Milaan, met Lush. Totaal onverwacht, maar daardoor misschien wel extra leuk. Ik was eigenlijk van plan 28 dagen thuis te blijven – ik ga donderdag namelijk alwéér weg voor werk naar Berlijn, en ik ben de afgelopen tijd ook al heel veel weg geweest – maar soms lopen dingen gewoon anders dan je dacht.
Het was afgelopen vrijdag namelijk World Oceans Day en ter gelegenheid daarvan lanceerde Lush een nieuwe campagne: Naked Lush. Lush heeft een heleboel plasticvrije doelen en eentje daarvan is dat ‘s werelds eerste verpakkingsvrije Lush-winkel is geopend, middenin het centrum van Milaan. Je snapt, daar moesten we een kijkje nemen. Ik heb in een dag weer een hoop nieuws geleerd over ons plasticgebruik (en de oplossingen daarvoor) en daarnaast hebben we gewoon een heel fijne tijd in deze mooie Italiaanse stad gehad. Ik verzamelde onderweg ook nog wat fijne groene adresjes voor je, maar deze blogpost werd zó lang dat ik deze even bewaar voor een volgende blogpost die inmiddels ook in de maak is.
Dat er veel te veel plastic in de wereld is, en (helaas) ook in onze oceanen, dat hoef ik je niet als een schooljuf te vertellen. Waarschijnlijk ben je al hartstikke goed opweg met het zo min mogelijk gebruiken van plastic of ben je je in ieder geval bewust van het probleem. Als ik het even bij mezelf houd, dan moet ik eerlijk zeggen dat ik aardig op de hoogte ben van de ernst van het probleem, maar dat ik toch weer schrik als ik geconfronteerd word met harde cijfers. Ik probeer tijdens het boodschappen doen zo min mogelijk plastic verpakkingen te kopen, maar helemaal verpakkingsvrij leven is me nog niet gelukt. Ik vind dat echt een heel grote uitdaging.Het is zeker niet onmogelijk, maar het is wel een grote uitdaging waar serieuze aanpassingen voor nodig zijn – en dat offer moet je willen en kunnen brengen.
Plasticfantastic
Dat we plastic gebruiken is helemaal niet raar. Plastic is in feite ook een prachtig materiaal. Het is sterk, het is in alle denkbare vormen te gieten, het gaat lang mee. Maar dat laatste, dat is tegelijkertijd ook het grootste nadeel: het gaat lang mee. Of zeg eigenlijk maar gerust voor bijna altijd. Tijdens één van de films die ik in Milaan heb gezien in de Lush winkel, zegt een Amerikaans reclamespotje uit de jaren ’50 “Just throw it away!” Je moet je bedenken: in dat tijdperk was plastic een teken van luxe. Geen zin om af te wassen? Dan gooi je je servies toch gewoon weg? Plastic bracht comfort en dat is soms nu eenmaal alles wat je wil. Wat alleen een beetje schrijnend is aan zo’n reclamespotje, is dat je weet: er is geen ‘away.’ Plastic verdwijnt niet zomaar. Niet als je het niet op de juiste manier recyclet. En dan nog, er moeten altijd weer nieuwe grondstoffen worden gebruikt. De productie en het (her-)gebruik van plastic is nooit helemaal consequentieloos.
En om het dan over die consequenties te hebben: we kennen allemaal de plaatjes van de zeevogels met plastic tasjes om hun snavels. Of de grote vissen met hun magen vol met allerhande plastic afval. Dat maakt het probleem heel zichtbaar: de oceaan is vol met plastic. Maar in werkelijkheid is de oceaan nog veel voller met plastic dan we denken. Wat namelijk veel onzichtbaarder is, is de enorme hoeveelheid microbeads (mini plastic deeltjes) die overal om ons heen is. Zo hoorde ik bijvoorbeeld dat in 90% van het geteste Duitse bier plastic deeltjes worden aangetroffen. Dat is ook wel logisch, want microbeads zitten in ons drinkwater en drinkwater is nodig bij de productie van bier – en van nog miljoenen andere dingen. Laat me toch anders naar dat biertje in Berlijn kijken, hoor.
Het is een illusie om te denken dat we ooit nog van plastic afkomen. Er zijn inmiddels wel landen waar heel drastische maatregelen tegen plastic worden getroffen, omdat het echt de spuigaten uitloopt. Ik hoorde van een Afrikaans land (het spijt me dat ik niet heb onthouden welk land) waar zwerfplastic ervoor zorgt dat vee op grote schaal sterft. En als je vee sterft, dan heb je geen eten en drinken meer. In dit soort gebieden is de grond en het water ook dusdanig vervuilt door al het plastic afval, dat landbouw ook niet meer mogelijk is. Kortom: plastic doet je dan echt de das om. In landen waar de situatie zo ernstig is, worden gelukkig maatregelen getroffen. Hier in Nederland hebben we slecht de maatregel dat je moet betalen voor een plastic tasje. Wat een mooi begin is, maar wat het probleem natuurlijk bij lange na niet oplost.
Wat ik niet wist, is dat Europees plastic afval naar China wordt vervoerd, om het daar af te laten recyclen. Maar China zegt nu: we hoeven jullie plastic niet meer, we kunnen er niks meer mee. Dat komt doordat de kwaliteit drastisch achteruit gaat en ons plastic ernstig vervuild raakt. Plus: het is gewoon te veel. Het kan nergens meer heen. En dus zullen we minder plastic moeten produceren, anders zitten we straks helemaal vast.
Plastic free goals

Gelukkig kunnen we zelf een hoop doen. We kunnen bij het boodschappen doen kiezen voor producten die niet in nieuw plastic zitten. We kunnen kiezen voor andere materialen of alleen maar producten in bio-afbreekbaar plastic kiezen. We kunnen ervoor kiezen geen plastic rietjes meer te gebruiken, geen wegwerpbekers met plastic deksel. We moeten ook niet willen betalen voor plastic tasjes bij de supermarkt, maar gewoon braaf onze eigen tas meenemen. We kunnen onze verzorgingsproducten plasticvrij kopen, zoals bij Lush. Het zijn misschien kleine dingen, maar het is een begin.
In Milaan bezocht ik dus de eerste verpakkingsvrije winkel van Lush en dat was echt te gek. Overigens, Lush maakt al jaren producten zonder verpakkingen, maar nu hebben ze het assortiment enorm uitgebreid. Waarom? Omdat het gewoon heel erg nodig is. En toegegeven: het is een beetje wennen, dat gebruik van die producten. Maar is dat niet met alle dingen die we doen om onze levens te vergroenen? Moesten we niet eerst ook wennen aan een eigen tas meebrengen naar de winkel? En was het eerst ook niet gek dat we niet iedere dag vlees aten, maar nog maar een paar keer per week? Geef jezelf gewoon wat tijd om te wennen.
Ik kreeg een paar heel fijne producten van Lush mee om te testen. Sommige producten kende ik al, zoals de massagebars en de shampoobars. Die zijn fantastisch. Maar ik heb nu ook een ‘naked douchegel’ en een gezichtscrème. Het is vooral even wennen aan hoe ik de producten bewaar in mijn badkamer, want je bent zo gewend aan je potjes en flesjes. Maar gelukkig heb ik voor mijn shampoobar bijvoorbeeld een heel leuk bewaarpotje van kurk (ook een heel ecofriendly materiaal) gekregen, dus dat komt helemaal goed.
Mijn persoonlijke plasticvrije doelen
Dit tripje naar Milaan, met alle informatie die ik kreeg, heeft de boel bij mij weer een beetje meer op scherp gesteld. Zoals ik al zei: het lijken misschien maar kleine veranderingen, maar je moet ergens beginnen. Ik heb niet de illusie dat ik in mijn eentje de oceaan plasticvrij kan maken – al zou ik nog zo graag willen – maar ik weet wel dat ik zelf een hoop minder plastic kan gebruiken en dat ik daarmee weer een goed voorbeeld aan anderen kan geven. En beginnen grote veranderingen niet altijd zo?
De dingen die ik me heb voorgenomen om de komende tijd weer een beetje op scherp te stellen:
– Wegwerpbekers voor koffie. Die gebruik ik nog te veel, ik geef het toe. Ik krijg er wel eens terecht commentaar op via Instagram, omdat ik in mijn stories laat zien dat ik daar wel eens uit drink. Dat klopt, ook dat is weer zoiets dat een beetje voorbereiding vergt. Je eigen beker meenemen, bijvoorbeeld. Helaas heb ik nog geen fijne lekvrije beker, dus ik struggle nu nog een beetje met een beker die daarna weer in mijn tas moet, maar die mijn spullen nat maakt… niet handig! Daar moet ik dus nog een oplossing op verzinnen. Trouwens: mocht je toch koffie in een wegwerpbeker halen, probeer dan de deksel achterwege te laten. Dat scheelt alweer. Deksels van koffiebekers zijn namelijk vaak gemaakt van materialen die écht níet afbreekbaar zijn. (check deze pagina om een beeld te krijgen. Nix the 6!)
– To ban the straw. Echt proberen geen plastic rietjes meer te gebruiken. Van Lush heb ik een herbruikbaar rietje gekregen, dus thuis hoeft dat in elk geval niet meer. Maar ook in de horeca wil ik proberen hier paal en perk aan te stellen. Gelukkig wil Europa een verbod op rietjes (en op wattenstaafjes ook, trouwens) en deze wetswijziging zou, met een beetje geluk, vanaf 2019 van start gaan.
– Zo min mogelijk plastic verpakkingen kopen. Ontkom ik er niet aan? Kies dan voor niet-nieuw plastic en plastic dat goed te recyclen is. (bio-afbreekbaar, zoals op veel biologische producten gelukkig al te vinden is) Hebben jullie trouwens gezien dat Jumbo supermarkt gaat kiezen voor een gelaserde ‘tattoo’ in plaats van plastic verpakkingen om groenten? Ze beginnen met courgettes, gember en flespompoenen en zoeken nu verder uit hoe andere groente ook verpakkingsvrij verkocht kunnen gaan worden. Ik vind het een origineel idee!
– Zoveel mogelijk cosmeticaproducten verpakkingsvrij kopen. Ik maak een goed begin met de producten van Lush die ik ga proberen de komende tijd! Check deze pagina van Lush om te bekijken welke producten je allemaal verpakkingsvrij kunt gebruiken. En bekijk op deze pagina van Lush wat ze allemaal nog meer voor ethische doelen in gedachten houden bij het maken en verkopen van hun cosmetica. Ik ben iedere keer weer onder de indruk en daarom ook al jaren groot fan van het merk.
– Meer leren over plastic en de problematiek eromheen. Ik merk dat het me helpt om een goed inzicht te krijgen in hoe ernstig en groot het probleem nu echt is. Dus, educate yourself! Ik luister op dit moment het boek ‘‘ van Will McCallum. Erg interessant! (je kunt het ook lezen in plaats van luisteren, als je dat prettiger vindt) Wil je je kinderen iets bijbrengen op dit gebied? Lees dan het kinderboek ‘ met de kleintjes.
Ik kan je verder de website van Plastic Soup Foundation van harte aanraden. Dit is voor mij wel de meest toegankelijke en volledige website die ik volg op dit gebied. Je kunt er bijvoorbeeld ook voor kiezen om Plastic Soup Foundation te volgen op Facebook, zodat je geregeld wat updates voorbij ziet komen. Erg leerzaam! Check de documentaire ‘A plastic ocean’ op Netflix, als je dat nog niet hebt gedaan. Nog een tip: google eens op ‘plastic smog’. Je gaat schrikken, dat kan ik je vertellen.
En jij? Wat kun jij nog beter doen, denk je? Laten we met z’n allen streven naar meer oceaan en minder plastic! Ik weet zeker dat jullie allemaal jullie best doen, dus deel vooral hieronder in de comments wat jullie manieren zijn om het gebruik van plastic te verminderen.
The post Plasticvrije doelen appeared first on De Groene Meisjes.
June 10, 2018
Linzensalade met zoete aardappel uit de oven

Deze blogpost is geschreven in samenwerking met Bonduelle / Foto’s: Sam van Rij
Voordat ik vegan ging eten had ik nog nooit iets met linzen gemaakt en ik had ook echt helemaal geen idee wat je er zoal mee kon doen. Grappig, want nu (een jaar of zeven later) heb ik standaard een blik linzen in huis en maak ik er heel geregeld iets mee. Linzen zijn te gek. Ze zijn voedzaam, goedkoop en enorm veelzijdig. Dit keer maakte ik er een frisse maaltijdsalade van, met zoete aardappel uit de oven. Extra zomers dankzij de jonge velderwtjes, de granaatappelpitjes, munt en tahin-citroendressing.
Ik heb dus standaard een blik linzen in huis. Maar niet alleen linzen hoor. Als ik nu even een snelle blik werp (pun intended) op mijn voorraadkastje, dan zie ik rode kidneybonen, edamame, kikkererwten, maïs, gepelde tomaten, kokosmelk en een Mexicaanse mix. Daarnaast heb ik altijd een basis in huis van allerlei kruidenpotjes, pasta, granen en aardappel. Ik heb dan eigenlijk alleen nog maar verse groenten nodig en dan heb ik zo een maaltijd bij elkaar bedacht. Groenten en bonen in blik blijven ontzettend lang houdbaar. Het blik linzen dat ik voor dit recept gebruik is bijvoorbeeld houdbaar tot februari 2020. Je hoeft dus niet bang te zijn dat als je eens een voorraadje koopt in de aanbieding, dat je snel voedsel zult moeten gaan verspillen.
Bonduelle verpakt zijn groenten en bonen binnen vier uur nadat de producten van het land komen. Na de oogst worden de groenten gewassen en kort geblancheerd of ingemaakt met stoom in vacuüm. Door deze laatste methode, die uniek is in de wereld van groenteconserven, behouden de producten hun frisse kleur en smaak. Vitamines en voedingswaarden blijven ook gewoon in stand, daar hoef je je geen zorgen om te maken. Ik zou je wel willen aanraden om de conserven te kiezen waar zo min mogelijk aan toegevoegd is. Soms zie je op de verpakking nog wel eens een lijstje van toegevoegde ingrediënten staan en dat is gewoon niet nodig, dus een beetje zonde.
Wat verder goed is om te weten, is dat Bonduelle verpakkingen gebruikt die BPA-vrij zijn. Sinds 2014 heeft Bonduelle deze nieuwe verpakkingen, met een polyester coating, die dus helemaal veilig is. En wist je dat blik produceren niet eens zo heel milieuonvriendelijk is? Je kunt blik oneindig recyclen – veel makkelijker dan andere materialen – en er wordt bijvoorbeeld minder CO2 uitgestoten bij het produceren van blik, dan bij het produceren van plastic.
Het blijft uiteraard aan jou of je wel of niet uit blik wil eten. Ik stond er vroeger nog wel eens wat negatief tegenover, maar inmiddels zijn we een paar jaar verder en zit het gewoon in mijn patroon om wel conserven te gebruiken. Het zorgt ervoor dat ik lekker snel ben in de keuken (als je bijvoorbeeld eerst bonen moet gaan weken en koken en dan pas kan gebruiken om een chili sin carne te maken, dan ben ik uren verder,) het maakt dat ik seizoensproducten uit andere seizoenen kan gebruiken (zoals bijvoorbeeld de jonge velderwtjes die ik voor dit gerecht heb gebruikt) en ik heb altijd iets in huis.

Wat heb je nodig voor een grote maaltijdsalade voor twee personen?
een groot blik linzen van Bonduelle (uitlekgewicht: 265 gram)
een klein blikje jonge velderwtjes van Bonduelle (uitlekgewicht 130 gram)
3 zoete aardappels (of 2 grote)
een granaatappel
een paar takjes verse munt
sla naar keuze
het sap van een halve citroen
3 eetlepels tahin
za’atar kruiden* (zoveel als je wil)
olijfolie
* dit is een kruidenmengsel uit Midden-Oosten, met wilde oregano, sumak en sesamzaad.

Wat ga je doen?
Verwarm je oven voor op 200 graden
1. Maak de zoete aardappels schoon, houd de schil eraan, snijd in dunne plakjes. Leg ze op een bakpapier op je bakplaat, besprenkel met een beetje olijfolie en za’atar kruiden. Zet voor 35 minuten in de oven. Check tussendoor, misschien heeft je oven 5 minuten meer of minder nodig.
2. Spoel de linzen en de velderwtjes even af in een vergiet. Misschien is dit niet per se nodig, maar ik doe het toch altijd even met warm water. Je kunt er ook voor kiezen om de linzen en de erwtjes kort te blancheren.
3. Klop de pitjes uit de granaatappel. Dat doe je door de vrucht te halveren en met de bolle kant van een lepel op de schil te kloppen. Let op, er kan nogal wat granaatappelsap vrijkomen, en dat is behoorlijk roze/rood, dus dat is wel een risico met je kleding.
4. Snijd de munt in heel fijne reepjes.
5. Maak nu het sausje door de tahin te mengen met water, citroensap en de agave. Goed roeren! Als het een dikke saus blijft, voeg dan vooral een beetje extra water toe, zodat het een goed schenkbare dressing wordt.
6. Was de sla en leg dit in een mooie schaal. Verdeel hierover de linzen, velderwtjes en de gebakken zoete aardappel. Top af met de fijngesneden munt, de granaatappelpitjes en natuurlijk met de dressing.
7. Serveer met een lekker glas drinken en een broodje. Ik kies voor Turkse simit (‘ringbroodjes’) omdat de sesam erop lekker samengaat met de za’atar kruiden op de zoete aardappel.

Als je het mij vraagt, dan is deze maaltijdsalade het perfecte gerecht om op je balkon, in je tuin of in het park te eten. Vork erin, broodje erbij, niks meer aan doen. En wat je overhoudt – maar die kans acht ik best wel klein, – is morgen nog heel lekker als lunch. Wees vooral niet zuinig met de tahinidressing, want die maakt het gerecht helemaal af. Mocht je nou nog een paar zoete aardappels over hebben, gooi die dan gewoon nog lekker in de oven en dip ze in de tahinidressing of ketchup. Er gaat niks boven zoete aardappelfrietjes.
Laat het me vooral weten als je dit recept gaat maken! Ik ben heel benieuwd naar jullie eindresultaten, dus vergeet niet een foto met me te delen op Instagram. (vergeet me dan niet te taggen, anders vind ik het niet terug: @merelwildschut) Alvast dankjewel en eet smakelijk!
The post Linzensalade met zoete aardappel uit de oven appeared first on De Groene Meisjes.
June 6, 2018
Twee jaar Rotterdam

Het is precies twee jaar geleden dat ik een oproep op Twitter plaatste, waarin ik aangaf een huisje in Rotterdam te zoeken. Ik vond een huis, inderdaad via Twitter, en inmiddels woon ik er bijna twee jaar met heel veel plezier. Wie mij op social media volgt weet ik dat ik veel en vaak over Rotterdam (liefkozend ‘Rotje’ genoemd) praat, omdat ik verschrikkelijk gek ben op mijn nieuwe woonplaats. Of inmiddels is het niet meer zo nieuw allemaal meer, want ik woon er dus alweer twee jaar. Ik zal natuurlijk nooit een rasechte Rotterdammert worden, want daarvoor heb ik te veel omwegen gemaakt, maar dat ik me hier voor 100% thuis voel, dat is wel duidelijk.
In die twee jaar dat ik hier woon is er natuurlijk ook alweer van alles veranderd, maar de kern bleef hetzelfde: ik voelde me van dag één af aan echt heerlijk in deze stad. Ik voelde me een vrije vogel, veilig in mijn huis en buurtje en ik voelde me welkom door de lieve mensen die hier wonen. Toen mijn relatie overging, nu een jaar geleden, heb ik heel even een moment gehad waarop ik dacht: nu moet ik terug naar Amsterdam. Maar wat ben ik blij dat ik dat niet heb gedaan, want juíst in het afgelopen jaar zijn er alleen maar goede dingen voor en met me gebeurd hier in Rotterdam. Ik heb allemaal leuke mensen leren kennen, via allerlei wegen, en ik heb deze stad echt tot mijn thuis gemaakt. Wat zou het zonde zijn geweest als ik hier na een jaar alweer weggegaan was!

Om te vieren dat ik hier nu twee jaar woon, heb ik een lijstje gemaakt met favoriete plekken en dingen. Soms moet je dingen op een rijtje zetten om een volledig beeld van de situatie te krijgen, toch? Dus dat ga ik nu doen.
Mijn favoriete plekken in Rotterdam:
– Coppi. De allerbeste koffietent met de allerbeste koffie en het allerliefste personeel.
– De woonkamer van één van mijn leukste vriendinnen Julia, waar we graag met elkaar (Julia, Hannah, Anne en ik) samenkomen om te eten en te drinken en heel veel te lachen.
– Kino. De allerleukste bioscoop van Nederland. Je kunt er overigens ook heerlijk eten en er werken ook nog leuke mensen.
– Mijn balkon. Daar zit ik zoveel mogelijk en hoewel ik ook echt wel snak naar een tuintje, zou ik dit balkon ook missen omdat het zó fijn is. Ik heb het ook opgeknapt onlangs en het is nu helemaal naar mijn zin.
– Het Nederlands Fotomuseum. Mijn favoriete museum met een paar keer per jaar een nieuwe expositie.
– Adem Inn. Een fijne rustige plek, waar ik overigens ook vrijwilligerswerk doe. Je kunt hier heel lekker zitten met een theetje en een boek.
– Mijn werkplek in BlueCity, in het voormalige Tropicana zwembad. Met het allermooiste uitzicht over het water en de skyline van Rotterdam. Daar krijg je geen genoeg van.
– Kaapse Maria. Heeft het beste bier en het beste terras waar je de hele middag en avond in de zon kan zitten.
– Het Vroesenpark. Vijf minuten fietsen vanaf mijn huis en een heerlijke plek om uren en uren in de zon te liggen. (nu heb ik zin in een vegan barbecue daar!)
De allerleukste dingen hier:
– De mentaliteit van de Rotterdammers. Ik heb nog nooit zoveel mensen zoveel horen lachen als hier. Heerlijk. Rotterdammers nemen zichzelf helemaal níet zo serieus, zoals – sorry dat ik het zeg, – veel Amsterdammers dat vaak wel doen. Rotterdammers kunnen grof uit de hoek komen, maar bedoelen het meestal goed. Om een voorbeeld te noemen: als ik mijn pakketjes ophaal bij de buurvrouw zegt ze vaak dat ze ‘die rotkinderen weer over de vloer heeft.’ Daarmee bedoelt ze haar kleinkinderen en ze is hartstikke dol op die kids. Dat is wel echt een heel Rotterdamse manier om je genegenheid uit te drukken. Love it.
– Ik hou overigens ook heel erg van het Rotterdamse accent en het taaltje. Ik betrap mezelf er overigens ook op dat ik steeds meer dingen begin over te nemen. Helemaal prima, ja toch niet dan wijffie?
– Fietsen door Rotterdam. Is gewoon heel erg leuk en relaxed en duizendmiljoen keer fijner dan in Amsterdam. Je komt tenminste vooruit, laten we het zo zeggen. Oh, en een tip: fiets eens op een mooie zomeravond naar de kop van zuid en geniet van het uitzicht over het water. ZO betoverend mooi.
– Dat mensen elkaar nog iets gunnen. Ondernemers onder elkaar zijn enorm behulpzaam en hebben een ‘we doen dit samen’ mentaliteit. Toen ik onlangs bezig was met een project en daarvoor ook Rotterdamse ondernemers nodig had, werd ik alsmaar doorverwezen naar collega’s, die eigenlijk gewoon concurrenten zijn. Heel leuk vind ik dat. Zelf heb ik ook een goed contact met andere Rotterdamse ondernemers en ik merk dat we elkaar helpen en oprecht blij voor elkaar zijn bij successen. Fijne positieve vibe geeft dat!
– Mijn leesclub. Ik heb gewoon een eigen leesclub! Met leuke jonge mensen die net als ik van lezen houden. Nerds, verenigt u!
– En ook ‘mijn’ Dikke Vinger! groepje voor body positivity moet op dit lijstje. Onlangs hadden we een kledingruil met alleen maar mensen die een plussize dragen. Lang niet zo’n leuke avond gehad.
– Dat ik altijd wel een bekende tegenkom, als ik ergens fiets, loop, koffie zit te drinken, boeken haal in de bieb, boodschappen doe of op een feestje sta. ZO gezellig! Ik heb me hier nooit één dag alleen gevoeld en dat komt ook daardoor. Om dit te illustreren: ik ging vorige week naar de sale van Susan Bijl (hoe Rotterdams wil je het hebben?) met drie vriendinnen en kwam ter plekke nog twee bekenden tegen die ik ook al een tijd niet gesproken had. Ik vind dat gewoon heel erg leuk, want soms voelt het dan alsof ik in een groot, modern dorp woon, en dat is precies wat bij mij past.
– De watertaxi. De watertaxi is de shit.
– Dat ik me hier eigenlijk nooit heel erg bekeken voel. Natuurlijk, er lopen een hoop hippe mensen in deze stad rond, maar ik heb nooit het gevoel dat ik niet hip genoeg ben of dat er heel erg naar me gekeken wordt. Volgens mij is de gemiddelde Rotterdammer gewoon niet heel snel onder de indruk van iets of iemand, of zijn mensen gewoon niet zo op dat niveau met uiterlijke vertoning bezig. Hoe dan ook, ik vind het heerlijk. Het voelt voor mij een beetje zoals het ook in Berlijn voelt. Daar heb ik ook altijd het idee dat mensen niet zo met de hipheid/verschijning van een ander bezig zijn. Heel chill.

Wat mis ik hier?
– Mijn favoriete saladebar SLA. Dat heb ik twee jaar geroepen en ik meende het. En wat gebeurde er toen ik vorige week met mijn nicht door het centrum liep? Er hing een bord op een pandje vlakbij het Eendrachtsplein met: SLA wordt hier begin juli geopend. Confetti, regenbogen, gelukstranen!
(ok beetje dramatisch, maar hey, SLA is echt heel erg goed en ik miste het écht, dus daar ben ik oprecht heel erg blij mee)
– Dat ik nooit last van hooikoorts had. Want sinds ik hier woon heb ik dat opeens best wel heftig en lang. In Amsterdam had ik ieder jaar een paar dagen een kriebelende neus, hier is het wel echt een paar weken niezen, snotteren, rode ogen, jeuken, hoesten, alles. Kennelijk hebben we hier andere pollen?
– Dat twee van mijn liefste vrienden, te weten Merlin en Dirk Jan, op de fietsafstand wonen. Maar goed, we zien elkaar gelukkig nog geregeld en het moet ook gezegd: áls je elkaar dan weer ziet, dan is het extra leuk.
En het komende jaar?
Het komende jaar zou ik graag naar en groter huis willen verhuizen. Ik heb nu een minikeuken en een minibadkamer en de huur die ik betaal is in verhouding wat aan de hoge kant. Dat komt doordat het een heel fijn huisje in een héél fijne buurt is, maar ik ben er wel aan toe om iets meer ruimte te hebben.
Dus: mocht iemand weten van een huurwoning die vrijkomt in een leuke buurt, met 2 slaapkamers (1 mag klein zijn) en het allerliefst ook met een tuintje….Holla at ya girl!
Verder hoop ik op een heerlijke zomer, met veel vegan barbecues in het Vroesenpark. En leuke festivalletjes. En nog meer leuke nieuwe mensen en mooie kansen op carrièregebied. Ik hoop op nog meer toffe ontdekkingen en leuke nieuwe hotspots. Ik hoop op nog veel meer lachen en genieten van al het leuks dat deze stad te bieden heeft.
Kom gewoon eens naar Rotje dan? Je hoeft de zoekfunctie op mijn blog maar te gebruiken en je weet precies waar je allemaal naartoe moet. Veel plezier!
De foto’s in deze blogpost zijn gemaakt door @samvanrij. De locatie is Backyard. Een nieuwe plantbased hotspot in het centrum van Rotterdam. Zeker de moeite van je bezoekje waard!
The post Twee jaar Rotterdam appeared first on De Groene Meisjes.
May 21, 2018
Over de Voorleesexpress

In januari schreef ik een blogpost over het vrijwilligerswerk dat ik doe. Inmiddels zijn we bijna een halfjaar verder en heb ik weer wat meer ervaring opgedaan op dit gebied. Over (met name) mijn vrijwilligerswerk bij de Voorleesexpress krijg ik veel vragen. Ik besloot ze eens te bundelen en in een blogpost te beantwoorden.
Wat is de Voorleesexpress en hoe werkt het?
Zo’n twaalf jaar geleden startten de zussen Anne en Marieke Heinsbroek de Voorleesexpress in Utrecht. Inmiddels is dit uitgegroeid tot een landelijke organisatie in meer dan honderd Nederlandse gemeenten en zijn er ruim 15.000 gezinnen begeleid. De Voorleesexpress is een organisatie zonder winstoogmerk – vandaar ook dat ze werken met vrijwilligers.
De Voorleesexpress wil laaggeletterdheid bij kinderen tegengaan. Of eigenlijk moet ik zeggen: voorkomen. Daarom wordt er al vroeg en jong gestart. De voorleestrajecten worden gedaan met kinderen tussen de 2 en de 8 jaar oud. Een traject duurt 20 weken en in die periode komt er een vrijwilliger iedere week één uur voorlezen. In de gezinnen die meedoen is vaak al een taalachterstand, bijvoorbeeld doordat één van de ouders geen Nederlands spreekt en er daarom thuis een andere taal dan Nederlands wordt gesproken. Nu zegt het uiteraard helemaal niks over de ontwikkeling (laat staan over de intelligentie) van een kind wanneer het bijvoorbeeld wel vloeiend Spaans, maar vrij gebrekkig Nederlands, spreekt. Het is nu eenmaal wel iets wat voor een achterstand kan gaan zorgen als het kind naar school gaat. Wat we vaak zien is dat de kinderen thuis de oren van je hoofd kletsen in de moedertaal, maar op school niet veel durven te zeggen of niet goed mee kunnen komen. En dat kan anders, want kinderen zijn over het algemeen prima in staat om meerdere talen goed te beheersen. En in dat geval is het alleen maar een geschenk, als je als kind meerdere talen spreekt – dat kan je in de toekomst nog heel ver gaan brengen!
Wanneer je je aanmeldt als vrijwilliger is het nog een verrassing bij wie je gaat voorlezen. Door een coördinator (die ook als vrijwilliger bij de Voorleesexpress werkt) wordt er gekeken naar een goede match. Zo wordt er eerst gekeken naar of er gezinnen in jouw eigen buurt zijn die een voorlezer nodig hebben en vervolgens wordt er gekeken naar wensen die de voorlezer of het gezin hebben opgegeven. Ik werd gekoppeld aan een gezin in mijn buurt – 3 minuten lopen vanaf mijn huis, ideaal! – met één kindje van 3 jaar oud. Maar het kan ook zo zijn dat je gekoppeld wordt aan een gezin waar meer kinderen tussen de 2 en de 8 jaar oud zijn. Stel dat zijn er drie, dan lees je drie kinderen voor in dezelfde tijd. Dat betekent dus dat je dat uurtje dat je naar het gezin gaat moet verdelen over meerdere kinderen. Ik heb de ‘luxe’ om al mijn tijd aan één kind te kunnen besteden.
Voordat ik begon kreeg ik een voorleestraining. Niet omdat je de beste voorlezer ever moet worden, maar omdat er wel wat dingen zijn die handig zijn om te weten voordat je aan een voorleestraject bij een gezin begint. Immers, je gaat je wel voor 20 weken verbinden aan een gezin en dan is het handig als iedereen helemaal helder heeft wat de verwachtingen zijn en hoe dingen horen te gaan. Het gezin maakt afspraken met de coördinator, tekent ook een contractje en hetzelfde geldt voor de voorlezer. Het is uiteraard allemaal vrijwillig, maar om ervoor te zorgen dat zo’n voorleestraject ook voor iedereen vruchtbaar en leuk is, is het goed als er afspraken worden gemaakt.
Vervolgens ga je als voorlezer iedere week met je boekjes naar het gezin, met name om voor te lezen. Ik zeg ‘met name’ omdat het in de praktijk wel neerkomt op meer dan voorlezen alleen. Mira is bijvoorbeeld nog erg jong en heeft daarom moeite om zich een uur lang op het lezen te concentreren. Daarom neem ik ook altijd een spelletje mee, een kleurboek, een spelletjesboek voor kleuters en spelen we soms ook met haar eigen speelgoed. Alles wat maar talig is, is mooi meegenomen. Ik klets wekelijks een uur lang Nederlands met Mira en eigenlijk maakt het dan niet heel veel uit dat er maar twintig minuutjes daarvan daadwerkelijk voorgelezen wordt.
Werkt de Voorleesexpress wel echt?
Ik denk dat het wat lastig is om in keiharde cijfers uit te drukken of de Voorleesexpress echt werkt, maar als ik naar ‘mijn eigen voorleeskind’ kijk, dan kan ik niet anders zeggen dan dat ik al binnen een paar weken resultaat zag. Er werd al heel gauw meer en beter Nederlands gesproken in het gezin als ik er was, Mira (zo heet mijn voorleeskindje) leerde zich beter te concentreren op de prentenboeken die ik voor haar meeneem en ze is helemaal niet verlegen meer tegenover mij. Dat vind ik toch heel mooie resultaten om in een vrij korte periode te behalen.
Wil je meer weten over de effecten die het meedoen aan een Voorleesexpress kan hebben? Check dan deze pagina.
Wat heel prettig is, is dat de Voorleesexpress een fijn online systeem heeft waarin je de ontwikkelingen van je voorleestraject bijhoudt. Na iedere ‘sessie’ schrijf je 1 of 2 regels over hoe het is gegaan en beantwoord je 1 of 2 vragen. Dat kost helemaal geen moeite, maar is voor iedereen een fijne manier om bij te houden hoe het traject verloopt. Ook is het goed om te weten dat de eerste keer je coördinator meekomt naar het gezin, zodat je de kennismaking niet alleen hoeft te doen. Tussendoor komt de coördinator nog een keertje op bezoek en ook bij de laatste keer is hij of zij erbij. Ik heb een goed contact met mijn coördinator, ze houdt goed in de gaten of alle vrijwilligers nog blij zijn en of alle gezinnen tevreden zijn.
Los daarvan denk ik niet dat de Voorleesexpress alleen maar goed is voor de taalbevordering van het kind en de ouders. Het is voor mij als voorlezer bijvoorbeeld ook heel erg leuk om nader kennis te maken met een voor mij andere cultuur (de Turkse in dit geval) en om een kijkje te krijgen in een familie. Inmiddels heb ik allerlei grappige verhalen over Mira’s opa in Turkije en over de band tussen Mira en haar grote broer gehoord en dat is allemaal gewoon heel erg leuk. Die verhalen had ik moeten missen, als ik niet bij Mira over de vloer kwam.

Hoe bevalt het mij?
Ik vind het echt enorm leuk om voor te lezen bij Mira. We zijn nu over de helft van ons project en Mira en ik hebben echt een leuke band met elkaar opgebouwd. Ook met Mira’s moeder heb ik een leuk contact. Het is altijd gezellig en we hebben een hoop lol. Laatst belde ik aan en toen scheen Mira ‘dat is mijn grote vriendin Merel!’ door het huis geroepen te hebben. Zo lief. Laatst zijn we ook op excursie naar de bibliotheek geweest en dat was echt een feestje. Ik vond het zo leuk om Mira blij door de bibliotheek te zien rennen, op zoek naar boekjes en andere kinderen om mee te spelen. Het doet me heel erg goed om te merken dat Mira steeds meer (en beter) Nederlands begint te praten en interesse toont in de boeken die ik uitzoek voor haar. Hoewel het natuurlijk wel een beetje toewijding vraagt om iedere week te gaan voorlezen, levert het mij eigenlijk alleen maar plezier op. Ik vind het absoluut niet voelen als een verplichting.
Ben ik nodig, als vrijwilliger bij de Voorleesexpress?
Absoluut. In de grote steden sowieso. Er zijn in Rotterdam bijvoorbeeld alleen al 300 gezinnen die meedoen aan de Voorleesexpress. Dat is behoorlijk veel en je hebt nogal wat vrijwilligers nodig om alle gezinnen te kunnen bedienen. Maar in praktische alle middelgrote tot grote steden zijn voorlezers nodig. Een paar voorbeelden: in Arnhem zijn er 80 gezinnen die ingeschreven staan, in Almelo 35 en in Groningen 40. En hoe meer voorlezers er zijn, hoe meer gezinnen er voorzien kunnen worden. Dus dan kan de Voorleesexpress weer gezinnen gaan werven, zodat het netwerk alleen maar groter wordt. Je kunt hier bekijken op welke plekken de Voorleesexpress actief is. En denk niet te snel dat er in jouw gemeente vast geen Voorleesexpress is, want ze zijn inmiddels dus actief in meer dan 100 gemeenten!
Denk je dat je iedere week een uurtje van je tijd kunt missen? Vind je het belangrijk en interessant om iets bij te dragen aan de taalontwikkeling van een kind (of meerdere kinderen) en lijkt het je leuk om voor een mooie organisatie als de Voorleesexpress te ‘werken’? Check dan de website van de Voorleesexpress en meld je gewoon eens aan voor een informatiebijeenkomst. Ik kan het je alleen maar aanraden want ik ben enorm enthousiast!
En jij? Doe jij vrijwilligerswerk? Zo ja, wat doe je? En wie van jullie heeft er ervaring met de Voorleesexpress? (misschien als vrijwilliger, of misschien heeft je gezin wel meegedaan?) Wie van jullie lijkt het ook leuk om voorlezer te worden? Laat van je horen bij de comments onder deze post!
The post Over de Voorleesexpress appeared first on De Groene Meisjes.
May 16, 2018
Kunst kijken in Brussel

(foto: Lise Jasmijn)
Afgelopen maandag en dinsdag was ik op uitnodiging van Thalys en Visit Brussels in Brussel. De perfecte bestemming voor een korte trip, aangezien je vanaf Rotterdam in een uur en 10 minuten (ja, echt, zo kort!) middenin Brussel staat. Ik was er al in geen jaren meer geweest. Ik denk dat het een jaar of zes/zeven geleden was. En van de keer dat ik er geweest ben, herinner me dat ik vooral in het centrum heb rondgewandeld en ben uitgeweest in een club, waar ik een heel leuke avond had en waar ik ook te veel dronk. Dus misschien dat ik daarom niet meer zo’n heldere herinnering aan Brussel had. Gelukkig kreeg ik nu de kans om het nog eens te proberen.
Ik was mee op een persreis met Instagrammers uit Duitsland, Frankrijk en Nederland. Dat is altijd leuk, want zo leer je nog eens iemand kennen. Het betekent ook dat het programma voor iedereen interessant moet zijn en dat kan soms wel een uitdaging zijn voor de organisatie. Zo is het bijvoorbeeld voor deze trip niet zo goed gelukt om leuke vegan eetplekken te selecteren. Ik heb, uiteindelijk, wel vegan kunnen eten, maar dat was op de plekken waar voor ons was gereserveerd wel echt een beetje lastig. Bij één restaurant stond zelfs een bord buiten met ‘recovering course for vegans,’ wat zoveel betekende als dat ze een hekel aan veganisten bleken te hebben. Dat heb ik geweten, want daar heb ik ronduit slecht gegeten en ik werd ook echt ontzettend lullig behandeld. Zeg maar in de categorie ‘zo erg heb ik het nog nooit meegemaakt’. Bij de twee andere restaurants waar we hebben gegeten wisten ze met wat seizoensgroenten wel wat lekkers voor me te maken, maar het zijn geen plekken waar ik jullie naartoe zou sturen voor een goede, volwaardige veganistische maaltijd.
Waarom ik dit vertel? Niet om te klagen of negatief te doen over het reisje, maar omdat ik weet dat jullie gewend zijn dat ik altijd met allerlei leuke vegan restaurantjes en hotspots kom en ik even wil uitleggen waarom dat nu niet het geval is. Verder lag de focus tijdens deze trip vooral op kunst. We hebben twee ontzettend toffe musea bezocht en een street-art tour gevolgd, dus ik heb mijn kunst-en cultuurhart lekker kunnen ophalen deze dagen.
KANAL

Nog maar net geopend: KANAL. Een samenwerking met Centre Pompidou in Parijs, in een 42.000 vierkante meter tellende oude Citroën garage aan het kanaal. Alleen het gebouw al is absoluut de moeite waard. Industrieel en in zijn oude staat gehouden, met een prachtige lichtinval en het gevoel dat je uren en uren zou kunnen rondlopen. De slogan van KANAL is ‘verlies jezelf’ en dat zou je eigenlijk best wel letterlijk en figuurlijk kunnen nemen. Ik zou KANAL omschrijven als een ‘museum in wording,’ omdat het eigenlijk nog niet zo ver gevuld is, maar al wel een fantastische plek is om inspiratie op te doen en lekker om je heen te kijken. De ceo van KANAL omschrijft de plek als een ‘culturele stad’ waar iedereen kan komen doen wat hij wil. Zo kun je er niet alleen kunst komen kijken, maar ook kunst komen maken. Tevens is KANAL bedoeld als een buurtproject. In de omgeving van het museum wonen heel veel jonge mensen die geen werk hebben. KANAL wil een plek zijn waar deze mensen een kans krijgen om iets bij te dragen. Het toffe is dat KANAL zeer ruime openingstijden heeft. Zo is het bijvoorbeeld in het weekend tot ‘s avonds laat geopend, zodat je er ook lekker kunt komen eten, muziek kunt komen maken of een event kunt bezoeken. Het wordt daarmee veel meer dan het traditionele museum dat we misschien gewend zijn en dat maakt het echt enorm tof.
KANAL
Akenkaai
1000 – Brussel
Website
Entreeprijs: €14 voor volwassen, €6 voor jongeren en studenten
Mima

Een ander ontzettend leuk museum dat we bezochten, is het Mima in Molenbeek. Over deze buurt ga ik je straks iets meer vertellen, omdat we er ook een rondleiding met street-art tour hebben gehad. Maar eerst over het museum: het is een museum voor hedendaagse kunst, met wisselende expo’s. Op dit moment is er de expositie ‘Get Up, Stand Up’ te zien en deze draait volledig om activisme door de jaren heen. Het is een expo met honderden affiches, verzameld door een Franse verzamelaar die al 21 jaar bezig is met het verzamelen van dit werk. Volgens de verzamelaar zijn posters de beste manier om onze geschiedenis in kaart te brengen. Immers, ze laten precies zien wat er door de jaren heen zoal gebeurd is. Ik heb daar nooit zo naar gekeken, omdat ik nog nog nooit zoveel posters bij elkaar heb gezien. En ik heb ook nog nooit iemand het achterliggende verhaal horen vertellen, over hoe mensen in de jaren ’70/’80 bij elkaar kwamen om in het geheim posters te drukken en deze te verspreiden over de stad. De expo geeft je niet alleen een goed beeld van waar er door de jaren heen zoal actie tegen is gevoerd (van de Vietnam war tot het redden van walvissen) maar het geeft je ook de zin om zelf ergens voor op te komen. En het mooie is, dat doen we vandaag de dag natuurlijk ook nog steeds, en op grote schaal, maar dan op een andere manier: via social media. We verspreiden minstens net zoveel activistische boodschappen, maar we komen misschien niet meer bij elkaar om ‘s nachts posters te drukken. Ik vind dat persoonlijk best wel jammer. Ik heb stiekem best wel veel zin om zoiets een keer te doen.
Mima
39-41, Quai du Hainaut
1080 Brussels
Website Mima
Entreeprijs: €9 voor volwassenen, €7,50 voor jongeren en studenten
Molenbeek

In Molenbeek was ik nog nooit geweest. Wel had ik er – zoals velen van jullie waarschijnlijk – allerlei verhalen over gehoord. Wat we vooral weten over Molenbeek, is dat één of meerdere terroristen die de aanslagen in Parijs pleegden in november 2015, er vandaan kwamen. Het moet een idiote situatie zijn geweest dat de Brusselse wijk een week lang ‘op slot’ heeft gezeten, omdat er een grootschalig onderzoek gaande was. Wat overigens ook een bizar toevallig voorval is, is dat de opening van het Mima museum (dat dus middenin Molenbeek staat) en de terroristische aanslagen in Parijs op dezelfde dag plaatsvonden. Die opening kon, uiteraard, niet doorgaan en moest later worden gepland. Dat er terroristen in Molenbeek woonden of wonen, dat zegt natuurlijk verder weinig over wat voor buurt het is. Ik denk dat terroristen overal kunnen wonen.
Het zou heel erg jammer zijn als Molenbeek, een buurt die enorm in opkomst is en leeft aan alle kanten, hierdoor een negatieve reputatie zou krijgen. Ik ben in elk geval heel blij dat ik met een heel leuk gids een wandeling door de buurt heb gemaakt, langs allemaal prachtige street-art en toffe buurtcollectieven. Je wandelt trouwens ook zo van Molenbeek weer terug naar het centrum en onderweg kom je dan naast de meest kleurrijke street-art ook nog allemaal leuke horeca tegen. Misschien is het een idee om een toffe airbnb te zoeken in Molenbeek en vanuit daar je tripje Brussel vorm te geven. Of op zijn minst moedig ik je aan om het Mima museum (dat middenin Molenbeek staat) te bezoeken en een wandeling door de buurt rondom het museum te maken. Ik ben benieuwd naar welke mooie kunstwerken je zoal tegen gaat komen op de muren. Kijk vooral goed om je heen!
Zelf sliep ik overigens in the Hotel. Een prachtig 4-sterren hotel aan de sjiek Louizalaan met een mooi uitzicht over de stad en een goed ontbijtbuffet. Ook een aanrader!
Toch nog een beetje over eten en drinken

En als je dan in het centrum bent, verwonder je dan over de gouden gebouwen waar de zon zo fel op kan schijnen dat het bijna verblindend is. Drink een koffie met havermelk bij het gezellige Café Capitale (je schijnt hier ook heel goed vegan te kunnen ontbijten) en een lokaal biertje bij Moeder Lambic. Probeer dan zeker eens een natuurlijk gefermenteerd biertje met fruit – erg lekker! Op zoek naar een gezond sapje en/of een vegan lunch? Probeer Tich eens. Dit schijnt dé hippe healthy hotspot van Brussel van dit moment te zijn. Ik dronk er een ijskoffie en at een vegan croissant. Helemaal prima!
Laat het me vooral weten als je in Brussel bent en één van bovenstaande adressen bezoekt! Tag me bijvoorbeeld in je instagram stories, mocht je die maken, met @merelwildschut. Vind ik leuk om te zien! Veel plezier :)
The post Kunst kijken in Brussel appeared first on De Groene Meisjes.
May 14, 2018
Maar jij bent toch helemaal niet dik?

Laatst kocht ik een oranje pak in New York. Ik zeg erbij dat het een oranje pak is, omdat: hoe vaak zie je nou iemand in een oranje pak en dat het ook nog mooi is? Ja, ik bedoel, ik zie ieder jaar op Koningsdag een heleboel mensen in oranje pakken, maar dat is niet het soort pak dat ik bedoel. Ik kocht een classy broekpak, maakte een foto van mezelf in dat pak en tweette iets in de trant van ‘omdat ik vrouwen in pak altijd zo leuk vind, besloot ik er zelf eentje te worden. Ik dacht altijd dat pakken geen goed idee waren voor dikke vrouwen, maar tadaaa!’ De reacties waren heel erg positief. Veel mensen wilden weten waar ik het pak vandaan had of vertelden me dat het me fantastisch stond. Ook kreeg ik een stuk of tien keer te horen: ‘dikke vrouwen? jij bent toch helemaal niet dik?’ En hoewel dat ongetwijfeld als compliment bedoeld is en ik niemand iets kwalijk neem, wil ik daar toch graag iets over kwijt.
Als ik geen zin zou hebben om over dit onderwerp een verhaal te schrijven, dan zou ik nu gewoon zeggen: mensen zien dik zijn als iets negatiefs en daar wil ik vanaf. Ik wil mezelf en anderen gewoon dik kunnen noemen zonder daar ook maar iets van een negatieve lading aan te geven. Ik doe mezelf niet tekort en ik beledig mezelf ook niet, als ik mezelf dik noem. Ik bedoel gewoon ‘ik ben dik.’ Ik bedoel niet ‘ik vind mezelf afstotelijk/lelijk/niet goed genoeg.’ Maar goed, het is misschien niet helemaal eerlijk om het daarbij te laten, want niet iedereen is op dagelijks niveau met dit onderwerp bezig en voor mij is het misschien gesneden koek, maar dat geldt niet voor iedereen.
Lekker normaal doen
Ik weet nog hoe ontzettend boos ik als jong meisje kon worden als mensen over mijn broer die Down Syndroom heeft, vroegen: “heb je er wel eens over nagedacht hoe het zou zijn als je broer normaal was?” Tegen het plafond zat ik dan, want hoe durfde je ook maar te suggereren dat mijn broer níet normaal was?! De juiste manier om deze vraag te stellen zou zijn: “heb je er wel eens over nagedacht hoe het zou zijn als je broer geen Down zou hebben?” Dat is een neutrale manier om die vraag te stellen. Down – geen Down.
Mensen hebben over het algemeen de neiging, of misschien moet ik zeggen de behoefte, om dingen te willen categoriseren. Misschien is dat om het leven een beetje behapbaar te maken of om dingen beter te begrijpen. Ik ben geen socioloog, dus dat weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat we de hele dag bezig zijn dingen te verdelen in de categorieën ‘normaal’ en ‘niet normaal’. Waarschijnlijk doen we dat niet met slechte bedoelingen, maar we doen het wel.
Over dikke mensen heeft iedereen een mening. Onze cultuur is ingericht op kalm doen en vooral niet te aanwezig willen zijn. We vinden mensen uit (veel) andere culturen vaak veel te luid en expressief. We mogen nergens naar ruiken. Vrouwen mogen geen lichaamsbeharing hebben. Toon niet te veel emoties in het openbaar, alsjeblieft. We moeten bescheiden zijn. We moeten onopvallende eenheidsworstkleding dragen. Dikke mensen nemen veel ruimte in en zijn daardoor veel te aanwezig – daar houden we niet van.
Dikwijls heb ik het gevoel dat mijn dik-zijn iets is waar iedereen over mee mag praten. Iedereen mag er een mening over hebben en die ook uiten. Mensen mogen mij ongevraagd advies geven over dat ik maar eens naar de sportschool moet. Thanks, maar ik ga al drie keer per week. Mensen mogen mij ongevraagde emails sturen met het aanbod om een dieetcursus te komen volgen bij weer een nieuwe diëtistenpraktijk. Alsjeblieft niet, niet nóg een dieet. Ik ben al sinds mijn vierde op dieet, ik heb mijn portie gehad. Mensen stellen ook ongepaste vragen over dingen als of ik ‘dan ook op dikke meisjes val’. Want ja stel je voor, een dik meisje met een dun meisje. Dat zou toch wel echt te idioot voor woorden zijn hè? Mijn dikzijn voelt daardoor soms als een gemeenschappelijk goed en ik wil gewoon dat het van mij is.
‘Maar jij ziet er altijd leuk uit’

Los van het feit dat men dik en normaal niet aan elkaar gekoppeld krijgen, is het voor velen ook lastig om in te zien dat iemand dik én mooi kan zijn. De keren dat ik te horen heb gekregen dat ik misschien wel dik ben, maar dat ik er altijd zo leuk uitzie, of ‘ja oké, je bent wel een beetje dik, maar je hebt zo’n leuk gezicht’ zijn niet meer bij te houden. Er zijn mensen die het voor elkaar krijgen om een gesprek over mijn dikzijn naar de vorm van mijn wenkbrauwen om te buigen, omdat het zó ongemakkelijk voelt om mij níet complimenteren. Dus dan zeg je maar iets over mijn wenkbrauwen. Nice. Je had ook gewoon mogen zeggen: ‘ja nee klopt, je bent inderdaad dik.’ No biggie. (of nouja, wél biggie dus, maar je snapt me)
Natuurlijk vind ik het heel lief dat je me een goed gevoel wil geven door te zeggen dat ik er altijd leuk uitzie of dat ik een mooi gezicht heb. Dat vind ik zelf – gelukkig – ook. Maar het neemt niet weg dat ik óók dik ben. En dat je het allemaal tegelijkertijd kunt zijn. Dik én knap én leuk gekleed. Het zou al helpen als iemand zou zeggen: ‘ja klopt, je bent dik én je ziet er altijd leuk uit’. Laat dat woordje ‘maar’ eens weg en zie hoe de betekenis van de zin verandert. Probeer het woordje ‘dik’ gewoon eens te gebruiken zonder daar een naar gevoel bij te krijgen, of zonder het te associëren met allerlei vervelende dingen. Probeer iemand eens dik te noemen zonder daar een gevoel van medelijden bij te hebben. En: probeer eens los te laten dat jij slank en dus normaal bent. Want wie zegt dat nou eigenlijk?
‘Hoe komt het dan dat je dik bent?’
Persoonlijk vind ik het ook vervelend als mensen vragen naar hoe het dan komt dat ik dik ben. Mensen willen dan namelijk graag weten of het je eigen schuld is dat je dik bent, of dat je iets mankeert waardoor je dik bent geworden. Als je bijvoorbeeld een stofwisselingsziekte hebt, of depressief bent en medicijnen slikt waar je dik van bent geworden, dan snappen mensen dat het is wat het is. Wat ook goed scoort: als je al kinderen hebt gehad en je na je zwangerschappen niet meer terug bent gekomen op je oude gewicht. Dat is allemaal begrijpelijk of het wordt als zielig gezien. Maar als je gewoon dik bent omdat het nou eenmaal gewoon zo is, dan moet je er op z’n minst toch iets aan willen proberen te doen.
Dikke mensen worden altijd en overal bekritiseerd. Je hoeft daarvoor maar naar één of twee films met een dik personage te kijken en je weet: dikke mensen zijn dom. Of lui. Of allebei. Trouwens, je hoeft daarvoor niet eens naar de film, je kunt ook gewoon op een terras gaan zitten en luisteren naar de commentaren wanneer er dikke mensen voorbij lopen. Sterker nog: misschien zit je wel met een vriend of vriendin die jij heel openminded achtte op een terras en hoor je hem of haar kritische of beledigende dingen zeggen wanneer er een dik persoon voorbij komt.
Ga maar eens in een vliegtuig zitten kijken naar een dik persoon die instapt. Je moet de paniekerige blikken van de mensen om de dikke persoon heen eens zien: ‘als ze maar niet naast mij komt zitten!’ Trouwens, daarvoor hoef je niet eens een vlucht te boeken. Je maakt dit ook in de trein mee. Ik maak vaak genoeg mee dat de stoel naast mij leeg blijft, ook al zit de coupé nog zo vol. Mensen gaan nu eenmaal liever naast een slank persoon zitten dan naast mij.
Dit zijn dingen – die blikken en opmerkingen, het als niet-normaal worden bekeken, – die ervoor zorgen dat ik me op sommige dagen toch wil weer wil verstoppen in lange zwarte kleding, om maar zo min mogelijk van mezelf te willen laten zien. Het zorgt ervoor dat ik liever geen patatje eet in het openbaar, omdat ik de blikken al voel priemen. Het maakt dat ik me er altijd van bewust ben dat ik me een beetje moet inhouden met hoe expressief ik ben, ‘want ik ben ook al dik en neem al genoeg ruimte in.’ Allemaal dingen waar een slank persoon waarschijnlijk niet op alledaags niveau mee bezig is en dikke mensen wel.
En ja natuurlijk mogen mensen vragen stellen. Maar wat ik vervelend vind, is dat ik uit heel veel van die vragen al van een kilometer afstand kan hóren dat mensen eigenlijk willen weten: wanneer ga je eens iets aan dat gewicht van je doen? Want kennelijk is dat de regel: als je dik bent, moet je daar iets aan doen. Nou, lieve mensen, ik denk eigenlijk niet dat er nog heel veel aan dat gewicht van mij gaat veranderen de komende tijd. Wat hopelijk wel gaat veranderen, is dat ik meer en meer blij word met mezelf.
Foto’s: Sam van Rij
The post Maar jij bent toch helemaal niet dik? appeared first on De Groene Meisjes.
May 7, 2018
Lauwwarme maaltijdsalade van gnocchi, bonen en groenten uit de oven
Deze blogpost schreef ik in samenwerking met Bonduelle / Foto’s: Sam van Rij
Ik wil een kleine shoutout doen naar de tuinboon. Ik vind de tuinboon een ondergewaardeerde boon. Misschien is dat alleen in mijn omgeving hoor, en eten jullie iedere week wel een keer tuinbonen, maar ik eet ze nooit en ik ken ook eigenlijk geen mensen die ooit tuinbonen eten. Eerlijk gezegd roept het woord bij mij ook herinneringen op naar van die verschrompelde boontjes, die misschien ook gewoon wel te lang gekookt waren, en ik vond ook dat ze een aardse smaak hadden. Maar wat blijkt? Die dingen doen het echt hartstikke prima in zo’n ovenschotel als deze! En dus heb ik mijn mening over de tuinboon moeten bijstellen.

Ik gebruikte een zak verse tuinboontjes van Bonduelle uit de vriezer. Hartstikke ideaal, want ik gebruikte de helft van de zak en de rest ligt nu in mijn vriezer te wachten tot ik dit lekkere recept nog een keer maak. (of tot ik iets heb bedacht waar tuinbonen óók heel lekker in gaan zijn) Bonduelle heeft een heel mooi assortiment met verse vriezerproducten. Direct van het land, gestoomd en ingevroren. Gaat geen vitamine aan verloren.
Andere vriezerproducten van Bonduelle die ik de komende tijd wil proberen: sugarsnaps (perfect voor wokgerechten), Mexico melange (perfect voor als ik een luie bui heb en een snelle chili sin carne in elkaar wil knutselen) en snijbonen (want de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik over snijbonen ook een mening heb, zoals ik die ook over tuinbonen had).
En omdat ik toch lekker bezig was op bonengebied, besloot ik ook nog voor een potje ‘reuzenbonen’ in de ovenschotel te verwerken. Die naam vond ik zo leuk, het deed me denken aan de kinderboeken van Roald Dahl, maar dit terzijde. Ik weet te weinig van bonen en eigenlijk eet ik er ook nog steeds te weinig. Maar die reuzenbonen blijken dus echt heel erg lekker te zijn. Ze smaken een beetje naar boter en ze zijn heel romig en groot. En ook deze bonen bleken het fantastisch te doen in de oven.
Gnotsie

In de categorie ‘pasta’ is gnocchi mijn favoriet. En dat is grappig, want eigenlijk vind ik gnocchi helemaal niet zo pasta-achtig aanvoelen omdat het van aardappel is gemaakt. Het is gewoon wél heel erg lekker. Nu heb ik tijdens een vakantie in Italië een keer van een echte nonna geleerd zelf gnocchi te maken, maar doe me een lol zeg, daar heb ik thuis echt geen tijd voor. Zulke dingen zijn altijd romantischer op het Italiaanse platteland. Dus tegenwoordig koop ik gnocchi gewoon kant-en-klaar in de Nederlandse supermarkt. Minder lekker, zeker, maar goed, je moet er ook zelf iets van maken natuurlijk.
En dat deed ik met dit recept wel, denk ik. Het was voor het eerst dat ik gnocchi in de oven maakte, in plaats van in een pan (je kunt ze namelijk ook koken of bakken) en ik ga gewoon nooit meer op een andere manier gnocchi eten joh. (die joh moest er echt achter, voor extra nadruk) Overigens, ik leerde van die Italiaanse nonna ook hoe je het woord gnocchi uitspreekt. Dat is inderdaad ‘gnotsie’ zoals veel Nederlanders denken. (grapje natuurlijk, het is ‘njog-kie’)
Het fantastische van gnocchi is dat het zich heel makkelijk laat combineren. Immers, de pasta zelf smaakt redelijk neutraal, dus je kunt helemaal losgaan met wat je er allemaal lekker bij vindt. Vaak maak ik er een tomatensaus met groenten bij, maar dit keer koos ik ervoor om er een lauwwarme salade met heel veel groenten en bonen van te maken. Met een sojayoghurtsausje, omdat me dat heel fris en lekker leek. Dat bleek ook zo te zijn. Het resultaat? Een gróte salade, voor een persoon of vier, die ook perfect is om mee te nemen naar bijvoorbeeld het park, of naar die familiebarbecue bij ome Theo in de achtertuin.
Dus, ik had: gnocchi, bonen en groenten. Vrij vertaald is dat aardappel-vleesvervanger-groenten. Lekker Hollands, lekker normaal. Zie je wel, dat vegan eten niet altijd heel exotisch en apart hoeft? Goed, laten we dan nu echt beginnen met het recept, anders komt er nooit iets van.
Recept

Wat heb je nodig voor 4 porties?
1 pak gnocchi (500 gram)
1 courgette
1 gele paprika
tomaatjes aan de tak
200 gram tuinboontjes van Bonduelle, uit de vriezer
1 blikje reuzenbonen (130 gram) van Bonduelle
een handje blanke (gepelde) amandelen*
een paar takjes munt
een paar takjes peterselie
de rasp van een halve citroen
het sap van een halve citroen
romainesla of little gem sla
olijfolie, peper en zout
* allergisch voor noten? Geen probleem, je kunt ze gemakkelijk weglaten. De amandelen geven een beetje extra bite aan het gerecht, maar het is absoluut niet per se nodig om het lekker te laten zijn.
voor de saus
een schaaltje sojayoghurt neutraal, zonder toegevoegde suiker
citroenrasp van een halve citroen
citroensap van een halve citroen
een paar blaadjes munt
olijfolie
peper en zout
Wat ga je doen?
– verwarm je oven voor op 220 graden –
1. Snijd de paprika en courgette in plakjes. Verdeel de gnocchi, courgette, paprika, reuzenbonen en tuinbonen over een grote ovenschaal. Leg de takjes met de tomaatjes er bovenop. Besprenkel met olijfolie, peper en zout. Zet 15 minuten in de oven.
2. Rooster de amandelen in een droge pan op een laag vuurtje. Kijk uit dat de nootjes niet aanbranden! Maak in een schaaltje een mix van: olijfolie, citroenrasp, citroensap, gehakte geroosterde amandelen en fijn gesneden munt en peterselie. Roer goed door.
3. Haal de ovenschaal na 15 minuten uit de oven en verdeel het mengsel van de nootjes, olie, citroen en kruiden over de schaal. Zet de grillfunctie van je oven aan en zet de ovenschaal voor 5 minuten terug in de oven.
4. Maak ondertussen een snel yoghurtsausje door de sojayoghurt, versnipperde muntblaadjes, citroenrasp, citroensap, olijfolie en peper en zout door elkaar te roeren. Was ook de sla, zodat die lekker fris en knapperig is.
5. Serveer de gnocchi op de sla en wees royaal met de yoghurtsaus. Eet smakelijk!

Ik ben heel benieuwd wie van jullie dit recept ook gaat maken! Laat het me vooral weten door een foto met me te delen op Instagram. Je kunt me vinden onder @merelwildschut. Alvast dankjewel en eet smakelijk!
The post Lauwwarme maaltijdsalade van gnocchi, bonen en groenten uit de oven appeared first on De Groene Meisjes.
May 5, 2018
Recepten die ik de komende tijd wil maken

Vandaag had ik echt enorm veel zin in gebakken aardappeltjes, salade en een vegaburger. Ik heb gewoon zo’n ordinaire kant-en-klare plantaardige ‘kipschnitzel’ gekocht, wat kan mij het schelen. Aardappeltjes bakken, ketchup erbij, alle restjes in de sla gooien en hoppa, klaar was ik. Daar kwam geen recept aan te pas, kan ik je vertellen. Dat is soms ook wel eens lekker.
Toch heb ik eigenlijk standaard wel een lijstje van recepten die ik wil uitproberen. Ken je dat? Ik heb de laatste tijd YouTube weer een beetje herontdekt en nu zit ik dus steeds naar video’s te kijken van veel te lekker vegan eten dat ik allemaal wil maken. Ik dacht, ik deel ze even met je, zodat jij misschien ook nog op een idee wordt gebracht. (daarbij komt dat ik nooit precies weet wanneer ik die recepten ga maken en dus ook niet precies weet wanneer ik ze hier op mijn blog ga delen, dus misschien ben je me nog wel voor ook)
Omdat dingen met citroen altijd een goed idee zijn
Zoals deze vegan citroen merengue taart. Het klinkt wel als een bakrecept waar ik én wat andere apparatuur voor nodig heb én echt flink wat tijd moet uittrekken, maar volgens mij heb je dan ook echt iets. Dit lijkt me zó lekker.
x
En dit heb ik ook nog nooit gedaan: citroenen inleggen. Super eenvoudig natuurlijk en met heel lekker resultaat. Tip: gebruik wel gewoon lekker biologische citroenen, want die hebben geen waslaag. Scheelt weer.
x
Fermenteren kan je leren
Ik heb het geluk dat ik momenteel een heel tof project (waarover later meer) doe met Dennis de Fermentatiekoning. Dennis weet álles – of nouja, heel erg veel in elk geval – over fermenteren. Ik weet zelf helemaal niks over fermenteren, maar ik weet wel dat ik eigenlijk alles wat gefermenteerd is, lekker vind. Om alvast wat inspiratie op te doen ben ik wat video’s over fermenteren gaan kijken en binnenkort gaat Dennis me wat basiskennis bijbrengen.
Ik zou me eerst eens willen wagen aan een vegan kimchi. Bij non-vegan kimchi gebruik je vissaus, maar bij een vegan variant vervang je dat door miso te gebruiken. Het lijkt me eigenlijk niet heel moeilijk om dit te maken, maar ik denk dat je vooral een beetje geduld nodig hebt. (dat geldt voor gefermenteerde dingen denk ik sowieso)
x
Deze video is voor als ik al wat verder ben met experimenteren, want dit vereist wel een beeeeeetje kennis van zaken, heb ik het idee. Wel echt een heel cool projectje lijkt me dit. Als je op verjaardagen kan vertellen dat je je eigen gefermenteerde hotsauce maakt, ik weet niet hoor, maar dan wil iedereen toch je vriend zijn?
x
Die heel lekkere taco’s die ik in Gent at
Bij Barbiet. Daar at ik taco’s met pulled jackfruit en het was zó lekker dat ik meteen riep ‘DIT GA IK THUIS MAKEN.’ Inmiddels zijn we een paar weken verder en je snapt dat ik dat nog niet heb gedaan, maar… ik heb wél een video met een recept opgezocht.
x
Oké vooruit, ook deze nog dan
Omdat het me zo lekker lijkt om weer eens te ontbijten met scones.
x
En misschien moet deze lemon curd daar dan ook nog bij…. (deze video is zó rustgevend)
x
Ik kan zo nog wel even doorgaan, want er zijn nog zoveel dingen die ik wil maken. Gelukkig past dat goed bij waar ik het in mijn vorige blogje over had. Van die lekkere thuizige dingen. Zo maakte ik vorige week zelf granola en limonade en knapte ik mijn balkon op. Dat zijn echt dingen die me heel erg blij maken. Ik houd jullie op de hoogte. Als ik weer iets nieuws heb geprobeerd, dan zien jullie het vanzelf voorbij komen.
Welk(e) recept(en) zou jij willen proberen? Laat het me weten bij de comments!
The post Recepten die ik de komende tijd wil maken appeared first on De Groene Meisjes.
May 3, 2018
Ik wil een tuin om voor te zorgen

foto: Aline Bouma
Kijk, het ding is, ik weet zelf ook wel dat ik te weinig blog momenteel. Ik ben niet gek, ik zie ook wel dat mijn laatste blog alweer van 20 april is en die van daarvoor van 9 april. Ook krijg ik dagelijks comments, die ongetwijfeld heel goed bedoeld zijn, die me eraan herinneren dat het jammer is dat ik zo weinig blog. Mijn mediabureau me inmiddels gemaild om te vragen of alles ok is en ik kreeg een update van Google Analytics over dat ik de maand april alarmerend weinig bezoekers op mijn blog had gehad.
Ik weet het, het is een duidelijk verhaal. Het ding is: ik krijg het gewoon niet voor elkaar om te schrijven momenteel. Het lukt gewoon niet, iets blokkeert, ik weet niet waarover ik het moet hebben, ik denk dat niks leuk genoeg is en ik jullie voor niks naar mijn blog laat komen. Dus dan kan ik maar beter stil blijven. Los daarvan: ik kan gewoon de rust niet vinden. Ik ben alsmaar onderweg, ik ben overal tegelijk en ik heb tienduizenden (al dan niet zakelijke) afspraken en ik vind gewoon de tijd niet om rustig achter mijn laptop te zitten en iets te schrijven. Er zijn altijd dertig andere dingen die ik ook nog moeten gebeuren.
Gisteren zat ik bij mijn therapeut, met een hartslag die al dagen lang veel te hoog is. Ik heb er vannacht zelfs amper van geslapen, omdat ik twintig keer wakker schrok en dacht dat ik een hartaanval kreeg. Zoveel hartkloppingen heb ik momenteel, en ja, ik weet dat dat niet gezond is. Mijn therapeut vroeg me eens even op een rijtje te zetten wat ik de afgelopen tijd zoal allemaal gedaan had en nog aan het doen ben. Toen ik dacht ik klaar te zijn met het rijtje, dacht ik: oh nee, maar ook nog dit. En oh shit, ik vergeet dat te zeggen. En oooh ja, ja, dat ook nog.
Met een zucht zei ik tegen haar: ‘ik zou zo graag een tuin willen.’ Dat deed me denken aan een gedicht dat ik onlangs schreef voor mijn poëziecursus:
Ik zoek een tuin om voor te zorgen
zodat de tuin voor mij kan zorgen
ik wil hem schoffelen en harken
bemesten en besproeien
– ik wil dat dingen groeien –
en als ik dan kan oogsten
dan wil ik op een afstand kijken
en eindelijk eens tevreden zijn
Als ik dat dan eens wat verder doortrek, dan zou ik gewoon heel graag een rustig en gestructureerd leven leiden. Met een huis met een moestuintje, een paar katten die daar rondrennen, een schildpad die de restjes van mijn rauwkost opeet. Ik wil een regenton en een composthoop, en wat zonnepanelen op het dak. En een paar kinderen, dat zou ook leuk zijn. Dan zou ik mijn eigen clubje hebben van mensen en dieren die voor elkaar zorgen. Dat lijkt me fijn.
Vooralsnog race ik de wereld rond, letterlijk, (en nee, ik ben niet trots op al die vlieguren die ik maak) en heb ik een minibalkon waar planten gewoon niet willen groeien. Maar zoals iemand laatst terecht tegen me zei ‘wat maakt het ook uit, want je bent er toch nooit.’ Confronterend, maar waar. Ik leid dat vluchtige bestaan dat ik helemaal nooit wilde. En kom er dan maar weer eens vanaf. Al zou ik een tuin hebben nu, ik zou niet eens de tijd hebben om ervoor te zorgen. Zo is het dan ook wel weer.
Misschien moet ik naar een hutje op de hei verhuizen, denk ik soms. Maar ik weet heus wel dat dat de oplossing niet is. Dat hutje, dat moet ik in feite in mezelf vinden en met me meenemen, waar ik ook ben. Het is alleen wel een kunst om dit voor elkaar te krijgen, vind ik.
Ik spring nu op mijn fiets, om naar de bibliotheek te gaan met mijn voorleeskindje. Ze heet Mira, ze is drie jaar oud en ik lees haar iedere week een uurtje voor. Vandaag gaan we samen boekjes uitzoeken. Zo doe ik allerlei dingen die me heel erg blij maken, maar die niet zoveel blogcontent opleveren. En het spijt me echt dat ik zo weinig blog momenteel, ik wil helemaal niemand teleurstellen of het gevoel geven dat ik het niet belangrijk vind. Maar ik ben momenteel met van alles bezig en sommige dingen zijn wat zichtbaarder dan andere dingen. Ik hoop maar dat jullie weten dat het niet is omdat ik lui ben of dat ik jullie vergeten ben, want dat is absoluut niet het geval.
liefs,
Merel
The post Ik wil een tuin om voor te zorgen appeared first on De Groene Meisjes.
Merel Wildschut's Blog
- Merel Wildschut's profile
- 58 followers
