Saskia Goldschmidt's Blog, page 10
July 18, 2012
Op zoek naar de werkelijkheid in de fictie
Ik reis graag, maar ben liever geen toerist.
Toerist zijn betekent voor mij alsof je met een prachtig boek in de handen staat, er door heen mag bladeren, maar het niet mee kunt nemen om de tekst te lezen.
Een toerist is iemand die flarden van muziek hoort, klanken die verwaaien voordat je werkelijk hebt kunnen luisteren.
Daarom houd ik ervan te reizen met een opdracht.
Twee van de personages die een belangrijke rol spelen in mijn nieuwe boek De hormoonfabriek verblijven op verschillende tijdstippen in New York. Een uitgelezen reden om op onderzoek uit te gaan. Te speuren naar sporen van levens die weliswaar ontsproten zijn aan mijn fantasie, maar geworteld in de geschiedenis van deze stad.
Waar zou een jonge vrouw die in 1946 vlucht voor het leven dat achter haar ligt en door emigratie de banden los wil snijden met het land dat haar uitleverden aan de nazi’s, terecht zijn gekomen? Is ze aangekomen op Ellis Island, heeft ze daar hulp gekregen van de HIAS, de organisatie die berooide vluchtelingen hielp een leven op te bouwen, in bijvoorbeeld Brooklyn, Crowns Heights? Zou ze neergestreken zijn in de wijk waar op zaterdag de sfeer heerst van een Poolse sjtetl uit 1920? Of is het waarschijnlijker dat ze terecht is gekomen in de East Bronx, tussen de politiek radicale sjacheraars?

Nostalgie in de Waldorff
En mijn hoofdpersoon, die in 1958 voor zaken in deze geweldige metropool was en als uitvalsbasis de Waldoff Astoria had gekozen, want het was hem in zijn leven goed gegaan.
Zou hij ‘s avonds zijn gaan dansen in de ballroom van het hotel, rechtstreeks onder de sterrenhemel omdat daar op warme zomeravonden het dak werd opengeschoven? Was hij een liefhebber van dit ‘Dancing under the stars’  of ging hij liever naar de Savoy Ballroom, Up-town in Harlem, en was hij daar een vreemde eend in de bijt tussen de zwarte clientèle? Maar misschien prefereerde hij toch Miles Davis of Gillespie, die in een donkere en rokerige kroeg in de Village te vinden waren?
Niets heerlijks dan, gewapend met vragen een stad te verkennen en zo als een detective de gangen van je personages na te gaan. Wat zouden zij gedaan hebben, die figuren in het verhaal dat in je eigen hoofd steeds meer vorm aanneemt en van fictie verandert in een mogelijke werkelijkheid.
Om tenslotte in gesprekken met mensen en in die geweldige archieven de feiten te verzamelen die in de fysieke stad alleen nog aanwezig zijn in hier en daar een vervaald opschrift, een straatnaam, of een nostalgische fotowand in een café.
Ik hou van reizen met een opdracht en van het zoeken naar verhalen, die overal te vinden zijn.
July 16, 2012
Go for it, ladies!
 ‘Go for it ladies!’ riep de man achter het loket van het metrostation, toen hij ons zag worstelen met het zojuist gekochte weekkaartje voor de subway en de scanner. Meer snelheid was noodzakelijk, zoals alles in deze geweldige stad gebeurt met een tempo, dat we, zojuist gearriveerd, ons nog even eigen moesten zien te maken.
‘Go for it ladies!’ riep de man achter het loket van het metrostation, toen hij ons zag worstelen met het zojuist gekochte weekkaartje voor de subway en de scanner. Meer snelheid was noodzakelijk, zoals alles in deze geweldige stad gebeurt met een tempo, dat we, zojuist gearriveerd, ons nog even eigen moesten zien te maken.
New York, het is een stad waar niet alles is wat het lijkt te zijn: .
Het super chique Waldorf-Astoria, kroonjuweel van de Art deco, en in naam het hotel waar John F. Kennedy regelmatig sliep. Ja, er is een presidentiële suite, en dikwijls werd die voor hem gereserveerd en maakte hij daar zijn opwachting, om ‘s avonds laat, via de rechtstreekse lift van de suite naar de parkeergarage, zijn decadente verblijfplaats te verwisselen voor een ander bed, samen met zijn beroemde minnares Marilyn.
Kingston Road, Brooklyn, op zaterdag ochtend: opduikend uit de subway lijk je terecht gekomen in het decor van een Poolse sjtetl in 1920. Het is veertig graden Celsius, de mannen met hun zwarte pakken, hoeden en gebedskleden om hun schouders haasten zich de onderste ingang van de sjoel in, terwijl op het bordes van het gebouw de vrouwen zich ophouden in de schaduw van het gebouw, getooid met pruiken, zwarte kousen en lange jurken. De piepskleine kindertjes als miniatuurvolwassenen in even onwaarschijnlijk warme kleding waaraan het voortschrijden van de tijd niet af te lezen is. En aan de overkant van de avenue kom je terecht in de broeierige swing van een West-indisch eiland: de mannen rokend op stoeltjes voor hun kraampjes met kip en ander soulfood, de vrouwen in shorts en hemdjes waarin de voluptueuze borsten nog maar ternauwernood bedekt blijven. Een groter contrast is niet denkbaar, vier voetstappen van elkaar gescheiden.
Washington Square park, waar we evenals al die zwarte, witte, Chinese, Spaanstalige, Russische ouders en hun kinderen verkoeling zoeken. Je kunt er fantaseren over de grote meltingpot die de stad is. Hier geen gezeur over taal, paspoorten, en andere onzin. Maar integratie??? Men ontmoet elkaar bij de fontein en ‘s avonds keert een ieder terug naar de eigen stadswijk, waarin vooral mensen wonen met dezelfde culturele achtergrond. Of dat erg is?
Williamsburg: hip en wit en gezellig. Oud Engelse huizen, leuke tentjes, t-shirtenverkoop op straat, een muziekbandje, liquor shops, bestelauto’s waar vanuit biologisch ijs of bagels verkocht worden en zelfs een vrachtwagen met daarin een reparatiewerkplaats voor skateboards. The place to be? Niet als je hoort hoe mijn witte schoonzus daar ooit een huurhuis trachtte te krijgen, en de makelaar enthousiast belde met de eigenaar om te vertellen dat er een ‘European and good educated woman’ geïnteresseerd was in het appartement. Tot schoonzus vertelde dat ze twee Caribbean kids had. Toen ging de deal niet door. Want Caribbeans, die hoorden niet in deze wijk thuis.
Harlem: Lenox Avenue op zaterdagavond. Een koele wind verdrijft de hitte van de dag en de bevolking flaneert in hun feestelijke uitgaanskleding met veel glitter over de boulevard. We hebben op de Porch bij schoonzus de avond zien vallen, uitzicht op het grote basketballveld, waar verschillende teams, aangespoord door de beats uit de enorme ghettoblasters, gemoedelijk wedstrijden spelen. Alleen, denk niet dat een willekeurig mens, ook niet als die jong en zwart is, een van de Caribbean kids die niet in Willemsburg mochten wonen, mee kan doen. Het veld is vanaf elf uur ‘s morgens verboden terrein voor iedereen die niet part of de gang is.
‘Go for it ladies!’
Yes we did. In New york moet je heel goed kijken en luisteren, om ook het niet vertelde verhaal te zien in al die inspirerende beelden, die de hele dag door aan je voorbij trekken.
May 16, 2012
De tandarts en Edith Piaf….
De tandarts had een cd van Edith Piaf aanstaan. Terwijl ik weerloos in de tandartsstoel lag, maakte ik in gedachten een sprong in de tijd en was terug in Parijs, zeventiger jaren, alwaar ik een schraal artiestenbestaan naspeelde als student van de circusschool, inclusief ijzige koude op een tochtig zoldertje, levend op stokbrood en water, en af en toe een zondags uitstapje naar Chez Louisette, een mottige eet- en drinkgelegenheid, verstopt in de wrakkiges straatjes van de Marché au Puces.
Het etablissement was een bedompte ruimte, volgestouwd met houten tafels en kale banken, waarop meer mensen mouw aan mouw zaten dan je voor mogelijk zou houden. Obers en serveersters draafden rond en namen ongeduldig bestellingen op of smeten de borden tripes en karaffen wijn op de tafels. Een ober, verzonken in een geheel eigen wereld, liep iedereen in de weg en stond altijd te oreren tegenover een denkbeeldige klant, die hij soms luidruchtig de oren waste.
Maar de grootste attractie was Louisette herself, een klein, propperig, in het zwart gehuld dametje, die op het minieme podiumpje in de hoek van de zaak, begeleid door een dronken accordeonist, het repertoire van Edith Piaff zong. Zoals de ober zich zijn eigen klanten voor de geest haalde, zo groeide Louisette op haar krakkemikkige verhoging uit tot de diva zelf, en zong ze met enorme flair, een grote dosis dramatiek die haar gebrek aan zangtechniek ruimschoots compenseerde, en met een minachtende blik op ons, armzalig schransend publiek, Je ne regrette riens, Mon legionnaire en La vie en rose.
Na drie of vier nummers schreed ze via een wiebelig keukentrapje van haar verhoging af en liep met een oude hoed langs de rijen tafelgasten, met een blik die uitdrukte dat ze hier als diva toch eigenlijk te goed voor was. Wanneer ze niet tevreden was met de hoeveelheid francs die door deze of gene in de hoed werd gedeponeerd, wierp ze hem een vernietigende blik toe, keek dan verontwaardigd de zaal rond en blikte nogmaals naar de gierigaard, hem daarmee de kans gevend zijn misstap te herstellen en als hij dat niet van plan was, de hele goegemeente ervan te doordringen dat we hier te doen hadden met een onverbeterlijke knibbelaar. Ten slotte toonde ze de inhoud van de hoed aan de accordeonist alvorens het optreden te hervatten.
‘Nou, die zit er weer in,’ zei de tandarts en wierp nog een tevreden blik op de nieuwe vulling.
Ik maakte me met moeite los uit mijn dagdroom. Zou het nog bestaan, Chez Louisette? De ober met zijn denkbeeldige gasten? De Edith Piaff van de vlooienmarkt??
Ik heb geen idee. Maar mooi was het wel.
April 18, 2012
Bangalijsten en stumpertakken
 Gelijk met de lenteknoppen aan de bomen verschenen berichten in de media over bangalijst; een door jongens bedachte rangorde van de grootste sletjes die via Facebook, Twitter en Hyves de wereld wordt ingesmeten.
Gelijk met de lenteknoppen aan de bomen verschenen berichten in de media over bangalijst; een door jongens bedachte rangorde van de grootste sletjes die via Facebook, Twitter en Hyves de wereld wordt ingesmeten.
Het gedachtegoed hierachter is zo oud als Adam en Eva. Het lijkt of we nooit afkomen van die traditionele en seksistische opvattingen over mannen en vrouwen.
Nog altijd zijn liederlijke jongens en mannen met een sliert veroveringen in hun kielzog stoer en te benijden en worden meisjes met een gevarieerd liefdesleven als slet beschouwd.
Verwerpelijk en treurig, dat sommige jongeren deze versteende denkbeelden nog steeds niet achter zich weten te laten.
Maar dat de bangalijsten van alle tijden zijn, ontdekte ik tijdens het onderzoek voor mijn nieuwe boek.
Op het negentiende eeuwse platteland was het, in elk geval in Brabant, een gewoonte dat jonge kerels het gedrag van de meisjes uit hun dorp beoordeelden. Tijdens de Walpurgisnacht, van 30 april op 1 mei, plaatsten de jongens takken op de daken van de huizen waarin ongehuwde meisjes woonden.
De berkentak was voorbehouden aan het mooiste en tegelijkertijd het eervolste meisje van het dorp. Om zowel het een als het ander te zijn en te blijven, dat getuigt ook wel van grote standvastigheid.
Van de kersentak mocht iedereen die zin had plukken, dus dat betekende nummer 1 op de bangalijst, hoewel ook de biezentak, populair bij honden voor het lozen van hun plasje , aangaf dat het meisje in kwestie niet al te eenkennig was.
Takken of lijsten, de achterhaalde visie op mannen en vrouwen is hetzelfde.
Het enige verschil is dat de tak dezelfde ochtend van het dak kon worden gehaald, mocht het meisje daartoe behoefte hebben.
Terwijl die bangalijst, die blijft eeuwig traceerbaar op internet.
Misschien wordt het tijd voor een lijst, waarop we kenbaar maken, welke jongens nog zulke achterlijke denkbeelden bezigen. Een stumperlijst zouden we die kunnen noemen.
Als logo stel ik de tak van de leilinde voor: meestal een kaal, dor en recht stuk hout, waar geen blaadje aan groeien wil!
April 1, 2012
Mediastilte
 Waarom gebeurt er de laatste maanden zo verdomd weinig op deze pagina’s?
 Waarom gebeurt er de laatste maanden zo verdomd weinig op deze pagina’s?
Maakt de schrijfster onderdeel uit van de onderhandelingen in het Catshuis, waardoor deze complete mediastilte is ingegeven?
Heeft ze schrijfkramp? Is ze depressief? Is ze definitief overgegaan tot berichten in 140 tekens en is een blog haar te lang?
Nee, de schrijfster schrijft….
Fictie dit keer. Geïnspireerd op een serie belangrijke medische ontdekkingen, die bijna honderd jaar geleden gedaan zijn. Over de periode waarin nieuwe inzichten het perspectief op leven en dood veranderden. Over        mannen die alles deden om levens te redden. Over privileges die een redder van de mensheid denkt te hebben. Over het grijze gebied tussen goed doen en slecht zijn.
Een tijd zat ik op het platteland in volstrekte afzondering, met mijn medische mannen, hun grootste ambities en hun menselijke behoeftes.
Er was even geen ruimte voor bloggen en zelfs niet voor die 140 tekens.
Maar nu ben ik er weer.
En eind april, en in mei doe ik nog een serietje Verplicht gelukkig, de voorstelling.
Voor geïnteresseerden: check de agenda.
Het kersje op de taart is:  op 4 mei samen met Lucette van den Berg, zangeres van prachtige Jiddische liederen, en haar begeleider op gitaar, Reinout Verhoef, in de kleine zaal van de Toneelschuur in Haarlem!
In tegenstelling tot de heren in het Catshuis resulteert mijn mediastilte niet in een bezuinigingen op de verkeerde dingen.
Ik kom terug met een mooi boek, dat beloof ik u!
February 8, 2012
Guppies
 Een van de buren is op een tussentijdse vakantie. Daarom ben ik nu de vissenvoedster, die twee keer daags de beestjes van een vleugje vissenvoer voorziet en voor hen beslist wanneer het dag en nacht wordt, door als oppergod de stekker waarmee het licht geregeld wordt erin te stoppen of eruit te trekken. Nooit eerder heb ik me beziggehouden met het fenomeen vis, anders dan via de viswijzer die ik in mijn portemonnee heb, om op de zeldzame momenten dat ik boodschappen doe er verzekerd van te zijn dat de door mij gekochte zee- of rivierbeesten niet tot een bedreigde soort behoren.
Een van de buren is op een tussentijdse vakantie. Daarom ben ik nu de vissenvoedster, die twee keer daags de beestjes van een vleugje vissenvoer voorziet en voor hen beslist wanneer het dag en nacht wordt, door als oppergod de stekker waarmee het licht geregeld wordt erin te stoppen of eruit te trekken. Nooit eerder heb ik me beziggehouden met het fenomeen vis, anders dan via de viswijzer die ik in mijn portemonnee heb, om op de zeldzame momenten dat ik boodschappen doe er verzekerd van te zijn dat de door mij gekochte zee- of rivierbeesten niet tot een bedreigde soort behoren.
Het gaat in de kleine onderwaterwereld waarvoor ik nu verantwoordelijk ben om vijf tropische visjes in een rechthoekig aquarium waarin een pomp een lamp en een aantal waterplantjes een natuurlijke habitat moeten suggereren. Vier mannetjes, herkenbaar aan hun kleurrijke staarten en een vrouwtje, een plomp grijsachtig beestje, dat me, na een paar dagen van observatie, met steeds groter medelijden vervuld. Het wijfje wordt geen moment rust gegund. De mannetjes houden er een straf schema op na en belagen haar de hele dag. Geen moment zwieperen er niet twee of drie met hun staarten en vinnen rondom haar hoofdje, happen naar haar oogjes en schubben, ze maken haar het eten onmogelijk en belemmeren de wanhopige pogingen die ze doet om een schuilplaats achter de pomp of het iele plantje te vinden. Een kantoor vol hitsige kerels rondom een vrouw is er niets bij. Vluchten kan ze niet.
De moeder des huizes heeft me voor vertrek verzekerd dat na de vakantie een paar van die opdringerige mannetjes geruild gaan worden met een paar vrouwtjes uit een bevriend aquarium, maar de week die dit arme beestje nog van dat heugelijke moment scheidt, lijkt me ondraaglijk. Vergeleken met de Eurocrisis, de slachtpartijen in Syrië en het al dan niet doorgaan van de Elfstedentocht gaat het hier om klein leed, dat weet ik ook wel. Maar dit leed speelt zich wel dagelijks onder mijn ogen af en mijn empathie met de vrouwtjesvis is groot. Dag en nacht vier hitsige mannetjes om en aan je te hebben; wellicht is het de droom van vele vrouwen, mij lijkt het een nachtmerrie. Vooral de onmogelijkheid eraan te ontkomen, het is het toppunt van claustrofobie.
Mijn zoon herinnerde me eraan dat vissen geen geheugen hebben en dat maakt het lijden van het beestje misschien iets minder groot. Toch zou ik haar een grot gunnen, met een afsluitbaar deurtje waarvan zij de sleutel heeft. Opdat zij zelf bepaald wanneer en wanneer ze een van de enthousiaste heethoofdige koudbloedigen bij haar toe wil laten.
December 30, 2011
Oud en nieuw van een haasvreter
 Ik ben niet zo goed in oud en nieuw.
Ik ben niet zo goed in oud en nieuw.
De gelijkenis met mijn kat neemt in de laatste dagen van het jaar onrustbarende vormen aan. Het liefst kroop ik samen met hem weg in het verste uithoekje van de bank om daar te blijven, ik dan het liefst met een flesje witte wijn, tot het geknal voorbij is. Vuurwerk maakt van mij een brok paniek. Zodra ik aan de overkant van de straat een jochie met een rotje ontwaar, breekt het zweet me uit, krijg ik hartkloppingen en ben ik ervan overtuigd dat mijn laatste moment is aangebroken. Het was een mooi leven, jammer dat ik dat tweede boek niet heb kunnen afschrijven, dit was het dan. Verbijsterend hoe vaak ik deze dagen aan een wisse dood ontsnap.
Hoe ik, verder toch een redelijk nuchter wezen, zo’n haasvreter geworden ben weet ik niet. Ik heb wel vermoedens: mijn moeder stak, volop zwanger van mij, op een dag de oven aan. Deze actie had een gigantische gasexplosie tot gevolg, die de drachtige keukenprinses achterover liet tuimelen, een zwart beroete keuken en een kapot fornuis tot gevolg had en moeder en kind geheel in tact liet. Het stresshormoon dat mijn draagster ongetwijfeld de placenta heeft ingestuurd, doet de foetus in mij nog altijd in paniek schieten bij geknal. En daarbij zal de combinatie van een levendige fantasie, gekoppeld aan een tamelijk zwart wereldbeeld dat me is bijgebracht vanaf het moment dat ik van foetus veranderde in baby, niet erg behulpzaam zijn. Ik heb geen afschrikwekkende reclamespotjes nodig. Iedere knal is voor mij een doof oor, een weggeschoten oog, of een stel bebloede vingers bungelend aan een laatste stengeltje pezen.
Zware dagen dus, deze laatste drie van het jaar. Ik hoop altijd op veel regen, dit jaar tevergeefs, begrijp ik van het KNMI. Na mijn spinningklasje op zaterdagmorgen gaat het kattenluikje op slot en blijf ik bij de kat zitten, totdat mijn lieve gezin en vrienden zich in de avond door het geknal naar ons huis begeven en zij zich dus aan al die gevaren blootstellen. Voor mij is oud en nieuw pas een feest, als iedereen na het geknal, in het bezit van oren, ogen, vingers veilig is teruggekeerd.
Ik wens iedereen een geïnspireerd nieuwjaar toe met veel liefde en compassie. Een jaar waarin solidariteit met mensen die minder geluk hebben dan wij, weer gemeengoed mag worden. Een jaar, waarin de meerderheid in ons land zich weer gaat herinneren hoe goed we het hier hebben en wat een geluksvogels we zijn. Immers, een land waarin zoveel geld de lucht wordt ingeschoten heeft geen reden tot klagen. Behalve over vuurwerk dan.
December 22, 2011
Misschien wordt ons vandaag toch nog een woord geschonken…
Vandaag werd ik getroffen door een gedicht, dat geschreven is in een tijd, dat de onmenselijkheid tot levenswijze was verheven en dat vandaag helaas nog niets aan actualiteit heeft ingeboet.
Rochl Korn werd in 1898 geboren in het dorp Podliski, Galicië. In 1919 begon zij in het Jiddisch te schrijven en te publiceren. In 1939 vluchtte zij voor de nazi’s naar Rusland. Van 1946 tot 1948 verbleef zij in Stockholm, om daarna naar Canada te emigreren. Ze overleed in 1982 in Montreal. En ergens tussen 1919 en haar sterfdatum schreef ze Mijn heer. Deze informatie en het prachtige gedicht, is afkomstig uit de bundel: Sprakeloos water, spiegel van de moderne Jiddische poëzie, samengesteld en vertaald door Willy Brill en uitgegeven bij Meulenhoff.
Ik wil je dringend vragen het te lezen en tot je door te laten dringen, voordat je de kerstdagen in gaat:
Mijn heer
  Mijn heer, bent u misschien vandaag net zo ontheemd als ik
  
  
  omdat het menselijk hart u buitensloot als ongewenst,
  
  
  bent u ook onderweg naar eenzaamheid als ik,
  
  
  verplaatst u zich van deur naar deur, van grens naar grens?
  Waar vinden wij een toevlucht, Heer, voor onze dromen
  
  
  zodat zij niet verteren in het aanstormende vuur?
  
  
  Het sodomt reeds alom, er kan een zondvloed komen
  
  
  alleen door onze eigen tranen, een speling der natuur.
  Het sodomt reeds alom, de nacht komt aan, het donkert -
  
  
  o, vraag mij niet, mijn Heer, waarheen de weg ons leidt,
  
  
  misschien wordt ons vandaag toch nog een woord geschonken,
  
  
  een menselijk woord, dat drempel wordt, en dak, en veiligheid.
En mocht je de petitie voor een generaal kinderpardon nog niet getekend hebben, zou je dat, voor je aan de kerstdis gaat, nog even willen doen?
Ik wens iedereen prachtige en menselijke feestdagen toe,
en een nieuwjaar, waarin je je welkom kunt voelen.
November 26, 2011
sportschool-blues
 Zaterdagochtend, dertig zwetende sportievelingen nemen deel aan de populaire spinningles.
Zaterdagochtend, dertig zwetende sportievelingen nemen deel aan de populaire spinningles.
We zitten op onze fietsen en op de beat van de luide house-muziek, onder leiding van spinning-juf Moniek trappen we ons naar het einde van de les toe. We naderen de finale en de weerstand moet omhoog; het verzet wordt opgevoerd van twaalf naar vijftien, naar zeventien, naar twintig. Loodzwaar is het, de beenspieren lopen vol, het zweet gutst van onze lijven af. Door haar microfoon roept Moniek ons aanmoedigingen toe. ‘Wie gaat er mee naar vierentwintig en wie kan nog hoger’ daagt ze uit. ‘Achtentachtig,’ grapt een van de deelnemers, een vijftigjarige man met een indrukwekkende buikomvang, waaraan zijn regelmatige spinning-inspanningen nu niet direct zijn af te lezen. Moniek, een twintiger met een perfect figuur, grinnikt hem toe. ‘Dat zal je gewicht wel wezen,’ zegt ze. Achtentachtig is voor haar ongetwijfeld een afschrikwekkende hoeveelheid kilo’s. Maar ja, ook kilo’s zijn relatief. Ik schat dat het gewicht van de man toch minstens negennegentig kilo moet zijn. ‘Was het maar waar’ verzucht hij dan ook en zet zijn verzet nog een tandje hoger. Voordat hij op achtentachtig zit, zal hij nog heel veel kilometers moeten wegtrappen. En er zal een een bierstop voor nodig zijn, schat ik zo in.
Saskia Goldschmidt's Blog
- Saskia Goldschmidt's profile
- 15 followers
 


