Marcel van Marrewijk's Blog, page 55
March 19, 2019
7 lessen in werkgeluk van bekende leiders

Dit artikel is geschreven door Erwin Klappe, Erwin deelt zijn verhaal over werkgeluk ook tijdens S2M Festival Connecting Stories. Heb jij je kaarten al besteld?
Sommige mensen lijken werkgeluk te ‘ademen’. Waar zit dat precies in en wat kunnen we van hen leren? Waarom zitten sommige personen zo ver boven de curve qua optimisme, creativiteit, energieniveau, veerkracht, doorzettingsvermogen én prestaties? Wat kunnen we van deze ‘positieve uitschieters’ leren om ons eigen werkgeluk te vergroten?
Arbeids- en organisatiepsycholoog Erwin Klappe traint medewerkers en leidinggevenden in organisaties in het verhogen van hun werkgeluk. Over dit thema interviewde hij 20 bevlogen leiders, bekend en onbekend. Het leverde hem zeven lessen in werkgeluk op. Dit koppelde hij aan state-of-the-art inzichten uit de wetenschap van werkgeluk. Wat kunnen we hiervan leren?
Les 1: Neem verantwoordelijkheid voor je eigen werkgeluk
De beweging in organisatieland naar meer eigen regie gebeurt niet voor niets. Medewerkers laten zien dat hun houding bij tegenslag hier belangrijk bij is, is een cruciaal leerpunt in die eigen verantwoordelijkheid. Een mooi voorbeeld komt van Peter van Uhm, oud-generaal van de Nederlandse Strijdkrachten.
‘Toen mijn zoon sneuvelde, was ik verantwoordelijk voor 60.000 militairen. Dat voel je nadrukkelijk. Ik wilde die verantwoordelijkheid invulling geven. Het goede voorbeeld geven. Die militairen van zijn peloton moesten door in Afghanistan. Dan kun je als baas niet zeggen: ‘Jongens veel succes, maar ik stop ermee.’ Ik geloof in mijn werk. Ieder jaar komen er een paar duizend jongelui bij defensie binnen en daar maken we betere mensen van. Er is niets mooiers dan met die jongelui aan een betere wereld te werken. Dat was het werk wat ik deed. Dus dat kompas stond zo weer op die richting.’
Les 2: Word optimist
Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk. Maar het focussen op positieve emoties geeft ons meer sturing in lastige situaties. Een voorbeeld daarvan geeft Marcel Levi, de voormalig bestuursvoorzitter van het AMC.
‘Toen ik als bestuursvoorzitter aantrad moest het AMC 65 miljoen euro bezuinigen. Daar kan je natuurlijk helemaal depressief van worden. Gaande de rit zat ik meer te kijken naar hoeveel we al behaald hadden, dan naar hoeveel er nog moest. Dat hielp. Na het eerste jaar hadden we 25 miljoen. Dan zeiden mensen: ‘We moeten nog 40 miljoen en het is nu al zo erg.’ Ik zei toen: ‘Ja, maar we hebben al wel 25 miljoen. Dat is ons al gelukt!’ Het glas is halfvol of halfleeg. Ik merk dat het doseren van mijn positiviteit wel belangrijk is, anders gaat het mensen irriteren.’
Les 3: Doe werk wat je leuk vindt
Vraag een groep succesvolle mensen hun recept voor geluk, en 9 van de 10 zal zeggen dat ze passie hebben voor hetgeen ze doen. Intrinsieke motivatie is dan ook cruciaal in werkgeluk, vertelt ook Herman Wijffels, die verschillende directiefuncties bekleedde, waaronder bij Rabobank Nederland, de SER en de Wereldbank.
‘Laat je niet door andere, dan intrinsieke overwegingen leiden. Dat vind ik een heel belangrijk principe. Toen ik afstudeerde, heb ik mezelf plechtig beloofd dat ik alleen dingen zou doen in mijn werkzame leven, waar ik gelukkig van zou worden. Ik heb tal van andere mogelijkheden langs zien komen. Dan was het iedere keer de afweging: Als ik daar ga zitten, word ik daar gelukkig van? Waar het antwoord ‘nee’ was, heb ik het niet gedaan. Ook al kon ik daar veel meer verdienen of veel meer prestige verwerven.’
Ook Jos de Blok, oprichter van het bekende Buurtzorg, streeft daar naar bij zijn eigen medewerkers. ‘Probeer de eenvoud te zoeken. Richt je op de essentie van je werk – daar waar je door gemotiveerd bent – en probeer alles daaromheen dat niet bijdraagt te vermijden.’
Les 4: Doe werk waarmee je een bijdrage levert
Bedrijven zijn er momenteel vol van: purpose. Het bedrijf moet een doel hebben – naast geld verdienen – en medewerkers moeten de zin van hun werk snappen, en het liefst ook waarderen. Bij sommige bedrijven blijft het helaas slechts een sausje voor de (employer) branding. Andere bedrijven zijn op zo’n kerngedachte gestoeld. Neem Quirijn Bolle, mede-oprichter van duurzame supermarkt Marqt.
‘Echt eten toegankelijk maken. Dat is mijn missie. Tijdens mijn werkzame periode bij een grote winkelketen viel me op dat doel en middel door elkaar zijn gehaald. Eten wordt als middel gebruikt om geld mee te verdienen. In plaats van andersom: geld als ruilmiddel gebruiken om het doel goed eten voor iedereen te faciliteren.’
Les 5: Ken de plussen en minnen van je eigen persoonlijkheid
Bewust zijn van wat je goed kan en wat (nog) niet, is een belangrijke factor in werkgeluk. Zo illustreert ook Alexander Rinnooy Kan, politicus en voormalig voorzitter van de SER.
‘Wat mij erg geholpen heeft in mijn carrière, is mijn enorme nieuwsgierigheid. Gewoon eager to learn. Eigenlijk in alles. Het kan me niet zoveel schelen wat. Ik heb eigenlijk meer belangstelling voor dingen waar ik nog niks van weet. Minister Opstelten vroeg me als voorzitter van de commissie die de Nationale Politie moest evalueren. Ik zei tegen hem: ‘Ik weet helemaal niks van de politie.’ Toen zei hij: ‘Dat is ook de reden.’
Les 6: Voed de drie psychologische basisbehoeften
De bekende theorieën van de psychologische basisbehoeften zijn nog altijd actueel in werkgeluk: competentie (of vakmanschap), verbondenheid en autonomie. Dat zien we in bedrijven de laatste jaren terug in de inzet op kennisdeling, zelfsturing en meer eigen regie en de nadruk op vakmanschap.
Zo stuurt Jos de Blok van Buurtzorg flink op vakmanschap van medewerkers. Zij hebben geen leidinggevenden nodig, zij weten heel goed zelf wat goed voor hen is. De Blok: ‘In de kern haal ik alle overbodige ballast eruit en zorg ervoor dat mensen hun vakmanschap zo goed mogelijk uit kunnen oefenen en daar steeds beter in worden. Alle narigheid die wordt bedacht op andere plekken, moet ik proberen buiten de deur zien te houden.’
Hans Clevers deelt als leider heel bewust zijn kennis in plaats van die voor zich te houden en creëert daarmee verbinding en vertrouwen. De hoogleraar van het UMC – die baanbrekend onderzoek naar kanker deed – zegt daarover: ‘Vanaf het begin af aan heb ik geprobeerd te werken vanuit vertrouwen in de ander. Door meer te geven dan ik zou hoeven. Ik hou kennis bijvoorbeeld niet tegen de borst. Nieuwe technieken of ontdekkingen deel ik snel. Dat is leuk. Ik krijg er meteen respons op. Bovendien zien mensen dat je best wel wat tegen mij of de mensen om mij heen kunt zeggen. Dat geeft vertrouwen; dan wordt werken veel leuker.
Het is een eyeopener geweest: werkgeluk is een asset. Wij doen het zeker zo goed als Harvard en Stanford met veel minder uren per jaar en minder gemakkelijke toegang tot geld.’
Les 7: Plan niet te veel vooruit. Doe vooral goed wat je nu doet
Hoewel wij als HR-professional natuurlijk dol zijn op structuren, processen en planningen, is dat in de loopbaan zeker niet altijd wenselijk. De focus op het hier en nu, de fase waarin je nu verkeert, is een stuk belangrijker dan loopbaanplanning, stellen zowel Wijffels als Rinnooy Kan. Twee heren met een flinke carrière.
Wijffels gelooft überhaupt niet in carrièreplanning, zo zegt hij zelf. ‘Als je carrière wilt maken, moet je vooral goed doen wat je nu doet. Als je dat goed doet, val je vanzelf op en dan komt er wel wat. Indien je van tevoren zit te plannen en drie stappen vooruit zit te denken, dan hebben mensen waarmee je werkt dat zo in de gaten. Ik ben een echte Taoïst. Het Taoïsme zegt; het allerbelangrijkste is om op een hele zorgvuldige manier de eerstvolgende stap te zetten. Als je dat iedere keer doet, dan kom je vanzelf terecht waar je moet zijn.’
Ook Rinnooy Kan heeft daarmee niets op. ‘Ik ben het allerslechtste voorbeeld van loopbaanplanning. Ik heb er eigenlijk niks aan gepland. Het is op een of andere manier voorbij gekomen. Ik heb niet geaarzeld om op die trein te springen. Maar dat die trein kwam aanrijden, was totaal niet gepland. Je moet wel goed uitkijken of er een trein aankomt, maar je moet niet de illusie hebben dat je de treinenloop regisseert. Dat is gewoon niet zo.
Dus werkgeluk: heel graag, maar in mijn geval niet in de laatste plaats met een gevoel van verbaasde dankbaarheid dat al die kansen mij gegund zijn. Dan moet je er natuurlijk nog wel iets van maken. Hard werken, open staan, goed luisteren, komen dan in beeld. Noblesse oblige: wie de kans krijgt moet er iets van maken.’
Meer weten? Lees hier alle interviews met bevlogen leiders over hun werkgeluk.
The post 7 lessen in werkgeluk van bekende leiders appeared first on Seats2meet.
March 18, 2019
Modern leven, modern werken: heel even mogen de vragen belangrijker zijn dan de antwoorden

Dit artikel verscheen eerder op de site van de Werkvereniging, partner van S2M Festival Connecting Stories. Pierre Spaninks is ook aanwezig tijdens het festival.
Volgens onze opjutter Pierre Spaninks, ZZP-expert, heeft de discussie over werk en zekerheid decennialang op slot gezeten. Nu staan heel even alle deuren open: verplichte verzekeringen of maatwerk, collectieve pensioenen of individuele, loondienst of ondernemerschap, vast of tijdelijk? We hebben we een paar maanden om daarover na te denken, hooguit een jaar. Want voor we het weten wordt alles weer in vormen gegoten waarin het stolt en waar het niet meer uit te bikken is.
Laten we de gelegenheid aangrijpen en een frisse start te maken. Door even niet te redeneren vanuit de oplossingen van het verleden maar vanuit de vragen van nu. Wat betekent werk eigenlijk voor ons? Welke waarde hechten we daaraan? Hoe gaan we ermee om in deze tijd? Welke kansen biedt dat? Welke eisen stelt dat?
Werk, dat is wat maakt dat we ons ontwikkelen, doordat we het doen vanuit ons hart. Het is een emanciperende factor van jewelste. Door ons werk overwinnen we onze beperkingen, leren we wie we zijn, groeien we, realiseren we ons potentieel, brengen we ons eigen leven en dat van anderen op een hoger plan, en voelen we ons gewaardeerd.
Een baan als werknemer is maar een van de vele gedaantes die dat werk kan aannemen. In feite is een baan niet meer dan pakketje taken, een plek in een organogram, de naam van een functie, een arbeidscontract voor langere of kortere tijd, een salaris – en niet te vergeten de sociale zekerheden die daaraan van oudsher zijn gekoppeld.
Aan banen, en zeker aan de vaste variant daarvan, kleven tal van bezwaren. Principiële bezwaren, omdat een baan laat stollen wat hoort te stromen: eerst ons werk en vervolgens ook nog eens onszelf. En praktische bezwaren, omdat een baan voor iedereen en voor het leven sowieso een illusie is.
Werk is minder afgebakend, minder in regels gevat, minder beperkt in zijn vormgeving dan een baan. Werk kan en mag veel breder zijn, losser ook: studeren, ondernemen, zelfstandig je ambacht of professie uitoefenen, zorgdragen voor je medemens en je omgeving, tegen betaling of als vrijwilliger, niet gedicteerd door de planning en het rooster maar op de eb en vloed van je dromen en je mogelijkheden.
Werk aan de ene kant en een baan aan de andere, zijn twee totaal verschillende dingen. Toch weten wij haast niet beter of ze gaan samen – als we ze al niet aan elkaar gelijkstellen. Historisch is werk echter pas in de 19e eeuw teruggebracht tot een baan in loondienst. De industrialisatie riep destijds een grote behoefte op aan fabrieksarbeiders. Daarin had nooit kunnen worden voorzien zonder mensen onder druk te zetten om hun vrijheid op te geven en voor een baas te gaan werken. Een belangrijk middel daarbij was om werk voortaan voor te stellen als een deugd of zelfs een plicht, in plaats van als een algemeen menselijke neiging en een geboorterecht.
Om dat tot baan gereduceerde werk heen, is in de vorige eeuw een uitgebreid sociaal stelsel gebouwd. Sindsdien is werk niet alleen een baan en een inkomen, maar ook nog eens een pakketje zekerheid. Dat heeft prima gewerkt – zo lang er behoefte was aan massa’s werknemers die hadden geleerd om gestandaardiseerde producten en diensten voort te brengen in een gecontroleerde omgeving.
Die praktijk uit de vorige eeuw is echter in rap tempo aan het verdwijnen. Inmiddels worden er heel andere eisen gesteld aan werk en aan werkenden. Werk concentreert zich steeds meer rond begrippen als innovatie, creativiteit en ondernemerschap. Werkenden willen steeds vaker worden aangesproken op hun interne motivatie, op hun energie, en op hun vermogen om van daaruit de verbinding aan te gaan. Bij die nieuwe waarden en dat nieuwe werk passen geen levenslange dienstverbanden meer, geen vaste contracten, geen vuistdikke cao’s. En al evenmin sociale zekerheden die zijn gekoppeld aan wat voor werk we doen voor wie en op welke juridische grondslag.
Terug naar die emanciperende factor die werk ooit was en in essentie nog steeds is. Werk dus waardoor we onze beperkingen overwinnen, leren wie we zijn, groeien, ons potentieel realiseren, ons eigen leven en dat van anderen op een hoger plan brengen, en ons gewaardeerd voelen. Zulk emanciperend werk, dat je in vrijheid op je neemt, maakt je groot. Werk dat is gereduceerd tot een baan, doet dat niet. Al helemaal niet als die baan zowel je inkomen moet zijn als je sociale zekerheid. Dat houdt je juist klein.
Wat kunnen we daaraan doen? Hoe vinden we het werk terug dat maakt dat we ons ontwikkelen doordat we het doen vanuit ons hart? Door werk en zekerheden te los te koppelen van banen. Zo creëren we de mogelijkheid om in iedere fase van ons leven te doen wat het best bij ons past. Met de inhoud en de vorm die ons gelegen komt, zonder dat we bang hoeven te zijn om bij tegenspoed door de bodem te zakken. Dat zal een ongekende hoeveelheid energie en creativiteit losmaken, en dat is precies waar onze samenleving en onze economie behoefte aan hebben.
Laat de discussie over werk en zekerheid niet aan de verkeerde kant beginnen. Laten we het nu eens niet meteen hebben over al dan niet verplichte verzekeringen, collectieve pensioenregelingen of individuele, vaste banen of flexibele, loondienst of ondernemerschap. Dat zijn niet meer dan vormen waarin werk en zekerheden kunnen worden gegoten. Vormen waar ze niet meer uit te bikken zijn als ze eenmaal zijn gestold. Wij hebben de unieke kans om een frisse start te maken. Laten we onszelf de luxe gunnen om even niet te redeneren vanuit de oplossingen van het verleden maar vanuit de vragen van nu:
Wat betekent werk eigenlijk voor ons?
Welke waarde hechten we daaraan?
Hoe gaan we daarmee om in deze tijd?
Welke kansen biedt dat?
Welke eisen stelt dat?
Dat we die vragen stellen, aan onszelf en aan elkaar, mag heel eventjes belangrijker zijn dan dat we er antwoorden op hebben. Geniet er maar van, want voor je het weet is de kans voorbij.
The post Modern leven, modern werken: heel even mogen de vragen belangrijker zijn dan de antwoorden appeared first on Seats2meet.
March 17, 2019
Remembering Names of 18 Alpacas and Other Adventures of Digital Nomading

Let us introduce James, a digital nomad from Portugal. For over 6 years James has been travelling around the globe while being independent in the job he does along the way. In his interview with Seats2meet magazine, James talks about what it feels like to be a digital nomad and shares some peculiar experience of his.
Hi James, could you please introduce yourself?
My name is James Cave. I’ve been travelling the world for around seven years now and running my own business at the same time. During that time, I’ve lived in France, Spain, Portugal, and Germany, and also travelled through parts of the world like South East Asia, South Africa, and North America.
I’m currently based in Lisbon where I’m working on Portugalist, my latest project, which is a travel website all about Portugal.
What is your background?
Although I lived in Portugal for a few years as a child, I mainly grew up in the South of Ireland. After finishing school, I moved to the UK. There I started learning how to build websites and also about online marketing, which eventually lead to me getting a job at a digital marketing agency. I worked in the industry for several years before deciding to go freelance and travel the world as a digital nomad.
How exactly did you decide to become a digital nomad?
I’d had the travel itch for several years, but I also didn’t want to give up my new career to do the typical backpacker jobs of working in a bar or in a hostel. I liked what I did, and wanted to get better at it. So, I decided to become a freelancer and try to travel the world while continuing in the same line of work.
Prior to hitting the road, I spent a year working on some projects which I thought would be my main source of income while travelling. Within a few months, however, I began offering marketing consultancy and this was how I earned my living for the next few years.
Where did you work and live before you became a digital nomad?
Directly prior to becoming a digital nomad, I lived in Scotland and worked in the marketing department of a large travel startup.
What does is it actually mean to be a digital nomad?
A digital nomad is simply someone who can work from anywhere in the world as long as there’s wifi. The most common jobs are developers, graphic designers, translators, copywriters, life coaches, and marketing consultants.
There’s a difference between a digital nomad and say someone who has bar experience. Someone with bar experience can move to a new country, even temporarily, and work in a bar but they need someone to employ them. A digital nomad doesn’t need to look for a new employer when they arrive: because their work is all done online, they bring their work with them wherever they go.
How often and why did you move from country to country?
It depends a lot on the country. I personally like to travel slowly and stay somewhere for many months at a time, but factors like visa restrictions and the cost of living may mean I’ll only stay somewhere for a few weeks.
In Europe, I can move around pretty easily and may spend up to 6 months in a country before moving on. In other parts of the world, I’m usually a lot more limited.
Where would you normally stay (in a hotel/house/apartments)?
I like apartments best as living and working from a hotel room can become very claustrophobic. The ideal setup is an apartment with an extra bedroom that you can use as an office, so that you have some separation between your work and your leisure.
Of course, money is also a factor and, unless I’m staying somewhere cheap, I don’t usually have the luxury of the extra bedroom. I usually try to stay in a 1-bedroom apartment, but I’ve also spent a lot of time living in hotel or hostel rooms.
Did you ever have local jobs?
I’ve never worked a local job as I’ve always brought my work with me. The only thing that you could consider work (although I wasn’t paid) was the house sitting I did in France. Here, I looked after other people’s homes (and pets) while they were on vacation. In return for walking the dog and feeding the cat, I was able to stay there for free.
This was a fun way to travel, and at one point I ended up looking after a farm of 18 alpacas and 7 cats. That was quite a lot of work, actually. I had to be able to tell them apart and by name, and usually there was around four or more hours of work that needed doing every day.
How many languages do you speak?
I’ve learned some German, Portuguese, Spanish, and French along the way, but at the moment the only language I’m really studying is Portuguese.
That’s the problem with languages, unfortunately. You need to continually use them if you want to keep them.
Were there ever any language-related problems during your travels?
Of all the places I’ve lived, France was probably the hardest country language-wise. I was living in the countryside there, and rarely met anyone who spoke English.
I ended up in quite a few situations where I would have liked to have been able to speak French. Probably the craziest situation was where the French police turned up at my door with a photo of a missing girl and my French phone number, which was one of their leads in the investigation.
That’s definitely the type of situation where you want to be able to speak the language! Thankfully, the girl eventually showed up and I wasn’t left to rely on my terrible French.
What were the most difficult and the most pleasant situations you faced?
The most difficult situation was a 5-month long house sit that was supposed to have internet but turned out to just have a dongle with a limit of 3 GB per month. That’s less than what most people use on their mobile phones every month, and I was going to have to try and run a business with it.
Basically, I had to try and limit the amount of data my computer used which meant preventing it from loading images or videos. If I had to make a client call over Skype, I would drive to the nearest McDonald’s which was the only place nearby that had internet. It was roughly an hour’s drive from the house.
The most pleasant situation was probably working from Koh Lanta in Thailand. That was a very beautiful part of the world to spend time in, and everything was very easy-going there as well.
What is your job at the moment?
At the moment, my main job is running Portugalist. This is a travel website about Portugal, which gives advice on the best things to see and do here. Although I do a bit of everything, my main focus is producing content for the site.
People mainly want recommendations on hotels and things to do. I just produced an article on Portuguese castles that you can stay at, for example, and later I’ll start working on a list of cookery classes that you can do in Lisbon.
I still do the odd bit of marketing consultancy, but Portugalist is my main focus at the moment.
Thank you, James! And good luck on your way!
The post appeared first on Seats2meet.
March 15, 2019
Exposeren met Nieuwe paden banen

Dit artikel is geschreven door Saskia op de Weegh, schrijver van het boek Nieuwe paden banen. Saskia opent de expositie van de foto’s uit haar boek tijdens S2M Festival Connecting Stories.
Ruim 3 jaar geleden ging ik op avontuur om een boek te maken over nieuwe paden banen. Ik was nieuwsgierig hoe je dat doet; iets compleet nieuws in de wereld zetten en wilde er graag mensen over interviewen. Ook wilde ik me laten verrassen door wat er verder op m’n pad zou komen. Ik stapte een voor mij grote onbekende wereld in, benieuwd naar wat ik zou ontdekken.
Eén verrassing was dat ik natuurfoto’s ging maken voor in het boek. Ik was op Schiermonnikoog en fotografeerde de prachtige natuur om me heen, de gebaande en ongebaande paden en de magie die ik ervoer in het volgen van wat er op m’n pad kwam. Nadat ik een aantal foto’s had gemaakt, realiseerde ik me dat ze in het boek zouden komen. Ze waren een prachtige visuele uitdrukking van het banen van een nieuw pad en wat daarbij komt kijken. Wat ervaar je onderweg als je het onbekende instapt? Ook laten de foto’s me zien dat ik ‘slechts’ mijn natuur hoef te volgen. Ik maakte de foto’s als vanzelf, vanuit de stilte midden in de natuur en kon niet anders dan de schoonheid van wat ik ervoer met mijn camera proberen vast te leggen.
Het boek is er inmiddels, met daarin de natuurfoto’s, naast interviews, reflecties en gedichten. Een volgende verrassing op dit pad is een expositie! Van 29 maart tot 12 juli kun je bij de kersverse locatie van MeetingPlaza in Utrecht zeven foto’s uit het boek komen bewonderen. Laat je uitnodigen je eigen pad te gaan, trouw aan jouw natuur, doen en bewegen vanuit dat wat vanzelf gaat, stilstaan, toelaten, en vooral ook genieten van het onbekende: het ongebaande pad dat voor je ligt.
Waar: MeetingPlaza Utrecht, Godebaldkwartier 357; Kantooringang Janssoenborch, Hoog Catharijne
Wanneer: 29 maart – 12 juli 2019
Opening: 29 maart, 18:00 – 20:00 uur met korte verhalen en gedichten.
The post Exposeren met Nieuwe paden banen appeared first on Seats2meet.
Moderne arbeidsmarktverhoudingen

Dit artikel verscheen eerder op de site van de Werkvereniging, partner van S2M Festival Connecting Stories.
Een moderne arbeidsmarkt begint bij een paradigmaverschuiving: het denken over huidige arbeidsmarktvraagstukken door polderinstituties op klassieke institutionele wijze moet anders. I n een beweeglijke arbeidsmarkt zijn pasklare antwoorden niet voorhanden en in een steeds veranderende context kan alleen geleerd worden door te doen. Daarom pleit opjutter Fedde Monsma voor het opnieuw vormgeven van de inrichting van de arbeidsmarkt door middel van een iteratief proces, learning by doing.
Een snel groeiende groep mensen werkt tegenwoordig afwisselend als werknemer (al dan niet in BT- of OT-contracten), zelfstandig ondernemer, opdrachtgever, hybride werkend of via uitzend-, interim- en payrollconstructies. “Modern Werkenden” noemen ze dat bij de Werkvereniging. En toch blijft de polder krampachtig al die nieuwe werkvormen terugdringen in oude regels. Begrijpelijk, onze arbeidsmarkt, inclusief wetgeving als WW, sociale zekerheid, maar ook pensioen en verzekeringen zijn gericht op die oude traditionele inrichting van de polder. Maar denk groot, zei oud SER-voorzitter Wiebe Draijer me eens, dus: verandering van denken vergt uiteindelijk een systeemverandering. Precies waar onder andere de felle discussies over gingen bij het pensioenakkoord: moderne individuele pensioenpotjes versus de collectieve solidariteit.
Een volgende paradigmaverschuiving is die over het denken over werk en werkenden. De klassieke arbeidsmarkt is ingericht in werknemers en werkgevers. Hoor je daar bij, dan zit je goed, want, verzekerd voor van alles en nog wat, toegang tot opleiding en scholing, pensioen wordt geregeld en de kans is groot dat je ook een cao hebt waar de werkgever én de werknemer zekerheden aan kan ontlenen. “Echte banen” wordt dat ook wel genoemd. Ben je echter geen werknemer of werkgever, en dat zijn er inmiddels meer dan een miljoen, dan wordt het allemaal wat lastiger. Op een moderne arbeidsmarkt kijken we naar arbeidsverhoudingen waarin de vorm van het contract niet leidend is, maar werk en werkenden zelf. Werken verandert naar opdrachtgever-opdrachtnemers-verhoudingen, ook in functies binnen organisaties, en behoeften veranderen daarin mee. Werkenden zelf kennen ook een groeiende behoefte aan flexibiliteit, regie nemen over je loopbaan, werken waar en wanneer je wil. Er komt een nieuwe generatie werkenden met voor een deel andere arbeidswensen. De arbeidsmarkt vraagt steeds meer om maatwerk voor de organisatie én voor de werkenden; individualiseren en decentraliseren van arbeidsvoorwaarden. Regels mogen niet in de weg staan van gewenst maatwerk en keuzevrijheid.
Als werk en werkenden centraal gesteld worden, is de discussie niet of er meer vaste banen moeten komen en of flex ingedamd moet worden. De mate waarin inkomensrisico’s op de arbeidsmarkt gereduceerd worden, bepaalt of mensen flexibel kunnen en willen blijven werken. Het is daarom vreemd dat flexibele arbeid goedkoper is dan werk in dienstverbanden. Risicoreductie geldt ook voor ondernemers. Als zij economische conjunctuurwisselingen op willen vangen, zullen zij minder risico’s willen lopen met personeel en is de kans groter dat er werk voor langere termijn wordt aangeboden.
De behoefte aan inkomenszekerheid bepaalt hoeveel risico’s genomen kunnen worden in werk. Dat kan door werkenden te ondersteunen in de nieuwe realiteit van de veranderende arbeidsmarkt en ze te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid. Werkenden moeten zelf ook in beweging blijven in ontwikkeling, opleiding en scholing om hun arbeidsmarktwaarde actueel en blijvend van waarde te houden. Eigen verantwoordelijkheid eerst. Waarbij het ook een gegeven is dat er nog veel werkenden hechten aan de zekerheid van een vast contract, (terecht) onzeker over hun kansen en mogelijkheden. Werken, ondernemen en leren moeten in het standaardrepertoire van de werkende zitten op de arbeidsmarkt, in combinatie met een privéleven.
Als risicoreductie van inkomensverlies een voorwaarde is voor maatwerk en keuzevrijheid is er een nieuw sociaal vangnet nodig gericht op werkenden, zeker voor de zwakkeren op de arbeidsmarkt, het kan geen survival of the fittest worden. Wanneer werkenden centraal staan en premies afdragen, is het ook logisch dat zij ook gebruik kunnen maken van sociale voorzieningen. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) dringt niet voor niets er bij Nederland op aan (…) de sociale zekerheid inclusiever te maken wat betreft de dekking van kwetsbare zzp-ers. Zekerheden moeten worden losgemaakt van de aard van het contract. We gaan van een werknemersstelsel naar een stelsel voor werkenden. Werkenden zijn zelf verantwoordelijk en nemen zelf beslissingen.
In een beweeglijke arbeidsmarkt zijn pasklare antwoorden niet voorhanden en in een steeds veranderende context kan alleen geleerd worden door te doen. Het opnieuw vormgeven van de inrichting van de arbeidsmarkt is een iteratief proces, learning by doing. Zet pilots op, experimenteer en leer. Nu al ontstaan initiatieven buiten de gevestigde orde om; andere, nieuwe vakbonden (PO in Actie, De Werkvereniging), werkgeversorganisaties, coöperaties, broodfondsen: anders organiseren waarbij de klassieke polder niet meer nodig is. En het gaat rap. Leer er van, in plaats van ze proberen terug te duwen in de regels van vorige eeuw in instituties van de vorige eeuw. Faciliteer die experimenten, leer van de creativiteit op de arbeidsmarkt om zelf tot oplossingen te komen, maar blijf niet hangen in een oude werkelijkheid en papieren ambities.
Auteur: Drs. Fedde Monsma – Arbeidsmarktdeskundige en Auteur Poldermodel 3.0, de toekomst van arbeidsverhoudingen.
The post Moderne arbeidsmarktverhoudingen appeared first on Seats2meet.
March 14, 2019
Robots werken, mensen leven

Dit artikel verscheen eerder op de site van de Werkvereniging, samenwerkingspartner van S2M Festival Connecting Stories.
Opjutter Saskia Nijs is innovatie expert werken & technologie en pleit voor het loskoppelen van werk en inkomen en voor het inzetten van technologie om voor iedereen een basisinkomen te realiseren via een basisinkomen-incubator.
Ook dit jaar zijn de cijfers van medewerkers die aangeven dat ze zich niet betrokken voelen bij hun werk en hun potentieel niet voldoende kunnen inzetten, hetzelfde als de afgelopen tien jaar. Bedroevend laag en geen enkel teken van verbetering. Een tocht door de geschiedenis bracht ons bij verschillende vraagstukken, zoals wat het betekent dat Edward Bellamy al eind 19e eeuw sprak over de combinatie werk en vrije tijd, en dat werk beperkt moest worden tot hooguit drie uur per dag. Het lijkt alsof we nu verder weg zijn van dat idee dan ooit. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn we steeds meer uren gaan werken. Werken biedt ons enerzijds, naast een stabiel inkomen, sociale erkenning, een gestructureerde dagindeling en zingeving door zelfontwikkeling. Anderzijds blijkt uit jaarlijkse onderzoeken van Gallup dat liefst 80% van de deelnemers ander werk zou willen doen.
Mijn pleidooi? Ik heb twee oplossingen. Enerzijds moeten we werk gaan loskoppelen van inkomen. Ik ben het helemaal met de blog van Pierre Spaninks eens dat werken voor ons meer is dan het realiseren van een salaris en sociale zekerheden. Dat mensen graag willen bijdragen, willen ontwikkelen en ergens bij horen. Maar moet dat per se gekoppeld worden aan inkomen? Wat mij betreft vraagt innovatie op de arbeidsmarkt om een geheel nieuwe kijk op de waarde van werk. Ik hoorde bij TedXWomen een speech van Ying Zhang, professor ondernemerschap en innovatie. Zij vertelde dat ouders in China een vergoeding krijgen van de overheid als zij hun kinderen helpen met huiswerk maken, omdat de overheid het belangrijk vindt dat ieder kind een goede opleiding krijgt. Huiswerkondersteuning wordt in China gezien als toegevoegde waarde voor de samenleving, terwijl het bij ons gewoon een taak erbij is die we op dit moment in grote getale oplossen met huiswerkbegeleiding. Als maatschappij moeten we samen gaan herdefiniëren welke taken of werkzaamheden voor ons belangrijk zijn en hoe we die kunnen en willen belonen. Dat zet meteen de discussie scherp rondom het lerarentekort bijvoorbeeld. Hoe belangrijk vinden we gezondheidszorg en onderwijs? Of belonen we liever de ivoren torens op de Zuidas?
Mijn tweede oplossing gaat over technologie. We moeten technologie inzetten om voor iedereen een basisinkomen te realiseren. Een basisinkomen biedt ons de mogelijkheid om echt anders te gaan werken en leven. Een blanco pagina waardoor alle huidige systemen en 19e eeuwse kantoren kunnen gaan vernieuwen. Niet bang zijn dat robots ons werk gaan inpikken, maar juist van de situatie gebruikmaken en innoveren op hoe we willen samenleven met technologie. Werken is voor robots en leven is voor mensen. Hoe dat gaat uitpakken weten we niet, maar laten we starten met experimenteren en onderzoeken wat er gebeurt als we mensen een basisinkomen geven en hen faciliteren met technologie. Niet vanuit de politieke regelgeving, maar via een basisinkomen incubator. Dwars door alle soorten werk heen. Van vakman tot chirurg, van winkelier tot CEO.
Door het recente schandaal met Facebook worden veel mensen opgeroepen hun account te verwijderen. De verontwaardiging over de datalekken is groot. Maar is dit echt iets wat we niet wisten? Volgens mij geven we dagelijks, willens en wetens, onze data gratis weg omdat de aantrekkingskracht van het delen en liken nou eenmaal groter is. In plaats van in onvrede te blijven hangen, moeten we nu de situatie naar onze hand zetten. Laten we inzien dat alle ontwikkelingen rondom artificial intelligence (AI) onomkeerbaar zijn. Maar naast wetgeving of eliminatie is er nog een andere oplossing.
Als we de situatie nu eens omdraaien en munt slaan uit onze eigen data? We nemen controle over onze eigen data en zorgen dat we er zelf ook iets aan hebben. Namelijk: pay per data. Niet alleen bedrijven worden er rijk van, maar wijzelf voortaan ook. Wat is jouw e-mailadres waard? Vind je het oké om je vrienden door te verkopen als je ze daarna op een etentje kunt trakteren? En jouw bezoeken op andere websites? Wat mag wel doorverkocht worden, en wat niet? Dus in plaats van alles blokkeren, uitzetten, beveiligen of verwijderen, moeten we gewoon geld gaan verdienen met onze eigen data. AI verandert de wereld waarin wij leven. Data-eigenaarschap wordt een steeds belangrijker thema. Zo zou Spotify jou kunnen betalen om muziek te luisteren via hun diensten. Net als dat Google en Facebook aan jou maandelijks een bedrag storten voor het gebruik van de zoekmachine en voor het uploaden van foto’s. Het is dan een bewuste keuze om op een transparante wijze onze gegevens te delen.
Een van de discussies over geld verdienen via onschuldige gebruikers, gaat over cryptogeld. Joost Schellevis, technologieredacteur van de NOS, schreef hier in november een artikel over. Hij schrijft hoeveel websites via cryptomining geld ophalen door op de achtergrond onze computers te gebruiken. De rekenkracht van je computer wordt, zonder dat je het weet, gebruikt om virtuele valuta, vergelijkbaar met de Bitcoin, te genereren. Met een miljoen maandelijkse bezoekers, kan dit geminede bedrag oplopen tot ruim boven de €100.000 per maand. Je kunt dit blokkeren als je er verstand van hebt, maar misschien nog beter: deel in de winst! YouTubers doen dit allang. Die ruilen hun data in voor betaalde vakanties, gratis producten en krijgen betaald voor iedere click. Mijn data zijn geld waard, dus laat ik er dan ook zelf de vruchten van plukken.
Er zijn dus een aantal oplossingen. Zorgen dat onze data ook geld voor ons oplevert. Maar daarnaast vind ik ook dat de grote tech bedrijven een robottax moeten gaan betalen. Ik moet tegenwoordig zelf mijn boodschappen scannen bij de AH. Dat levert geld op voor AH en voor de ontwikkelaar van de scanners. Maar wat heb ik eraan? Ik doe nu het werk van een ander, namelijk het scannen en afrekenen van mijn boodschappen. En zo zijn er natuurlijk tal van andere voorbeelden.
In deze tijd, waarin de arbeidsmarkt weer krapte vertoont, en waarin we tegelijkertijd bang zijn dat robots met onze baan aan de haal gaan, is het tijd voor een andere discussie. Voor welke toegevoegde waarden van onze maatschappij willen wij betalen? Hoe ontluiken we al dat potentieel? Hoe laten we robots voor ons het werk doen? En wat vinden wij belangrijk om te belonen of terug te vragen zodat werk niet langer gekoppeld hoeft te worden aan inkomen en sociale zekerheden!
Tip: Tijdens S2M Festival Connecting Stories houdt Saskia een ronde tafelsessie: Banen verdwijnen niet – taken wel! Hoe werken we samen met robots?
Ga het gesprek met Saskia aan over de kansen die technologie modern werkenden biedt. Saskia Nijs onderzoekt de genoemde mogelijkheden en experimenteert hoe technologie ons gaat helpen aan een basisinkomen. Denk en doe mee tijdens deze sessie en laat je inspireren.
The post Robots werken, mensen leven appeared first on Seats2meet.
March 13, 2019
Ik sta altijd stom op de foto

Dit artikel is geschreven door Ruud de Korte, Professional Portrait and international Fine ArtPhotographer. Ruud is aanwezig tijdens S2M Festival Connecting Stories, je kunt bij hem een mooie profielfoto laten maken.
Oud minister Ruud Lubbers liep ergens waar persfotografen stonden. Een fotograaf riep “even stilstaan meneer Lubbers” waarop Lubbers doorliep en riep “Ik ben politicus en geen fotomodel!”
Om een portret te laten maken hoef je geen fotomodel te zijn. Een portretfoto laat zien wie jij bent en hoe jij jezelf presenteert. Dat is wat anders dan in een pose staan waarbij je kleding goed uitkomt voor een fashion shoot. In een vacature staat nooit dat je er goed uit moet zien, soms wel dat je representatief moet zijn. De foto van een fotomodel ziet er daarom anders uit dan die van een manager. Beiden zijn representatief.
Ik sta altijd stom op de foto
Dat is correct. Ik zal het nuanceren. Niemand vindt zichzelf mooi op de foto staan, je vindt jezelf in het echt knapper. Het is nog wetenschappelijk bewezen ook. Dat komt omdat je jezelf altijd voor de spiegel in spiegelbeeld ziet staan. In de spiegel doe je houdingen waarvan jij vindt dat je er goed uitziet. Een foto laat je zien zoals de ander jou ziet, niet in spiegelbeeld, daardoor komen er zaken in beeld die je van jezelf meestal niet ziet, maar er wel zijn. Het helpt door de spiegelfunctie van je telefoon te gebruiken als je een selfie maakt. Dan zie je hoe de ander jou ziet. En verder is het zo dat hoe vaker je jezelf op de foto ziet, des te sneller raak je aan je eigen foto’s gewend.
Ik heb geen mooie lach
Het is onzin te moeten lachen op de foto. Terwijl bijna elk geschreven artikel over jezelf presenteren aanhaalt dat lachende mensen knapper worden gevonden dan niet lachende mensen. De redenen hiervan zijn simpel te verklaren:
Je lacht niet altijd. Dus lachend op de foto gaan mag, maar het moet niet. Het helpt natuurlijk wel vriendelijk te kijken. Wil je autoriteit uitstralen in een business portret? Dan is lachen zeker niet nodig.
Waarde hangen aan een lach is cultureel bepaald. Een ear to ear smile wordt erg gewaardeerd in de US en is minder belangrijk in Europa. Als je zoekt naar “cool macho latino” dan voel je al aan of er wordt gelachen of niet.
Het is interessant op internet eens te zoeken naar foto’s bij de zoektermen: knappe mensen, knappe vrouwen, knappe mannen, mooie mannen, mooie vrouwen, handsome people, handsome men, handsome woman, lekkere chick, lekkere hunk, hot babe en hot stud. Hoe “cheaper” de zoekterm, hoe meer de lach wordt getoond en hoe meer sportschoolvlees er bij de mannen bij komt kijken. Zelf als je expliciet zoekt naar “smile” of “lach” zie je ineens verdacht veel smilie icons, lachende babies en close ups van gebitten van mondhygiënisten.
Een lach heeft weinig te maken met de manier waarop jij je presenteert in jouw profielfoto. Een foto met een big smile, terwijl je op een gesprek heel anders overkomt heeft daarom geen toegevoegde waarde. Het gaat om jou en niet alleen om je lach.
Ik weet niet hoe ik moet kijken
En daarom ga je naar mij toe. Ik weet hoe je moet staan en praat je er naartoe. De juiste houding en de juiste look bij het beroep wat je hebt. Make-up artist Berndien doet je haar goed, werkt je make-up bij en geeft desgevraagd een styling advies. Samen bekijken we de foto’s en jij mag kiezen welke foto’s je wel en niet wilt hebben.
Tijdens S2M Festival Connecting Stories maakt Ruud eenvoudigere portretfoto’s, Berndien is hierbij niet aanwezig. Je kunt zo proeven van de stijl van Ruud en later besluiten nog meer professionele foto’s te laten maken.
The post Ik sta altijd stom op de foto appeared first on Seats2meet.
March 12, 2019
5 Superb Ideas of Marketing through Technology in 2019

The article was orginially posted at https://www.educatorhouse.com
Marketing has always been tied in for interfacing with people in the ideal place and at the perfect time. It is best to meet the customers where they are already in. Almost, every one of them is using the internet and digital technology.
Digital marketing involves methods used to convey a message through modern technology. Organizations use digital channels, for example, web indexes, social media, email, and their sites to interface with present and imminent clients. Below listed are some methods a firm should consider to enhance the marketing strategies via technology.
1. Artificial Intelligence
There’s no better time for advertisers to start testing how A.I. can help make a much-customized experience for their users. Artificial intelligence is ready to keep developing overall enterprises and fragments. Advertisers must devote their time and assets through modern technology and guarantee their marketing association is set up for proceeding with success. A.I. let a firm to,
Know precisely what buyers are considering, saying, and feeling about the brand in real time.
Help feed user profiles. It furnishes advertisers with more profound information about purchasers and customers, empowering them to convey the correct message to the correct person.
Make them a stride further for more profound knowledge and analysis.
Almost every organization is moving towards AI.
2. Chatbot Usage
Customers do not want to wait for the responses during a conversation. Chatbots are the best solution for them. Chatbots are making the way toward automatic reactions to potential purchasers. They can easily answer repeated inquiries in a much simpler way by furnishing them with an approach to scan for the item or administration they’re searching for.
Chatbots also have many significant circumstances. They can serve customers day in and day out and hold their information. They’re cordial and patient always. The bot treats the consumers very well yet they get violent sometimes. Chatbots can react to a number of requests from various clients in the meantime, so holding up times will never again be an issue.
3. User-Friendly Applications
It is now imperative for every business to have an application for their services. More importantly, it must be user-friendly which can be accessed anywhere, any time. Most of the consumers prefer using mobile phones. It is important to design applications in a way that can be easily accessed through mobiles. It will enable users to visit products without spending a lot of time.
4. Smart Audio Tuning
The central significance of audio tuning and voice searches is that people frequently prefer to talk for interactions. It consumes very less time and is a very effective way of communication. Now a day machines are improving to the way people want them. Users can search, shop and see new products using audio searches through this technology. The expanding use of voice scanning has made it vital for organizations to reconsider their marketing techniques in 2019.
About 50% of all the searches will be voice scans by 2020
About 20% of mobile questions on Google are vocal scans
About 25% of all Bing queries are voice tests
Source: www.singlegrain.com
5. Social Media Marketing
This is the most common junction for the interaction of people. The best feature of a social web platform is that any customer or user can work as your marketing factor. It enables everyone to share the content that has been posted. All an organization needs are to utilize the channel properly. Social Media is growing very fast and can be fruitful for any company who has plans to work with this method.
About 1.3 billion active users per month
2 billion messages are being shared among clients and business every month
1.3 billion active users on WhatsApp
About 55 billion messages are being sent via WhatsApp every day.
Source: https://techcrunch.com
Digital Marketing and its Strength
Undoubtedly, technological involvement has taken over traditional marketing methods with a considerable impact. Digital Marketing provides significant features to increase customer involvement with the products and services of a company. It helps in delivering real-time results and providing a convenient way to communicate with customers. It also enables a firm to figure out the number of users to reach their market. A firm can be well aware of the competitors allowing them to plan future strategies. It helps to improvise the ideas in a better way at a very cheap cost and builds up trust among the clients.
The Bottom Line
In this changing world, digital marketing technology can’t be overlooked. Nobody is questioning the intensity of successful advertising. A successfully executed marketing and promoting effort can serve the necessities of any business and increment in the interest for the item or services that they offer. However, circumstances are different and keeping in mind that the requirement for advertising is as yet fundamental, where those promoting channels have changed a ton.
The post 5 Superb Ideas of Marketing through Technology in 2019 appeared first on Seats2meet.
Doperwten-salami en bieten-chorizo: Seats2meet doet mee aan de Nationale Week Zonder Vlees.

Doperwten-salami, huisgemaakte pompoen hummus en plakjes bieten-chorizo. De Nationale Week Zonder Vlees wordt uitgebreid gevierd bij Seats2Meet Utrecht CS én MeetingPlaza.
Samen de beste versie van jezelf worden
Het past helemaal in het gedachtegoed van Seats2Meet: het bevorderen van een slimmere, betere en duurzamere wereld die we samen met elkaar maken. Het was dan ook een logische keuze om mee te doen. “Het vlees wat we op dit moment aanbieden is vooral bedoelt om een goede gastbeleving te geven” verteld Gauko, een van de koks bij Seats2Meet Utrecht CS. “De visie van Seats2Meet is vooral naar de toekomst gericht. We hebben ons als samenleving ontwikkeld van een agrarische-, naar een dienstverlenende samenleving en bewegen nu naar een netwerksamenleving.”
Het was dan ook gesneden koek om het lunchmenu aan te passen voor deelname aan de Nationale Week Zonder Vlees. Mede door de visie van Seats2Meet bestaat het dagelijkse lunchaanbod voornamelijk al uit lokale en biologische producten, waarbij duurzaamheid een belangrijke rol speelt. De lunch die bij vergaderingen op zaal wordt gebracht, is hier een voorbeeld van. Door bewust wat minder grote porties aan te bieden en daarbij aan te geven dat gasten altijd meer kunnen vragen, voorkomt Seats2Meet dat er veel eten wordt weggegooid.
Bewust omgaan met consumptie
Mede door de deelname aan de Nationale Week Zonder Vlees wil Seats2Meet bewustwording creëren bij de gasten. Eén van de resultaten van minder vlees eten, is dat het water bespaart. Bewuster omgaan met de manier waarop we water consumeren, is wat bij Seats2Meet al wordt gepromoot. Dit wordt gedaan door het gebruik van kraanwater te stimuleren, in plaats van waterflesjes te gebruiken. Op een positieve manier worden de gasten geconfronteerd met de kilometers die anderzijds afgelegd zouden worden voor het gebruik van een plastic flesje.
Niet zomaar een verhaal
Communicatie is daarbij wel van groot belang. Het keukenteam bij Seats2Meet Utrecht CS verwacht dat de meeste mensen er over het algemeen goed op gaan reageren. Ondanks dat zijn er altijd mensen die een plakje ham gaan missen. “Het zal goed begeleid moeten worden” benadrukt Gauko. “Onze deelname aan de Nationale Week Zonder Vlees komt in het boekingssysteem naar voren, en op de dag zelf door middel van bordjes en posters. Bij het buffet kunnen wij vanuit de keuken een stuk storytelling doen in de vorm van een goed verhaal.”
De Nationale Week Zonder Vlees vindt plaats van 11 tot en met 17 maart. Bij Seats2Meet Utrecht CS en MeetingPlaza worden de lunches op zaal, het lunchbuffet én alle diners aangeboden zonder vlees. ZP’ers zijn van harte welkom om aan te schuiven bij ons vegetarische lunchbuffet vanaf 13:00 uur. Eet jij ook mee?
The post Doperwten-salami en bieten-chorizo: Seats2meet doet mee aan de Nationale Week Zonder Vlees. appeared first on Seats2meet.
SharePeople: arbeidsongeschiktheidsverzekering via de crowd

Dit artikel verscheen eerder op Zipconomy. Cosmas Blaauw deelt zijn verhaal over SharePeople tijdens S2M Festival Connecting Stories op 29 maart 2019.
Nog geen 20% van de zzp’ers heeft een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Er zijn alternatieven, zoals het Broodfonds en sinds kort ook Sharepeople, dat werkt via ‘crowdsurance’. Oprichter Cosmas Blaauw legt uit.
“Er is niet één grote pot geld bij een verzekeraar, maar er zijn allemaal kleine potjes van deelnemers die wij aan elkaar knopen. Deelnemers doen elkaar rechtstreeks een donatie bij ziekte en SharePeople maakt er één groot netwerk van.” Hij meent dat het risico op deze manier veel beter is op te vangen dan met twintig tot vijftig mensen, zoals bij een Broodfonds. Een ander verschil met een Broodfonds is dat niet de andere deelnemers gaan bepalen of iemand ziek is en of ze gaan uitkeren, maar dat een onafhankelijke arbodienst dit bepaalt.
Alternatief voor Broodfonds
Maar er zijn nog meer verschillen met Broodfondsen. Het geld blijft voor de SharePeople deelnemer vrij beschikbaar. Is er in een maand niemand ziek, dan is de inleg vrij besteedbaar. De zzp’er kan het geld investeren in zichzelf, bijvoorbeeld in een cursus of pensioen.
Dat ‘investeren in jezelf’ is ook de achterliggende gedachte achter SharePeople. Het viel de oprichter op dat zzp’ers veel minder in zichzelf investeren op het gebied van opleidingen of pensioen, dan mensen in loondienst. Deze manier geeft ze de gelegenheid om dat toch wel te doen. Wie investeert in zichzelf, wordt bovendien minder snel ziek, is bovendien de gedachte.
Een ballotage is er niet, aldus Blaauw. Wel moet de deelnemer beloven dat hij de komende 3 maanden niet verwacht door een reeds gediagnosticeerde ziekte of aandoening ziek te worden.
Buffer
€ 10 per maand gaat per deelnemer naar SharePeople, ‘voor het regelwerk’, daarnaast betaalt iedereen maandelijks tussen de € 0 en € 75 aan donaties. Maar die € 75 gaat alleen op als er meer dan 5% zieken zijn. Omdat het ziekteverzuimpercentage onder zzp’ers doorgaans lager ligt dan onder werknemers, verwacht Blaauw dat deze buffer groot genoeg is. Zo zijn er op het moment bij SharePeople geen zieken, dus er zijn ook geen donaties te doen. “Feitelijk ben je dan nu alleen die tien euro kwijt.” Inmiddels zijn er 1000 leden bij SharePeople.
‘AOV ingewikkeld en duur’
Deelnemers van SharePeople zijn vooral online georiënteerde zzp’ers, die wel de noodzaak inzien om iets te regelen, maar een AOV niet zien zitten. “AOV’en hebben de naam ingewikkeld en duur te zijn en omdat ze geen tijd hebben om het uit te zoeken, regelen zelfstandigen vaak niks.”
Overigens is iedereen bij SharePeople voor twee jaar gedekt tegen ziekte, wat wel weer een overeenkomst is met het Broodfonds. Voor langdurige ziekte moeten deelnemers toch een AOV afsluiten bij een verzekeringsmaatschappij. “We verwachten binnenkort deelnemers een goed aanbod te kunnen doen voor een verzekering.”
Ook ziet Blaauw toekomst in samenwerking met pensioen-organisaties, waarbij de ‘pensioenpremie’ eerst een maand via SharePeople als een ‘crowdsurance’-buffer functioneert, alvorens gestort te worden in een individueel pensioenpotje.
The post SharePeople: arbeidsongeschiktheidsverzekering via de crowd appeared first on Seats2meet.