Lisa Weeda's Blog, page 14

November 8, 2017

Pamflet voor Besef

[Lisa]

Ik was laatst op een feestje. Een vrijmibo met een dansavond er achteraan geplakt. In het centrum van Utrecht. Mannen en jongens in overhemden, hippe shirts, vrouwen op hakken, in rokjes, in blouses. Half twee ‘s nachts, de DJ zet een nieuw nummer op. Het lied begint met klappen en de zangstem van een man. Dan een gitaarriff, een koortje, een baslijn, een groter koor. Het is dansbaar. Het klinkt vrolijk, hol en donker te gelijk. In het refrein zingt de zanger: I’m a black man in a white world. I’m a black man in a white world. En iedereen klapt. En is onbezorgd. En vrolijk. En wit. Op drie mensen na is iedereen wit. En even denk ik: dit lied is niet van ons, wij mogen hier niet op dansen.

[Roos]

Misschien had hier iemand anders moeten staan. Ik ben een wit meisje; mijn vrienden zijn wit; mijn collega’s zijn wit; mijn huisgenoten zijn wit. Ik ben het stereotype witte vrouw die naast een zwarte jongen in de bus gaat zitten om te laten zien dat ze niet bang is. Aan wie? Voor wie ben ik niet bang? Voor de zwarte jongen, mijn eigen ideeën of de ideeën van de andere witte mensen die niet naast de zwarte jongen gaan zitten? Waarom gaan zij niet naast de zwarte jongen zitten? Misschien omdat ze alleen willen zitten; misschien omdat ze hem niet opmerken; misschien omdat ze hem wel opmerken maar er niet anders op willen reageren dan op een witte jongen; misschien omdat ze niet naast hem willen zitten.

Waarom staan we hier? Waarom hebben we het idee dat we hierover kunnen praten?

Ergens hoop ik dat er hier niemand luistert behalve de mensen die al om zijn. Die weten: dit klopt niet en we moeten iets doen maar we weten niet wat. En weet je? Wij ook niet.

[Lisa]

Ik was een tijd geleden in Brussel. Daar sprak ik af met een vriendin. Zij is zwart, geboren en getogen in Gent. Haar vader is wit, haar moeder is half-Rwandese, half-Vlaamse, met een pijnlijke geschiedenis van weggehaald worden uit Rwanda, weg van haar moeder, de oma van mijn vriendin. Mijn vriendin is activiste en historica. Ze is belezen, genuanceerd, scherp en onderlegd in haar activistische positie. Daar bovenop is ze boos over de herhaaldelijke vraag waar zij vandaan komt, iets waarover ze schrijft: ‘Ik ben kwaad omdat niemand weet wat ik bedoel. Omdat ik telkens met handen en voeten mijn aanwezigheid hier moet rechtvaardigen. Omdat mijn geschiedenis niet gekend is. Omdat ik geen grootmoeder heb gehad. Omdat ik geen referentie, geen aanknopingspunt, heb. Omdat mijn nationaliteit consequent in vraag wordt gesteld, door dezelfde natie die mijn band met Rwanda heeft doorgeknipt.’
Ik ontmoette haar die dag in een bar, al gauw sloten er twee vrienden aan. Ook activist. Ook zwart. We introduceerden onszelf: schrijvers, filosofen, historici. Na een minuut of tien sloeg het gesprek om. Naar hoe het is om derde generatie zwarte te zijn in een wit georiënteerd land met een koloniale geschiedenis. Ik hoorde namen van boeken die ik lees, discussies die ik probeer bij te houden, Black history month, white privilege, white supremacy, cultural appropriation. Ze zeiden dingen zoals ‘woke’ en ‘lit’ en maakten referenties waar ik niet alles van begreep. Als ik er naar vroeg, vlogen ze er langs. Die vriendin zei toen: ‘dit meisje (dat ben ik) heeft een Oekraïense oma die immigrant is, heeft geleden onder de oorlog, als untermensch is behandeld. Haar oma is allochtoon, kan je wel zeggen.’ De twee anderen keken me even aan, zeiden: ‘Maar huh, dat ziet niemand aan je. Maar vertel! En wat dan?’

Ik was boos om hoe ik werd weggezet als een ongeïnteresseerde ‘blanke’. Even had ik ook een kleur: wit. Ik was ik wit. Echt wit.

Is er niet iets structureel mis met hoe we een gesprek beginnen? Dat, voor het gesprek tussen ons vier echt op gang kwam, we elkaar al weg hadden gezet, en ik zo ook in een hok werd geplaatst? Moeten we niet alleen spreken van structurele discriminatie en privilege-verschillen, maar ook van structureel scheve gesprek constructies?

[Roos]

Ik heb boosheid bekeken. Boze mensen zijn mensen waarvan iets ontnomen is, of mensen die iets nog niet hebben gekregen terwijl ze wel vonden dat ze er recht op hadden. Er is ze niets beloofd, het is gewoon een gevoel van recht hebben op. (daarmee zeg ik niet dat het een bewuste keuze is, dat gevoel van recht hebben op.) Dat kan iets heel kleins zijn: zoals als eerste geholpen worden aan de bar, of genoeg ruimte hebben in de trein, afgebakend door een rugtas die op de stoel naast je staat; maar het kan ook groter: het kan je gelijk halen zijn, of gewoon een idee. Vinden dat je recht hebt op een idee.

Misschien staan we daarom hier. Omdat we niet geloven dat we geen recht van spreken hebben. Iets benauwt ons, iets zit ons dwars, er wringt iets. We vinden dat wij ons over racisme mogen uitspreken. Maar mogen we dat wel?

Zijn we echt alleen boos omdat we vinden dat iedereen gelijkwaardig is en zo behandeld moet worden, of zijn we ook boos omdat we er iets aan willen doen, maar daar niet in de voor juiste positie verkeren?

[Lisa]

Ik heb een aantal vrienden, hoogopgeleid, die Sylvana Simons een negerin noemden, toen, met dat Artikel 1 gemorrel. In de kroeg probeerde ik hen uit te leggen waarom dat niet kan, hoeveel tonnen zwarte ankers er aan dit woord verbonden zijn. Plantages, Gouden Eeuw, verbroken families, ongelijkwaardige verhoudingen tussen mensen. Ze lachten en zeiden: ‘Ze is er toch niet bij, en hé, ze is toch zwart? Of mogen we dat ook niet meer zeggen?’ ‘Zou ze veel kip eten?’, gooide iemand er nog tegenaan.
‘Mag ik dan ook geen BLANKE VLA meer zeggen?’
‘Wat, zwarte mensen eten toch veel kip.’
‘Is toch ook eng, je ziet ‘s nachts alleen iemands tanden in een steegje.’
‘Je krijgt er wel mooie caramelkleurige babies van.’
Ironie inzetten als oplossing voor een moeilijk bespreekbaar onderwerp waar je om de millimeter je klauwen aan kan branden, lijkt in Nederland een zeer voor de hand liggende oplossing.

Op ironie ben je niet te pakken. Het is als boter tussen iemands handen smeren en diegene vragen een huis te bouwen. Net zoals je je woede of boosheid mag toe-eigenen, mag je je blijkbaar onverschilligheid, blinde vlekken en nul besef toe-eigenen.

Roos, als je naast die jongen in de bus gaat zitten, voel je je dan solidair? Even? Of is dat dan juist een uiting van superieur zijn, gewoon al door in je hoofd die bewuste keuze te maken?

[Roos]

Als ik eerlijk ben, weet ik niet zeker of het me boos maakt. Omdat ik niet precies weet waarin ik word aangetast. Ik merk dat ik steeds ‘het’ zeg, of ‘daarover’ of ‘iets’ – alsof ik het woord racisme niet durf uit te spreken en ik wil er eigenlijk ook zo ver mogelijk bij uit de buurt blijven. Ik ben niet iemand met een standpunt. Of nou ja, dat zeg ik verkeerd. Ik ben iemand die alles weegt, oneindig weegt, zolang weegt tot het onderwerp van discussie alweer voorbij gewaaid is. Ook hier blijf ik maar wegen: wat mag ik vinden, hoe mag ik het uiten, wie heeft er gelijk? En ergens hoopte ik dat het voorbij zou waaien voor ik er een mening over hoefde te vormen. Misschien is dat de onverschilligheid die ik mezelf heb willen toe-eigenen.

Ik bevind me nog steeds op een kantelpunt: eigen ik me boosheid of onverschilligheid toe? Ben jij al over het randje? Weet jij al zeker hoe je je erover voelt? En zo ja: wat zorgde er dan voor dat je het zeker wist? Waar voelde jij je in aangetast?

[Lisa]

Ik denk vaak: voor welk team sta ik nou eigenlijk te juichen als ik mijn muil niet opentrek? Het is zoiets als dit: wat doe je als je met een groep vrienden op een pleintje staat en verderop wordt één iemand door drie mensen in elkaar getrapt. Kijk je dan toe? Zeg je niks? Is dit a sign of the times? Is dit waar het blijft hangen, is zwijgen en opzij kijken als een weerhaak die net niet diep genoeg in je huid zit, zodat je niet de behoefte voelt het ding eruit te trekken, maar af en toe gewoon de druppels bloed weg veegt?

[Roos]

Ik dacht dat bewustwording macht gaf, dat méér zien en méér voelen, betekende dat je ook meer kon bereiken. Maar hoe meer ik zie en voel, hoe meer ik me bewust wordt van hoe onmachtig ik ben. Ben ik onmachtig? Of ben ik juist in de positie om iets te veranderen, om anderen ergens op te wijzen; omdat ik er buiten sta? Zijn we toe aan mannen in het feminismedebat en zijn we toe aan witten in het racismedebat? Wordt een strijd indrukwekkender als buitenstaanders zich ermee bemoeien, of is dat olie op het vuur gooien?

Kan ik integer zijn over een onderwerp dat niets met mij te maken heeft? Het verwondert me: dat ik een onderwerp waar ik niet direct door wordt geschaad zo naar me toe weet te trekken. Sta ik hier als schrijver of als mens?

[Lisa]

Meer en meer hoor ik dat een schrijver urgent werk moet maken. Ik vereenzelvig me met dat idee. En het is een jas die ik kies aan te trekken. Ik ben tegen navelstaarderig schrijven. Philip Huff schreef van de week (desalniettemin over de #MeToo discussie, maar toch): ‘Je kunt als schrijver veel lullen over maatschappelijk engagement of daadwerkelijk proberen een verschil te maken.’ Als je taal in kan zetten om iets fragiels en ingewikkelds bloot te leggen, en dat zonder ironie of grappen doet, maar misschien wel met schaamte of woede. En met talloze vragen, met een oproep voor besef in plaats van onverschilligheid, dan doe je dat.



-

Samen met Roos Vlogman schreef ik een Pamflet voor Besef, speciaal voor Brainwash Festival. We droegen het voor in Perdu. Het is ergens nog lang niet af, ik zou er graag met meer mensen naar kijken en er over praten.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on November 08, 2017 05:28

‘Buiten de boot - Van wie is de Pride?’ in De Dakhaas #11 -...



‘Buiten de boot - Van wie is de Pride?’
in De Dakhaas #11 - Utrechtenaren


Illustratie: Cliff van Thillo

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on November 08, 2017 01:52

November 2, 2017

1 [… vind je hier …] 21  en  22 [… vind je hier …] 38 en 39 [… vind je hier

…] 42   43. Verlies je...

1 [… vind je hier …] 21  en  22 [… vind je hier …] 38 en 39 [… vind je hier

…] 42   

43. Verlies je spiegels niet
43.1 als je begrijpt wat ik bedoel: mensen die je doen inzien wie je bent wanneer je het zelf niet ziet. Als je een eikel bent of een verliezer, een winnaar of een held.
43.2 als je je blik af wil wenden, je de stap neemt naar wat je niet zou moeten doen, maar wel verlangt te doen: iemand verraden, jezelf verloochenen, verliezen, kwijtraken, omvallen, in elkaar storten, door het zwembad ploeteren maar jezelf nergens op de kant kunnen hijsen, de draad kwijt zijn, je hart breken. Als je het anders moet zien.
43.3 die spiegels, die mensen zijn nodig op het moment dat je de verkeerde keuze wilt maken en je dat weet. ‘Fouten maken is menselijk’ is een mooie catchphrase, maar wees eerlijk: menselijk handelen is vrijwel altijd bewust. en soms moet iemand jou daarop wijzen. 
43.4 gebruik de spiegel als een rem als je de verkeerde kant op valt, maar als een zet in je rug als je bijna durft te springen, als er nog maar één dal te gaan is.
43.5 en wees andermans spiegel. Je bent nodig.

44. Probeer niet in je eigen val te trappen
44.1 

het is voor ons allemaal interessant om op de rand van het ravijn te balanceren, maar loop af en toe ook weg van die rand.  
44.2 leer bruggen bouwen over de ravijnen heen. 

45. Wees bang
45.1 voor heel veel.
45.2 want zonder angst staat er niets op het spel.
45.3 voel het door je aderen stampen. Angst, angst, angst, angst, angst, angst, angst, angst, angst, angst, angst, angst, angst,

angst, angst, angst, angst, angst, angst,



angst, angst, angst, angst, angst, angst,



angst, angst, angst, angst, angst, angst,



angst, angst, angst, angst, angst, angst,



angst, angst, angst, angst, angst, angst,

angst. Als een hartslag die je aandrijft, die je bezig houdt, je in beweging zet, je een zet in je rug geeft, een stok achter de deur is.
45.4 om iets te verliezen wat je nooit kwijt zou willen. Een geliefde, een familielid, een vriend.
45.5 je hart te breken. Zo hard dat je weken achter elkaar alleen met je gezicht naar het plafond op het tapijt wil liggen en niet anders. Dat de supermarkt met al die mensen, die ook maar gewoon opstaan en ergens heen fietsen of naartoe treinen of hun kinderen naar school sturen, of hun geliefde in bed laten liggen, dat die supermarkt al te veel is, net zoals de discotheek of bier aan de bar of thuisbezorgd-pizza, liedjes in al je playlists, boeken die op de plank tegenover je bed staan, de kussens waar je op slaapt, de shampoo die je gebruikt.
45.6 dat je alles al hebt, maar vraag je wel af wat je eigenlijk niet missen kan.
45.7 voor afscheid nemen. Doe dit dan ook met aandacht, wees daar als je gedag zegt, echt daar. Voor je het weet zeg je iemand een laatste keer gedag.

46. Zet je telefoon uit
46.1 en dan niet alleen je geluid
46.2 of je meldingen
46.3 maar je wifi
46.4 en je data
46.5 en je bereik
46.6 en houd dat zo voor een tijd
46.7 niet een uur of twee
46.8 maar een dag
46.9 of een hele avond
46.10 een heel feest lang bijvoorbeeld.

47. Praat niet door concerten heen
47.1 houd je ogen dicht en luister
47.2 houd de handen van je geliefde vast
47.3 sla je armen om je vrienden heen
47.4 zing met de teksten mee
47.5 vraag je af hoe lang de artiest heeft gewerkt om hier te komen
47.6 en zorg dat je aan het einde van de avond niet naar huis wil gaan, dat het je niet lang genoeg door had kunnen gaan, dat je, als je naar buiten stapt, denkt: ik ben opeens weer in de echte wereld.

48. Maak mixtapes
48.1 voor all you 00′s kids out there: 

image

48.2 maar maak er niet te veel
48.3 want een mixtape is net zoiets als zeggen dat je van iemand houdt, doe dat vooral ook niet te vaak. Zie het als een zien van een hert in een bos, je gaat er niet vanuit het dier te zien, maar als het hert verschijnt, is niets zo magisch als dat en mag het dier ook zo weer verdwijnen.

49. Draag wie je liefhebt op handen
49.1 en laat hem of haar, diegene, weten dat je dat doet.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on November 02, 2017 07:10

November 1, 2017

Lieve.Of. Liefste.Ja, liefste.Water. Er is hier overal water. Zo veel water - ik geloof het bijna...

Lieve.
Of. Liefste.
Ja, liefste.

Water. Er is hier overal water. Zo veel water - ik geloof het bijna niet. Alsof het een construct is, een fictieve plek, niet de werkelijkheid. Alsof iemand dit voor mij gebouwd heeft.

Het water.
Het zand.
De vogels.
Het helmgras.
Eén vierkante kilometer om op te bewegen - niemand om tegen te komen.
De Griend, waar ik zit, is maar een zandplaat. Niets waard. Een broedplek voor wild. Voor natuur om uit zijn voegen te groeien. Niet voor mensen. Geen plek waar je samen heen gaat. Verderop, daar over de horizon, twaalf kilometer verder, daar zijn mensen samen. Dagjesmensen, weekendmensen, midweekmensen. Die samen fietsen, wandelen en in bed liggen. Vanaf hier, ver over de horizon, twaalf kilometer verderop, een topje vuurtoren. Elke nacht een beetje leven dat aan- en uitflitst.

Eens in de twee weken brengt de man van de reddingsbrigade me eten en drinken. Hij houdt van rijstwafels geloof ik. Hij brengt er zes pakken van mee. Elke keer. Lucht in mijn maag.
‘Zit je hier dan de hele dag met je verrekijker,’ vraagt hij dan.
Ook elke keer. Ik knik en doe alsof ik iemand ben die niet kan praten. Als je alleen bent, en er niemand is om te zeggen dat je niet doofstom bent, kan dat gewoon. Alleen kan je makkelijker doen alsof. Leugens worden in iemands hoofd geboren, nergens anders. Je kunt ze uitbouwen, als een pretpark dat je begint met één klein achtbaantje op een leeg stuk land. Binnen no-time staat er een arcadehal, een wildwaterbaan, een schommelschip, vijver met waterfietsen. Voor je het weet kan je de uitgang niet meer vinden. Is alles gekleurd licht en zijnen mensen die suikerspinnen eten, schreeuwen, overgeven in een perkje.

Liefste. Dat klinkt alsof ik je had en niet meer heb, liefste. Lieve klinkt meer als iets waar je mee bezig bent. Iets wat in beweging is. We zijn nergens meer mee bezig. We staan niet eens stil. De schakel tussen ons is weggevallen, als een elektriciteitssnoer waarvan het blauwe draadje wel en het bruine draadje niet meer functioneert.

Af en toe neemt de man van de reddingsbrigade bier van de plaatselijke brouwerij mee. Samen drinken we dan een fles of twee. Ik zit zwijgend voor me uit te kijken, hij praat aan één stuk door. We zitten in mijn hut die uitkijkt over de Griend of aan het water. Dat ligt aan het weer. Laatst stormde het en wilde hij toch naar buiten. Hij heeft een Anna. Zo noemt hij haar. Een Anna. Niet 'zijn Anna’, ‘dé Anna’. Een Anna, als een kaart uit een kwartet, niet een zeldzaam iets, als iets dat vervangbaar is. ‘Het stormt steeds vaker,’ zei hij, nadat hij uitgepraat was over Een Anna.
‘Pas je op,’ zei hij.
Ik knikte. Ik pas op. Denk ik. Weet ik niet. Wat zou er hier nou kunnen gebeuren? Hoe zou het zijn om doofstom in een storm te staan?

Vroeger was dit griend een bewoonde plek. Met een klooster. Een ommuurde nederzetting. Bewoond, geleefd, maar de golven waren sterk, cirkelden bijna als sirenen om het kleine eiland heen. Beukten tegen de randen van het gebied. Er vond voortdurende kustafslag plaats. Alles brokkelt af. Blijkbaar. Denk aan stukken gletsjer die zo het water inzakken. Rats, in één rechte lijn naar beneden. Dat is de meest definitieve vorm van verdwijnen. Sneller dan de zon zakt rond de evenaar. Iets dat vast lijkt te zijn, dat zo gemakkelijk in elkaar dondert en ook niet meer in die vorm terug keert. Iemand knipt met zijn vingers en alles is anders.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on November 01, 2017 04:29

October 30, 2017

"De kracht van kunst is wat mij betreft precies dat grijze gebied tussen autonomie en heteronomie...."

“De kracht van kunst is wat mij betreft precies dat grijze gebied tussen autonomie en heteronomie. Omdat kunst niet aan dezelfde regels hoeft te voldoen als de wereld erbuiten kan het soms verder gaan in zijn onderzoek, provocatie of voorstel. Tegelijkertijd moet kunst leven met het feit dat het altijd als fictie zal worden bekeken en daarmee de impact (ten minste gedeeltelijk) onschadelijk wordt gemaakt.”

- Lara Staal - Kunst is een ideologisch kompas
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on October 30, 2017 03:39

"Als een ieder kan ook een schrijver niet aan zichzelf ontsnappen. Voor een schrijver betekent dat:..."

“Als een ieder kan ook een schrijver niet aan zichzelf ontsnappen. Voor een schrijver betekent dat: welluidende zinnen maken, onder alle omstandigheden. Misschien vond hij het helemaal niet prettig om een mooie afscheidsbrief te moeten schrijven en zijn onmacht weer eens te fraai te verpakken, en was hij liever marktkoopman of bouwvakker geweest.”

- Edzard Mik schrijft over ‘Prenez soin de vous’ (Take Care of Yourself) van Sophie Calle in Vrij Nederland.
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on October 30, 2017 03:26

October 25, 2017

Onvermogen durven tonenNineties Productions brengt het theater naar het publiek, in hippe of...

Onvermogen durven tonenNineties Productions brengt het theater naar het publiek, in hippe of...
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on October 25, 2017 05:53

Onvermogen durven tonen



Nineties Productions brengt het theater naar het publiek, in hippe of achteraf-galeries en oude concertzalen. Plekken waar je als niet-reguliere theaterbezoeker het gevoel hebt dat je welkom bent, dat theater ook voor jou is. Met acts met een hoopvolle boodschap. ‘Een aanmoediging om ergens in te geloven al is het maar voor even.’

‘The revolution will not be televised’, zingt Gill Scott Heron in 1970. In 1978, acht jaar later, start de flamboyante Glenn O’Brien, een sleutelfiguur in de dan nog niet zo bekende The Factory van Andy Warhol, het televisieprogramma TV-Party. Een langdradig en rommelig televisieprogramma dat wordt uitgezonden in New York. Live zie je optredens van artiesten zoals Blondie en David Byrne en vreemde, trage interviews met bijvoorbeeld Jean-Michel Basquiat. De dan nog jonge New Yorkse artscene laat zijn gezicht zien in de vorm van  slome, onduidelijke, plotloze televisie.

TV-party is één van de dingen die voorbij komt in een brainstormsessie over Untitled 2017 van Nineties Productions en Paradiso Melkweg Productiehuis.‘We dachten, wat tof dat de kunstenaars daar ruimte voor zichzelf claimden’, vertelt regisseur Anne Maike Mertens. ‘Het was een soort anarchistische punk: dit is wat we maken, we weten niet precies wat we maken, maar we maken het gewoon en we nodigen iedere week een kleine groep mensen uit om samen tv te maken, maar we maken met die kleine groep zodanig tv dat de gewone mens in New York ook kan zien dat dit er is. Ruimte die vrij was om in te vullen met eigen concepten en ideeën, die wel invloed zou kunnen hebben op veel mensen.‘

Galerie Zamen in Amsterdam Noord. Een rommelig pand met grote ramen, een koffiebar, tafels om overdag taart aan te eten. Aan de muren hangt kunst. Twee banken staan opgesteld voor wat deze avond als podium geldt. Achter de banken: rijen stoelen, daarvoor zitzakken. Op de uit vlakken bestaande vloerbedekking staan woorden geschilderd, untitled 2017, sincere. Langs de wand een kledingrek, op de vloer drie stoelen, camera’s op statief, handcamera’s, hele kleine camera’s, een drumstel, een cactus, microfoons, een synthesizer. Op kleine vierkante televisies in de ruimte tikt de tijd af. ‘Het is allemaal echt, ze kunnen jullie horen’, zegt Yannick Noomen, op dat moment in de rol van TV-host. De laatste tien seconden tellen de acteurs samen met het publiek af. Vanavond probeert Nineties Productions je een miniatuur perspectief op het leven van onze generatie te geven, legt Yannick in het Engels uit. De generatie van onder meer ‘image building loners en non-protesting losers. We are gonna do our utmost best to be sincere.’

Afstand van de verslagenheid

Oprechtheid als insteek voor theater. Waarom niet gewoon gaan voor ironie? Voor een overstijgend perspectief, waarbij je altijd de troefkaart, cynisme, in handen houdt? Mertens:’Ironie gaat ons allemaal veel te goed af, vind ik soms. We zijn daar goed in, het is hoe we onszelf houding weten te geven, hoe we laten zien dat we iets niet kunnen oplossen: we maken er grappen over of we benaderen een probleem ironisch. Als makers dachten we: kunnen we dat ook anders doen? Kunnen we daar iets tegenover zetten? Kunnen we ook acts maken met een hoopvolle, warme boodschap? Een aanmoediging om ergens in te geloven al is het maar voor even.’

Een van de eerste interviews van de avond is direct oprecht, want niet geacteerd. Annelinde Bruijs, nu in de rol van host, spreekt met de wat oudere kunstenaar George, die werk heeft hangen in Galerie Zamen. Het is een lang interview. George is ingetogen, vriendelijk, beleefd. Hij vertelt dat zijn dochters zijn instagramm-account beheren en dat hij er nooit op kijkt. Maar dat is wel hoe de wereld nu werkt, vertelt hij. Op de vraag: ‘Wat heeft je gebracht tot het worden van kunstenaar?’ geeft hij een rommelig antwoord, met als conclusie: ‘Dat zou ik niemand meer aanraden, nu, kunst maken.’ Dit theaterstuk van Nineties Productions is misschien een beweging tegen het statement dat George hier maakt. Een beweging weg van het cynische postmodernisme, weg van de verslagenheid, het niet protesteren, het van bovenaf bespotten wat er in de realiteit gebeurt. Mertens:’We waren ons vanaf het begin bewust van dat we altijd moesten blijven vechten tegen dat postmoderne element. Dat is ook vaak de discussie geweest tijdens het maken: ‘deze show is alles behalve hoopvol. Het cynisme druipt er vanaf’. Dan sloegen we een andere richting in. Dat is ons bij vlagen ook goed gelukt.’ Zo hebben ze in Untitled 2017 geprobeerd zorgvuldig met alle verhalen en personages om te gaan. ‘Als we de voorstelling niet zo goed speelden, werd die vanzelf cynischer.’

Goudvissen

Waarachtigheid creëren op een podium is zo makkelijk nog niet, misschien zelfs ongewoon en unheimlich. ‘Ik denk dat iedereen zichzelf constant oprecht moet vormgeven en niet moet proberen om een grappige show te maken’, zegt Mertens. Hierin zocht het gezelschap naar waar het metamodernisme mocht verschijnen in het stuk. ‘In hoeverre mag onze agenda als makers er letterlijk doorheen komen: dit is waar we mee bezig zijn, maar dit kunnen we tegelijkertijd ook niet, dus we laten ons onvermogen zien.’

De zet van Nineties Productions? Wetenschappers Robin van den Akker en Timotheus Vermeulen letterlijk – als personages – op het podium neerzetten, iets na de helft van de voorstelling. Dit duo schreef een artikel over metamodernisme. De term bedachten ze ’s avonds in een kroeg, en ‘de volgende ochtend sloeg het nog steeds ergens op.’
Yannick, weer in de rol van host, kondigt het duo als volgt aan: ‘U had het misschien nog niet door, maar we leven inmiddels in het metamodernisme.’ Het interview is een playbackshow. Timotheus, Robin en de interviewer spreken als goudvissen de tekst na die door de speakers galmt. De hele scène voelt als een tenniswedstrijd tussen postmodernisme en metamodernisme.

Volgens 8weekly is dit het ‘satirische hoogtepunt’, maar misschien is dit juist het gezelschap op z’n naaktst. Een dappere en gevaarlijke poging om transparant te zijn, het stuk echt metamodern in te steken. ‘Hier keren we de boel open en om,’ legt Mertens uit. ‘Door die jongens daar playbackend neer te zetten, en door die tekst op het einde nog eens, vervormd, terug te laten komen. We doen dit ook om transparant te zijn: dit is wat we willen, maar als makers worstelen we er tegelijkertijd ook mee.’

Bewegen, ergens tegenaan schampen, vragen stellen zonder direct het antwoord te weten, maar wel ergens voor op de barricade staan, dingen roepen als: ‘Welcome back to Untitled 2017. Donald Trump is still the president of the United States of America’ – zo rammelt het stuk voorzichtig aan het publiek. Zoals metamodernisme geen manifest is, maar een tijdvak, een constatering. Er is tegenstand, maar te weinig beweging, te weinig protest, er is eerder ironie. Kijk alleen al naar hoe de run van Trump werd verslagen in de (linkse) media. Het zijn zachte klappen die worden uitgedeeld, slagen van een bokser die net is begonnen: zoekend naar waar je het beste de kaak kan raken om de tegenstander eindelijk eens tegen de vloer te krijgen.
Niet alleen in tekst, in de lyrics van de zangers die optreden, de lege-huls-heid van de interviews, maar ook in vorm beweegt het stuk op een zoekende wijze. Het live uitzenden van de voorstelling is een duidelijke vormkeus, zo ook de setting buiten het reguliere theater. Mertens: ‘We willen de wereld veranderen, maar we zijn een heel klein collectief, en het is theater, dus er zit ook een droom in, in dat livestreamen. Ik vind het een meerwaarde dat je het live kan zien. Dat het zich niet alleen hier afspeelt. De concentratie van het live gaan is een vormkeuze. Het aftellen zorgt voor een ander soort gezamenlijkheid.’

Vallend blad

Kan metamodernisme, waarbij ironie plaatsmaakt voor oprechtheid, dan ook moralistisch zijn? Zit dat dan in de vormkeuzes van Untitled 2017? ‘Er zit iets spannends in oprechtheid en moraal, versus de snelheid waarin we de dingen consumeren en geëntertaind willen worden. Dat is een mooi spanningsveld waar ik mijzelf als maker kan uitdagen. We hadden ook de keuze om een echt heel lang durende show te maken, van vier uur. Dat was zo interessant aan TV-Party, het was echt een kut programma. Het zou maar net kunnen dat iemand de zoom-knop van de camera ontdekte en dan 37 keer in- en uitzoomde om te laten zien dat het iets is dat hij had uitgezocht. Zonder daar verder iets mee te doen. Dat vind ik heel goed. Wij hebben te maken met een theaterspanningsboog. Je wilt iets laten zien, je wilt iets verbeelden. Daarin hebben we soms ook een mooie show gemaakt, maar ik hoop dat de show soms ook lelijk en saai kan zijn. Dat is wat we geprobeerd hebben,’aldus Mertens.
Er is nog veel meer te noemen, muurbloem Kassandra die aan het einde van de voorstelling plotseling in een halve neon-outfit het hele podium bezweert met haar zang; het verschrikkelijke performance-art-hipster-koppel in wollen truien met knotjes op hun hoofd, dat uitlegt hoe moeilijk een vallend blad oprecht uit te beelden is; de drummer die na het applaus toch een poging waagt en een vallend blad uitbeeldt en zo van ironie iets oprechts probeert te maken.

Jedi Code

Neem daarbij het telkens zoeken naar een nieuwe opstelling van acteurs en makers die zich in elk nieuw stuk van dit collectief volledig voor een onderzoek buiten de gebaande paden van theatermaken inzetten. Misschien steekt daar wel de allergrootste oprechtheid in. Nineties Productions is niet elitair, maar wel intelligent. Het gezelschap vermengt hoge cultuur met lage cultuur. Ze halen ander publiek naar het theater, publiek dat gerust wekelijks naar de getver gaat op technofeesten en niet te vinden is in de Stadsschouwburg. Anders gezegd: ze brengen het theater naar het publiek, buiten de zalen, in hippe of achteraf-galeries en oude concertzalen zoals Kytopia in Utrecht. Plekken waar je als niet reguliere theaterbezoeker het gevoel hebt dat je welkom bent, dat theater ook voor jou is, waar je gerust een biertje aan de bar mag halen na twintig minuten zonder dat iemand opkijkt. Waar mainstream zich vermengt met high culture. Daarom, als samenvattend voorbeeld van de kracht van Untitled 2017: de Jedi Knight, gespeeld door Marius Mensink, die na duizend maal vragen vrijwillig het podium op komt. Hij is net terug van een conferentie over Jedinisme en noemt, met een lightsaber in de hand, de Jedi Code op. Hierin versmelten moraliteit, oprechtheid en ironie misschien nog wel het meest: een vorm waaruit blijkt dat je niet cynisch-onoprecht hoeft te zijn als kunstenaar, maar ook niet compleet ideologisch en naïef.

There is no emotion, there is peace.
There is no ignorance, there is knowledge.
There is no passion, there is serenity.
There is no chaos, there is harmony.
There is no death, there is the Force.




Ik schreef dit stuk in opdracht van Theatermaker.
Foto: Marc Slings 

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on October 25, 2017 05:53

October 17, 2017

Touch Me Lord Jesus - Gospel Legends Volume 1 Margret Allison...



Touch Me Lord Jesus - Gospel Legends Volume 1 Margret Allison

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on October 17, 2017 12:52

Lisa Weeda's Blog

Lisa Weeda
Lisa Weeda isn't a Goodreads Author (yet), but they do have a blog, so here are some recent posts imported from their feed.
Follow Lisa Weeda's blog with rss.