Ton van 't Hof's Blog: Ton van ’t Hof, page 16

February 19, 2025

19.02.2025

Gemotiveerde zon, wind als een vuistslag, nog altijd overal sneeuw. Harkte me op de fiets, kop er bijna af gevroren, naar super en bibliotheek. Rekende eerst uien en currypasta af en ruilde vervolgens de detectives om voor het derde deel van Voskuils dagboeken.

Kwam bij het ruimen van FB-berichten een experimenteel gedicht tegen, dat ik in 2016 schreef en straal vergeten was:

ALLE WERKWOORDEN
UIT EEN VERS VAN LUCEBERT

Zullen, zijn
Loven, laken

Eten
Oordelen, mededelen
Zijn

Zijn, vormen

Zijn
Zijn
Geven
Zijn
Zijn
Rubriceren

Knoop met dit gedicht maar eens een gesprek aan, criticasters, een zakelijk gesprek a.u.b.

De mogelijkheden / die er tussen twee of meer mensen / bestaan!

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on February 19, 2025 07:25

February 18, 2025

Kom, geef mij een hand

Wat staat er op het spel bij poëziekritiek?

Wat is de inzet van de bespreking van een gedicht?

Soms word ik diep getroffen door een vers, onlangs nog, bij het lezen van de nieuwe bundel van Frans Budé, Te midden van alles, mijn gemoed schoot vol. Een titelloos gedicht over liefde en vergankelijkheid, twee oerthema’s van de poëzie:

Waaiend haar, geen schip op zee. We zijn alleen
met de wind, schuimbekkende golven om ons heen,
een meeuw heel dichtbij. Het stappen door het zand

valt tegen – we weten hoe straf de tijd onze lijven
binnensloop. Kom, geef mij een hand, voordat we
voorgoed opgaan in vergetelheid, voel hoe deze dag

nagloeit. Pas aan de einder van een andere kust
zullen wij ooit afslaan naar een ondergaande zon,
wanneer het uitzicht voor en na voorgoed verzinkt.

Prachtig, zal de één zeggen, sentimentele shit, de ander. Misschien moet je wel, net als ik, ouder zijn en een standvastige relatie hebben om geraakt te kunnen worden door dit gedicht. Budé’s woorden laten me voelen hoe belangrijk mijn levenspartner voor me is, hoezeer we op elkaar aangewezen zijn nu de jaren gaan tellen. Treffend vind ik het hand in hand, in het hart van het gedicht, als schakel van het verbond tussen twee mensen. Als de beeldspraak in de slotstrofe nog ietsje verrassender zou zijn geweest, dan had ik dit vers voorzien van het etiket ‘meesterlijk’. Maar eigenlijk doet het er niet toe. De mens in me werd zo ook al naar boven gehaald, en wat zou je je nog meer willen toewensen?

1 like ·   •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on February 18, 2025 07:43

February 17, 2025

Met meer fantasie voelen

In De mandril op de slagboom kom je één gedicht uit Rivers and Mountains tegen, “The Recent Past”, door Peter Nijmeijer vertaald onder de titel “Het recente verleden”. Een cryptisch gedicht dat uit twee strofes bestaat. Onder critici lijkt er consensus over onderwerp en thema te zijn: doorgaans wordt de receptie van Ashbery’s vorige bundel The Tennis Court Oath als het onderwerp gezien en de relatie tussen lezer en tekst als het thema. Hieronder volgt eerst het origineel en daarna Nijmeijers vertaling.

THE RECENT PAST

Perhaps we ought to feel with more imagination.
As today the sky 70 degrees above zero with lines falling
The way September moves a lace curtain to be near a pear,
The oddest device can’t be usual. And that is where
The pejorative sense of fear moves axles. In the stars
There is no longer peace, emptied like a cup of coffee
Between the blinding rain that interviews.

You were my quintuplets when I decided to leave you
Opening a picture book the pictures were all of grass
Slowly the book was on fire, you the reader
Sitting with specs full of smoke exclaimed
How it was a rhyme for “brick” or “redder.”
The next chapter told all about a brook.
You were beginning to see the relation when a tidal wave
Arrived with sinking ships that spelled out “Aladdin.”
I thought about the Arab boy in his cave
But the thoughts came faster than advice.
If you knew that snow was a still toboggan in space
The print could rhyme with “fallen star.”HET RECENTE VERLEDEN

Misschien zouden we met meer fantasie moeten voelen.
Zoals de lucht vandaag bij 21 graden met vallende lijnen
Als september een vitrage beweegt om dicht bij een peer
Te komen. De vreemdste truc kan niet gewoon zijn. Dus weer
Zet de ongunstige klank van angst assen in beweging. Er heerst
Geen vrede meer in de sterren, als een kop koffie geleegd
Tussen de verblindende regen, die alles ondervraagt.

Jullie waren mijn vijfling toen ik besloot jullie te verlaten
Een plaatjesboek openslaand bleken de platen allemaal van gras
Langzaam begon het boek te branden, jij de lezer
Met brillenglazen vol rook riep gelaten
Dat het een rijm was op ‘baksteen’ of ‘racer’.
Het volgende hoofdstuk beschreef uitvoerig een beek.
Je begon het verband te doorzien toen een vloedgolf
Arriveerde met zinkende schepen die ‘Aladdin’ spelden.
Ik dacht aan de Arabische jongen in zijn grot
Maar de gedachten kwamen sneller dan berichten.
Als je wist dat sneeuw een stilstaande tobogan was
In de ruimte, dan rijmde prent op ‘vallende ster’.

Een vraag die dit enigmatische gedicht bij veel lezers zal oproepen is: Wat wil Ashbery nu van me? Deze receptie viel ook het voor velen raadselachtige The Tennis Court Oath in de jaren zestig ten deel. En met een beetje goede wil kun je die ontvangst inderdaad in de tweede strofe van “The Recent Past” verbeeld zien. De “vijfling” verwijst dan naar de kleine schare lezers die Ashbery aan zijn eerste bundel had overgehouden, en die hij vervolgens weer verliet door met The Tennis Court Oath een nieuwe, experimentele weg in te slaan. Een weg die zich onder andere kenmerkt door een associatieve opeenstapeling van beelden, waartussen de lezer meesttijds zelf wordt geacht verbanden te leggen. Het middendeel van de tweede strofe van “The Recent Past” beschrijft de moeite die lezers daarmee hadden en nog hebben. In de mystieke slotzin – een “tobogan” is een soort slee – heeft het er wel alle schijn van dat de “vallende ster” Ashbery zelf is.

Wat ik me nog altijd afvraag is hoe Ashbery tot dit gedicht gekomen is. “The Recent Past” lijkt geenszins te zijn opgebouwd vanuit het idee om de receptie van The Tennis Court Oath eens te verwoorden, of vanuit een gevoel onbegrepen te zijn. Integendeel, ik zie eerder een associatief begin van waaruit Ashbery op iets stootte, dat hem aan de ontvangst van zijn tweede bundel deed denken, en waarop hij vervolgens voortborduurde. Wellicht kan een nadere beschouwing van dat associatieve begin, de eerste strofe, verhelderend werken. Ik herhaal die strofe nog eens.

Misschien zouden we met meer fantasie moeten voelen.
Zoals de lucht vandaag bij 21 graden met vallende lijnen
Als september een vitrage beweegt om dicht bij een peer
Te komen. De vreemdste truc kan niet gewoon zijn. Dus weer
Zet de ongunstige klank van angst assen in beweging. Er heerst
Geen vrede meer in de sterren, als een kop koffie geleegd
Tussen de verblindende regen, die alles ondervraagt.

In Nijmeijers vertaling lezen we de gangbare interpretatie van de tweede zin terug, namelijk dat daarin een voorbeeld wordt gegeven van wat met fantasie zou kunnen worden gevoeld. Ik heb daar een ongemakkelijk gevoel bij. Elke strekking van de eerste strofe lijkt met deze interpretatie vergezocht.

Wie echter na het woord “today” in de originele tweede zin pauzeert, alsof er een komma staat, duikelt een andere mogelijkheid op: “As today, the sky 70 degrees above zero with lines falling / The way September moves a lace curtain to be near a pear, / The oddest device can’t be usual.” Zo gelezen omvat deze zin de reden waarom we met meer fantasie zouden moeten voelen: “As today (…) The oddest device can’t be usual.” In mijn vertaling: “Omdat vandaag (…) het gekste ontwerp niet gebruikelijk mag zijn.” Het “ontwerp” als product van de verbeelding. Vandaag dienen we onze fantasie als het ware te overstijgen. Ook om (iets van) dit gedicht te kunnen begrijpen. Vanuit deze gedachte zou de eerste strofe als volgt naar het Nederlands kunnen worden omgezet:

Misschien zouden we met meer fantasie moeten voelen.
Omdat vandaag, de lucht 21 graden boven nul met lijnen die vallen
Zoals september een vitrage naar een peer toe beweegt,
Het gekste ontwerp niet gebruikelijk mag zijn. En dat is waar
De kleinerende klank van angst assen beweegt. Er heerst
Geen vrede meer in de sterren, als een kop koffie geleegd
Tussen de verblindende regen die ondervraagt.

Waar zijn we nu precies getuige van? Vallende lijnen in de lucht doen denken aan vallende sterren. Zou het buiten donker zijn? Een zwoele septemberavond? Met een windje dat vitrage voor een open raam doet opbollen? Het donker, waarin ons zicht beperkt is en we meer op andere zintuigen – gehoor, gevoel, reuk, smaak – moeten vertrouwen. Aanschouwen we hier iemand, de auteur bijvoorbeeld, die op een septemberavond, kopje koffie in de hand, vanachter een half open raam naar een spectaculaire sterrenregen (in het Engels “meteor shower”) staat te kijken, en zich ten opzichte van de oneindige ruimte nietig voelt, beseft dat de wereld niet om hem draait. En zou hij dit natuurverschijnsel mogelijkerwijs hebben geassocieerd met zijn eigen (vermeende) val als auteur van The Tennis Court Oath? Ik kan het vooralsnog niet uitsluiten.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on February 17, 2025 07:46

February 16, 2025

16.02.2025

“He who saves his Country does not violate any Law” (Trump, 2025).

Hoe word ik een optimist?

De zon scheen, op tv werd Wie van de drie herhaald en ik luisterde, gezeten op de bank, naar podcast De Contrabas, over een boek van Édouard Louis, dat werd bewierookt: “[Zo schrijven] kun je iemand niet aanleren, dat gaat gewoon niet, dat heb je of heb je niet.”

Ik glimlachte.

Nam een glas wijn, een imposant glas, als een kathedraal.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on February 16, 2025 07:52

February 14, 2025

14.02.2025

Legde de eerste detective al na enkele bladzijden terzijde. Dit soort proza verdraag ik niet:

Wat hij nodig had om de jury in te palmen was een kingcharlesspaniël gekruist met een rottweiler die de getuigen zou verscheuren. Was Booth Watson dat dier? (…) Hij had altijd gedacht dat een advocaat niets meer was dan een straathoer: je onderhandelde alleen over de prijs. (Archer, 2023)

Werk al dagen aan de ontraadseling van een Ashbery gedicht, maar het wil niet vlotten, nog niet.

Downloadde geïrriteerd een boek over Kristien Hemmerechts, van wie ik nog nooit iets heb kunnen uitlezen, en eentje van Martin Ros, over Martin Ros, dat ik hoe dan ook niet lezen ga.

Nog vermeldenswaardig: een zeurende maag en zich vergalopperende hartslag. Ben ik de wanhoop nabij?

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on February 14, 2025 09:50

February 12, 2025

12.02.2025

Staarde een deel van de ochtend uit het raam: wit, witter, witst. Ondernam nog een poging om naar de bieb te fietsen, maar keerde na een paar honderd meter om: niet te doen. Sneeuw schoof van de daken. Hakte nog wel een emmertje hout. Luisterde naar podcasts.

“Europa,” zei de Franse filosoof, “dat is de Bijbel en de Grieken.”

Olijfolie op. En ook sneeuwde het niet meer. Nog eens op de fiets geklommen en naar Jumbo & bieb geglibberd. Griste de bieb twee detectives uit handen. Detectives? Ik wilde gauw huiswaarts, moest nodig naar de plee.

Iemand, filosoof van beroep, vroeg me van welk groter geheel ik deel uitmaak, tot welke gemeenschap ik behoor? Ik had geen pasklaar antwoord. Als Wilders er maar niet onder valt, wist ik uiteindelijk te bedenken.

Dus ik vroeg me af
of ik nog in dat gedicht voorkom,
bedoel ik. Eh, niet expliciet, geloof ik.
Kom jij in veel gedichten voor?
Nee, daarom leek het me een uniek
moment. Is dat eigenlijk
waar een mens naar zou kunnen streven,
dat-ie nog in iemands gedicht
zou kunnen voorkomen?
Dat hangt van het gedicht af.
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on February 12, 2025 08:22

February 11, 2025

Met schemer bezwangerd

Een opvallend gedicht in John Ashbery’s bundel Rivers and Mountains is “Into the Dusk-Charged Air”, dat wel bestempeld is als “riviergedicht”, “natuurgedicht” en “monochromatisch gedicht”. Dat het over rivieren gaat, enkel en alleen rivieren, is zeker. En dat je het daarom in figuurlijke zin als “monochromatisch” kunt stickeren, onderschrijf ik. Maar voor mij is het in de eerste plaats een probeersel, een proef om te onderzoeken of een idee als stuwende kracht, een schrijfmotortje dienen kan. Niet wát hij schreef, maar dát hij schreef, was Ashbery’s grootste zorg bij de totstandkoming van dit gedicht. Het idee zou geweest kunnen zijn: elke dichtregel dient de naam van een rivier te bevatten.

Wie het gedicht helemaal leest, 151 regels lang, valt zaken op: (1) de meeste regels bevatten inderdaad een naam van een rivier, soms meer dan één, soms geen; (2) de meeste rivieren liggen in Noord-Amerika, Zuid-Amerika en Europa, de andere delen van de wereld zijn ondervertegenwoordigd; (3) gaandeweg verandert de stemming van de impliciete auteur van ernstig naar jolig naar vermetelheid – “Laat de Brazos / Dichtvriezen! En de Wabash veranderen in een loodgrijze / Sintel van ijs!” – waarna de toon weer vlakker wordt; (4) de passage waarin de wereld in een ijsklomp lijkt te veranderen – “De Niger bevriest, langzaam.” – werd zestig jaar geleden, toen Ashbery het gedicht schreef, als absurd gezien, maar kan tegenwoordig ook als een verwijzing naar de klimaatverandering worden geïnterpreteerd.

“Into the Dusk-Charged Air” is een opsomming van de toestand waarin een zootje rivieren verkeert of verkeerde, een schemerige opsomming, vagelijk verzinsel op de riviernamen na. Schrijven wilde Ashbery destijds, schrijven, zonder heldere boodschap of bedoeling, stoeien met taal.

IN DE MET SCHEMER BEZWANGERDE LUCHT

Ver van de Rappahannock stroomt de stille
Donau richting zee.
De bruine en groene Nijl rolt langzaam voort,
Net als de vloeiende afloop van de Niagara.
Tractoren stonden op de groene oevers van de Loire,
Niet ver van waar de Cher zich bij haar voegt.
De St. Lawrence port tussen zwarte stenen
En modder. Maar de Arno is niets dan stenen.
De wind rimpelt het oppervlak
Van de Hudson. De Irrawaddy loopt over.
Maar de grijsgele Tiber
Wordt ingesloten door steile oevers. De Isar
Stroomt te snel om in te zwemmen, het water van de Jordaan
Vliet over het vlakke land. De Allegheny en haar boten
Waren donkerblauw. De Moskva is
Grijze boten. De Amstel stroomt langzaam.
Bladeren vallen in de Connecticut als zij onderlangs
Passeert. De Liffey zit evenals de Seine
Vol rioolwater, in tegenstelling tot
De bruingele Dordogne.
Bergen hummen in de Colorado
En de Oder is heel diep, bijna
Net zo diep als de Congo breed is.
De vlakke oevers van de Neva zijn
Grijs. De donkere Saône stroomt stilletjes.
En de Wolga is lang en breed
Waar zij over het bruine land stroomt. De Ebro
Is blauw en traag. De Shannon stroomt
Snel tussen haar oevers. De Mississippi
Is een van de langste rivieren ter wereld, net als de Amazone.
Zij heeft de Missouri als zijrivier.
De Harlem stroomt tussen fabrieken
En gebouwen door. De Nelson ligt in Canada,
Stromend. De Dubawnt baant zich een weg
Door knoertharde oevers. Mensen wandelen langs de Trent.
Het landschap rond de Mohawk strekt zich eindeloos uit;
De Rubicon is niet meer dan een beek.
In de winter zwelt de Main
Aan; de Rijn zingt zijn eeuwige lied.
De Rhône ploetert voort langs wittige oevers
En de Rio Grande doet verhalen uit een verleden ontstaan.
De Loir verbreekt zijn bevroren ketenen,
Maar natte modder krijgt de Moldau in zijn macht.
De East vangt het licht.
Langs de Escaut weerklinkt het lawaai van fabrieken
En de kronkelende Humboldt klinkt jolig.
Ook de Po stroomt evenals de veelkleurige
Theems. De Garonne mondt uit in
De Atlantische Oceaan. Maar weinig schepen bevaren
De Housatonic, maar op de Elbe vallen er nogal wat
Te zien. De Afton
Heeft eeuwenlang gestroomd.

Als de Rio Negro
Zou kunnen afzien van haar lied en de Magdalena
Van de junglebloemen zou de Taag
Nog steeds kalmpjes vloeien en de Ohio
Haar leikleurige oevers uitschuren. De geelbruine Eufraat zou
Zich schuchter over de wereld bewegen. De Yukon
Zat tjokvol met ijs, maar de Susquehanna trok nog altijd
Moedig voorwaarts. De Dee ving de laatste gloed van de dag op
Alsof Pilcomayo’s kadaver opdoemde.
De Peace bood mogelijk eeuwige
Welriekendheid, maar de Mackenzie woelde lijkbleke modder om
Tot geelbruine krijtstrepen. Niet ver van waar
De Brahmaputra verhoogde dijken mepte
Was een opening waar de Limmat doorheen
Had kunnen sijpelen. Een jongeman beende langs de oevers
Van de Churchill en dacht aan de nacht. De Wisła sjorde
De schaduwen vast. De Tisza, malloterig, bruiste
In de winderige avond. En de Ob sjokte
Als een dorpsgek voort. Zware golven bedekten de fletse vloed
Van de Dnjestr en het poreuze oppervlak van de Fraser.
Vissen hapten naar lucht in het riet van de Spree. Een boot
Zakte de dansende Orinoco af. Toen de
Marne langsstroomde knikten de planten
En boven de glinsterende Gila
Stamelde een zonsondergang zo mooi
Als de Athabasca. De Zambezi klingelde. De Amu Darya
Vloeide ergens. De Parnaíba
Stroomt als de door wind meegesleurde Cumberland.
De Araguaia stroomt in de regen.
En vanwege massa’s keistenen stroomt de Isère
Zachtjes neer. De Guadalquivir sputterde.
Ooit zal de tijd de Indre verbazen
En van de Huanghe een beekje maken. En
De Potomac rolt zachtjes voort. Kuifvogels
Kijken hoe de Ucalyali zich
Door de dromende nacht voortbeweegt. Je kunt de
Jenisej niet tegenhouden. En naderhand
Stroomt de White krachtdadig naar zijn …
Doel. Als de Tyne landt,
Hou je vast, en de Albany
Je ontwikkeling stuit, kun je dan de muskus
Van de Red, de toestand van de Maas weerstaan?
Een spatje modder maakt de Neckar
Nog niet zwart. Je kunt niet
Van de Saskatchewan houden, noch
De meanderende Yangtze weerstaan of de Genesee
De vrije loop laten. Bevloeit de Scamander
Nog altijd karmozijnrode vlaktes? En de Durance
En de Pechora? De São Francisco verschuilt zich
Tussen grijze rubberachtige netels. Het reactievermogen
Van de Liard is gering en de Arkansas erodeert
Zwartgrijze heuvels. De Paraná stinkt.
De Ottawa is, te midden van grijstinten,
Licht smaragdgroen. Beter dat de Indus verdwijnt
In witgloeiende zandbanken! Laat de Brazos
Dichtvriezen! En de Wabash veranderen in een loodgrijze
Sintel van ijs! De Marañón is handwarm, we moeten
Een manier vinden om haar tot sterk ijs te bevriezen. In
Windvlagen bevriest de Oeral langzaam. De zwarte Yonne
Vriest mooi op. En de Petit-Morin
Nestelt zich op harde ondergrond. De Inn
Herinnert zich geen betere tijden en de Merrimack is
Gegalvaniseerd. De Ganges is onderhand vloeibare sneeuw;
De Vyatka is ijsgrijs. De ooit gesmolten Tennessee is
Gestold. De Japurá is een pak ijs. IJzig
De grijze lemen oevers van de Columbia. De Don is enkel
Een gigantische ijspegel. De Niger bevriest, langzaam.
De oneindig lange Lena ploetert voort,
Maar het zilverachtige water van de Purus is met ijs bedekt,
Grimmig koud. De Loing zit barstensvol met stukken ijs.
De Wezer is bevroren, als vloeibare lucht.
En zo ook de Kama. En de stroperige beige
Tocantins. De rivieren koesteren zich in de kou.
De meedogenloze Uruguay schuurt haar oevers,
Een en al ijs. De Hooghly is puur
IJs. De Adour is stil, roerloos.
De prachtige Tigris is niets dan krasserig ijs,
Net als de Yellowstone, met haar oevers vol katwilgen.
De Mekong begint een beetje te smelten
En de Donets murmelt onder de
Enorme blokken ijs. De Manzanares stroomt vrij.
De Illinois, in zonlicht badend, snelt weer.
Maar de Dnjepr ligt nog steeds vast in het ijs. Ergens
Stuwt de Salado haar drijfijs voort, maar de Roosevelt
Is bevroren. De Oka is sterker bevroren
Dan de Somme. De Minho sluimert
‘s Winters en de Snake herinnert zich
Augustus niet. Hilarisch, de Canadian
Is niets dan ijs. De Madeira kwijlt
Op de ontdooiende velden en de Plata lacht.
De Dvina slorpt de sneeuw op. De temperatuur
Van de Sava is boven nul. De Avon
Zingt stilletjes. De Drôme drukt tegen
Met gras begroeide oevers; het bevroren oppervlak
Van de Adige lijkt wel een grijs kiezelpad.

Vogels cirkelen boven de Ticino. In de winter
was de Var donkerblauw, niet bevroren. De
Thwaite, koud, is volgepakt met rul ijs;
De Ardèche schittert lichtjes in onderkoelde regen.
1 like ·   •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on February 11, 2025 08:50

February 9, 2025

09.02.2025

Vanochtend waren wij de enige vogels aan het wad, waar mijn oren in Siberische wind vroren tot ijs.

Nederlanders lezen gemiddeld vijf boeken per jaar. Anno nu. Gemiddeld. De helft leest niet of nauwelijks. Nog geen twee van de vijf boeken betreft literatuur. We kijken daarentegen jaarlijks pakweg honderd films en gamen zowat dagelijks. Gemiddeld. Literatuur is geen zaak van hoger belang meer. Met de literatuurkritiek is het navenant bergafwaarts gegaan. Er is zogoed als geen behoefte meer aan. Dat het handjevol literatuurcritici dat is overgebleven de koek probeert te verdelen, lijkt me niet opzienbarend. Evenals het gegeven dat hun kritieken in de regel kritieklozer geworden zijn. Lief zijn voor elkaar vergroot overlevingskansen.

Veel oorlog, veel opstanden in het vooruitzicht.

Scheurde een zak borrelnootjes open, Provençaals gekruid.

“Ik zoek naar een algemene, universele ervaring – gelijk een stretchsok, passend voor iedereen. Een gedicht waar een lezer in kan opgaan en wie weet wat uit kan halen, zonder iets te weten te hoeven komen over mij, mijn geschiedenis, seksleven of wat dan ook. De reputatie die mijn poëzie heeft als iets wat uiterst privé is en moeilijk toegankelijk, is niet waarop ik hoopte. Ik zou graag willen dat mensen mijn poëzie ooit als een zo open mogelijke tekstvorm zullen beschouwen, als iets waarin iedereen zijn eigen ervaringen weerspiegeld kan zien, zonder dat die ervaringen duidelijk gedefinieerd of omschreven zijn” (Ashbery, 1972).

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on February 09, 2025 10:23

February 7, 2025

07.02.2025

Vrij krachtige wind uit het noordoosten, het wandelgebied een vriescel. Had slechts puf voor een kilometertje of vijf.

John Ashbery werd op 28 juli 1927 geboren in het stadje Rochester, NY, dat aan de zuidelijke oever van het Ontariomeer ligt en waar het ’s winters steenkoud kan zijn. Er zijn twee boeken over Ashbery’s leven verschenen. Karin Roffman schreef het eerste, getiteld The songs we know best: John Ashbery’s early life, dat in 2017 bij Farrar, Straus and Giroux verscheen. Roffman had slechts puf voor het beschrijven van de periode 1927-1955. Van Jess Cottons hand werd in 2023 bij Reaktion Books het beknopte John Ashbery uitgebracht, dat de dichter wel tot aan zijn dood volgt. Een wilde rit kun je Ashbery’s leven niet noemen, het was bepaald geen aaneenschakeling van enerverende gebeurtenissen. Hij heeft zijn tijd voor een groot deel met lezen en schrijven doorgebracht.

Bestudeerde de verschillende omslagen die Ashbery’s bundel Rivers and Mountains door de jaren heen heeft gehad en vond de allereerste, uit 1966, veruit de mooiste. De grafische voorstelling van in elkaar overlopende bergen, rivier en weerspiegeling van bergen in rivier is ijzersterk. Had nooit gewijzigd mogen worden.

Bracht zélf een groot deel van de dag met lezen en schrijven door. Breng tegenwoordig veel dagen met lezen en schrijven door. Lees en schrijf zowat alleen nog maar. Al dan niet met een biertje in de hand. Wat Ashbery overigens ook goed kon: zuipen.

Verwierf dingen om het ego te strelen.

Het spreekt vanzelf dat een voorbeeld hier op zijn plaats is.

Oorspronkelijkheid, bijvoorbeeld.

Wie zulk begeert, wil aan een ander iets ontnemen.

Je blijft achter met een idee van jezelf.
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on February 07, 2025 08:01

February 6, 2025

06.02.205

Flink eind gefietst vandaag. Onderweg kibbeling gegeten aan de viskraam in Damwâld. Overal volk op de been. Alsof het lente was.

Zocht online naar eerste drukjes van John Ashbery’s The Tennis Court Oath en vond verscheidene exemplaren, waarbij de prijzen varieerden van $ 45 voor een softcover tot $ 1200 voor een hardcover, exclusief verzendkosten. Zwichtte nog niet voor de verleiding.

Wel koortsige opgewondenheid, verzameldrift.

Vertaalde ter beteugeling, en afsluiting (Ashbery’s volgende bundel – Rivers and Mountains – wacht), een laatste gedicht uit The Tennis Court Oath, dat me thans sterk aan Lumpy Trumpy denken doet, “A White Paper”:

EEN WITBOEK

En als hij dacht dat
Alles vreemd was –
As, gas en benzine, mo-
tor vol zaadjes, geblaf om de nacht te horen
De politieke contaminaties

Van wat hij zei,
Gevlekte azalea’s gebracht om hem te ontmoeten
Zitting de volgende dag
De rechter, emoties,
De versnipperde stapels papier.
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on February 06, 2025 08:15

Ton van ’t Hof

Ton van 't Hof
Aantekeningen
Follow Ton van 't Hof's blog with rss.