Ton van 't Hof's Blog: Ton van ’t Hof, page 16
April 16, 2025
Wereldbeeld
De mens is een probleem zonder end. Met die gedachte liep ik gisteren de godganselijke dag rond.
Tijdens de wandeling vandaag, die niet geheel droog verliep, vroeg ik me af welk wereldbeeld mij eigenlijk voor de geest staat. Dat de aarde niet rond Trump maar de zon draait, ja, maar waar bestaat mijn voorstelling van de werkelijkheid verder uit? Wat zijn mijn opvattingen over aard en orde van de realiteit? Hoe denk ik dat de wereld in elkaar zit?
Hoe zoek ik dat uit?
Stap voor stap, adviseerde Karl Popper. Neem Immanuel Kant mee als metgezel, raadde René Gude me aan. Kocht Kant: De revolutie van het denken van Marcus Willaschek (Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2024). Dat ik ooit nog eens met Kant aan de slag zou gaan!
Herinnerde me ook nog een pleidooi voor ‘poëtische wereldbeelden’, die kunnen leiden tot een zachter hart en groter voorstellingsvermogen. Ik betwijfel dat. Onmensen schreven gedichten. Poëzie reikt naar iets dat aan wereldbeelden vooraf gaat.
April 14, 2025
Zwalkende cynicus
Wat ik geworden ben en wat ik niet meer wil zijn: cynisch. Ik ben, thans, een zwalkende cynicus. En kom dán maar eens je bed uit: een en al chagrijn! Chagrijnend over een wereld die naar de verdommenis wordt geholpen. Gatverdamme.
Het Canadese/Japanse/Europese powerplay waarmee Trump vorige week onder druk werd gezet – het dreigen met de verkoop van Amerikaanse staatsobligaties – diende me tot veel leedvermaak, maar gelukkig werd ik er niet van. Nou ja, een beetje dan, kortstondig.
Het leven is een rommeltje, een hoop gedoe, en momenteel helemáál. Hoe kun je er tóch zin aan geven? Hoe word je optimist? Hoe verdrijf je sikkeneurigheid? Hoe krijg ik de koppen van Faber en Wilders uit mijn systeem?
Door er het beste van te maken, je telkens weer in te spannen voor een goede afloop, opperde René Gude, filosoof. Ik moet Gude weer eens lezen.
Is ons bewustzijn een zegen?
April 13, 2025
Toktok Trump
Zou toktok Trump bij machte zijn om ook maar íets te zeggen over waarheid, goedheid en schoonheid, over de zin van het leven en geschiedenis, over de rangorde van waarden, over moraal en ethiek?
The American European way of life.
of geen
of een,
vreemd blijft het.
Drie grote bonte spechten in de kleine eik (er staat een nóg grotere in onze tuin), dollend met elkaar.
Parijs-Roubaix: felgele velden van bloeiend koolzaad, en Mathieu van der Poel, pure schoonheid.
April 10, 2025
Ontamerikanisering
In je eentje een economische wereldoorlog ontketenen, lijkt toch verdomd veel, dunkt me, op een gevalletje ‘arrogantie van de macht’.
Je denkt: dat kan niet goed gaan. Hoogmoed komt voor de val. En je vraagt je af: wat zou Von Clausewitz van Trumps frontale aanval gevonden hebben? Mijn gissing: gekkenwerk, want zonder verrassing, logica of overtal.
Ik ga op mijn 65ste nog woelige tijden tegemoet.
Ontamerikaniseren is mijn nieuwste credo.
En solidariteit, met iedereen die wordt getroffen door het egoïsme van Trump.
April 7, 2025
Het groen van mijn ware liefde
Over Charles Olson
Bij mijn weten is het werk van de Amerikaanse dichter Charles Olson (1910-1970) niet naar het Nederlands vertaald. Wat gezien de kwaliteit en invloed ervan jammer is. Momenteel lees ik, net in begonnen, Tom Clarks biografie Charles Olson: The Allegory of a Poet’s Life, waarover de komende weken meer. Herinnerde me dat ik zélf ooit een gedicht van Olson vertaalde, zocht het op en schaafde het nog wat bij. Olson werd geboren in Worchester, Massachusetts, dat deel uitmaakt van de regio New England. Deze regio is altijd in zijn hart blijven wonen. Daarnaast vinden we in ‘Move over’, afkomstig uit de debuutbundel Call Me Ishmael (1947), nóg een belangrijk thema uit Olsons oeuvre terug: sociale bewogenheid. Wezenlijk kenmerk van Olsons stijl: meerduidigheid.
GA OPZIJKooplui. van de zee en van financiën
(Verbrijzel de spiegelwand)
Het ontzielde gezicht is het ware gezicht
van Washington, New York een ellende, maar van noord naar zuid
gehoorzaamde de timmerman
de topografie
Als een hand zich toelegt op de zorg voor planten
en een gevoel voor verhoudingen, dan wordt het huis
op de grond gezet
Ofschoon bevolkt door arme drommels, New England
Ga opzij om de genadeklap door te laten,
de castraat of de travo, gekleed
in baard en willekeur, het haarvat
Zeven jaar met de verkeerde man,
7 j. triestheid en fibrillatie.
En ik keek op en zag een pad. En de jongen zei:
’Ik plette er eentje, en zijn bloed is groen’
Groen, is de kleur van het groen van mijn ware liefde
ondanks
is New England
ondanks haar kooplui en haar moraal
April 5, 2025
Poëtisch meesterschap
Een groot fan van het werk van H.C. ten Berge zal ik nooit worden. Waardering voor zijn gedrevenheid heb ik wel. Bovendien – ik heb hem ooit geïnterviewd – is het een bijzonder aardige man. Om me nog wat meer in zijn oeuvre te verdiepen – hij zal de P.C. Hooftprijs toch niet voor niets hebben gekregen? – lees ik momenteel het Ten Berge handboek, dat in 2023 bij het PoëzieCentrum verscheen. Daarin brengt Johan Reijemerink een recensie van J. Bernlef ter sprake, waarin een bezwaar tegen Ten Berges poëzie wordt geopperd, waarmee ik het roerend eens ben. Het betreft een bespreking van de bundel De witte sjamaan, waarin Ten Berge ook enkele vertaalde ‘fragmenten van de Thule-cultuur’ heeft opgenomen.
‘Wat Bernlef echter minder interessant vindt, is het taalgebruik van Ten Berge. Hoe weinig visueel is hij ingesteld. Meren worden vergeleken met “bekkens vol dauw in de dalen” en verre dorpen met “schorpioenen verstijfd in het grond”. Hij vindt dat nogal “abstracte en wat dik aandoende taalgebruik eigenlijk merkwaardig, omdat het zo contrasteert met de Eskimo-teksten die Ten Berge ook heeft opgenomen”.’
Deze weinig visuele instelling, die Bernlef bekritiseert, wordt door de jury die Ten Berge de P.C. Hooftprijs toekent, onder voorzitterschap van Hans Groenewegen, juist als zijn grootste bekwaamheid gezien:
‘[Texaanse elegieën] toont in extenso Ten Berges poëtische meesterschap: een onopvallend klankrijke en melodieuze poëzie, waarin het tekstbeeld van de onregelmatige gestoken regels de lezer steeds weer in het denken doet ontwaken.’
Bernlef hield van beeldende taal, Groenewegen las graag poëzie die hem aan het denken zette. Ik ben net als Bernlef meer van het aanschouwelijke. En soms vergast Ten Berge me op een beeldrijk gedicht dat aan zijn zicht lijkt te zijn ontsproten en niet aan zijn brein. Van díe Ten Berge houd ik. Een gedicht uit de cyclus ‘Rivierlandschap met blauwe fles’ uit de bundel Overgangsriten (1992):
IIIHier het zwarte water,
Daar het donkere ijs
Het wak, de bijt, de laatste vogelhaard
Een blauwe stip in witte velden,
Een krimpend hart onder het hemelgrijs
Sterft een moerhaas op de vlakte,
Schiet een marter door de appelgaard.
April 3, 2025
Leeg en levend
Nogmaals Paul Blackburn
In de tijd die hem gegeven was – hij stierf na een tamelijk wild leven in september 1971 op 44-jarige leeftijd aan slokdarmkanker – publiceerde Paul Blackburn dertien dichtbundels en vijf vertalingen uit het Spaans. Postuum verschenen nog eens twaalf boeken. Hij bleef tot het einde toe schrijven. Vlak nadat Blackburn te horen kreeg dat hij kanker had, dichtte hij dit:
27.VI.71zondagzondagzondagzondagzondag
zon
dag
een rustige langs de lege lanen
enkele vogel spreekt de blauwe lucht aan de
iep zwaar van de zomer
L E E G E N L E V E N D
L E E G E N L E V E N D
L E E G E N L E V E N D
De simpele handeling van een kopje koffie drinken
De simpele handeling van je broek ophijsen
je riem vastmaken . gepoept, gewassen handen en gezicht, aan het werk . leeg en levend . zwaar van de zomer . licht van de belofte van de dood . briljante boeken in de boekenkast, raam open, de dag komt binnen, o laat het carcinoom verdwijnen, leg de twee dollars neer, al die andere rollende dobbelstenen, maar het is mijn lichaam, daar wed ik op . o, het zweeft gemakkelijk door het bloed . de pijn gaat en komt weer . de kat jaagt in het gras, de meeuw zwiert boven zee, het bloed zingt een heel oud liedje . Kalm aan, het is zondag, toch?
De hele dag.
Paul Blackburn
April 2, 2025
Den Haag – Rotterdam, 1967
Over een gedicht van Paul Blackburn
Na Amsterdam-Amersfoort (zie vorig bericht) reisde Paul Blackburn in 1967 ook nog van Den Haag naar Rotterdam, op een regenachtige dag en vermoedelijk opnieuw met de trein.
NATGeiten huppelen en grazen tussen de olieraffinaderijen
Koeien liggen in de wei . korte stukjes touw
gebonden aan een hoorn om ze naar binnen te leiden .
Kleine afvoerkanalen, het vlakke land
onderbroken door bomen . een indringend groen . Den
Haag naar Rotterdam
Twee paarden, eentje grazend, het
andere schuurt zijn achterste aan de hoog-
spannings-
mast . De ruwharige geiten .
April 1, 2025
Oer-Hollands landschap
Over een gedicht van Paul Blackburn
De Amerikaanse dichter Paul Blackburn (1926-1971) hield van kijken. En ik hou van dichters die houden van kijken. Naast Blackburn, George Oppen bijvoorbeeld. De laatste jaren voor zijn vroegtijdige dood, schreef Blackburn dagboekgedichten, die in 1975 werden gebundeld onder the titel The Journals.
Uit die bundel onderstaand gedicht, over wat hij uit het raam zag tijdens een treinreis van Amsterdam naar Amersfoort, in 1967. Wat opvalt: dat er toentertijd nog varkens buiten rondscharrelden, en dat Blackburn niet de Noordzee maar het IJmeer moet hebben aanschouwd. Maar veel Hollandser wordt een landschap niet.
TREIN NAAR AMERSFOORTSchapen staren
suffig over een wei
drie witte varkens in een ander
in een derde, 7 zwart-witte koeien
grazend, hun koppen naar beneden, staarten omhoog .
In de verte een rij bomen.
Schapen
meer schapen
meer koeien
meer varkens, plukje
koeien ver weg, twee paarden
hoofden omhoog deze keer, staarten ook omhoog .
massa’s meeuwen trippelen in de weides
schapenkeutels . koeienvlaaien . varkensstront .
Kleine
sloten
doorstromen de groene, mistige ochtend
van een koude dag in november
nabij een arm van de Noordzee nabij
Naarden-Bussum
voordat het spoor afbuigt van de zee
richting Hilversum .
March 31, 2025
Totale leegte
Gedicht van Engelsman Tom Raworth (1938-2017), vertaald door Peter Nijmeijer, uit de bundel Live uit Athene (1978, De Bezige Bij). (Toen het uitgeven van buitenlandse experimentele poëzie kennelijk nog lonend was.)

Geen coherent verhaal, maar een tekstmontage, waarin naar hartelust verbanden mogen worden gelegd. Er is geen sluitende interpretatie. Raworth zei ooit in een interview: ‘Ik streef naar de totale leegte en kijk dan wat er binnen die leegte nog klinkt.’ De nutteloosheid spat van dit gedicht af. Kunst pur sang.


