Ton van 't Hof's Blog: Ton van ’t Hof, page 37
June 14, 2023
14.06.2023
Noordoost vijf, de bomen maakten de godganselijke dag kabaal. Het glas wijn kon niet los op de tuintafel worden gezet, maar moest worden vastgehouden.
Luisterde in de tomeloze zon naar een zootje podcasts.
‘Maar de Amerikanen hebben zoals gezegd 1770 van dat soort kernkoppen beschikbaar en de Russen 1674. In de Koude Oorlog begon men altijd uit te rekenen hoeveel keer je de wereld daarmee zou kunnen vernietigen, maar neem van mij aan dat dit voldoende is om elk leven op aarde onmogelijk te maken als je ze allemaal zou gaan inzetten.’ – Rob de Wijk, deskundige
Sommige gevolgen zijn te voorzien, zei Maurice Merleau-Ponty, maar voor de meeste ontwikkelingen in de geschiedenis geldt dat niet.
Stelde me naar aanleiding van een essay van Marc Kregting, waarin o.a. een ‘politieke, activistische poëzietendens’ wordt gesignaleerd, de vraag of het cultuurmarxisme in de Nederlandse poëzie opleefde, en dacht, concluderend, in zekere zin wel.
June 13, 2023
13.06.2023
Zeker, klussen deed ik ook, de helft van de dag: timmer- en stucwerk. Binnenkort douchebak en ligbad plaatsen, daarna kan er worden betegeld.
Tussen de middag: pannenkoeken met spek, kaas & ahornsiroop. Niet te veel, van alles een beetje. De calorietjes tellen per slot van rekening op mijn leeftijd dubbel.
Las een reclame-uiting van het Topfund CO2-Fonds – ‘Inspelen op verwachte schaarste in toekomstig aanbod van uitstootrechten’ – en probeerde me, gezeten in een droge noordoostelijke wind, die nu al weken aanhoudt, een voorstelling te maken van een verdergaande privatisering van het klimaat. Louter doemscenario’s kwamen in me op.
Geen enkel tijdperk is inschikkelijk als je het aan den lijve ondervindt.
Dronk in de volle zon een ijzige Affligem blond, OMG.
June 9, 2023
De canon van Claes
Wat maakt iemand tot een goed lezer? In een bericht over de canon van Claes noemt Marc van Oostendorp Paul Claes eerst ‘een van de beste lezers van het Nederlandse taalgebied’ en niet veel later ‘een briljant lezer, misschien omdat hij zo’n diep respect heeft voor de traditie’. Misschien? Dan volgt er een zin die me verder in verwarring brengt: ‘Dat blijkt bijvoorbeeld uit de soepele hertalingen die hij [Claes] maakt van de oudste teksten […] of om [sic] zijn fraaie analyses […].’ Wat blijkt nu precies uit de soepele hertalingen en fraaie analyses? Dat Claes een briljant lezer is of dat hij diep respect voor de traditie heeft? Wie soepel hertaalt lijkt me een kundige hertaler en wie fraai analyseert een kundige analist. Zijn kundige hertalers en kundige analisten ook briljante lezers? En zo ja, wat is dan precies het verband? Lees je briljant omdat je soepel hertaalt? Analyseer je fraai omdat je briljant leest? Zeg het maar.
Wat wel duidelijk is, is dat Van Oostendorp het niet eens is met de keuze van Claes: ‘De canon van de Nederlandse poëzie moet denk ik anders.’ Briljant lezen, soepel hertalen en fraai analyseren hebben kennelijk niet tot een representatieve bijdetijdse selectie geleid. Van Oostendorps grootste bezwaar tegen Claes’ canon is het gebrek aan diversiteit en inclusie: circa 85 van de 100 gedichten zijn geschreven door witte mannen, al dan niet dood. Tja, wat maakt een canon tot een goede canon?
Wil een canon die werken bevatten ‘die in een vakgebied algemeen als belangrijk worden erkend’, dan zal deze toch op zijn minst op basis van een brede consensus tot stand moeten zijn gekomen. Een goede canon is geen eenmanszaak. Bovendien heeft een consensus geen eeuwigheidswaarde, zal telkens opnieuw moeten worden bereikt. Daarbij spelen nieuwe werken en nieuwe inzichten zonder twijfel een rol. Canons dienen dan ook regelmatig te worden geactualiseerd.
De canon van Claes is een particuliere canon met een tendentieuze titel. Hoe goed de samensteller ervan ook kan lezen, hertalen of analyseren. Van Oostendorps lofprijzingen aan het adres van Claes lees ik als uitingen van respect voor deze Vlaamse auteur.
June 7, 2023
07.06.2023
Wipte even bij J. aan, onze oude buurman in Ljouwert, die ik vier maanden niet had gesproken. Hij was in tussentijd in het sukkelstraatje beland, vertelde-ie, had corona gehad, een dubbele longontsteking en een lichte beroerte. Godsamme. Gelukkig is hij aan de beterende hand, oogde vrolijk.
We bespraken o.a. het psychopathische gedrag van de Russische elite en het melancholische temperament van het Russische volk; voor zover we daar iets vanaf wisten, natuurlijk.
En dat het ondenkbare telkens weer mogelijk blijkt.
Enfin, zag dat er in onze tuin weer tientallen rozenknoppen waren opengesprongen: het is me er een waar feest!
Bestelde het onlangs verschenen The Cambridge Introduction to American Poetry since 1945, geschreven door Andrew Epstein: de ‘eerste uitgebreide inleiding’ tot de Amerikaanse poëzie van 1945 tot nu. Een must have, vond ik.
June 6, 2023
Peter Huchel | De vreemde gaat heen
Wandelde langs akkers, die onder uitblijvende regen en stevige noordenwind snel aan het verdrogen zijn, en dacht aan een gedicht van Peter Huchel, dat ik onlangs gelezen had. Huchel werd in 1903 in de buurt van Berlijn geboren, vocht aan het oostfront, mocht in 1971 Oost-Duitsland verlaten en stierf in 1981 in een dorpje in het Zwarte Woud.
Ik las het titelloze gedicht in Alfabet op de rug gezien (1995), waarin poëzievertalingen van J. Bernlef zijn gebundeld. De lezer vangt een glimp op van een reiziger die door vreemde streken trekt en een kortstondig spoor achterlaat:
De vreemde gaat heenen heeft de stempelvan regen en mosnog snel op de muur gedrukt.Een hazelnoot in rotsgruiskijkt hem witogig na.Seizoenen, tegenslagen, necrologieën –onbekommerd gaat de vreemdeling heen. *Vergankelijkheid is het onderliggende thema, zeker, maar wat me boeide was het beeld dat me voor de ogen stond: een passant, op de rug gezien, die met een nat stukje mos een stempel op een muur zet om een kortstondige afdruk van zijn vluchtige aanwezigheid achter te laten. Een op de grond gevallen hazelnoot ‘kijkt’ hem ‘witogig’ (de plek waar de schaal van de noot aan de hulsbodem vastzat, ook wel schild genoemd, is wit of lichtgrijs van kleur) na.
Overigens is de hazelaar, boom der wijsheid, in de Griekse mythologie Hermes toegewijd, die onder andere de god van de reizigers is. Hoewel ook reizigers tegenspoed ondervinden, verlaat deze vreemdeling ons kennelijk niet met een bedrukt gemoed, maar trekt onbezorgd verder.
Als ik reis maakt onbekommerdheid zich ook vaak van mij meester.
June 4, 2023
04.06.2023
Droomde dat ik op een treinstation in een buitenwijk van Nijmegen stond en naar Rotterdam wilde. Bij gebrek aan informatieborden vroeg ik aan een loketbeambte welke trein ik moest hebben. Hij hing het ene na het andere rare verhaal op, maar gaf geen antwoord op mijn vraag. Toen ik de wanhoop nabij was werd ik wakker.
‘Als je droomt dat je met de trein reist, dan staat dit voor je reis door het leven. Omdat een trein op rails rijdt, geeft dit aan dat je het gevoel hebt dat je geen keus hebt over de richting die je op gaat. Mis je de trein, dan heb je het gevoel dat je een kans gemist hebt. Het kan ook zijn dat je bang bent om alleen achter te blijven.’
Las De asielloterij van Ruud Koopmans, hoogleraar sociologie en migratie aan de Humboldt Universiteit en onderzoeksdirecteur aan het Wissenschaftszentrum in Berlijn: niet alleen verplichte kost voor iedereen die betrokken is bij de hervorming van het Europese asielbeleid, maar ook prikkelende lectuur voor al wie meer inzicht wil verkrijgen in het vluchtelingenvraagstuk. Kern van Koopmans’ oplossing: van ongecontroleerde illegale migratie naar gecontroleerde legale migratie. Geen gemakkelijke opgave, maar wel een uitweg.
Las Loodswezen I van F. van Dixhoorn, dat in 1995 in de Slibreeks verscheen: een aangename ervaring van incoherentie. Ik bleef maar verbanden leggen, die telkens weer tamelijk zinloos bleken. Maar het ontmoedigde me niet, ik kreeg er zelfs plezier in.
May 26, 2023
Kent Johnson, De wenteling
Eind 2022 blies troublemaker Kent Johnson de kraaienmars, 67 jaar oud. Uit zijn allerlaatste bundel, Because of Poetry, I Have a Really Big House, vertaalde ik het gedicht ‘The Gyre’, dat op ironische wijze een bedoening beschrijft die ook voor Nederlandstalige dichters herkenbaar is:
DE WENTELINGJe hebt het als bekende dichter zwaar te verduren.
Het beantwoorden van alle verzoeken van
dagbladen en tijdschriften en het reizen
naar congressen en het jureren
van bundels en het doen van een goed woordje
voor dichters die ook bekend willen worden
persen alle creativiteit uit
je. Het is gewoon zo vermoeiend! Soms
wordt het zo veel dat je gewoon een enorme
blauwe condoom over je heen wil trekken en
van een heuvel af wil rollen richting de rand van
een steile klif, of wat dan ook, en wil verdwijnen
totdat alle gletsjers weer smelten en
een of andere rondtrekkende overlevende
van de Catastrofe, die jaagt op gigantische
luiaard, een stukje blauw onder een rots
uit ziet steken. Maar dat doe je niet,
en je houdt je mond over zaken
die niet genoemd mogen worden
in het Poëzieveld, omdat je weet
dat de Toekomst op jou rekent,
de toekomst van de Kunst. Het is moeilijk, lastig,
maar je moet de druk kunnen verdragen
en het onnozele ressentiment
van minder bekende dichters, wier leven
en schrijven grotendeels, zo niet
volledig, vergeten zullen worden, net als het lot van
de gewone mensen, die in de moerassen
wonen, voorbij het universiteitsdistrict.
De hemel opent zich boven je, maar
niet voor roestbruin zweet, zoals in de Eerste
Wereldoorlog. Badend in goudkleurig
licht begeef je je naar het podium,
waar vierduizend dichters op een jaarlijks
netwerkevent in een enorme zaal zijn gepropt
om jou te horen reciteren, in Russische
of TED-stijl, zonder gebruik van aantekeningen of
bundel. Ze dragen allemaal donkere vogelmaskers
met lange gekromde snavels en pikken haastig
naar een donkere kraakbeenachtige substantie
in hun hand, een aanwijzing
die opwinding en hoop verraadt. En als je
je je armen spreidt en begint, hijst een draad
en harnas je boven de kudde pikkende dichters
uit, en je vliegt, hoger en hoger, sneller
en sneller, in steeds groter wordende cirkels, terwijl
de G-krachten je reciterende gezicht uitrekken en platter
maken, alsof je in een spiegelpaleis bent, maar
dat ben je niet, je bent gewoon op een poëziecongres
en het voelt alsof je gezicht er wordt afgerukt.
Je hebt het als bekende dichter hard te verduren.
*
May 23, 2023
Light verse
Een schoolvoorbeeld van een licht of luchtig vers, van een onbekende dichter. Ik weet niet meer hoe ik ooit aan deze foto ben gekomen, maar amusant is het allemaal wel.
May 19, 2023
Alkema & eromheen lezen
Obe Alkema onderzocht voor de NRC niet de toestand waarin dichtend Nederland zich bevindt, maar schreef uit ergernis een opiniestuk waarin hij betoogt dat alle poëzie politiek is, en dat wie zich dat niet realiseert ‘eromheen’ leest. Bron van zijn ergernis is de opvatting dat ‘in poëzie niets moet en alles mag’, die hij in zijn ogen te vaak tegenkomt. Alkema heeft niets op met de vrijblijvendheid die uit deze opvatting spreekt. Dat mag uiteraard, maar de stellingname dat alle poëzie politiek is, is wat mij betreft te zwart-wit, zonder nuancering.
Toch is de vraag waarmee Alkema zijn stuk opent – ‘Waar is poëzie goed voor?’ – in meerdere opzichten relevant, of het nu geëngageerde of vrijblijvende poëzie betreft. Als hij deze vraag door Lieke Marsman laat beantwoorden, gaat hij jammer genoeg nauwelijks op haar antwoord in, vraagt zich niet af of het wel hout snijdt. Ik citeer:
‘Waar is volgens Marsman poëzie goed voor? In een tijd waarin woorden ertoe doen, zoals politici bij elke aanval op de democratie verkondigen, maar waarin taal ook gedegradeerd is tot holle retoriek en corporate speak, kan zij taal weer waarachtig maken. Poëzie maakt van woorden weer wapens, zoals Marsman demonstreert in haar gedicht over de asielcrisis in Ter Apel: “in een tentenkamp zonder tenten / delen de eerste Artsen zonder Grenzen / eten uit. Wat? Niemand had gedacht / dat zelfs de Nederlandse grens / die artsen niet zou tegenhouden.”’
Wat is waarachtige taal? Hoe maakt poëzie taal waarachtig? Is waarachtige taal het wapen? Wat demonstreert Marsman nu precies in de aangehaalde dichtregels? Hier laat Alkema de kans op verdieping onbenut en dendert door met de veronderstelde veronachtzaming van de politieke kracht van poëzie. Desondanks raad ik iedere dichter aan om het stuk te lezen.
Wie ‘waarachtig’ opzoekt in de woordenboeken van het Instituut voor de Nederlandse Taal stuit op een complex van betekenissen. Om van te watertanden. Als dichter.
May 18, 2023
Dossier Lax, 55 gedichten
In 2022 vertaalde ik 55 gedichten uit de bundel Sea & Sky (1965) van de Amerikaanse dichter Robert Lax (1915-2000), voorzag elk gedicht van enkele regels commentaar en publiceerde ze in afleveringen op mijn toenmalige blog. In dit dossier, dat in pdf beschikbaar is, zijn vertalingen en commentaar ongewijzigd overgenomen: download.

PS Een vertaling van de volledige bundel staat nog op mijn to-dolijstje.


