Ton van 't Hof's Blog: Ton van ’t Hof, page 67
August 28, 2020
Villedieu-les-Poêles
Als Bert Voeten begin jaren zestig het Normandische plaatsje Villedieu-les-Poêles bezoekt, wordt onder een strakblauwe hemel vee verhandeld. Boeren zijn lopend gekomen en op hun paasbest gekleed. Op kasseien klepperen paard en wagen. Het is een drukte van belang.
VILLEDIEU-LES-POÊLES
De boeren
met hun bemodderde stokken
nemen de straten te grazen
(om van de koeien maar te zwijgen).
Koper en mest,
waar je loopt stinkt het en glimt het.
Een zon als een oordeel
ratelt er overheen.
Als een impressionist legt Voeten in enkele regels een indruk van dit landelijke gebeuren vast, wil met mimesis de tijd te lijf gaan. En toch blijft er iets wringen. Voetens woordkeuze – te grazen nemen, zwijgen, stinken, oordelen, ratelen – ontlokt allerlei bijgedachtes. Op deze veemarkt zou weleens meer aan de hand kunnen zijn dan je op het eerste gezicht zou zeggen.
[image error]
Toos Bol
August 27, 2020
Een theologische definitie
Wat is geluk? Volgens Van Dale een ‘aangename toestand waarin men zijn wensen bevredigd ziet en vrede heeft met zichzelf en zijn omgeving’. We nemen geluk niet met zintuigen waar, maar zíjn gelukkig. Of niet. In het gedicht ‘A Theological Definition’, uit zijn bekroonde bundel Of Being Numerous (1968), brengt George Oppen, die geenszins gelovig was, geluk in verband met aardse dingen, die hij nauwkeurig omschrijft.
EEN THEOLOGISCHE DEFINITIE
Een kleine kamer, een gelakte vloer
Die een L maakt om het bed,
Wat is of is zo waar als
Geluk
Ramen die uitkijken op zee
De groen geverfde balustrade van het balkon
Tegen de rots, het struikgewas en de bruisende golven
Oppen moet zich in deze omgeving happy hebben gevoeld, en zich hebben gerealiseerd dat geluk in de kleine dingen zit. Goddelijk, was het woord dat in hem opkwam. En dat zette hem aan tot het schrijven van dit gedicht.
[image error]
August 26, 2020
Pekalongan, Midden-Java
Er steeg iets op van de anhedonische vloer
Van tijd tot tijd herlees ik Simone White’s bundeltje Unrest (2013); omdat het zo godvergeten doordringend is. Neem nu, bijvoorbeeld, het openingsgedicht: dat valt in huis, doet zonder inleiding een snerpende mededeling, pats-boem.
ER STEEG IETS OP VAN DE ANHEDONISCHE VLOER
Bacon en lichaamshaar –
kern, inderdaad, van het nieuws. Mijn broer belde op. Ik kon de
muziek weer horen. Ik zat verlegen om een praatje, maar niet nu
en niet over armoede.
Hier wordt in enkele streken een wereld neergezet, die herkenbaar is en toch ook weer niet. Ook ik heb weleens, op bepaalde momenten, geen zin gehad in contact met zekere personen: nu effe niet.
Maar de details intrigeren hier, roepen vragen op. Bacon en lichaamshaar? Harde muziek? Armoede? Is broerlief een bodybuilder? Heeft hij weer geen cent te makken? Is de ik-figuur moe, of zelfs neerslachtig? En waarom word de lezer met deze informatie opgezadeld? Wat wil White met dit gedicht? Is het de openingsscène van een drama? Et cetera.
De toon is in elk geval gezet: in een sombere sfeer wordt virtuoos geschetst. Dit begin prikkelt de nieuwsgierigheid.
Wikipedia definieert ‘anhedonie’ overigens als ‘het niet meer (kunnen) ervaren van vreugde’.
[image error]
August 25, 2020
Op de versiertoer
August 24, 2020
Vlaams
Isaak Soreau werd in 1604 uit Waalse ouders geboren in Hanau, Duitsland. Zijn vader was kunstschilder en van hem leerde Isaak het schildersvak. Het stilleven was Isaaks specialiteit en bloemen en fruit waren zijn favoriete onderwerpen.
Een briefkaart met een afbeelding van een van Isaaks schilderijen (zie onderaan) was voor Caroline Knox aanleiding tot het schrijven van een gedicht, ‘Flemish’ geheten, dat is opgenomen in de gelijknamige bundel (2013):
VLAAMS
Mijn zuster zei,
‘Alle dingen op dit schilderij,
Stilleven met Aardbeien,
lijken te zweven’
(van Isaak Soreau [1604-na
1638],
Vlaams, begin jaren 1630
Schenking van Mevr. Robert McKay
Cincinnati Art Museum)
SCHRIJF NIET BENEDEN DEZE LIJN
-—————————————————————————————————————
stond er op de briefkaart van het schilderij.
‘Weet je hoe je aardbeien
kunt laten zweven?’ zei mijn dochter,
‘ontdoe ze van hun kroontjes,
meng ze met een halve theelepel
balsamicoazijn en een theelepel
poedersuiker; laat ze een tijdje staan.’
Toch haalt Stilleven met Aardbeien het niet
bij zijn Anjers, Tulpen en Andere Bloemen in een Glazen Vaas met
Perziken, Druiven en Pruimen in een Mand op een Rand met Kersen,
een Vlinder en een Kever.
Daar komt nog bij dat Isaak Soreau een tweelingbroer had,
Peter Soreau, die in 1652 Stilleven met Appels, Zwarte en Witte
Druiven en een Walnoot in een Porseleinen Schaal, Samen met
Kastanjes, een Peer, Vijgen, Rapen en een Meloen. Dit Alles op
een Tafel met een Zootje Snippen Hangend aan een Spijker
(SAZWDWPSSKPVRMDATZSHS) schilderde. Oh Vlaanderen! Dat deel
uitmaakt van de Benelux, de lage landen.
Toen ik dit gedicht voor het eerst las, dacht ik dat het een geintje was. Nu, na wat onderzoek, weet ik beter. Hier wordt zonder gekheid en met oog voor detail naar de werkelijkheid verwezen.
In de eerste strofe lezen we wat er op de achterkant van de briefkaart staat, die Knox kennelijk van haar zuster heeft gekregen. Ik stel me voor dat zusterlief het kunstmuseum van Cincinnati bezocht, onder de indruk raakte van Stilleven met aardbeien en er een briefkaart van kocht. En wie goed naar het schilderij kijkt ziet dat de voorwerpen, vanwege te weinig dieptewerking, inderdaad wat lijken te zweven.
in de tweede strofe krijgen we, nadat Knoxs dochter de briefkaart heeft gelezen, een beproefd recept aangereikt voor de bereiding van aardbeien in balsamicoazijn; verrukkelijk!
En ook de derde strofe dient de waarheid: Isaak had werkelijk een tweelingbroer die Peter heette en eveneens kunstschilder was, en ook de twee schilderijen met die idiote lange namen bestaan echt, vervaardigd door de heren.
Hoe anders dan ik in eerste instantie had gedacht: geen verzinselen, maar een modellering van flamboyante feiten. Knox moet er dol op zijn. De uitroep ’Oh Vlaanderen!’ komt voort uit het plezier in zoveel overvloed.
Tot slot nog een kleine opmerking, een dingetje waarover ik struikelde. De gebroeders Soreau hadden Waalse ouders, kwamen in Hanau ter wereld en werkten voornamelijk in Frankfurt am Main en omstreken. Ze staan te boek als Duitse schilders. Vanwege gelijkenissen met het werk van de Vlaamse kunstschilder Jacob van Hulsdonck en het feit dat een van Isaaks schilderijen is geschilderd op een houten paneel dat afkomstig is uit Antwerpen, wordt verondersteld dat Isaak enige tijd in Antwerpen heeft doorgebracht.
Al met al heeft Stilleven met aardbeien niet zo veel met Vlaanderen te maken. Als vreugdekreet zou ‘Oh Hessen!’ toepasselijker zijn geweest.
[image error]Stilleven met aardbeien, Isaak Soreau, ca. 1630