Ton van 't Hof's Blog: Ton van ’t Hof, page 49

July 15, 2022

Bovenmeer (5)

Lorine Niedecker en haar echtgenoot reden in een Buick tegen de klok in om het Bovenmeer heen, een tocht van ca. 2500 km. Het was 1966. De achterbank van de auto lag bezaaid met landkaarten, reisgidsen en handboeken over uiteenlopende onderwerpen, waaronder geologie.

In haar reisverslag noteerde Niedecker: ‘For hundreds of thousands of years, geologists tell us, immense flows of lava – magma – covered the site of Lake Superior. Granite cooled more quickly than other kinds of rocks, giving it a finer grain.’

///

Overal in dit land van granietkruisjesSchoonheid: onzuiverheden in de rots

///

In het Woordenboek der Nederlandsche Taal lees ik dat ‘graniet’ is afgeleid van het Italiaanse granito, ‘de benaming van zekere korrelachtige steensoort’. ‘In dichterlijken stijl’, laat het lemma me daarenboven weten, beeldt graniet ‘hardheid, hechtheid, duurzaamheid’ uit.

Niedecker zag niet alleen schoonheid in zuiver graniet, maar ook in de afwijkingen, onnauwkeurigheden en vermengingen die erin voorkomen. In figuurlijke zin verwijst ze hier naar alle zwakheden die bij de mens horen, deel uitmaken van onze menselijkheid.

Over de ‘kruisjes’ in het land heb ik me het hoofd gebroken. Bezochten Niedecker en haar echtgenoot onderweg begraafplaatsen? Of refereren de kruisjes wellicht aan veel voorkomende verkeersborden in die tijd? Beware! Animals crossing! Nee, niets van dat alles. In een artikel over Niedecker and the Evolutional Sublime vond ik het antwoord: op geologische kaarten worden granieten gebieden aangeduid met kruisjes. Bovendien werden missieposten op de eerste accurate, door Jezuïeten vervaardigde geografische kaarten van de Grote Meren met een kruisje gemarkeerd. Voilà.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on July 15, 2022 23:30

July 13, 2022

Bovenmeer (4)

Lorine Niedecker hield veel van de landstreek waarin ze woonde. Keer op keer wordt in haar gedichten de aandacht gericht op het regionale, plaatselijke. Ze probeerde al wat haar omringde te bezielen, een heden en een verleden te geven. Van lezers wilde ze in dit verband vooral de verbeelding te prikkelen.

///

(De lange kano’s)“Berckenschors en witte Ceder voor de ribben”

///

Afdeling vier bestaat slechts uit een gecursiveerde aanhef tussen haakjes en een kort citaat van een onbekende. Afgaande op de inhoud specificeert het geciteerde de dingen waarvan in het begin sprake is: lange kano’s van berkenschors en wit cederhout voor de ribben. Ook de oude spelling springt in het oog: Niedecker heeft kennelijk uit een historische bron geciteerd, waarin kano’s voorkomen.

Ik vorm me beelden van bossen en kreken en peddelende indianen in open kano’s, tracht de geur van dampende berkenbomen naar boven te halen en realiseer me dat je van schors en cederhout lichte boten kunt maken

Als ik het citaat googel stuit ik op ene Peter Pond, die aan het einde van de achttiende eeuw in Wisconsin jacht maakte op pelsdieren en in zijn memoires een bezoek memoreert aan een vrolijke en druk bezochte meerdaagse bijeenkomst van indianen en woudlopers. Hij telde daarbij niet minder dan honderddertig tamelijk grote kano’s, ‘all Made of Birch Bark and white Seder for the ribs’. Hoewel niet beschreven, worden deze regels van Niedecker dus toch bevolkt door nogal wat mensen.

Poëzie is een ziel die vorm aanneemt (vrij naar iemand wiens naam ik vergeten ben).

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on July 13, 2022 22:32

July 11, 2022

Bovenmeer (3)

Bij afdeling drie, die afschuwwekkend afloopt, moest ik denken aan Gaston Bachelards uitspraak dat het poetische beeld ‘een onverhoedse oneffenheid aan de oppervlakte van de psyche’ is (in La poétique de l’espace, 1958):

///

Radisson:‘een labyrint van plezier’deze wereld van het meerLang haar, lang geweerVingernagels uitgetrokkendoor Mohawks

///

Pierre-Esprit Radisson was een Franse pionier en pelsjager die in de tweede helft van de zeventiende eeuw de gebieden rondom de Grote Meren doorkruiste. Een deel van zijn lotgevallen legde hij vast in Voyages, dat hij tijdens een tussentijds verblijf in Engeland schreef. Het citaat in regel twee, ‘een labyrint van plezier’, lichtte Lorine Niedecker uit een beschrijving in dat boek van de wouden ten zuiden van het Bovenmeer. Toen Radisson die streek verkende was hij reeds jaren eerder zijn vingernagels in indiaanse gevangenschap kwijtgeraakt.

Achttien woorden, zes simpele regels en een caleidoscoop aan betekenissen. Het vers triggert het voorstellingsvermogen van de lezer. Dat van mij wordt bovendien gevoed door een verblijf in Wisconsin eind jaren tachtig en de kennisname van de inhoud van een lading hoofdzakelijk westerse boeken, strips, televisieseries en films over de ontdekking en toe-eigening van Noord-Amerika. Mijn globale beeld van deze gewelddadige geschiedenis wordt door Niedecker bevestigd: avontuurlijk en gevaarlijk voor de witte indringers en bovenal bedreigend voor de oorspronkelijke bewoners.

Wat ik bewonderenswaardig vind: Radisson heeft de Mohawks, als ik het wel heb, nooit iets nadragen, alsof hij de martelingen die hij onderging begreep.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on July 11, 2022 10:16

July 9, 2022

Bovenmeer (2)

Regelmatig wordt Lorine Niedecker ingedeeld bij de ‘poets of place’, dichters die zich bekommeren om het plaatselijke, wijzen op wat een plek bijzonder maakt, de geografische, natuurlijke en historische ins en outs. Voorbeelden van Nederlandse dichters van het plaatselijke zijn H.H. ter Balkt en Edwin de Groot, maar er zijn er meer.

In 1966 maakten Niedecker en haar echtgenoot een autoreis rondom het Bovenmeer. Deze reis, waar ook een verslag van is, vormde de basis voor het gedicht Bovenmeer. In het reisverslag lezen we details die we ook in het gedicht tegenkomen. In de tweede afdeling toert de lezer mee.

///

IJzer, veel voorkomend element van de aardein rotsen en vrachtschepen Sault Sainte Marie – grote botengitzwart en ijzerertsroodmet wat wit kasteelwerk erbovenopDe wateren werken samen internationaalMeeuwen dollen aan beide zijden

///

In deze regels worden observaties en kennis tot een geheel samengevoegd en een beeld van een plek gegeven. Omdat er geen sprake is van een uitputtende beschrijving blijven er na lezing vragen over en wordt de lezer uitgenodigd om zelf ook nog wat speurwerk te verrichten: Waar ligt Sault Sainte Marie precies? Hoezo werken de wateren internationaal samen? En waarom wordt er informatie over ijzer verstrekt?

Sault Sainte Marie blijkt de naam van niet één maar twee stadjes te zijn, die tegenover elkaar liggen aan de St. Marys River, grensrivier tussen de VS en Canada, het ene stadje Amerikaans, het andere Canadees. De rivier verbindt het Bovenmeer met het Hudsonmeer en kent een verval van zeven meter. Ter overkoming van dit verval is er voor de scheepvaart ter hoogte van de tweelingstadjes een groot sluizencomplex aangelegd, waardoor er vrijwel het hele jaar door scheepvaart tussen de meren mogelijk is.

Rondom het Bovenmeer winnen Amerikanen en Canadezen verschillende soorten ertsen, waaronder ijzererts en gouderts, die ter verwerking via de St. Marys River naar elders worden vervoerd. Daarom ziet de lezer grote boten voorbijvaren, begeleid door stoeiende meeuwen.

In Niedeckers reisverslag staat onder andere het volgende over haar bezoek aan beide Sault Saint Marie’s: ‘In Brady Park beside the locks you watch the big ore-carrying ships passing thru and listen to the whistles of the big boats, answered by the place on shore that keeps a watch on the happenings. Some of the long lake boats have taken on the red color of the iron ore, except for the gleaming white superstructure fore and aft. In the middle is that long, long barge-like body. The freighters bring the iron ore of Lake Superior and the smelting plants in the east together.’

Brady Park ligt nog altijd aan de St. Marys River, op de Amerikaanse oever. Ik opende Google Street View en maakte een screenshot van de plek die Niedecker meer dan zestig jaar geleden bezocht. In de verte een lange, lange ijzerertsboot.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on July 09, 2022 09:52

July 7, 2022

Bovenmeer (1)

In 1968 werd Lorine Niedeckers gedicht ‘Lake Superior’, dat uit dertien afdelingen bestaat, voor het eerst gepubliceerd. Criticus Douglas Crase noemde het een ‘ferropastorale’, waarin natuurlijke rijkdommen worden bezongen. Lake Superior, in het Nederlands Bovenmeer, is het grootste en hoogst gelegen meer van, wie kent ze niet, de vijf Grote Meren: Ontariomeer, Eriemeer, Michiganmeer, Huronmeer en Bovenmeer. Het Bovenmeer maakt deel uit van de Canadese staat Ontario en de Amerikaanse staten Minnesota, Wisconsin en Michigan.

Niedecker kwam in 1903 nabij Fort Atkinson, Wisconsin ter wereld en woonde vrijwel haar hele leven afgelegen op het platteland. Ze had verschillende banen, trouwde tweemaal, bleef kinderloos en liet bij haar vroege dood in 1970 een bescheiden maar hooggewaardeerd oeuvre na.

Ik zal Bovenmeer in afleveringen bespreken, afdeling voor afdeling. Het gedicht opent zo:

///

In elk deel van elk levend wezenzit spul dat ooit steen was. In bloed de mineralenvan gesteente.

///

Een paar honderd jaar geleden werd ontdekt dat het menselijke lichaam mineralen bevat, nodig voor de instandhouding en regulering van lichaamsfuncties. We krijgen deze mineralen, waaronder calcium, kalium, magnesium, ijzer, zink en koper, via ons voedsel binnen. Mineralen zijn anorganische delfstoffen, die veelal uit de grond gegraven worden. Planten nemen mineralen via hun wortels op.

Je weet dit wel, maar meestal niet bewust. Ooit werd het je op school bijgebracht. Niedecker wijst de lezer er nog maar eens op, in welgekozen bewoordingen, die blijven hangen: er zitten stenen in je bloed, piepkleine. Niedeckers dichtregels brachten me ook Genesis 3:19 in herinnering: ‘In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.’

Al wat leeft, zo luidt Niedeckers openingszet, heeft zijn oorsprong uit aardse materie. Hoewel zij in deze eerste afdeling inzoomt op het lichaam, getuigt de strekking ervan overduidelijk van een helicopterview.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on July 07, 2022 07:54

July 5, 2022

De crematie van Shelley

In 1822 verdronk de Engelse dichter Percy Bysshe Shelley op 29-jarige leeftijd in de Ligurische Zee, niet ver van de Italiaanse havenplaats La Spezia. De Italiaanse quarantaineregels schreven toentertijd voor dat verdronkenen verbrand dienden te worden. De crematie van Shelley vond op het strand van Viareggio plaats en werd jaren later door zijn vriend Edward John Trelawny, die bij de plechtigheid aanwezig was geweest, in Recollections of the Last Days of Shelley and Byron te boek gesteld. Uit Trelawny’s beschrijving maak ik op dat Shelley’s lijk in een metalen bak werd gelegd, een provisorische oven, die vervolgens op een houtstapel werd geplaatst, waarna aanwezigen wijn, olie en zout als plengoffers over het lichaam uitgoten en de boel in de fik werd gestoken.

De Amerikaanse dichter Kevin Opstedal gebruikte enkele zinnen uit de tekst van Trelawny voor een readymade, die op zijn zachtst gezegd een aanschouwelijk beeld van Shelley’s crematie geeft. Het gedicht is opgenomen in Opstedals bundel Pacific Standard Time: New & Selected Poems, dat in 2016 bij Ugly Duckling Presse verscheen.

///

DE CREMATIE VAN SHELLEYnaar TrelawnyEr werd meer wijn overShelley’s lijk uitgegotendan hij tijdens zijn levengedronken had. Ditsamen met de olie & het zout deedde gele vlammen flikkeren& knisperen.Het lichaam viel uiteen& het hart kwam bloot te liggen.Het voorhoofdsbeenbrak van de schedel afen omdat het achterhoofdop de achterste roodgloeiende stavenvan de oven rustte kookten,pruttelden en borrelden dehersenen letterlijkals in een ketel,voor een zeer lange tijd.

///

In 1889 vervaardigde de Franse schilder Louis Édouard Fournier nog een olieverfschilderij van Shelley’s crematie, dat niet is gebaseerd op Trelawny’s verslag, maar de gebeurtenis in hoge mate dramatiseert.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on July 05, 2022 07:47

July 4, 2022

Een theologische definitie

Wat is geluk? Volgens Van Dale een ‘aangename toestand waarin men zijn wensen bevredigd ziet en vrede heeft met zichzelf en zijn omgeving’. We nemen geluk niet met zintuigen waar, maar zíjn gelukkig. Of niet. In het gedicht ‘A Theological Definition’, uit zijn bekroonde bundel Of Being Numerous (1968), brengt George Oppen, die geenszins gelovig was, geluk in verband met aardse zaken, die hij nauwkeurig omschrijft.

///

EEN THEOLOGISCHE DEFINITIEEen kleine kamer, een gelakte vloerDie een L maakt om het bed,Wat is of is zo waar alsGelukRamen die uitkijken op zeeDe groen geverfde balustrade van het balkonTegen de rots, het struikgewas en de bruisende golven

///

Oppen moet zich in deze omgeving happy hebben gevoeld, en zich hebben gerealiseerd dat geluk in de kleine dingen zit. Goddelijk, was wellicht het woord dat in hem opkwam en hem aanzette tot het schrijven van dit gedicht.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on July 04, 2022 07:32

December 22, 2021

Bevrijding

Gaf dit jaar slechts drie boeken, herlezingen niet meegerekend, vijf sterren: Édouard Louis, Strijd en metamorfose van een vrouw; Rob de Wijk, Slag om Europa; Shiwu Qinggong, The Mountain Poems of Stonehouse. Drie mannelijke auteurs, twee wit, eentje geel. Godver. Enfin. Onderstaande tekening, die ik vanmiddag voor huis maakte, voelde als een bevrijding. Ja. Maar […]
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on December 22, 2021 09:26

December 18, 2021

Tuurlijk, joh

Las iets wat ik tegenwoordig wel vaker lees: een tijdschrift over hedendaagse kunst. Opnieuw viel dat vies tegen. Er was veel aandacht voor randverschijnselen, weinig voor kunst. Een vracht randfiguren kwam aan het woord – kunsthistorici, cultuurwetenschappers, publicisten – en slechts een handvol kunstenaars. Kunstwerken werden vluchtigjes bekeken en daarna geïnterpreteerd en/of geherinterpreteerd. Regelmatig probeerden […]
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on December 18, 2021 08:56

December 17, 2021

17.12.2021

Alleen veranderingen doen ertoe. Kunstenaars, bijvoorbeeld, die van de ene dag op de andere beginnen te mokken dat er geen echte kunstenaars meer zijn. Of poes Lien, die plotseling haar oog heeft laten vallen op een kartonnen doos als slaapplaats. Poes Lien doet er beslist toe. Ze lijkt intens gelukkig.
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on December 17, 2021 09:01

Ton van ’t Hof

Ton van 't Hof
Aantekeningen
Follow Ton van 't Hof's blog with rss.