Bovenmeer (4)

Lorine Niedecker hield veel van de landstreek waarin ze woonde. Keer op keer wordt in haar gedichten de aandacht gericht op het regionale, plaatselijke. Ze probeerde al wat haar omringde te bezielen, een heden en een verleden te geven. Van lezers wilde ze in dit verband vooral de verbeelding te prikkelen.

///

(De lange kano’s)“Berckenschors en witte Ceder voor de ribben”

///

Afdeling vier bestaat slechts uit een gecursiveerde aanhef tussen haakjes en een kort citaat van een onbekende. Afgaande op de inhoud specificeert het geciteerde de dingen waarvan in het begin sprake is: lange kano’s van berkenschors en wit cederhout voor de ribben. Ook de oude spelling springt in het oog: Niedecker heeft kennelijk uit een historische bron geciteerd, waarin kano’s voorkomen.

Ik vorm me beelden van bossen en kreken en peddelende indianen in open kano’s, tracht de geur van dampende berkenbomen naar boven te halen en realiseer me dat je van schors en cederhout lichte boten kunt maken

Als ik het citaat googel stuit ik op ene Peter Pond, die aan het einde van de achttiende eeuw in Wisconsin jacht maakte op pelsdieren en in zijn memoires een bezoek memoreert aan een vrolijke en druk bezochte meerdaagse bijeenkomst van indianen en woudlopers. Hij telde daarbij niet minder dan honderddertig tamelijk grote kano’s, ‘all Made of Birch Bark and white Seder for the ribs’. Hoewel niet beschreven, worden deze regels van Niedecker dus toch bevolkt door nogal wat mensen.

Poëzie is een ziel die vorm aanneemt (vrij naar iemand wiens naam ik vergeten ben).

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on July 13, 2022 22:32
No comments have been added yet.


Ton van ’t Hof

Ton van 't Hof
Aantekeningen
Follow Ton van 't Hof's blog with rss.