Yeji > Yeji's Quotes

Showing 1-30 of 108
« previous 1 3 4
sort by

  • #1
    Omar Khayyám
    “Drink wine. This is life eternal. This is all that youth will give you. It is the season for wine, roses and drunken friends. Be happy for this moment. This moment is your life.”
    Omar Khayyam, رباعيات خيام

  • #2
    Arthur Schopenhauer
    “Het overgrote deel van alle luister [in de wereld] is louter schijn waaraan het wezen van de zaak ontbreekt, zoals bij toneeldecors. Bewimpelde en bekranste schepen, kanonschoten, feestverlichting, toeters en bellen, juichen en gillen enzovoort, dit alles is enkel het uithangbord, de aanduiding, de hiëroglyfe van de vreugde, maar de vreugde zelf is daar meestal niet te vinden: zij is de enige die voor het feest heeft bedankt. Waar ze werkelijk opduikt, daar komt ze in de regel ongenood en onaangediend, vanzelf en sans façon, stil aangeslopen, vaak bij de meest onbetekenende, bij de futielste aanleidingen, onder de meest alledaagse omstandigheden, het minst nog bij schitterende of roemrijke gelegenheden: ze is als het goud in Australië her en der naar de grillen van het toeval verstrooid, zonder enige regelmaat en wet, veelal slechts in heel kleine korreltjes, hoogst zelden in grote hoeveelheden.”
    Arthur Schopenhauer

  • #3
    Douglas Adams
    “Time is an illusion. Lunchtime doubly so.”
    Douglas Adams, The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy

  • #4
    Charles Bukowski
    “Nothing was ever in tune. People just blindly grabbed at whatever there was: communism, health foods, zen, surfing, ballet, hypnotism, group encounters, orgies, biking, herbs, Catholicism, weight-lifting, travel, withdrawal, vegetarianism, India, painting, writing, sculpting, composing, conducting, backpacking, yoga, copulating, gambling, drinking, hanging around, frozen yogurt, Beethoven, Back, Buddha, Christ, TM, H, carrot juice, suicide, handmade suits, jet travel, New York City, and then it all evaporated and fell apart. People had to find things to do while waiting to die. I guess it was nice to have a choice.”
    Charles Bukowski, Women

  • #5
    Charles Bukowski
    “In the morning it was morning and I was still alive.”
    Charles Bukowski, Post Office

  • #6
    Herman Koch
    “Ik wil een keer een film maken die over het leven vóór de dood gaat, waarin alles te zien is wat er allemaal bestaat voor je doodgaat, maar ik bedoel daar vooral mee dat je niet ongemerkt doodgaat en daarna nog jarenlang blijft doorleven zonder dat de dingen je iets te zeggen hebben. Zoiets kun je juist heel goed in een film laten zien, omdat het dan net is of je er zelf bij bent. Ik wil iets met die beelden proberen te doen die ik soms zie wanneer ik tegen Cristina’s warme lichaam aan lig. Volgens mij begrijpen de mensen precies waar je het over hebt, als je het goed doet, om ze te laten zien wat werkelijk belangrijk is in de wereld, dat dat vaak veel minder kan zijn dan dat je een heel verhaal moet gaan zitten vertellen. Er zijn altijd dingen die groter zijn dan jezelf, dat merk je vooral wanneer je ergens ’s nachts bent met allemaal donkere heuvels om je heen, of wanneer je van die gigantische golven tegen de rotsen ziet beuken. Dan weet je dat het allemaal ergens anders vandaan komt en niet uit jezelf, dat je alleen maar goed moet kunnen luisteren om te weten wanneer het zover is.

    Wie de grote bewegingen ziet weet ook dat hij niet alleen is, wie daar geen oog voor heeft kan het verder wel vergeten.”
    Herman Koch

  • #8
    Gerard Reve
    “Men kan weg moeten, zonder dat men ergens heen moet. Dat zijn de gevallen, dat men ergens vandaan moet.”
    Gerard Reve, De avonden

  • #9
    Sally Rooney
    “The conversations that follow are gratifying for Connell, often taking unexpected turns and prompting him to express ideas he had never consciously formulated before. They talk about the novels he's reading, the research she studies, the precise historical moment that they are currently living in, the difficulty of observing such a moment in process. At times he has the sensation that he and Marianne are like figure-skaters, improvising their discussions so adeptly and in such perfect synchronisation that it suprises them both. She tosses herself gracefully into the air, and each time, without knowing how he's going to do it, he catches her.”
    Sally Rooney, Normal People

  • #9
    Sally Rooney
    “It feels powerful to him to put an experience down in words, like he's trapping it in a jar and it can never fully leave him.”
    Sally Rooney, Normal People

  • #10
    Mark Fisher
    “Capital follows you when you dream.”
    Mark Fisher, Capitalist Realism: Is There No Alternative?

  • #11
    Douglas Adams
    “I love deadlines. I love the whooshing noise they make as they go by.”
    Douglas Adams, The Salmon of Doubt: Hitchhiking the Galaxy One Last Time

  • #12
    Marcel Proust
    “Alle gevoelens die het lief en leed van een echte persoon in ons oproepen, doen zich alleen maar voor via een voorstelling van dat lief en leed; het vernuft van de eerste romanschrijver bestond erin te begrijpen dat, aangezien in het organisme van onze emoties de voorstelling het enige essentiële element is, de vereenvoudiging die het zijn zou om doodgewoon af te zien van echte personen, een decisieve verbetering zou betekenen.
    (...)
    En als de romancier ons eenmaal in die toestand heeft gebracht waarin, zoals bij alle louter innerlijke toestanden, iedere emotie tien keer zo groot wordt en zijn boek ons zal aangrijpen op de manier van een droom, maar van een droom die helderder is dan die wij slapend hebben en die ons langer bijblijft, dan maakt hij bij ons in een uur alle denkbare geluk en ongeluk los waar wij in het leven zelf jaren voor nodig zouden hebben om er iets van te leren kennen, en waarvan de meest intense vormen ons nooit zouden zijn geopenbaard doordat de trage gang waarmee ze zich voordoen ze aan onze waarneming onttrekt (zo verandert in het leven ons hart, en dat is allerpijnlijkst; maar wij kennen die pijn alleen in onze lectuur, in onze verbeelding: in de werkelijkheid verandert het hart, zoals bij sommige natuurverschijnselen gebeurt, zo langzaam dat, al kunnen wij elk van die verschillende toestanden successievelijk vaststellen, ons daarentegen de gewaarwording zelf van de verandering bespaard blijft).”
    Marcel Proust, Du côté de chez Swann / À l'ombre des jeunes filles en fleurs / Le Côté de Guermantes

  • #13
    Fyodor Dostoevsky
    “Om de wereld te hervormen moeten de mensen psychisch gezien een nieuwe weg inslaan. Er zal geen werkelijke broederschap aanbreken voordat je werkelijk ieders broeder bent geworden. Geen enkele wetenschap, geen enkel inzicht in wat het nuttigst en voordeligst voor iedereen is zal de mensen er ooit toe kunnen nopen het privébezit en privileges met anderen te delen. Iedereen zal zich te kort gedaan voelen, men zal tegen alles morren en elkaar benijden en uitroeien. U vraagt wanneer die droom in vervulling zal gaan. Het komt zo ver, maar eerst zal de mens door een periode van vereenzaming heen moeten. De soort vereenzaming die tegenwoordig, en vooral in onze tijd overal heerst, maar voorlopig heeft zij haar hoogtepunt nog niet bereikt. Want iedereen streeft er tegenwoordig naar zich van de anderen los te maken en op eigen kracht de volheid des levens te ervaren, maar ondertussen heeft al zijn pogen geen levensvolheid, maar je reinste zelfmoord ten gevolge. Want in plaats van volledige zelfverwerkelijking valt de mens volledige vereenzaming ten deel. Want iedereen sluit zich tegenwoordig voor anderen af, sluit zich op in zijn eigen hol en trekt de handen van zijn medemens af. Hij verbergt zich met wat hij bezit en het eind van het liedje is dat hij de mensen van zich afstoot en dat zijn medemensen hem ten slotte ook van zich afstoten. Hij hoopt rijkdommen op en denkt dan: hoe rijk ben ik nu, mij kan niets meer overkomen, maar de sukkel weet niet dat hij naarmate hij meer rijkdommen verwerft hij ook steeds dieper wegzakt in een aan zelfmoord grenzende vorm van onmacht. Want hij heeft geleerd dat hij alleen maar op zichzelf kan vertrouwen en dat hij zich van de anderen heeft losgemaakt; hij heeft zijn ziel bijgebracht niet meer in wederzijdse menselijke solidariteit te geloven en hij heeft maar één doodsangst: men zou zijn positie en zijn privileges eens kunnen aantasten. Het is gewoon bespottelijk zoals het menselijk verstand tegenwoordig ontoegankelijk is voor het inzicht dat persoonlijke onaantastbaarheid niet bestaat uit particuliere krachtsinspanning, maar uit de verenigde inzet van alle mensen samen. Maar ook aan die verschrikkelijke periode van vereenzaming komt eens een einde en dan zal de mensheid als geheel op hetzelfde ogenblik beseffen hoe onnatuurlijk het is dat de een zich van de ander losmaakt. En als dat besef eenmaal geboren is dan zal de mens er zich over verbazen dat hij zo lang in het duister heeft gezeten en het licht niet heeft gezien. Maar tot die tijd aanbreekt moet het vaandel hooggehouden worden en moet de mens, al was het maar door het voorbeeld van een enkeling, zich aan die vereenzaming ontworstelen en een daad van broederliefde stellen, ook al zouden de anderen hem daarvoor als een idioot beschouwen.”
    Fyodor Dostoyevsky

  • #14
    Fyodor Dostoevsky
    “Men verzekert ons dat de wereld gaandeweg tot eenheid zal geraken, dat naarmate de afstanden makkelijker te overbruggen zijn de mensen sneller zullen verbroederen, ook al omdat de ideeën zich als het ware door de lucht voortplanten. Weest op uw hoede, gelooft niet in een dergelijke eenwording der mensheid. Door de vrijheid te interpreteren als een vermeerdering en snelle leniging van behoeften doet de mens zijn aard geweld aan, want daardoor kweekt hij talrijke onzinnige en dwaze verlangens in zichzelf aan, alsmede kwalijke en absurde verzinsels. Men leeft dan slechts om elkaar de ogen uit te kunnen steken, voor wellust en opschepperij. Diners, reizen, equipages, rangen en standen en slaven als bedienden beschouwt men dan als een noodzaak waarvoor men zelfs bereid is zijn leven, eer en mensenmin op te offeren en zelfs voor zelfmoord schrikt men niet terug als dergelijke behoeften niet bevredigd kunnen worden. (...) Ik vraag u: is een dergelijke mens vrij? (...) Daarom ook verbleekt hoe langer hoe meer de idee van het dienen der mensheid, broederschap en de eenheid der mensen en wordt deze idee zelfs met spot en hoon bejegend, want hoe zou de aan zijn zelfgeschapen behoeften verslaafde mens ooit van zijn eenmaal aangeleerde gewoonten af kunnen raken? Hij leeft in afzondering, de mensheid in zijn geheel gaat hem immers niet aan. En zo ver heeft hij het gebracht dat naarmate hij meer schatten ophoopt zijn vreugde daaraan vermindert.”
    Fyodor Dostoyevsky

  • #15
    Hanya Yanagihara
    “You won’t understand what I mean now, but someday you will: the only trick of friendship, I think, is to find people who are better than you are—not smarter, not cooler, but kinder, and more generous, and more forgiving—and then to appreciate them for what they can teach you, and to try to listen to them when they tell you something about yourself, no matter how bad—or good—it might be, and to trust them, which is the hardest thing of all. But the best, as well.”
    Hanya Yanagihara, A Little Life

  • #16
    Hanya Yanagihara
    “Relationships never provide you with everything. They provide you with some things. You take all you want from a person - sexual chemistry, let's say, or good conversation, or financial support, or intellectual compatibility, or niceness, or loyalty - and you get to pick three of them.”
    Hanya Yanagihara, A Little Life

  • #17
    Connie Palmen
    “Misschien doet iedere verslaving dat wel,'
    voeg ik eraan toe, 'heroïek verlenen aan de eenzaamheid.”
    Connie Palmen

  • #18
    “They’re looking for meaning as if it were a Thing. As if it were a Girl, required to take her panty off, as if she would want to do so as soon as the true interpreter comes along. As if there were something to take off.”
    Marlene Dumas, Marlene Dumas

  • #19
    Slavoj Žižek
    “(...) even if we do not take things seriously, even if we keep an ironical distance, we are still doing them.”
    Slavoj Žižek, The Sublime Object of Ideology

  • #20
    Herman Koch
    “Net als met zijn kennis van de natuur was oom Frits ook een kampioen in dooddoeners. Wat ik aan tafel, tijdens die eindeloze door mijn tante bereide voorgerechten, tussengerechten, hoofdgerechten en nagerechten, ook naar voren bracht, oom Frits wist altijd wel een gezegde dat de boel in één keer naar beneden haalde. In de trant van: 'Ja dat zal wel zo wezen, maar ik heb het wel anders gezien...' En dan kwam er weer zo'n vierdehands verhaal dat als origineel werd opgediend. 'In mijn praktijk heb ik de mensen maar al te goed leren kennen,' zei hij. In werkelijkheid kent dat soort precies acht anekdotes en twaalf spreekwoorden waarmee ze zich de rol van filosoof aanmeten, het is te erg om over na te denken op welke vreselijke manieren je allemaal oud kunt worden.”
    Herman Koch, Red ons, Maria Montanelli

  • #21
    Caitlín R. Kiernan
    “Language is a poor enough means of communication as it is. So we should use all the words we have.”
    Caitlín R. Kiernan, The Drowning Girl

  • #22
    Søren Kierkegaard
    “People understand me so poorly that they don't even understand my complaint about them not understanding me.”
    Søren Kierkegaard, The Journals of Kierkegaard

  • #23
    Lize Spit
    “Hier, met het zicht op de pastoor die het vlees goedkeurt en betaalt, overvalt mij een somberheid die al een tijdje is weggebleven, waarvan ik dacht, hoopte, dat ze misschien voorgoed weg was. Ik weet intussen dat er niets bestand is tegen dit gevoel, al zit ik tijdig op een stoel in de juiste klas in een outfit waarin iedereen gewend is me te zien, al sta ik te kijken naar vlees, al sta ik niet te kijken naar vlees. Er ontbreekt me dan iets, alles, alsof ik ooit vollediger ben geweest en iets in me zich nog herinnert hoe dat voelde.”
    Lize Spit, Het smelt

  • #24
    J.K. Rowling
    “Honestly, if you were any slower, you’d be going backward.”
    J.K. Rowling, Harry Potter and the Chamber of Secrets

  • #25
    Marcel Proust
    “... bij alles wat het stempel draagt van de werkelijke dood, die zo verschilt van zijn logische en abstracte mogelijkheid ...”
    Marcel Proust, Du côté de chez Swann / À l'ombre des jeunes filles en fleurs / Le Côté de Guermantes
    tags: dood

  • #26
    Marcel Proust
    “Wanneer ik probeer na te gaan wat ik aan de kant van Méséglise te danken heb - de bescheiden ontdekkingen die daar hun toevallige decor of onmisbare inspiratiebron hadden - herinner ik me dat het op een van die wandeltochten was, dat najaar, bij de dichtbegroeide helling die Montjouvain beschut, dat ik voor het eerst werd getroffen door die onevenredigheid tussen onze indrukken en de gebruikelijke uitdrukkingswijze daarvan. Toen ik, na een uur monter tegen regen en wind te hebben opgetornd, aankwam bij de plas van Montjouvain, bij een met dakpannen afgedekt hutje waar de tuinman van M. Vinteuil zijn gereedschap opborg, was de zon weer doorgebroken, en zijn in de stortbui schoongespoelde verguldsel glansde als nieuw in de lucht, op de bomen, op de muur van de hut, op het nog natte pannendak, waar boven aan de nok een kip rondstapte. De blazende wind rukte horizontaal aan de grassen die in het muurbeschot groeiden en aan de donzen veren van de kip, die, het ene zowel als het andere, gerekt tot in hun volle lengte, meegaven op het waaien met de overgave van inerte, lichte dingen. Het pannendak bracht in de plas, die de zon opnieuw liet spiegelen, een roze marmering teweeg waar ik nooit eerder acht op had geslagen. En toen ik op het water en op het muurvlak een bleke glimlach de glimlach van de hemel zag beantwoorden, riep ik in mijn enthousiasme, zwiepend met mijn weer dichtgevouwen paraplu: 'Allemachtig, allemachtig.' Maar tegelijkertijd besefte ik dat het mijn plicht zou zijn geweest het niet bij die ondoorzichtige woorden te laten, maar te proberen iets van mijn verrukking te begrijpen.

    En het was ook die dag - dankzij een voorbijkomende boer die er al uitzag of hij vrij slechtgehumeurd was, wat erger werd toen hij bijna mijn paraplu in zijn gezicht kreeg, en die mijn 'mooi weer hè, goed om te lopen' stug beantwoordde - dat ik te weten kwam dat dezelfde emoties zich niet tezelfdertijd, volgens een al van tevoren vaststaand patroon, bij alle mensen voordoen. Altijd als ik, later, door het wat langdurige lezen in een spraakzame stemming was gebracht, had de schoolvriend met wie ik maar al te graag een gesprek wilde beginnen er juist plezierig op los gepraat en wenste nu ongestoord te kunnen lezen. Als ik net vol genegenheid aan mijn ouders had gedacht en bezield was van de beste voornemens, die hun het meest plezier zouden doen, hadden zij dezelfde tijd gebruikt om achter een - door mij vergeten - pekelzonde te komen waar ze mij streng om berispten terwijl ik naar hen toe rende om hun een zoen te geven.”
    Marcel Proust, Du côté de chez Swann / À l'ombre des jeunes filles en fleurs / Le Côté de Guermantes

  • #27
    Arnon Grunberg
    “In het algemeen wordt passiviteit te weinig als deugd erkent. Actie lijk altijd beter - want heroïscher - dan rustig afwachten en nietsdoen. Vermoedelijk komt dat ook omdat wij vrijwel allemaal neuroten zijn die de leegte willen opvullen met werk en andere activiteiten.”
    Arnon Grunberg

  • #28
    Griet Op de Beeck
    “Leef hard en goed en schoon en wild. Kijk goed, voel beter. Wees niet bang. Kies voor wat u blij maakt, wat het ook moge zijn. Durf proberen wat te lastig lijkt. Leg de lat hoog genoeg. Koester en laat u koesteren. Geef anderen wat ze verdienen, en uzelf minstens ook. Blijf hopen, willen, dromen, wensen.”
    Griet Op de Beeck, Vele hemels boven de zevende
    tags: life

  • #29
    “Ik denk dat ik bij de voltallige fractie van de ChristenUnie zou durven onderduiken. Dan neem ik op de koop toe dat ze een beetje een rare opvatting hebben over abortus, maar je voelt dat ze deugen. Sybrand Buma - zou ik zo durven onderduiken. Juist bij linkse mensen heb ik iets van: jullie hebben zo vaak blijk gegeven van een rubberen ruggengraat, ik zou het bij jullie niet zeker weten.”
    Max van Weezel in de Volkskrant, 23 juni

  • #30
    Marcel Proust
    “Mensen die graag naar uitdragerijen gingen, die graag gedichten lazen, baatzuchtigheid verachtelijk vonden, van eer en liefde droomden, zag ze als een elite die boven de rest van het mensdom uitstak. Je hoefde zulke neigingen niet werkelijk te hebben, als ze maar werden verkondigd; van een man die haar bij een diner had toevertrouwd dat hij hield van rondslenteren in de stad, van vuile handen krijgen in oude winkeltjes, dat hij nooit goed bevonden zou worden in deze zakelijke eeuw want zijn eigen belangen konden hem niet schelen en dat hij daarom in een andere tijd thuishoorde, zei ze toen ze er vandaan kwam: 'Het is echt een aanbiddelijke man, een gevoelig wezen, ik had het nooit gedacht!' en vatte een acuut en overweldigend gevoel van vriendschap voor hem op. Mensen daarentegen die, zoals Swann, zulke neigingen hadden maar er niet over spraken, raakten haar niet. Zij moest weliswaar erkennen dat Swann niet om geld gaf, maar voegde er met een stuurs gezicht aan toe: 'Maar bij hem is het iets heel anders', en wat tot haar verbeelding sprak was dan ook niet de praktijk van belangeloosheid, maar de verwoording ervan.”
    Marcel Proust



Rss
« previous 1 3 4