Femke Dekker's Blog, page 5
March 11, 2015
Wordt het een boek, of niet?
De wording van Verhalen uit de Heksenkeet, deel 4
September 2014 zijn we er klaar voor: we mailen het concept voor de serie en het eerste boekje naar de uitgeverij.
Van de proeflezers hebben we dan nog geen reacties terug (behalve een paar enthousiaste opmerkingen op het schoolplein), maar we willen niet langer wachten.
En dan, in november, komt er een mail van de uitgeverij. Ons idee spreekt hun wel aan. Of we een keer op de uitgeverij willen komen om erover te praten? Marieke en ik appen enthousiast, schuiven heen en weer in onze agenda’s en nog geen week later zitten we aan tafel bij de uitgever. Het gesprek gaat over onze ideeën, over de ontstaansgeschiedenis van de heksen, over ons eerdere werk en hoe zo’n serie in hun fonds zou passen.
Anderhalf uur later zitten Marieke en ik vertwijfeld op een terras tussen de uitgeverij en het station. “Wat vonden ze er nou van?” vragen we aan elkaar. We weten werkelijk niet wat we ervan moeten denken. Er is niet gezegd: we vinden het toch niks, we doen het niet. Maar ze hebben ook niet gezegd dat ze deze serie wel willen uitgeven. Allebei hebben we het gevoel dat de kans op een ‘nee’ net zo groot is als die op een ‘ja’. Hebben we daarvoor urenlang in de trein gezeten?
March 5, 2015
Het lijkt wel magie
De wording van Verhalen uit de Heksenkeet, deel 3
Vol spanning wacht ik Mariekes reactie af. Vindt ze de nieuwe namen wel leuk? En mijn ideeën voor de verhalen? En vooral: wat vindt ze ervan dat sommige van haar ideeën niet meer terugkomen in mijn opzet?
Lang hoef ik niet te wachten. En ik had me ook geen zorgen hoeven maken. Al snel krijg ik een enthousiaste mail van Marieke. Met nog meer ideeën die het verhaal aanvullen en versterken. Wat worden die heksen toch ontzettend leuk!
Ik zet alles op een rij in een presentatie voor de uitgeverij. Alleen: een globaal idee is niet genoeg. Uitgevers willen altijd weten of de uitvoering minstens net zo leuk en goed is als de ideeën zijn. Er moet dus echt geschreven worden. Zo begin ik aan het eerste verhaal en stuur de eerste hoofdstukken daarvan naar Marieke.
Intussen ontvang ik van haar de eerste nieuwe tekeningen. Want die andere zijn alweer een paar jaar oud, en Marieke heeft zich in de tussentijd ook verder ontwikkeld. Wat zijn die tekeningen gaaf! Ze zet de heksen zo leuk neer! Met grappige details en geweldige vondsten. En zo blijven we elkaar inspireren met ideeën, nieuwe tekeningen en nieuwe teksten. Hier is pure magie aan het werk.
Voor ik weet, is het eerste verhaal helemaal af. En heeft Marieke er een omslagillustratie voor gemaakt. En hebben we allebei een hele klas opgetrommeld die voor ons wil proeflezen. Het lijkt wel alsof we goed bezig zijn. We kunnen bijna niet wachten om onze presentatie naar de uitgever te sturen.
December 17, 2014
Nieuwe namen en een uit elkaar getrokken verhaal
Je mag alles doen wat je wilt, zei Marieke. Het maakte haar niet uit wat ik allemaal zou veranderen.
Maar het waren wel háár heksen. Ze had er al meer dan een jaar aan gewerkt. Dus ik vond het best lastig om zomaar alles te doen wat in me opkwam.
Ik begon ‘veilig’: voor wie zou het verhaal het leukst zijn om te lezen? Dat had ik al snel in de gaten: kinderen van 6 tot 8 jaar. Ik wilde ook dat die kinderen het verhaal zelf konden lezen. Het mocht dus niet te moeilijk zijn en ook niet te lang. Maar de heksen beleefden heel veel. Heel verschillende dingen ook. Dat zou nooit in één verhaal passen. Het zou zonde zijn om maar één avontuur te kiezen en de rest weg te gooien. Het moesten dus wel meerdere verhalen worden, dat kon niet anders. Een serie!
Ik kon wel wat bedenken over die heks met die harmonicanek. En met die kat-heks kon ik ook goed uit de voeten. De hippieheks bezorgde me al meteen een paar leuke ideeën. En dan waren er nog die gebeurtenissen die Marieke al had bedacht. De eerste vijf, zes, zeven boeken waren er al!
Toen kwam het lastigste. De namen moesten anders. Ik vond de namen die Marieke had bedacht nogal gewoon. Niet echt hekserig. Ik wilde namen die pasten bij de verschillende karakters en tegelijk niet alledaags waren. Die hippieheks mocht best een wat zweverige naam hebben. Dat werd Luna. En Sybil vond ik ook een mooie heksennaam. De andere twee namen vond ik ook al gauw. Maar wat zou Marieke hiervan vinden? Ze had dan wel gezegd dat ik alles mocht doen wat in me opkwam, maar toch… Het hele verhaal uit elkaar getrokken, de namen veranderd… Dat waren nogal ingrijpende veranderingen.
Nu ja, het waren maar ideeën. De aanzet tot een brainstorm. En Marieke kon altijd nog zeggen dat ze het niet wilde. Ik zette alles in een mail en stuurde die naar Marieke. Nu maar afwachten of ze de veranderingen niet te ingrijpend vond.
Vier maffe heksen op zoek naar een schrijver
Op een dag kreeg ik een mail van Marieke Nelissen en ik had geen idee wie ze was.
Ze schreef dat ze illustrator was, dat ze een verhaal over vier heksen had bedacht, dat ze met haar illustraties bij een uitgever was geweest en dat die haar had gezegd dat ze er een schrijver bij nodig had. Van een andere illustrator, een vriendin van mij, had ze over mij gehoord.
Ik vond haar mail leuk, en dat idee met vier heksen ook, dus niet veel later zaten we op een terrasje in Nijmegen. Dat was in juli van dit jaar.
Mariekes heksen waren fantastisch! Ze had het hele verhaal en alle tekeningen meegenomen en ik was meteen verkocht. Een van de heksen had een harmonicanek, een ander was door elkaar gegaan met haar kat en die hippieheks sprak me ook meteen aan. Ze beleefden de gekste dingen en de tekeningen waren helemaal geweldig! Marieke bleek net zo’n gekke fantasie te hebben als ik. Maar een schrijver konden ze inderdaad wel gebruiken, die heksen. Ze beleefden zoveel maffe dingen dat het een beetje warrig werd.
Voordat ik Marieke ontmoette, schreef ik liever niet het verhaal dat iemand anders had bedacht. Het is namelijk best lastig om een verhaal te schrijven als het niet helemaal uit jezelf komt. Maar de heksen van Marieke hadden me gegrepen. Die kon ik me wel eigen maken. Dus beloofde ik Marieke na te denken over het verhaal en haar te mailen als ik wist hoe we hier een goed verhaal van konden maken.
In het volgende blog: nieuwe namen en een uit elkaar getrokken verhaal
December 11, 2014
Hoera voor de gelukkige uitgever!
“We zouden heel graag met jullie een heksenserie willen beginnen.”
Hoera!! Eindelijk een uitgever die ‘ja’ zegt! Het is alweer een tijdje geleden dat uitgeverij Gottmer me dit mailde. En als je mijn nieuwsbrief leest, of me volgt op twitter, dan wist je het al. Maar nu is het echt en officieel. In de zomer verschijnt het eerste boek uit de serie. Een pittig soepje, heet het.
Het is een heel leuk boek voor kinderen van 6 tot 8 jaar over vier maffe heksen. Ze zijn grappig, raar en er gaat van alles mis, zoals toverspreuken die mislukken.
En we gaan dus nog een heleboel meer boeken maken over deze heksen, in de serie Verhalen uit de Heksenkeet. We, dat zijn Marieke Nelissen en ik. Marieke is niet alleen de illustrator van het verhaal, ze heeft de vier heksen ook bedacht.
Hoe het kwam dat ik het verhaal erbij mocht schrijven, vertel ik je in mijn volgende blog.
December 3, 2014
Lieve, bange uitgevers
Al meerdere keren hebben jullie manuscripten van mijn hand afgewezen. Niet omdat ze bar slecht zijn, maar vanwege het genre. “Er is geen markt voor” zeggen jullie. We hebben het over fantasy. Een van jullie heeft zelfs letterlijk gezegd: ‘Dit is nou echt een verhaal dat ik vroeger had willen lezen, maar dat er niet was.’ En toch geven jullie het niet uit. Ook nu zijn er dus kinderen die graag willen lezen, maar de boeken die ze het leukst vinden, zijn er niet.
Natuurlijk vind ik dat als schrijver heel jammer. Maar vooral voor die kinderen vind ik het jammer. Die duizenden kinderen die heel graag spannende, avontuurlijke verhalen met een beetje magie lezen.
“Er is geen markt voor”, zeggen jullie. “We durven het niet aan.”
Ik kan je zeggen: Er is wel degelijk markt voor. Vandaag kreeg ik het overzicht van de Lira. Ruim 16.000 keer zijn mijn boeken uitgeleend. Daar zit geen nieuw boek bij, ze zijn allemaal tussen de tien en vijf jaar geleden uitgegeven. Ze worden nog steeds gelezen. 16.000 keer in het afgelopen jaar.
Dat u het even weet.
October 28, 2014
Prijs winnen? Eerst even sparen
In mijn vorige blog (Waarom ik niet zeg: stem op mijn boek) schreef ik over prijzen die worden uitgedeeld aan het boek met de meeste stemmen. Dat ik daar mijn twijfels bij heb, omdat dan niet het beste boek wint, maar het boek van de schrijver die het hardst roept dat iedereen moet stemmen.
Met in mijn achterhoofd de gedachte dat prijzen die door jury’s worden uitgedeeld, vele malen eerlijker zijn. Want zo’n jury leest alle genomineerde boeken en kan dus echt oordelen over welk van al die boeken werkelijk het beste is – naar hun smaak.
Werd ik vandaag even met beide schrijversbenen terug op aarde gezet, toen collega Nanda Roep dit op Facebook plaatste:
Hoe naïef kon ik zijn. Gouden Griffels worden gekocht, mensen! En wat zullen een hoop boeken niet eens aangemeld worden, simpelweg omdat de (kleine) uitgeverij die bedragen niet kan betalen. Aanmelden met enkele titels zou nog kunnen, maar stel je voor dat je boek wint. Het is gewoon niet op te brengen, zo’n prijs.
September 15, 2014
Waarom ik niet zeg: Stem op mijn boek
Het hele jaar door kun je als lezer voor allerlei prijzen stemmen op je favoriete boek. Voor de Kinderjury, de NS-Publieksprijs, de beste misdaad-, YA- of fantasyroman.
Goede initiatieven vind ik, die het lezen van boeken onder de aandacht brengen en de lezer de gelegenheid geven iets over zo’n boek te zeggen.
Toch heb ik er gemengde gevoelens bij. Want vanaf het moment dat er gestemd mag worden, barst het op Facebook en Twitter van de schrijvers die om het hardst roepen dat je vooral op hun boek moet stemmen. Of je het boek nu gelezen hebt of niet: je gunt het die schrijver toch?
Daar wringt voor mij de schoen. Natuurlijk gun je het die schrijver, logisch. Maar welk boek wint? Het beste, mooiste, spannendste? Of dat van de schrijver die het overtuigendst roept?
Nu sta ik, met Argadwyn, zelf op zo’n lijst.
Tussen vierenzeventig andere boeken staat Argadwyn op de Verkiezingslijst voor Beste fantasy/sf/horror-boek. Moet ik nu stemmen gaan vergaren? Moet ik nu heel hard gaan roepen: “Stem op Argadwyn!”? Als ik dat niet doe, zal Argadwyn ten onder gaan tussen al die anderen die het wel doen. Als ik het ook doe, dan doe ik precies dat waar ik zelf zo’n hekel aan heb…
Wacht. Ik weet het al.
Ik nodig je uit om te stemmen. Vanaf vandaag kun je op Hebban.nl je stem uitbrengen op een van de 75 genoemde fantasy/sf/horror-boeken.
Stem op een boek dat je écht gelezen hebt en dat je écht heel mooi, spannend of goed vindt.
Is dat toevallig Argadwyn? Super! Dan ben ik je enorm dankbaar! Is het een ander boek? Ook mooi! Want echt, die andere schrijver verdient het, net zo goed als ik.
Stem gewoon op dat boek waarvan jij vindt dat het de titel Beste Fantasy/sf/horror-boek verdient. Je helpt het genre ermee én je maakt een schrijver blij.
July 18, 2014
Weer eentje binnen
Yes! Ik kan “behoorlijk schrijven” en “een spannend verhaal vertellen”. Een uitgever zegt het, dus dan zal het wel zo zijn. Tof!
En toch hè. En toch. Niet uitgeven. Want: “door het enorme aanbod en onze beperkte uitgeefmogelijkheden” moeten ze “heel kritisch” zijn. En dan voelden ze voor mijn verhaal “uiteindelijk niet voldoende enthousiasme”.
Inderdaad, ik heb weer een afwijzing binnen. Jullie moeten nog weer wat langer wachten op het verhaal over de toverveer, De legende van de Vuurvogel. Maar ik heb me voorgenomen om niet te gaan zeuren of zielig te doen. Of verbolgen te reageren. Of cynisch te worden.
Maar o, wat vind ik dat moeilijk! Want ik wéét dat ik “behoorlijk” kan schrijven. Ik weet dat kinderen mijn boeken spannend vinden. Ik weet dat kinderen graag spannende, avontuurlijke verhalen lezen.
Ik zie ook in de boekwinkel steeds meer dezelfde soort kinderboeken verschijnen. Steeds mínder spanning, avontuur en fantasie. En wat er aan spannende, fantasievolle boeken is, is veelal vertaald; niet of heel weinig van Nederlandse schrijvers. En, sorry dat ik het zeg, vaak nog slecht geschreven ook.
Ik ben lang niet de enige. Er zijn meer schrijvers zoals ik die prachtige boeken vol fantasie, spanning en avontuur schrijven. Hele leuke boeken, maar je ziet ze niet in de winkel. En dan nemen die kinderen maar een boek dat ze minder leuk vinden. Of ze lezen helemaal niet meer.
Maar nu zeur ik wel. Nu doe ik wel zielig. Ik begin zelfs door te draven. Dus ik stop hier, voor ik ga zeggen dat ik helemaal geen boeken meer schrijf. Maar pijn doet het wel.
June 3, 2014
Waarom je het maar beter niet kunt weten
In een van mijn vorige blogberichten schreef ik dat je als schrijver geen idee hebt hoe goed of slecht je boek verkoopt. Ik had me toen voorgenomen mijn uitgever te bellen om te vragen hoe het ervoor staat.
Maar dat deed ik niet.
Geen tijd, het kwam er niet van, ik dacht eraan op onmogelijke momenten… Maar eigenlijk was er maar één reden: ik wilde het niet. Ik wil niet weten hoe het met mijn boek gaat. Ik zie het volgend jaar wel.
Raar? Misschien. En bedrijfstechnisch gezien is het waarschijnlijk zelfs onhandig. Maar toch.
Stel nou dat mijn boek heel goed verkoopt. Dat er al een nieuwe druk aan zit te komen. Dan ben ik helemaal door het dolle heen, sta ik te stuiteren (en moet ik aan de slag om de foutjes eruit te halen die er, ondanks alle zorgvuldigheid, toch nog in zitten). Dan kan ik me niet concentreren op het volgende boek.
Stel nou dat mijn boek heel slecht verkoopt. Dan word ik chagrijnig, ga ik zitten balen. Dan ga ik allerlei promotie-acties bedenken om te zorgen dat het beter gaat verkopen. Dan kan ik me niet concentreren op het volgende boek.
In beide gevallen ben ik dus nog steeds bezig met dat ene boek dat er al is. Dan komt er voorlopig geen volgend boek. En dat wil ik niet. Ik wil schrijven. Ik wil dat verhaal afmaken.
Daarom is het helemaal niet handig om te weten hoe een boek verkoopt. Het boek is geschreven, mensen kopen het, mensen lezen het, ze gooien hun mening erover op facebook of goodreads of ze zeggen er niets over, maar ik ben lekker aan het schrijven aan het volgende boek.
En dat is wat een schrijver moet doen. Schrijven.


