Patrick Bernauw's Blog, page 20
June 19, 2015
Een goeie chat met Huub Kampen
Screenshot Ignace Lepage www.codebrekers.be"Zeg het met een bloem!"Gisteravond een goede chat gehad met codebreker en schattenjager Huub Kampen, naar aanleiding van mijn bericht Een hack gezet? Open brief aan Mark Harlem aka Karl Hammer. Huub had zich op Facebook de naam Mark Harlem aangemeten, een van de pseudoniemen waaronder Karl Hammer actief is geweest. Toen ik hem er attent op maakte dat dit eigenlijk strafbaar is, tenzij hij over toestemming van de Grote Baas beschikte, zei hij 'de volledige toestemming van de Grote Baas' te hebben. Er waren in dat geval twee mogelijkheden: ofwel maakte Huub een (eigenlijk illegale) grap, ofwel sprak ie gewoon de waarheid en werkte hij samen met Karl Hammer.
De tweede optie leek bevestigd te worden door een aantal Toevalligheden van het soort dat we voortdurend tegenkomen in het verhaal van Karl Hammer: dezelfde initialen (HK-KH), de stad Delft, de mogelijkheid om door Hammers verandering van geboortejaar (van 1959 naar 1969) en met het numerologische geboortegetal 8 de onder neonazi's welbekende Hitlergroet (Heil Hitler - HH - 88) te brengen. Maar natuurlijk... Toeval bestaat, zoals ik ook in het artikel opmerkte. Ik geloof zelfs in synchroniciteiten en betekenisvolle coïncidenties, lees er Waarom ik een magisch-realist ben maar op na (en kijk hieronder even naar het bedrag exclusief BTW dat ik betaalde voor drie boekjes over runen).
Maar... ergens moet het Toeval toch ophouden. De vraag is alleen: waar?
Want er was nog het eerstehandsmateriaal waarover Huub beschikte, en dat nu eens wel, dan weer niet verwees naar Antoniuskapel en Tonihof. En ook de hack die mij in het tweede semester van 2014 werd gezet, tot vijf maal toe, speelde in mijn achterhoofd. Uiteindelijk werden de herhaaldelijke hackings gesigneerd door de 'graal', die je - enigszins eufemistisch - een onderwerp van discussie zou kunnen noemen tussen mij en Karl Hammer. In 2009 maakte ik immers publiek dat Satans Lied samengesteld was uit ideeën die zonder bronvermelding waren ontleend aan mijn boeken, en aan die van tal van andere schrijvers, onder wie Jos Bertaulet en Peter Voorn (eveneens gehacked - en de lijst is niet volledig). Er was, ten slotte, de voortdurend terugkerende verwijzing, door Karl Hammer, naar de teams van naamloze experten in allerlei domeinen met wie hij nauw samenwerkte. En Huub had het ook wel eens over zijn team.
Maar oké, een goeie chat kan wonderen doen. Huub wist mij ervan te overtuigen dat het gebruik van het pseudoniem Mark Harlem een staaltje van de reeds van hem gekende 'hubor' was; hij is nu eenmaal een Aprilvis (want geboren op 1 april, jawel). Op het internet had hij zelf het verband gelegd tussen Hammer=Hamer=Martel, nog voor De Morgen erop wees dat Karel Martel het nieuwe icoon van extreemrechts is. En ook dat is best mogelijk. Huub Kampen werkte, kortom, niet samen en had ook geen contact (om toestemming te vragen) met Karl Hammer. En ik geloof hem.
De overeenkomsten berusten op Toeval; en het was Karl Hammer die zijn geboortejaar veranderde, niet Huub. Als Huub al eens over erg eerstehands lijkend materiaal blijkt te beschikken, dan komt dat omdat hij inderdaad samenwerkt met een team (zoals Ysa Pastora eigenlijk een collectief is) dat ook zijn weg op het web weet te vinden. Tenminste, zo heb ik het toch begrepen. Dat er daarbij interessante ontdekkingen worden gedaan, ligt voor de hand. Huub heeft mij een van zijn bronnen getoond, en opnieuw: ik geloof hem. Zoals ik hem ook geloof als hij zegt dat zijn team zich niet bezig houdt met hacken, dat nooit gedaan heeft en nooit zal doen.
Daarmee lijkt deze kwestie mij uitgeklaard; ik zal dan ook nog een verkorte versie van dit stuk bovenaan de post Een hack gezet? plaatsen. Wat mij betreft, kan dit blad worden omgedraaid.
In de rand van onze chat werd ook gesproken over het begrip 'laster'. Dat komt neer op 'het kwaadwillige verwijten van een persoon', zodat 'de eer aangetast wordt' en de persoon 'wordt blootgesteld aan publieke verachting', en zonder dat men bij dit alles bewijzen levert. Ook valt in deze zaak nogal eens de term 'insinuatie' - zijnde 'een beschuldiging die men niet openlijk uitspreekt', een 'hatelijke opmerking', een 'zijdelingse verdachtmaking', een 'onterechte suggestie', een 'bedekte toespeling'.
Op www.rauna.eu doen wij niet aan laster: wij brengen verslag uit over feitelijke vaststellingen, die door iedereen kunnen geverifieerd worden, maar waarvoor de media - op een enkele uitzondering na - tot nu toe blind wens(t)en te blijven. Ik geef een paar voorbeelden:
Een grover staaltje geschiedvervalsing is amper denkbaar. Soms wordt dit gedaan omdat men gemakkelijk wil scoren en op het onderbuikgevoel van het publiek inspeelt. Op andere momenten wordt het gedaan om een verborgen agenda door te drukken of weer eens een miljoenenclaim ergens los te wrikken. Aan het woord is Karl Hammer, in Gezocht: Codebrekers, over een programma van de VPRO - maar hij geeft geen titel, geen datum van uitzending en een zeer vage omschrijving van de 'geschiedvervalsing' (in een programma op de VPRO zou gezegd zijn dat Duitsland de Eerste Wereldoorlog had uitgelokt omdat ze nu eenmaal die legers in de garage hadden staan). Omdat geen 'bewijs' geleverd wordt (en de VPRO zich dus ook niet kan verdedigen) is dit in feite een lasterlijke aantijging, die verzwaard wordt door niet minder dan 4 insinuaties (gemakkelijk scoren + inspelen op onderbuikgevoel + verborgen agenda + miljoenenclaim). Dit soort uitspraken doen wij nooit, never, jamais. Het is, integendeel, een techniek die Karl Hammer wel eens meer hanteert; vandaar dat wij zijn uitspraak van hierboven ook als motto hebben gekozen voor De Hamer van Thor. (En ook omdat wij kunnen bewijzen dat Gezocht: Codebrekers aan geschiedvervalsing doet, en Hammer daar zelf 4 mogelijke motieven voor geeft.)
De beschuldigingen die wij uiten, zijn zwaar - maar dat zijn de feiten ook. In het artikel in De Morgen van 12-06-2015 vertelt Karl Hammer twee leugens. Zo stelt hij dat iemand anders op Wikipedia zijn geboortejaar veranderde: bewezen werd dat hij het op Wikipedia zelf deed onder de nickname 'Magister OFM'. En dat hij het ook op zijn eigen website en op andere gebruikerspagina's deed (zie screenshot 25-04-2015 hieronder en voorlopig ook nog te vinden op http://vk.com/id242948980). En wanneer Hammer op 12-06-2015 zegt dat Peter Schulz het dossier de rug toe keerde omdat hij de 'insinuaties en verwijten' beu was, staat dat in tegenspraak met wat hij in 2012 verklaarde: toen was Peter Schulz nog 'de vergeefse speurtocht' moe. Als wij dit 'leugens' noemen, doen niet wij aan laster, maar wel de kwaadwillige groene gifkikker die ons wegzet als een 'modder-gooi-en-afzeik-fabriek'.
Als wij vaststellen dat Karl Hammer in de eerste reportage die EenVandaag aan zijn werk wijdde 4 historische blunders in 1 zin begaat (en daarbij zijn eigen verhaal ook nog eens tegenspreekt), dan kun je daaruit alleen concluderen dat Hammer - opnieuw - zichzelf ontmaskert als nepjournalist. En dan kun je niet anders dan heel zwaarwegende vragen stellen bij de beroepsernst van journalisten en redactie, die dit gewoon laten passeren en op antenne gooien. Als deze simpele vaststelling door een aantal andere wordt bevestigd en kadert in een zaak van aantoonbaar consumentenbedrog, dan is daar verslag van uitbrengen niet meer of minder dan een burgerplicht. Want over consumentenbedrog gesproken, hoe wil je de vaudeville anders noemen rond de beloningen die al dan niet door Karl Hammer, Peter Schulz en uitgeverij Elmar werden uitgeloofd en die variëren van 12.000 tot 25.000 euro, met daar tussenin nog eens 25.000 dollar ook - terwijl uitgeverij Elmar aan de ene vertelt dat de actie is afgelopen (maar er op de eigen site wel nog reclame voor maakt) en aan de andere dat de voorwaarden op de site van Hammer staan (waar ze niet staan)(en later ineens wel staan)(en de beloning 12.000 euro is)(terwijl het bij Elmar nog steeds 25.000 dollar is). Ondertussen is de Elmar-pagina verdwenen, maar we hebben de dag ervoor nog een screenshotje gemaakt. Als iemand ons om die reden een 'modder-gooi-en-afzeik-fabriek' noemt, kan ik bij die persoon alleen maar een 'verborgen agenda' ontwaren.Met de medewerkers van het collectief Ysa Pastora hebben we een lijst opgesteld van 14 van deze feiten, waarover de media blijkbaar niet wens(t)en te berichten, zodat wij het als onze burgerplicht beschouwen dat dan maar zelf te doen. Daarbij hebben we alle mogelijke voorzorgen in acht genomen. We hebben de heer Hammer en zijn uitgeverij Elmar per aangetekend schrijven om een reactie gevraagd, en geen reactie gekregen. We hebben EenVandaag herhaaldelijk gemaild en om een gesprek gevraagd, en geen reactie gekregen. Pas toen de stilte oorverdovend begon te worden, zijn we tot publicatie overgegaan. Als dat de procedure van een 'modder-gooi-en-afzeik-fabriek' is, dan zegt dit meer over de kwaadwillige intenties van de persoon die deze uitspraken doet, dan over ons.
De Hamer van Thor (De Jacht op een Nazi Schat, #1) by Draft2Digital
Overigens ben ik van mening dat EenVandaag, de VRT Nieuwsdienst en De Volkskrant hun verantwoordelijkheid moeten opnemen, en verslag uitbrengen over feiten in plaats van over de fictie van Indiana Brownie.

Published on June 19, 2015 03:16
June 17, 2015
Een hack gezet? - Open Brief aan Mark Harlem aka Karl Hammer
Op de Facebook Pagina van Ysa 'Pandora'Dag Mark,
Ik heb gemerkt dat je een 'enige echte officiële' Facebook-pagina van Mark Harlem hebt opgestart: 'het anagram van journalist-schrijver Karl Hammer'. Dat is een goeie zaak. Maar het zou nog beter kunnen als je op die enige echte officiële - elders mag ook - klaar en duidelijk zou stellen hoe dat nu eigenlijk zit met die hele Mark Harlem.
Al vrij snel nadat het collectief 'Ysa Pastora' de gelijknamige Facebook Community Pagina en de site www.rauna.eu had gestart, werden we daar gestalkt door een codebreker die luisterde naar de naam Huub Kampen. Later kreeg hij het gezelschap van schuilnaam Theo Van der Wal, die voorheen ook bekend stond onder de schuilnaam Pieter Marinus, daar bovenop nog een Facebook profiel had aangemaakt voor de schuilnaam Otto de Pastoor - maar voor de rest gewoon Peter Groeneveld heette, en tot onze abonnees van het eerste uur behoorde. Deze codebrekers hielden zich voornamelijk bezig met het op alle mogelijke manieren bevorderen van onenigheid tussen hun collega's en pogingen om de schuilnaam van Ysa Pastora te breken. Het is allemaal netjes gedocumenteerd op Rauna en in De Hamer van Thor.
De heer Kampen beschikt over 'een team' van niet nader gespecifieerde whizzkids die er uiteindelijk in geslaagd zijn te achterhalen dat de Facebook Pagina van Ysa Pastora werd onderhouden door een paar medewerkers, die het verkozen anoniem te blijven. Bijgevolg gooide Kampen blijgezind hun namen op het web. Deze H.K. deelt zijn initalen met K.H., de stad Delft met diens uitgever Elmar en over zijn numerologisch sleutelgetal gaan we niets meer zeggen, want sinds kort is hij op Facebook alleen nog geboren. Maar goed, Toeval met de Grote T die jou zo lief is, Mark & Karl... het bestaat nu eenmaal. Echter, zoals een groot filosoof ooit stelde: 'Trop is te veel en te veel is trop!'
Het was deze Huub Kampen die zich vrij recent op Facebook aandiende als Mark Harlem. Op Facebook verdorie. Net zoals Wikipedia een vrijplaats waar iedereen ongestraft een hoop onzin kan en mag verkondigen, zich uitgeven voor iemand anders, van geboortejaar veranderen, noem maar op. Toen de nonsens van Huub Harlem de spuigaten begon uit te lopen, heb ik hem er vriendelijk maar kordaat op gewezen dat hij tamelijk illegaal bezig was. Daarna ging Ysa er zich ook mee bemoeien: Waarin Karl Hammer uit de kast lijkt te komen als fan van Ysa Pastora en Mark Harlem zich out als Karel Martel, icoon van extreemrechts...
Huub Harlem verdween ijlings van het toneel, maar keerde even later triomfantelijk terug met de boodschap dat hij de toestemming had om je pseudoniem te gebruiken, Mark. Om zich vervolgens opnieuw vrolijk aan lasterlijke - want volstrekt ongegronde en bijgevolg niet bewezen - aantijgingen te buiten te gaan. Nu in tandem met één van de pseudoniemen van Peter Groeneveld. Een poging om de samenwerking tussen Ignace Lepage, het collectief rond Ysa Pastora en mezelf op te blazen door conversaties op het web te gooien die binnen een besloten codebrekersgroep waren gedaan, mislukte jammerlijk. Waarna plotseling allerlei 'nieuwe' informatie begon op te duiken, vergezeld van veel 'Ha-Ha's' en schimpscheuten als zouden Ignace & Co. 'erin gestonken' zijn. Tot Ysa opnieuw orde op zaken stelde in Act III van de Vaudeville getiteld: Over het georkestreerde consumentenbedrog van Indiana Brownie, aka Karl Hammer, en zijn uitgeverij Elmar.
Waarna Huub Harlem voor de tweede keer de aftocht blies en Mark Harlem - de enige echte officiële - een Facebook Pagina opende. Maar waarmee de vraag nog altijd niet beantwoord is - en vroeg of laat zal dat er toch moeten van komen - of Huub Harlem inderdààd toestemming had van 'de Grote Baas in eigen persoon'... en dus een medewerker van zijn eigen pseudoniem genoemd mag worden. Best mogelijk hoor, dat het alleen maar een staaltje was van wat Ysa Pastora al 'hubor' heeft genoemd, maar het blijft een feit dat de Aprilvis uit Delft beschikt over informatie die redelijk eerstehands en spectaculair lijkt. En zo is de cirkel rond en zijn we weer bij zijn whizzkids aanbeland.
http://www.xinxii.com/nl/jan-van-eyck-en-jeanne-darc-p-342989.html
Want, zie je, enige echte officiële Mark Harlem, als iemand het over zijn team heeft van experten, die ik whizzkids heb gedoopt maar die je ook hackers kunt noemen, dan gaan de haren op mijn armen recht overeind staan. In 2009 stelde Peter Voorn al dat je het verhaal van Jeanne d'Arc van hem had ingepikt, en had hij ook een heel interessante theorie bij je eerste naamsverandering, van Karl Katee naar Karl Hammer-Kaatee. In 2011 zouden we met de Scriptomanen zelfs Peters hele boek over Jan Van Eyck en Jeanne d'Arc uitgeven als PDF, omdat hij bang was vroeg of laat zijn hele hypothese tegen te komen in een nieuwe 'true crime' van Karl Hammer. Ik vond dat eerlijk gezegd een beetje overdreven. Zoals ik hem er ook van verdacht een tikje paraonoïde te zijn, toen hij me vertelde dat zijn gmail-account was gehacked door het team van Hammer.
Zowat het enige dat Huub Kampen nog op zijn Facebook heeft staan, is een huboristische foto van Don Berlusconi. Die deed me meteen denken aan een andere Don, namelijk Don Barone, vermoedelijk ook een lid van het team van Mark Harlem & Karl Hammer. Op het forum van Graham Hancock pakte hij doorgaans uit met 'inside information', die net zoals in het geval Kampen nogal eerstehands verkregen leek. Dat ging dan bijvoorbeeld als volgt, over de al dan niet valse relieken van Jeanne d'Arc:
Date: 06-Apr-07 06:48
Karl Hammer (Mark Harlem) author of Satan's Song (now renamed for the English translation as The Secret of The Just Judges) about two years ago suggested to me that in all liklihood this revelation was to be made shortly. He strongly suggested I study the story of Joan as it relates very much to the mystery of Rennes le Chateau. He also strongly suggested that not only wasn't Joan where she was alleged to lay but that in fact she had not died at all at this particular time. As King Rene of Anjou and The Van Eycks (Jan, Hubert and Barthélemy d'Eyck) fit very much into the time frame of Joan of Arc(adia) it would seem that it could all be interconnected. And finally Karl sugested to me that "The Shepherdess, no temptation" part of the clue in The Rennes le Chateau mystery "game" was in fact referring to none other than Joan of Arc who was indeed a sherperdess and did indeed remain chaste unto her alleged death.
Cheers
Don Barone
En op de vraag of het boek Satans Lied nu snel in het Engels gepubliceerd zou worden:
Date: 10-Apr-07 12:40
Last I heard before Karl Hammer went into self imposed exile and seclusion was that it was in the hands of his lawyers in Los Angeles, California and was waiting on certain organizations, probably The CIA and Homeland Security to give clearance for certain documents referred to in the book. Last I heard this permission was still not granted. Karl assured me that if permission was not granted a censored version would be published and the original would be published to the internet. I can no longer reach him for the time being and am unsure how long he will be gone for .. perhaps forever.
Best
Don Barone
Karl vond niet meteen een Engelse uitgever, maar de Don hield de moed erin. Die dekselse FBI & CIA, nietwaar. Het doet onwillekeurig heel erg sterk denken aan de plot van de nieuwe waargebeurde fictie van Karl Hammer, rond de relieken van Franciscus, en aan de belachelijke reden die gegeven wordt voor de nu weer opgelopen vertraging: het ligt aan mogelijke buitenlandse edities.
De Paus van Satan (Mysterieus België, #22) by Draft2Digital
Laten we serieus blijven. Ik heb een boek geschreven met - de ondertussen overleden - Philip Coppens. De Paus van Satan (Manteau, 2011) gaat over het Heilig Bloed & de Heilige Graal van Brugge. Dat thema speelt, samen met nazi's en neonazi's, ook al een rol in Mysteries van het Lam Gods (Manteau, 1991) en Het Bloed van het Lam (Manteau, 2006). Je vindt zowat alle belangrijke ideeën uit die boeken terug in Satans Lied (Elmar, 2006), samen met pistes van Peter Voorn en Jos Bertaulet (De Verloren Koning en de bronnen van de Graallegende, speurtocht in Notre Dame de Marceille, een geheim oord in de geschiedenis van Frankrijk - Stichting Mens & Kultuur, 1991). Zowel Philip - die ook een boek over de Graal heeft geschreven - als ikzelf hebben nauw samengewerkt met Jos Bertaulet. Soit, ideeën worden niet beschermd door het auteursrecht, zoals Baigent, Leigh & Lincoln mochten ondervinden toen zij Dan Brown voor de rechter daagden wegens plagiaat.
In oktober 2007 interviewden Philip Coppens, Corjan De Raaf en Andrew Gough de auteur van Satans Lied dat ze zonder verpinken 'a novel' noemden:
Hammer caused quite a stir when he published his book ‘Satan’s Song’ in the Netherlands. Although a novel, the author stated it was the true story of Dutch secret service art agent Tom R. who accidentally discovered a trail from Jan van Eyck’s famous Ghent Altar Piece ‘the adoration of the Lamb’ to the Arma Christi, while he was investigating the art treasures stolen by the Nazis just after World War II. The false trail and clues he created to hide his discoveries from the CIA were, he claims, picked up by the authors of ‘Holy Blood, Holy Grail’.
Nadat ik Philip medio jaren 90 uit het oog was verloren - als piepkuiken werkte hij toen al eens voor Stichting Mens & Kultuur, waar ik een essay over urban legends publiceerde en Bertaulets Graalboek verscheen - vonden wij elkaar terug in 2008. Uiteraard kwam het gesprek al gauw op Karl Hammer, toen nog Kaatee, bij wie Philip 'een zeer ongemakkelijk gevoel' had ervaren, vergelijkbaar met wat Leon Giesen in De Morgen beschrijft: 'Je hebt de indruk dat hij iets te verbergen heeft.' - Hammer-Kaatee was toen nog volop in zijn spirituele periode. Hij ontving het trio esoterische onderzoeksjournalisten, dat toch wel wat gewend was op het gebied van vreemde vogels, als een soortement ebionitische monnik (met Tau kruis). Wellicht speelde hij toen de rol van Markhar Lem, de leider van de mysterieuze en zeer gesloten orde van monniken die zich in het kader van de Frieda Foundation wijden aan de Misa Ecouta (je leest er alles over in De Hamer van Thor)(en op het forum van Graham Hancock).
Met dank aan Corjan De RaafOok die gesprekken speelden een rol toen ik Peter Voorn leerde kennen en in een handvol blogberichten de vloer aanveegde met de 'onderzoeksjournalist' Hammer-Kaatee. Daarna verdween Karl op de achtergrond, tot in de zomer van 2014. Op een paar maanden tijd, tot eind december 2014, werden de sites waarmee mijn productiehuis stadsspelen in de reeks Mysterieus België en interactieve teambuildings, maar ook alternate reality games verkocht, het slachtoffer van een reeks hackings waardoor het hele semester commercieel om zeep ging. Een paar sites waren weken out en het kostte enorm veel tijd om ze weer in orde te krijgen. De site www.teambuildings.eu werd zelfs tot twee keer toe gehacked, in nauwelijks drie maanden tijd. Al de sites zaten toen nog bij WordPress - 'veilig en eenvoudig in gebruik' - maar het was duidelijk dat de hackers een lek in de beveiliging hadden gevonden en het op mijn broodwinning voorzien hadden. Het grapje kostte mij duizenden euro's. Qua hubor kan dat tellen.
De laatste aanval vond plaats op 22 december. Ik ontving eerst een mailtje van een vriendelijke Duitser, die mij waarschuwde:
Dear,
I got a phishing mail with link to your website. Please take care about this!
The link is getting opened after clicking this one:
Waarna er een link volgde van www.teambuildings.eu met een extensie 'graal'. Een tijdje later kreeg ik het bericht dat mijn site 'gesuspendeerd' was, vanwege verdachte activiteit, en dus niet langer bereikbaar. Bij die 'graal' dacht ik meteen aan Hammer, aan Peter Voorn, aan het team dat zijn gmail-account gehacked had. Maar goed, Toeval bestaat, nietwaar... en ik heb weinig aanleg voor paranoia, dus ik verwierp het idee als 'een beetje te danbrownesk om waar te zijn'.
Korte tijd later werd ik gecontacteerd door Ysa Pastora. Zij wilde alleen met mij communiceren over Hammer 'in versleutelde documenten, want de kans bestaat dat hij meeluistert'. Ik vond het er nog steeds lichtjes over, maar nadat Peter Voorn en ikzelf al met weinig goedaardige hackers te maken hadden gekregen, besloot ik het spelletje voor alle veiligheid toch mee te spelen. Ik heb de site www.teambuildings.eu die nog lam lag, niet meer opnieuw opgestart, maar gebruikt als platform voor een nieuw format van QR-code spelen. Het sloot mooi aan bij het verhaal waar Ysa Pastora kwam mee aanzetten, en waar ik aanvankelijk van dacht dat het te sterk op mijn eigen historische faction thrillers leek, of op de alternate reality games die we produceerden, om helemaal waar te zijn. Ik wilde een slag om de arm houden, zie je.
Spoedig bleek echter dat het bittere ernst was. En binnen de kortste keren hoorde ik van nog een andere codebreker dat hij vreemde dingen had waargenomen op zijn PC. En toen was daar ineens, out of the blue, Huub Harlem met zijn team.
Toeval bestaat, jazeker. Als magisch-realist geloof ik zelfs in synchroniciteit en betekenisvolle coïncidenties. Maar trop is te veel en te veel is trop. Ik denk dat ik dus maar eens klacht ga indienen bij de ecops. Tegen onbekenden, jawel, want als er één ding duidelijk is wanneer Karl Hammer om het hoekje komt kijken, dan wel dat niets is wat het lijkt, en dat je nooit precies weet met wie je nu eigenlijk te maken hebt. Op elk medium - weze het forum, Facebook, Wikipedia - zijn de man, zijn schuilnamen, zijn nicknames en zijn team van internationale topexperten op steeds dezelfde manieren bezig met het vermarkten & verhypen van de enige echte officiële Karl Hammer en het koeioneren van lui die al eens van boerenbedrog durven gewagen.
En o ja, nog dit. Karl jaagt koortsachtig en als een heuse Indiana Brownie reeds een hele tijd op relieken en daarmee gepaard gaande onverbiddelijke internationale bestsellers. Zijn het niet die van Jeanne d'Arc - de relieken, dus -, dan wel die van de Heilige Franciscus. En altijd weer duikt de vraag op: fake or real? Het is dezelfde kwestie die aan de orde is bij de gecodeerde partituur. Met Peter Schulz hebben we een rechtstreekse link naar een bedrijfje dat doet in nazi reproducties 'van museumkwaliteit', o.a. goudstaven van de Reichsbank. Maar goed, ook dat zal wel toeval zijn, neem ik aan. Je leest er alles van in, alweer, De Hamer van Thor.
Wat de overeenkomsten betreft met de Rennes-le-Château Hoax... uiteraard zijn ook die toeval, of wat dacht je? Een hotelbaas die het toerisme in de streek wil bevorderen en een kerel die in de politiek denkt te gaan en daarom fake documenten in de nationale bibliotheek deponeert, die daar vroeg of laat door esoterische onderzoeksjournalisten zullen gevonden worden... En zo doet de manier waarop wij naar het Tonihof in Mittenwald werden gedirigeerd door Karl Hammer en zijn maatje Huub Harlem onwillekeurig hieraan denken:
The false trail and clues he created to hide his discoveries from the CIA were, he claims, picked up by the authors of ‘Holy Blood, Holy Grail’.
Maar trop is te veel en te veel is trop. Dus, hoe moeten we iedere gelijkenis met bestaande personen en toestanden catalogeren, Mark? Huub?
Ik vraag het aan jullie hé, want echt, ik kom er niet meer uit.
Patrick Bernauw
speelde recent ook toneel
en kroop dan in de huid van Pé Boonaparte
en Pee Klak
Overigens ben ik van mening dat EenVandaag, de VRT Nieuwsdienst en De Volkskrant hun verantwoordelijkheid moeten opnemen, en verslag uitbrengen over feiten in plaats van over de fictie van Indiana Brownie.

Published on June 17, 2015 07:08
June 14, 2015
Overigens ben ik van mening dat ook de VRT Nieuwsdienst (voor wijlen Reyers Laat) zijn verantwoordelijkheid moet nemen - en verslag uitbrengen over feiten in plaats van over de fictie van Indiana Brownie
Gevonden: Codebrekersop www.rauna.eu en www.codebrekers.beOPEN BRIEF AAN DE VRT-NIEUWSDIENST:
Op 13/12/2012 gaf het programma “Reyers Laat” een open forum aan “onderzoeksjournalist” Karl Hammer en zijn boek “Gezocht: Codebrekers” . De behandeling van het thema blonk uit door het gebrek aan welke fundamentele (kritische) journalistieke reflex dan ook. U werkte op die manier mee aan de commerciële – maar ook verborgen – agenda van een man, die zichzelf in de Morgen van afgelopen vrijdag 12 juni ontmaskerde als een leugenaar en nepjournalist ( "Schat aan Verzinsels" ), en rond wiens leven en werk wij nu een soort zwartboek hebben gepubliceerd, getiteld “De Hamer van Thor”.
Als onderzoekscollectief zijn wij al maanden bezig met de “deconstructie” van de figuur Karl Hammer. Wij ervaren de grootste moeite om de feiten die wij op het spoor kwamen in de media te krijgen, omdat precies de grote media instituten in hun zucht naar sensatie volop hebben meegewerkt aan het creëren van een hoax, die tot doel had een commerciële hype te genereren.
Wij zijn van oordeel dat de media die aan het bedrog van de heer Hammer hun medewerking hebben verleend, nu ook hun verantwoordelijkheid dienen op te nemen. Dit kunnen zij doen door simpelweg verslag uit te brengen over de feiten, in plaats van over de fictie van de heer Hammer. Zolang dit niet is gebeurd, zullen wij iedere post op www.rauna.eu of www.bernauw.com en iedere nieuwe onthulling dan ook laten volgen door de quote:
“Overigens ben ik van mening dat EenVandaag, de VRT Nieuwsdienst, de Volkskrant,… hun verantwoordelijkheid moeten nemen – en verslag uitbrengen over feiten in plaats van over de fictie van Indiana Brownie.”
Meer informatie vindt u, behalve in De Morgen en in “De Hamer van Thor” op deze links:http://www.rauna.eu/2015/06/de-eenvandaag-publireportages-de.htmlhttp://www.rauna.eu/2015/06/overigens-ben-ik-van-mening-dat.html
Patrick Bernauw, namens het onderzoekscollectief Ysa Pastora.
De Hamer van Thor (De Jacht op een Nazi Schat, #1) by Draft2Digital
Published on June 14, 2015 00:12
June 8, 2015
Indiana Hammer in EenVandaag: over de noodzaak van een journalistiek die irriteert, niet faciliteert
Ignace Lepage ontdekt een bijna-subliminale Irminsul in EenVandaag:
www.codebrekers.be
Ik ben het doorgaans nogal eens met de stellingen die Bart Eeckhout verkondigt in mijn lijfkrant De Morgen. Afgelopen weekend heb ik ook weer instemmend zitten knikken bij een portret dat als titel draagt: Andrew Jennings, de man die Sepp Blatter ten val bracht - triomf van een journalist die irriteert (06/06/2015).
'Juist deze week legt Luc Rademaekers, directeur informatie van de VRT, in een interview in Knack uit dat journalisten en beleidsmakers "elkaars sparringpartners moeten zijn, zodat ze elkaar beter maken", omdat "wat goed is voor de ene, ook goed is voor de andere".' Eeckhout noemt de val van Sepp Blatter evenwel 'een deugddoende zege voor een type journalistiek dat irriteert in plaats van faciliteert'. Want het is in grote mate de verdienste van de onvermoeibare onderzoeksjournalist Andrew Jennings, dat de FIFA-baas vandaag ontslagnemend is: 'Andrew Jennings komt uit een periode dat journalisten nog, welja, underdoghelden waren. Het was een tijd dat onderzoeksjournalistiek ook in grote media-instituten nog onverschrokken aan waarheidsvinding mocht doen.' Er valt wat voor te zeggen, merkt Bart Eeckhout nog op, dat het allemaal begonnen is in 2002, met die ene vervelende en in het publiek gestelde vraag: 'Herr Blatter, hebt u ooit smeergeld aangenomen?'
Zaterdag verscheen bij de kleine digitale uitgever De Scriptomanen vzw het ebook De Hamer van Thor , geschreven door een Belgisch-Slowaakse die onder de schuilnaam Ysa Pastora opereert, en ondergetekende, een auteur van historische faction thrillers die o.a. een trilogie op zijn naam heeft staan rond een 'onderzoeksjournalist van historische mysteries'. Zij werken samen met een collectief waartoe behalve Ignace Lepage, een industrieel ingenieur en leraar elektriciteit en elektronica, ook nog een paar Nederlanders behoren. En zij stellen, sinds januari 2015 in het publiek en sinds 6 juni in een ebook, de vervelende vragen waar de grote media-instituten blijkbaar niet meer aan toe komen.
Zo worden in de reportage van EenVandaag , uitgezonden op 12-12-12, de meest elementaire journalistieke vragen niet gesteld. De journalisten stellen geen enkele vraag bij de betrouwbaarheid van 'onderzoeksjournalist' en voormalig AVRO-medewerker Karl Hammer, noch bij die van zijn informant Peter Schulz. Ze stellen geen enkele vraag naar de concrete bewijsstukken die de authenticiteit garanderen van het document waarop het hele verhaal van Hammer & Schulz gebouwd is, en ze vragen niet naar de namen van de experten die dat volgens Hammer hebben onderzocht. De enige historicus die wordt opgevoerd, doet alleen zeer algemene uitspraken. Zat hij in het team van Hammer? We komen het niet te weten. Het mag dan ook geen verwondering wekken dat er geen enkele reactie komt op de 4 historische kemels die Hammer schiet in één en dezelfde zin; men zendt ze zelfs gewoon uit. Zie Over een Ongelukkig Toeval... en een Onderzoeksjournalist uit Absurdistan.
Op 27 november 2013 komt EenVandaag nog eens terug op hetzelfde onderwerp, want na een jaar codebrekers.nl werd Hammer overspoeld met ideeën en oplossingen. "Ook wordt getwijfeld aan de authenticiteit van de documenten. Deze twee zaken zorgen ervoor dat Hammer de Facebook-pagina sluit.'
Een elementaire journalistieke reflex, en de enige motivatie om een vervolgreportage te brengen, zou dan zijn dat EenVandaag precies die twijfels gaat onderzoeken, en alsnog doet wat de redactie – om onverklaarbare redenen – op de toch al fel gehypte datum 12-12-12 volstrekt nagelaten heeft. In plaats daarvan maakt men opnieuw een totaal onkritische publireportage, te bekijken als één grote reclamespot voor het werk van de zogenaamde onderzoeksjournalist. EenVandaag gaat hiermee, voor de tweede keer, plat op de buik voor een verborgen agenda, die - in het minst erge geval - van puur commerciële aard is. Dat krijg je nu eenmaal met journalistiek die niet irriteert, maar faciliteert, en niet langer aan waarheidsvinding doet.
Het amateur-onderzoekscollectief rond Ysa Pastora heeft inmiddels achterhaald dat de site codebrekers.nl van Karl Hammer werd gesloten op het moment dat hem dit
artikel uit Der Spiegel ( Gesunde Barbaren, 1996) werd bezorgd. Het kan via een eenvoudige zoekopdracht door iedereen geraadpleegd worden op het web, maar het is de journalisten van EenVandaag blijkbaar twee maal volkomen ontgaan. In het artikel wordt de link gelegd tussen de naam Karl Hammer, een neonazi Peter Schulz en het extreemrechtse netwerk van de Amerikaan Gary Lauck, de NSDAP/AO, die o.a. de heroprichting van Werwolf cellen in Europa wilde organiseren.
Meer over dit artikel, en de implicaties, leest u in De Hamer van Thor. Een medewerker van Ysa Pastora heeft EenVandaag al vijf mailtjes gestuurd rond de kwestie, en geen antwoord mogen ontvangen. Vandaag vertrok een zesde.
http://reflexes.samizdat.net/le-nsdap-ao-a-lassaut-de-leurope/
De Werwolf-cellen van de NSDAP/AO bestaan in 1992 nog steeds,zo blijkt uit De Hamer van Thor.De paperback van De Hamer van Thor is ondertussen verschenen en kan gekocht worden bij o.a. Bol.com, maar ook hier. Het ebook is direct downloadbaar bij onder meer Bol.com, Kobo (€11,90) en in de Apple iBookstore (€11,99) met gratis previews van 20%. Het zal in de loop van volgende week ook te krijgen zijn in alle online boekhandels zoals Bol.com, Standaard Boekhandel...
Het ebook is opgemaakt in het epub-formaat, waarmee je het boek kunt lezen op iedere iPad, tablet of smartphone. Als je het gratis programma Adobe Digitals installeert(http://www.adobe.com/be_nl/products/digital-editions/download.html)kun je het ook lezen op PC. Het is eveneens beschikbaar als PDF (Xinxii, €12).
Inschrijven op het Rauna-abonnement kan door €40 over te schrijven op onderstaand rekeningnummer, met vermelding van je emailadres (waarbij "at" staat voor @) en "Ebook Abonnement Rauna" of een mailtje te sturen naar ebookabo@rauna.eu (je zult in dat geval een automatische bevestiging ontvangen van je abonnement).
Rekeningnummer vzw de Scriptomanen:IBAN BE 43 0016 9362 0101BIC GEBABEBB
Via PayPal (ebookabo €40):

De Hamer van Thor (De Jacht op een Nazi Schat, #1) by Draft2Digital
De Hamer van Thor is het eerste boek uit een reeks van vier, getiteld De Jacht op een Nazi Schat. Dit eerste boek bestaat uit een kritische doorlichting van het werk van “onderzoeksjournalist” Karl Hammer, dat wordt ontmaskerd als een volstrekte fictie. Hieruit blijkt ook dat een gecodeerde partituur met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet dateert van het eind van de Tweede Wereldoorlog en naar een nazi schat van goud en diamanten verwijst. Mogelijk is het een fabricaat uit de jaren 90 of zelfs van een nog recenter datum is. Temeer omdat de decodering van de partituur Ysa Pastora naar een neonazi heiligdom in Mittenwald leidde, waarin een Antoniuskapel-met-Irminsul en de Irminsul zelf centraal staan. Karl Hammer verwijst hier in leven en werk voortdurend naar: de neopaganistische Irminsul vinden we immers terug in de twee “onderzoeksjournalistieke” werken die hij al heeft gepubliceerd, in de trailer voor zijn derde boek, op een auteursfoto, in een reportage van EenVandaag… en hetzelfde motief speelt een vooraanstaande rol in zijn kunstfotografie.
Ysa Pastora moest het eindpunt van de decodering – de Irminsul – al vrijgeven om de “deconstructie” compleet te maken. Over de decodering zelf zal men in dit eerste boek uit de reeks nog weinig of niets vernemen. De diverse stappen in de decodering worden uit de doeken gedaan in boek 2, Het Mysterie van Mittenwald, gepland voor najaar 2015. Ondertussen staat het iedereen vrij het exact-wetenschappelijke en mathematische pad te ontdekken dat Ysa Pastora heeft gevolgd en waarmee ze uiteindelijk aan de voet van de Irminsul is beland. De implicaties van deze ontdekking, en de achtergronden van occulte en historische aard, worden uiteengezet in boek 3, Geheimen van de Runen, dat zal verschijnen in 2016. Het vierde boek, dat de tetralogie over het Vierde Rijk compleet maakt, zal De Postkaart Code behandelen en onder meer de personages belichten die in het clair-obscur van kunstfotograaf Karl Hammer volkomen onderbelicht zijn gebleven.
Published on June 08, 2015 03:04
May 22, 2015
Spoedpetitie Hart boven Hard, belangrijk voor al wie de lokale cultuurbeoefening een warm Hart toedraagt...
Dag,De Vlaamse regering wil de “oormerking” van de Vlaamse subsidies aan de steden en gemeenten in zeven beleidsdomeinen afschaffen: cultuur, jeugd, sport, lokaal integratiebeleid, ontwikkelingssamenwerking, strijd tegen kinderarmoede en flankerend onderwijsbeleid.Als het parlement dat plan goedkeurt kunnen de lokale besturen de subsidie die ze krijgen voor bijvoorbeeld de bibliotheek, een jeugdhuis of een cultureel centrum ook gebruiken voor het onderhoud van de riolen of voor de afbetaling van schulden… Dat betekent een bedreiging van onze rechten op lokale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening. En voor de lokale initiatieven in die beleidsdomeinen betekent het grote onzekerheid of ze hun werking nog zullen kunnen verder zetten.De mogelijke gevolgen grijpen dus bijzonder ver. Daarom vraagt Hart boven Hard aan het Vlaams parlement om een hoorzitting te organiseren over dit plan. Om die vraag kracht bij te zetten zijn we een spoedpetitie gestart www.hartbovenhard.be/lokale-voorzieningen-zijn-een-recht.Deze morgen besliste de commissie cultuur, jeugd, sport en media om de vraag voor te leggen aan het bureau van het Vlaams parlement. Dat komt dinsdagmorgen 26 mei bijeen. En na de middag bespreekt de commissie binnenlandse zaken het plan van de regering.Teken nu de spoedpetitie van Hart boven Hard en vraag je vrienden en kennissen om dat ook te doen. Het is dringend!Voor Hart boven Hard,
Wouter Hillaert
Published on May 22, 2015 00:38
May 18, 2015
Trailer "The Seat of Francis"/"De Zetel van Franciscus" (Karl Hammer)
Voor wie het nu in Keulen hoort donderen.Een bijzonder intrigerende trailer is dit, van De Zetel van Franciscus - het langverwachte nieuwe boek van Karl Hammer, aka Mark Harlem, aka de mysterieuze monnik Markhar Lem. Lees bij Stap 12 op www.codebrekers.be wat Ignace Lepage hier zoal over te melden heeft.
Een bezoekje aan www.rauna.eu kan anders ook geen kwaad. In de paperback van De Hamer van Thor die niet toevallig op 12 juni 2015 verschijnt en €19,99 zal kosten (het ebook €12) licht ik samen met Ysa Pastora alvast enkele tipjes van een aantal sluiers op waarin Karl Hammer aka etcetera gehuld gaat.
Tot en met 12/06/2015 kunt u nog inschrijven op het Rauna-abonnement van 4 ebooks in de serie De Jacht op de Nazi Schat van Mittenwald, en dit voor de prijs van €40.
Deze 4 ebooks omvatten:
De Hamer van Thor
Geheimen van de Runen
De Postkaart Code
Het Mysterie van Mittenwald
Inschrijven op het Rauna-abonnement kan door €40 over te schrijven op onderstaand rekeningnummer, met vermelding van je emailadres (waarbij "at" staat voor @) en "Ebook Abonnement Rauna" of een mailtje te sturen naar ebookabo@rauna.eu (je zult in dat geval een automatische bevestiging ontvangen van je abonnement).
Rekeningnummer vzw de Scriptomanen:
IBAN BE 43 0016 9362 0101
BIC GEBABEBB
Via PayPal (ebookabo €40):

Published on May 18, 2015 11:15
May 2, 2015
Waarom ik een magisch-realist ben...
Het overkomt mij voortdurend, zowel in mijn leven als in mijn werk: het verschijnsel dat door de Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung synchroniciteit wordt genoemd. Of ook wel betekenisvolle coïncidentie. Wikipedia definieert het begrip als:
een acausaal, verbindend beginsel, in 1930 geformuleerd door de Zwitserse psychiater en psycholoog Carl Gustav Jung. Van synchroniciteit is sprake wanneer twee of meer gebeurtenissen min of meer tegelijkertijd optreden in een voor de betrokkene zinvol verband, dat niet noodzakelijk als causaal wordt ervaren. Eenvoudig gezegd: je ervaart het als "meer dan gewoon toeval"; omdat de twee gebeurtenissen voor jou met elkaar te maken schijnen te hebben, maar niet zo dat het ene het andere heeft voortgebracht. Jung zag synchroniciteit als een ander verklaringsmodel dat naast causaliteit zijn plaats verdiende. Dit concept stelt de causaliteit zelf niet ter discussie noch wil het ermee concurreren. Het beweert slechts dat, net zoals gebeurtenissen kunnen gegroepeerd worden onder 'oorzaak', ze net zo goed kunnen worden gegroepeerd onder hun betekenis.
Ik kende het begrip al uit de boeken van Hubert Lampo die zijn magisch-realisme verklaarde en analyseerde aan de hand van de psychologie van Jung, de leer van het collectief onbewuste en de archeytpen. De schijnbaar 'wonderbaarlijke toevalligheden' uit zijn bekendste roman De komst van Joachim Stiller die ik las als puber, kwamen mij allerminst onbekend voor. In mijn eigen leven had ik er al mee te maken gekregen. Een verklaring zag ik er niet meteen voor... tot ik de boeken van Lampo begon te lezen, en zijn boeken over die boeken.
Maar ik zal het in dit artikel niet hebben over de betekenisvolle coïncidenties die zich voordoen in mijn persoonlijk leven, en mij beperken tot mijn eigen literair werk. Aan de basis van zowat alle boeken die belangrijk zijn geweest voor mijn ontwikkeling als schrijver ligt een betekenisvolle coïncidentie. Dat geldt voor Het Illuminati Complot met de ontdekking van het 'logboek' dat Gustaaf Schellinck bijhield over de zieneres van Onkerzele en haar zogenaamde visioen over 'de moord op Albert I'. Maar ook voor de manier waarop een boek van André Castelot uit de jaren '40 op mijn weg kwam, dat mij op het spoor zette van Nostradamus in Orval en uiteindelijk naar De Zaak Louis XVII zou leiden.
Het sterkste geval van synchroniciteit, tot nu toe althans, deed zich voor in 1990, toen ik gefascineerd raakte door de geschiedenis van het paneel De Rechtvaardige Rechters dat in 1934 verdween uit Het Lam Gods. Ik wilde er een detectiveroman voor jongeren over schrijven en had het manuscript al helemaal klaar. Maar toen vond ik door een wonderbaarlijk toeval een dummy van Het Geheim van de Dubbele Muur, een detectiveroman uit de jaren '60 van Valère Depauw, over de Rechtvaardige Rechters, die een meisje van een jaar of achttien als dagboek had gebruikt...
Het maakte dat ik mijn hele research overdeed en ging focussen op een aantal schijnbare toevalligheden en onverklaarbare feiten in de geschiedenis van Het Lam Gods, maar ook op de mogelijke occulte en ketterse achtergronden van het altaarstuk. Dat onderzoek resulteerde een jaar later in een soort 'roman-essay' Mysteries van het Lam Gods. Via The Holy Blood & the Holy Grail van Baigent, Leigh & Lincoln belandde ik binnen de kortste keren bij katharen, Tempeliers, Ahnenerbe, Otto Rahn, het nazi occultisme en uiteindelijk in boeken als Het Bloed van het Lam en De Paus van Satan ook bij het Heilig Bloed van Brugge. Want ziedaar, met zijn Hemelse Jeruzalemkerk: de enige echte stad van de Graal. (Er is met Louis Van Haecke trouwens een priester actief geweest die model had kunnen staan voor Bérenger Saunière van Rennes-le-Château.)
De Jeruzalemkerk in BruggeEn nu is het opnieuw van dattum. Ene Ysa Pastora - van wie ik alleen weet dat ze een jongedame van nog geen dertig lijkt en spreekt met een charmant (Slavisch?) accent - bezorgt mij informatie met betrekking tot de mysteries rond een nazi schat. Ik weet zo ongeveer waar ze naartoe wil, maar niet waar ze precies zal eindigen, en nogal wat tussenstations blijven in duisternis gehuld. Bovendien slaat ze al eens onverwachte zijpaden in en blijkt ze er op zijn minst toch wel énkele medewerk(st)ers op na te houden. Enfin, zo blijft het ook voor mij spannend. Maar anderzijds is het natuurlijk best wel frustrerend. Ik probeer méé te denken; doorgaans is ze me telkens één stap voor. Nu goed, eerst werk ik De Hamer van Thor af - als alles volgens plan verloopt, verschijnt dat eerste boek uit een reeks van vier in juni. En het volgende boek zal over de geheimen van de runen gaan, dat staat ook al vast.
Het is woensdag - aka De Dag van Wodan - 29 april 2015 en ik loop na te denken over de post waarvan Ysa wil dat ze op donderdag - aka De Dag van Thor - verschijnt. Plotseling heeft ze het zeer uitdrukkelijk over getallensymboliek, numerologie en dat soort dingen. Het is een thema waar ik weinig of niets van afweet. Als het over (neo) nazi getallensymboliek gaat, weet ik dat het cijfer 18 staat voor Adolf Hitler (A = letter 1, H = letter 8 in het alfabet). En dat je op die manier met het cijfer 88 in geheimtaal Heil Hitler kunt zeggen. Maar dat is het zo ongeveer. En ik begrijp niet meteen hoe deze getallensymboliek van belang zou kunnen worden in het verhaal over de nazi schat. In De Hamer van Thor speelt het thema alleszins geen rol, en voor het tweede boek over de runen en het nazi occultisme zie ik vooralsnog geen verband.
Het is woensdag, wat betekent dat ik vanaf 17.30 in CC De Werf van Aalst een hele avond les geef, literaire creatie. Maar voor ik eraan begin, loop ik nog De Slegte binnen... misschien vind ik er wel wat interessante boeken over de onderwerpen die mij de jongste maanden bezighouden. En inderdaad: ik verzamel er een Complete gids runen van Nigel Pennick, een boekje van Cassandra Eason in de reeks Spirituele Raadgever ('Leer de runen lezen en ontwikkel uw vrouwelijke intuïtie en wijsheid!') en Runen, het eeuwige orakel van Renée Maas. Samen 20 euro rond, zoals je op het kassaticket kunt zien. Ik stop dat kassaticket in de zak van mijn jeansjas en loop naar buiten; het is al 17:17 uur geworden, op vijf minuten ben ik in De Werf - net op tijd dus.
Ik vergeet het kassaticketje. Tot gisteren, vrijdag 1 mei 2015. Tot ik ga wandelen, dat jeansjasje weer aantrek en zo ongeveer halverwege mijn handen in de zakken van mijn jeansjasje stop, en een papiertje vind. Ik kijk er even naar... ah, het kassaticketje van De Slegte! En dadelijk valt mijn oog op het bedrag exclusief BTW... 18,88 euro.
Het Getal van het Beest. Foto www.embee.beWedden dat de nazi getallensymboliek vroeg of laat belangrijk wordt in dit verhaal? Voor wie er meer wil over weten, hier vind je drie relevante links:
Een overzicht van oude en nieuwe symbolen van extreem-rechts
Extreem-rechtse symboliek
De betekenis en herkomst van negatieve symbolen
Published on May 02, 2015 04:14
May 1, 2015
De Nazi Schat van Mittenwald: Het Dossier Lepage 03 - Bijlagen 1 tot en met 4
Wat voorafging:
Dossier Lepage 01 - Enden der Tanz
Dossier Lepage 02 - De Antoniuskapelle
www.rauna.eu (Onthullingen op de website van Ysa Pastora):
Als je Hammer optelt bij Edelweiss (en Buckelwiesen) en dat combineert met het jaartal 1959 en de Heilige Antonius, kom je automatisch uit bij de Antoniuskapelle... en dus bij de fictie die Hammer heeft gecreëerd. Want àchter de code die naar de Antoniuskapelle leidt, zit nog een andere code, dieper geworteld en verder vertakt, die naar het Ware Punt leidt:
Hammer + Edelweiss + 1959 + Antonius
Bijlage 1, Waarom de kans héél erg groot is dat ‘Enden Der Tanz 1o 05016 2 19’ werkelijk verwijst naar de uiteinden van de mars van Berlijn naar Mittenwald. Om de kans dat mijn redenering juist is te kunnen inschatten moet men goed begrijpen wat het inhoudt om een locatie op het aardoppervlak weer te geven in coördinaten die geschreven zijn in graden, minuten en eventueel seconden. De omtrek van de aarde is +/- 40000km. Wanneer men deze omtrek deelt door 360 (omdat er 360° in een volledige omtrek gaan), dan vindt men dat 1° ongeveer overeenkomt met 111km. Wanneer men deze afstand vervolgens deelt door 60 (omdat er 60 minuten in 1 graad gaan)dan vindt men dat 1 boogminuut overeenkomt met 1852m of 1,852 km. ( 40000km / (360° x 60’/°)) = 1.852 km/’.Dit is dan ook de definitie van een zeemijl, namelijk een boogminuut afgemeten op een grootcirkel rond de aarde. Een grootcirkel is bijvoorbeeld de evenaar maar ook elke willekeurige cirkel die zowel door de noordpool als door de zuidpool gaat.Maar er is meer: Op een grootcirkel komt 1 boogminuut weliswaar overeen met een zeemijl. Echter, cirkels die evenwijdig liggen met de evenaar maar die zich dichter bij de noordpool of bij de zuidpool bevinden hebben een kleinere omtrek. Een boogminuut, afgemeten op zo’n cirkels is dus ook korter dan een zeemijl. Om te weten hoe lang een boogminuut daar is in oost-westrichting, moet men een zeemijl vermenigvuldigen met de cosinus van de noorderbreedte of zuiderbreedte waarop die cirkel evenwijdig met de evenaar ligt. In Berlijn komt 1 boogminuut in oost-westrichting overeen met 1,127km. (=1,852km x cos 52°31’) Berlijn ligt immers op 52°31’ noorderbreedte.In Mittenwald komt 1 boogminuut in oost-westrichting overeen met 1,254km. (=1,852km x cos 47°25’) Mittenwald ligt immers op 47°25’ noorderbreedte.Om een maat te hebben die een goede schatting is van de gemiddelde lengte van een boogminuut in oost-westrichting langsheen het traject van Berlijn naar Mittenwald, nemen we het gemiddelde van deze twee lengtes. Dit is 1,191 km.Als we dus langsheen het traject van Berlijn naar Mittenwald een vlak willen omschrijven dat zowel in noordelijke richting als in oostelijke richting een lengte van 1 boogminuut heeft, dan is het een goede benadering om te stellen dat dit vlak een oppervlakte heeft van 2,205km². (=1,191km (O) x 1,852km (N))[In werkelijkheid is de oppervlakte van een vlak met zowel in noordelijke richting als in oostelijke richting een lengte van 1 boogminuut verschillend voor elke verschillende afstand van de evenaar. We kunnen dit vlak evenmin beschouwen als een vierkant omdat de zijde die verder van de evenaar verwijderd is korter is dan de zijde dichter bij de evenaar. Bovendien zouden we er ook rekening moeten mee houden dat de oppervlakte bolvormig is en dat de zijden licht gekromd zijn. Het vergt gevorderd integraalrekenen om de gemiddelde oppervlakte van een vlak met vier zijden van 1 boogminuut in Duitsland te berekenen, maar de benadering hierboven (2,205km²) is zeker nauwkeurig te noemen.]Als we nu in ogenschouw nemen dat de oppervlakte van Duitsland 350000km² is, dan kunnen we bij redelijk nauwkeurige benadering stellen dat er binnen Duitsland 158730 vlakken naast elkaar kunnen gelegd worden met een hoogte en een breedte van 1 boogminuut. Hieruit kan men concluderen dat, wanneer men vanuit Berlijn, een vector zou willen tekenen naar elke plaats in Duitsland met een nauwkeurigheid van 1 boogminuut in zowel noordelijke als oostelijke richting, men 158730 vectoren nodig heeft. [ (350000km²/ (2,205km²/vlak)) = 158730 vlakken met een lengte van 1 boogminuut in noordelijke en oostelijke richting, en één vector per vlak ]Als men nu uit al die vectoren willekeurig één vector zou kiezen, dan is de kans dat men uitgerekend dié vector zal te pakken hebben die van Berlijn naar Mittenwald wijst, gelijk aan 0,00063%. ( = (1/158730) x 100%)
Dus, als ‘Enden Der Tanz 1o 05016 2 19’ een vector is die met een nauwkeurigheid van 1 boogminuut de uiteinden van de bedoelde mars in de code beschrijft, dan kan men de kans dat ik de code juist interpreteer inschatten op 99,99937%. (=100%-0,00063%)De geschiedenis leert ons dat het Hitlers idee was om Europa te verenigen onder Duits bewind en om Berlijn om te dopen tot WelthauptstadtGermania (wereldhoofdstad Germanië). We kunnen ons nu de vraag stellen waar voor de nazi’s het startpunt van de vector die een mars vanuit Berlijn omschrijft zou moeten liggen. Voor mij is het volgende punt een grote kanshebber: In het district Mitte van Berlijn ligt er een plek die Groβer Stern heet. Deze plek ligt te midden van het park Groβer Tiergarten en is letterlijk het sterpunt waar alle Berlijnse verkeersassen samenkomen. Niet onbelangrijk is te weten dat in 1938-1939 die Siegessäuledoor de nazi’s van op der Königsplatz naar Groβer Stern is verplaatst. Deze zuil symboliseerde de onoverwinnelijkheid van Duitsland. Op 20 april 1939, op de 50e verjaardag van Adolf Hitler, werd ‘de overwinningszuil’ op haar nieuwe locatie officieel ingewijd. Dat de plaats, Groβer Stern, voor de nazi’s een heel belangrijke betekenis had staat buiten alle kijf. Het is derhalve redelijk om aan te nemen dat Groβer Stern, (naar analogie met de poolster) in de hoofden van de nazi’s fungeerde als een referentiepunt.
Als men nu de coördinaten die op blz.7 van deze tekst berekend zijn, aftrekt van de coördinaten van Groβer Stern, dan vindt men exact de coördinaten van het kleine Schwarzwald in de buurt van Mittenwald. Dit terwijl er 158730 andere mogelijkheden zijn om een vector (die omschreven is met een nauwkeurigheid van 1 boogminuut)vanuit Berlijn ergens in Duitsland te laten toekomen. Schwarzwald is bovendien ook de enige plaatsnaam die in de pastoorsbrief voorkomt. Namen van bergtoppen of bergen kan men bezwaarlijk plaatsnamen noemen…Het zou dus al een extreem toeval zijn mocht ‘Enden Der Tanz 1o 05 016 2 19’ niethet coördinatenverschil weergeven tussen het beginpunt en het eindpunt van de mars beschreven in de pastoorsbrief.
coördinaten noord 52° 31’ oost 13° 21’
‘Gro βer Stern’ Berlijn
minus coördinatenverschil noord - 5° 6’ oost - 2° 4’
eindpunten van de mars
= exact de coördinaten noord 47° 25’ oost 11° 17’
van ‘Schwarzwald’ ten
zuiden van Mittenwald
Bijlage 2,
Waarom het helemaal niet zo ver gezocht is dat de Duitse legertop een axioma van Euclides zou gebruikt hebben om een code te creëren om een plaats aan te duiden. Toen u op 13 december 2012 op de Belgische televisie uitlegde hoe men de code moet interpreteren, benadrukte u dat het belangrijk is om te proberen denken zoals de ontwerpers van de code dachten. U gaf het voorbeeld van het woord festival. Een gemiddelde mens denkt bij het woord festivalaan festiviteit, feest, … , maar uzelf denkt bij het woord festival direct aan de bar waar u als jongeman heeft gewerkt als bijverdienste.We proberen even te denken zoals een Duits officier van genietroepen...
Wat we vooreerst moeten weten is dat opleidingen tot officier en hoger officier heel dikwijls plaatsvinden in polytechnische afdelingen van militaire scholen. In België zijn deze opleidingen van het niveau industrieel ingenieur voor officieren en van het niveau burgerlijk ingenieur voor hogere officieren. Dit is elders en/of op andere tijdstippen in de geschiedenis niet anders. Zo weten we bijvoorbeeld ook dat Napoleon een amateur-wiskundige was en dat hij de grote wiskundigen uit zijn tijd, zoals Fourier en Laplace, inschakelde in zijn entourage en/of bedacht met eretitels.
We moeten denken in de tijdsgeest van de jaren 1920, 1930 en 1940. Hét grote genie en dé grote wereldster onder de polytechnisch geschoolden was in die tijd ontegenzeggelijk Albert Einstein. Dit meesterbrein moet een ongelofelijke doorn in het oog geweest zijn van de Duitse leiders en legertop in de jaren 1930, 1940. Einstein zou in zijn reisdagboek in Zuid-Amerika in 1925 geschreven hebben: ‘Een grappig volkje, die Duitsers. Voor hen ben ik een stinkende bloem, en toch blijven ze mij in hun knoopsgat stoppen.’Einstein werd geboren in 1879 in het Duitse stadje Ulm en bracht zijn jeugd door in München. Hij was joods en was de intellectuele meerdere van ongeveer iedereen. Dit was al totaal niet te rijmen met de nazistische leer die het had over Übermenschenen Untermenschen. Einstein, overtuigd pacifist, liet al op jonge leeftijd zijn Duits staatsburgerschap vallen om zich aan zijn militaire dienstplicht te onttrekken. Verder moeten we weten dat Albert Einstein de trigger was die geleid heeft tot het ontwikkelen van de atoombom. De vrees was dat Duitsland grote hoeveelheden uranium in handen zou kunnen krijgen en dus in staat zou kunnen zijn om daarmee een superbom te maken. In 1939 heeft Einstein mede een brief ondertekend die gericht was aan de Amerikaanse president Roosevelt waarin deze vrees met feiten ondersteund werd. De Amerikanen waren er niet gerust op en op 6 december 1941 gaf president Roosevelt het startsein voor het Manhattan Project dat in het teken stond van de ontwikkeling van een superbom. Toeval of niet, binnen de week na die datum al verklaarde Duitsland de oorlog aan de Verenigde Staten. Het Manhattan Projectwas uiteraard niet de enige reden voor deze oorlogsverklaring, maar qua timing kon dit wel tellen. Zonder de brief van Einstein zou er misschien geen Manhattan Project zijn geweest. Alhoewel er nooit atoombommen gebruikt zijn tegen nazi-Duitsland (de oorlog met Duitsland was voorbij nog voor de bom af was) heeft de joodse Einstein, die ooit de Duitse nationaliteit had en op Duitse schoolbanken gezeten had, de geallieerden wel een ongelooflijke voorsprong bezorgd. Ook in intellectuele kringen was er afgunst jegens Einstein. Johannes Stark en Philipp Lenard, twee Nobelprijswinnaars natuurkunde, maakten zelfs een onderscheid tussen arische natuurkundeen joodse natuurkunde. Nadat Hitler op 30 januari 1933 rijkskanselier van nazi-Duitsland en rijksstadhouder van Pruisen werd, diende Albert Einstein op 28 maart 1933 zijn ontslag in bij de Pruisische Academie. Deze vereniging van arischetopwetenschappers was hierdoor erg beledigd en beschuldigde Einstein prompt van gruwelijke propaganda tegen Duitsland. In een brief aan Max Planck die ook het einde inluidde van een jarenlange vriendschap tussen deze twee intellectuelen schreef Einstein: ‘Nu word ik door de vernietigingsoorlog tegen mijn joodse broeders gedwongen om mijn invloed in de wereld te gebruiken om hen te helpen’. Einstein was dus meer dan een spreekwoordelijke scherpe kiezel in de schoen der Duitse leiders. Hij werd gehaat omdat hij joods was. Hij ontlokte afgunst omdat hij de arische natuurkundigen met grote afstand overklaste en er openlijk afstand van nam. Hij werd een van de belangrijkste Duitse staatsvijanden omdat hij de geallieerden militair op voorsprong had gezet door mede de oprichting van het Manhattan Project te triggeren.Men kan zich nu de vraag stellen wat de bladzijde hierboven te maken kan hebben met het opstellen van een code om een locatie te beschrijven. Ik zie dit als volgt: Officieren zijn veelal polytechnisch geschoold en derhalve erg beslagen in wiskunde en natuurkunde. Hét gespreksonderwerp in polytechnische kringen was in de jaren 1920, 1930 en 1940 absoluut de nieuwe inzichten in de natuurkunde die Einstein verschaft had. Einstein had aangetoond dat de axioma’s uit de meetkunde van Euclides -die al meer dan 2200 jaar stand hadden gehouden- niet meer volstonden om de werkelijkheid te beschrijven en dat de zwaartekrachtstheorie van Newton moest worden aangepast opdat hij écht zou corresponderen met de werkelijkheid. Niemand die op enig niveau met natuurkunde en wiskunde bezig was kon zich veroorloven om deze revolutionaire inzichten niet te kennen, net zoals niemand die op enig niveau met geneeskunde bezig was zich in die tijd kon veroorloven om niet te weten dat antibiotica als penicilline, sulfonamide en streptomycine ontdekt waren en wonderen deden bij bacteriële infecties. Mijn stelling is dus dat militairen die gevraagd werden om een code op te stellen om een plaats te beschrijven bijna zeker mensen geweest zijn met een polytechnische achtergrond en dus ook met een gedegen kennis van de wiskunde en de natuurkunde. Wie op de hoogte was van de moderne natuurkunde werd onvermijdelijk regelmatig geconfronteerd met Euclides en Newton. In 1916 verscheen voor het eerst in het Duits (de taal waarin Einstein werd opgevoed) het boekje Mijn Theorie. Dit boekje is ondertussen bijna 100 jaar oud en is ontelbare keren herdrukt in alle mogelijke talen. Nu, 100 jaar later, is dit werkje nog steeds heel populair bij iedereen die met natuurkunde bezig is. Het bestaat uit slechts 32 paragrafen die elk hooguit een paar bladzijden tellen en het is geschreven voor een publiek dat niet noodzakelijk kennis heeft van hogere wiskunde. Einstein onthult in dit werkje zijn nieuwe kijk op de werkelijkheid die in de eerste helft van de vorige eeuw zo populair was. Het kan niet anders of ook de polytechnici van de Duitse legertop moeten dit werkje van de vijandige topwetenschapper goed hebben gekend. In de allereerste zin van de allereerste paragraaf al, begint Einstein met het aantonen dat de meetkunde van Euclides op zich weliswaar zinvol is, maar niet correspondeert met de werkelijkheid zoals we die kunnen vaststellen. Ik veroorloof me om de eerste bladzijde van het eerste hoofdstuk van dit boekje hieronder af te drukken om aan te tonen hoe actueel het filosoferen over Euclides in die tijd wel moet geweest zijn.
Toen ik vorige zomer dit boekje herlas en me een beeld probeerde te vormen van de tijdsgeest waarin dit boekje populair werd, dacht ik ook aan de tijdsgeest waarin de pastoorsbrief werd opgesteld. Daar filosoferen over Euclides in die tijd zeker een bezigheid was van polytechnici, maakte ik mezelf de bedenking dat de polytechnisch geschoolde officieren die codes moesten bedenken om locaties te beschrijven binnen datzelfde referentiekader moeten hebben gedacht. Toen ik aan de variant op het vijfde axioma van Euclides dacht, zijnde het axioma van Playfair, wist ik dat de eerste vier zinnen uit de pastoorsbrief samen hoorden.
De vier eerste tekstjes Wo Matthias Die Saiten Streichelt, Edelweiss über Schwarzwald, Kein Wasser Kalt, Predigtstuhl, Kreuz u. Kranz beschrijven respectievelijk een punt, een richting, een punt en een richting. De twee assen die ik kon construeren kruisen elkaar ter hoogte van de kapel op Buckelwiesen te Mittenwald.Dit correspondeerde perfect met wat u op de Belgische televisie zei. Bij het horen van het woord festival denkt de gemiddelde mens aan een feest terwijl het woord festival voor u de plaats oproept waar u als jongere een bijverdienste had. Zo ook zal wellicht bij de polytechnisch geschoolde legertop het vraagstuk versleutelen van coördinaten van een locatie de figuur Euclides hebben opgeroepen. Bij alles wat met uitzetten van coördinaten en navigeren te maken heeft, behoort de Euclidische meetkunde bovendien tot het standaardarsenaal aan technieken. Dat een vijandig intellectueel de beperktheid van deze Euclidische meetkunde in de verf had gezet, maakte de figuur Euclides alleen maar bekender en de drang om zijn meetkunde toch te gebruiken misschien nog wat groter.
Wat ik in deze tweede bijlage wil beweren is dus dat het helemaal niet zo ver gezocht is om aan Euclides te denken als men zich probeert voor te stellen hoe de opstellers van de code die gebruikt is in de pastoorsbrief (wellicht waren dit officieren van genietroepen) moeten hebben gedacht.
[filosoferen over axioma’s van Euclides als ‘hot item’ tijdens eerste helft van vorige eeuw: Einstein, Mijn Theorie, ISBN 90 274 5758 1; data, citaten en feiten, Andrew Robinson, Einstein Honderd Jaar Relativiteit, ISBN 90 5956 143 0]
Bijlage 3, Offset of verschuiving, uniformiteit in de codering. We merken op dat er een duidelijke overeenstemming kan worden ontwaard tussen enerzijds de wijze waarop de assen omschreven zijn die naar Buckelwiesen wijzen en anderzijds de wijze waarop de eindpunten van de mars omschreven zijn.Edelweiss über Schwarzwald beschrijft een rechte en Wo Matthias Die Saiten Streicheltbeschrijft tot waar die rechte moet worden verschoven.Predigtstuhl, Kreuz u. Kranz beschrijft een rechte en Kein Wasser Kalt beschrijft tot waar die rechte moet worden verschoven.2°19’ beschrijft een oosterlengtecoördinaat en 15 (de letter ‘o’) beschrijft met hoeveel minuten de oosterlengtecoördinaat moet worden verschoven. 5°16’ beschrijft de noorderbreedtecoördinaat en 10 (één op de rang van de tientallen)beschrijft met hoeveel minuten de noorderbreedtecoördinaat moet worden verschoven. Er is dus een vaste regel te ontwaren: Men geeft telkens éérst de verschuiving en pas nadien de informatie waarop de verschuiving moet worden toegepast. Simpel toch!
Bijlage 4, ImpromptuAls men uw boek leest heeft het er alle schijn van dat de code inderdaad inderhaast en onvoorbereid is opgesteld. Wellicht was deze versleutelingstechniek goed bekend bij Duitse officieren. Niets wijst er ook op dat er van te voren afgesproken was welke coderingstechniek men zou gebruiken. Dat de coderingstechniek als het ware tot de standaardkennis der officieren behoorde kan ook worden afgeleid uit het gegeven dat Bormann tegen Otto gezegd heeft dat Schwarz direct zou begrijpen waarover het ging.Maar er is nog iets: De pastoorsbrief is opgemaakt een paar dagen voordat Adolf Hitler uit het leven is gestapt en we weten ondertussen dat Adolf Hitler in Gerold bij Mittenwald wou gaan wonen. [***] Er is bovendien een periode geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog waarin Hitler tevergeefs geprobeerd heeft om de geallieerden aan zijn kant te krijgen om samen met hen het communisme te bestrijden. Adolf Hitler zal dus voor zichzelf wel een uitweg uitgestippeld hebben en het is dus niet onwaarschijnlijk dat -als het om de persoonlijke diamanten van Hitler ging- die schat initieel was verstopt om er de oude dag van Hitler zelf mee te financieren. Ik ken immers geen enkele dictator uit de geschiedenis die vergeten was om aan zichzelf te denken, waarom zou dat bij Hitler anders zijn geweest? De schat lag (wellicht) op Buckelwiesen en dus op slechts een paar kilometer van de plaats waar Hitler zijn oude dag dacht door te brengen indien hij voor zichzelf een uitweg kon onderhandelen, het schilderachtige Gerold.Het is dus best mogelijk dat Hitler pas te elfder ure, én onder zware stress, heeft beslist dat zijn pensioenfondsmocht worden gebruikt voor Werwolf. Mocht de beslissing om die diamanten en het goud na de oorlog te gebruiken tegen de vermeende geallieerde bezetters eerder zijn genomen, dan zou men wel de tijd genomen hebben om een veel ingewikkeldere code te gebruiken dan deze padvindersversleuteling.
Ignace Lepage.
Dossier Lepage 01 - Enden der Tanz
Dossier Lepage 02 - De Antoniuskapelle
www.rauna.eu (Onthullingen op de website van Ysa Pastora):
Als je Hammer optelt bij Edelweiss (en Buckelwiesen) en dat combineert met het jaartal 1959 en de Heilige Antonius, kom je automatisch uit bij de Antoniuskapelle... en dus bij de fictie die Hammer heeft gecreëerd. Want àchter de code die naar de Antoniuskapelle leidt, zit nog een andere code, dieper geworteld en verder vertakt, die naar het Ware Punt leidt:
Hammer + Edelweiss + 1959 + Antonius
Bijlage 1, Waarom de kans héél erg groot is dat ‘Enden Der Tanz 1o 05016 2 19’ werkelijk verwijst naar de uiteinden van de mars van Berlijn naar Mittenwald. Om de kans dat mijn redenering juist is te kunnen inschatten moet men goed begrijpen wat het inhoudt om een locatie op het aardoppervlak weer te geven in coördinaten die geschreven zijn in graden, minuten en eventueel seconden. De omtrek van de aarde is +/- 40000km. Wanneer men deze omtrek deelt door 360 (omdat er 360° in een volledige omtrek gaan), dan vindt men dat 1° ongeveer overeenkomt met 111km. Wanneer men deze afstand vervolgens deelt door 60 (omdat er 60 minuten in 1 graad gaan)dan vindt men dat 1 boogminuut overeenkomt met 1852m of 1,852 km. ( 40000km / (360° x 60’/°)) = 1.852 km/’.Dit is dan ook de definitie van een zeemijl, namelijk een boogminuut afgemeten op een grootcirkel rond de aarde. Een grootcirkel is bijvoorbeeld de evenaar maar ook elke willekeurige cirkel die zowel door de noordpool als door de zuidpool gaat.Maar er is meer: Op een grootcirkel komt 1 boogminuut weliswaar overeen met een zeemijl. Echter, cirkels die evenwijdig liggen met de evenaar maar die zich dichter bij de noordpool of bij de zuidpool bevinden hebben een kleinere omtrek. Een boogminuut, afgemeten op zo’n cirkels is dus ook korter dan een zeemijl. Om te weten hoe lang een boogminuut daar is in oost-westrichting, moet men een zeemijl vermenigvuldigen met de cosinus van de noorderbreedte of zuiderbreedte waarop die cirkel evenwijdig met de evenaar ligt. In Berlijn komt 1 boogminuut in oost-westrichting overeen met 1,127km. (=1,852km x cos 52°31’) Berlijn ligt immers op 52°31’ noorderbreedte.In Mittenwald komt 1 boogminuut in oost-westrichting overeen met 1,254km. (=1,852km x cos 47°25’) Mittenwald ligt immers op 47°25’ noorderbreedte.Om een maat te hebben die een goede schatting is van de gemiddelde lengte van een boogminuut in oost-westrichting langsheen het traject van Berlijn naar Mittenwald, nemen we het gemiddelde van deze twee lengtes. Dit is 1,191 km.Als we dus langsheen het traject van Berlijn naar Mittenwald een vlak willen omschrijven dat zowel in noordelijke richting als in oostelijke richting een lengte van 1 boogminuut heeft, dan is het een goede benadering om te stellen dat dit vlak een oppervlakte heeft van 2,205km². (=1,191km (O) x 1,852km (N))[In werkelijkheid is de oppervlakte van een vlak met zowel in noordelijke richting als in oostelijke richting een lengte van 1 boogminuut verschillend voor elke verschillende afstand van de evenaar. We kunnen dit vlak evenmin beschouwen als een vierkant omdat de zijde die verder van de evenaar verwijderd is korter is dan de zijde dichter bij de evenaar. Bovendien zouden we er ook rekening moeten mee houden dat de oppervlakte bolvormig is en dat de zijden licht gekromd zijn. Het vergt gevorderd integraalrekenen om de gemiddelde oppervlakte van een vlak met vier zijden van 1 boogminuut in Duitsland te berekenen, maar de benadering hierboven (2,205km²) is zeker nauwkeurig te noemen.]Als we nu in ogenschouw nemen dat de oppervlakte van Duitsland 350000km² is, dan kunnen we bij redelijk nauwkeurige benadering stellen dat er binnen Duitsland 158730 vlakken naast elkaar kunnen gelegd worden met een hoogte en een breedte van 1 boogminuut. Hieruit kan men concluderen dat, wanneer men vanuit Berlijn, een vector zou willen tekenen naar elke plaats in Duitsland met een nauwkeurigheid van 1 boogminuut in zowel noordelijke als oostelijke richting, men 158730 vectoren nodig heeft. [ (350000km²/ (2,205km²/vlak)) = 158730 vlakken met een lengte van 1 boogminuut in noordelijke en oostelijke richting, en één vector per vlak ]Als men nu uit al die vectoren willekeurig één vector zou kiezen, dan is de kans dat men uitgerekend dié vector zal te pakken hebben die van Berlijn naar Mittenwald wijst, gelijk aan 0,00063%. ( = (1/158730) x 100%)
Dus, als ‘Enden Der Tanz 1o 05016 2 19’ een vector is die met een nauwkeurigheid van 1 boogminuut de uiteinden van de bedoelde mars in de code beschrijft, dan kan men de kans dat ik de code juist interpreteer inschatten op 99,99937%. (=100%-0,00063%)De geschiedenis leert ons dat het Hitlers idee was om Europa te verenigen onder Duits bewind en om Berlijn om te dopen tot WelthauptstadtGermania (wereldhoofdstad Germanië). We kunnen ons nu de vraag stellen waar voor de nazi’s het startpunt van de vector die een mars vanuit Berlijn omschrijft zou moeten liggen. Voor mij is het volgende punt een grote kanshebber: In het district Mitte van Berlijn ligt er een plek die Groβer Stern heet. Deze plek ligt te midden van het park Groβer Tiergarten en is letterlijk het sterpunt waar alle Berlijnse verkeersassen samenkomen. Niet onbelangrijk is te weten dat in 1938-1939 die Siegessäuledoor de nazi’s van op der Königsplatz naar Groβer Stern is verplaatst. Deze zuil symboliseerde de onoverwinnelijkheid van Duitsland. Op 20 april 1939, op de 50e verjaardag van Adolf Hitler, werd ‘de overwinningszuil’ op haar nieuwe locatie officieel ingewijd. Dat de plaats, Groβer Stern, voor de nazi’s een heel belangrijke betekenis had staat buiten alle kijf. Het is derhalve redelijk om aan te nemen dat Groβer Stern, (naar analogie met de poolster) in de hoofden van de nazi’s fungeerde als een referentiepunt.
Als men nu de coördinaten die op blz.7 van deze tekst berekend zijn, aftrekt van de coördinaten van Groβer Stern, dan vindt men exact de coördinaten van het kleine Schwarzwald in de buurt van Mittenwald. Dit terwijl er 158730 andere mogelijkheden zijn om een vector (die omschreven is met een nauwkeurigheid van 1 boogminuut)vanuit Berlijn ergens in Duitsland te laten toekomen. Schwarzwald is bovendien ook de enige plaatsnaam die in de pastoorsbrief voorkomt. Namen van bergtoppen of bergen kan men bezwaarlijk plaatsnamen noemen…Het zou dus al een extreem toeval zijn mocht ‘Enden Der Tanz 1o 05 016 2 19’ niethet coördinatenverschil weergeven tussen het beginpunt en het eindpunt van de mars beschreven in de pastoorsbrief.
coördinaten noord 52° 31’ oost 13° 21’
‘Gro βer Stern’ Berlijn
minus coördinatenverschil noord - 5° 6’ oost - 2° 4’
eindpunten van de mars
= exact de coördinaten noord 47° 25’ oost 11° 17’
van ‘Schwarzwald’ ten
zuiden van Mittenwald
Bijlage 2,
Waarom het helemaal niet zo ver gezocht is dat de Duitse legertop een axioma van Euclides zou gebruikt hebben om een code te creëren om een plaats aan te duiden. Toen u op 13 december 2012 op de Belgische televisie uitlegde hoe men de code moet interpreteren, benadrukte u dat het belangrijk is om te proberen denken zoals de ontwerpers van de code dachten. U gaf het voorbeeld van het woord festival. Een gemiddelde mens denkt bij het woord festivalaan festiviteit, feest, … , maar uzelf denkt bij het woord festival direct aan de bar waar u als jongeman heeft gewerkt als bijverdienste.We proberen even te denken zoals een Duits officier van genietroepen...
Wat we vooreerst moeten weten is dat opleidingen tot officier en hoger officier heel dikwijls plaatsvinden in polytechnische afdelingen van militaire scholen. In België zijn deze opleidingen van het niveau industrieel ingenieur voor officieren en van het niveau burgerlijk ingenieur voor hogere officieren. Dit is elders en/of op andere tijdstippen in de geschiedenis niet anders. Zo weten we bijvoorbeeld ook dat Napoleon een amateur-wiskundige was en dat hij de grote wiskundigen uit zijn tijd, zoals Fourier en Laplace, inschakelde in zijn entourage en/of bedacht met eretitels.
We moeten denken in de tijdsgeest van de jaren 1920, 1930 en 1940. Hét grote genie en dé grote wereldster onder de polytechnisch geschoolden was in die tijd ontegenzeggelijk Albert Einstein. Dit meesterbrein moet een ongelofelijke doorn in het oog geweest zijn van de Duitse leiders en legertop in de jaren 1930, 1940. Einstein zou in zijn reisdagboek in Zuid-Amerika in 1925 geschreven hebben: ‘Een grappig volkje, die Duitsers. Voor hen ben ik een stinkende bloem, en toch blijven ze mij in hun knoopsgat stoppen.’Einstein werd geboren in 1879 in het Duitse stadje Ulm en bracht zijn jeugd door in München. Hij was joods en was de intellectuele meerdere van ongeveer iedereen. Dit was al totaal niet te rijmen met de nazistische leer die het had over Übermenschenen Untermenschen. Einstein, overtuigd pacifist, liet al op jonge leeftijd zijn Duits staatsburgerschap vallen om zich aan zijn militaire dienstplicht te onttrekken. Verder moeten we weten dat Albert Einstein de trigger was die geleid heeft tot het ontwikkelen van de atoombom. De vrees was dat Duitsland grote hoeveelheden uranium in handen zou kunnen krijgen en dus in staat zou kunnen zijn om daarmee een superbom te maken. In 1939 heeft Einstein mede een brief ondertekend die gericht was aan de Amerikaanse president Roosevelt waarin deze vrees met feiten ondersteund werd. De Amerikanen waren er niet gerust op en op 6 december 1941 gaf president Roosevelt het startsein voor het Manhattan Project dat in het teken stond van de ontwikkeling van een superbom. Toeval of niet, binnen de week na die datum al verklaarde Duitsland de oorlog aan de Verenigde Staten. Het Manhattan Projectwas uiteraard niet de enige reden voor deze oorlogsverklaring, maar qua timing kon dit wel tellen. Zonder de brief van Einstein zou er misschien geen Manhattan Project zijn geweest. Alhoewel er nooit atoombommen gebruikt zijn tegen nazi-Duitsland (de oorlog met Duitsland was voorbij nog voor de bom af was) heeft de joodse Einstein, die ooit de Duitse nationaliteit had en op Duitse schoolbanken gezeten had, de geallieerden wel een ongelooflijke voorsprong bezorgd. Ook in intellectuele kringen was er afgunst jegens Einstein. Johannes Stark en Philipp Lenard, twee Nobelprijswinnaars natuurkunde, maakten zelfs een onderscheid tussen arische natuurkundeen joodse natuurkunde. Nadat Hitler op 30 januari 1933 rijkskanselier van nazi-Duitsland en rijksstadhouder van Pruisen werd, diende Albert Einstein op 28 maart 1933 zijn ontslag in bij de Pruisische Academie. Deze vereniging van arischetopwetenschappers was hierdoor erg beledigd en beschuldigde Einstein prompt van gruwelijke propaganda tegen Duitsland. In een brief aan Max Planck die ook het einde inluidde van een jarenlange vriendschap tussen deze twee intellectuelen schreef Einstein: ‘Nu word ik door de vernietigingsoorlog tegen mijn joodse broeders gedwongen om mijn invloed in de wereld te gebruiken om hen te helpen’. Einstein was dus meer dan een spreekwoordelijke scherpe kiezel in de schoen der Duitse leiders. Hij werd gehaat omdat hij joods was. Hij ontlokte afgunst omdat hij de arische natuurkundigen met grote afstand overklaste en er openlijk afstand van nam. Hij werd een van de belangrijkste Duitse staatsvijanden omdat hij de geallieerden militair op voorsprong had gezet door mede de oprichting van het Manhattan Project te triggeren.Men kan zich nu de vraag stellen wat de bladzijde hierboven te maken kan hebben met het opstellen van een code om een locatie te beschrijven. Ik zie dit als volgt: Officieren zijn veelal polytechnisch geschoold en derhalve erg beslagen in wiskunde en natuurkunde. Hét gespreksonderwerp in polytechnische kringen was in de jaren 1920, 1930 en 1940 absoluut de nieuwe inzichten in de natuurkunde die Einstein verschaft had. Einstein had aangetoond dat de axioma’s uit de meetkunde van Euclides -die al meer dan 2200 jaar stand hadden gehouden- niet meer volstonden om de werkelijkheid te beschrijven en dat de zwaartekrachtstheorie van Newton moest worden aangepast opdat hij écht zou corresponderen met de werkelijkheid. Niemand die op enig niveau met natuurkunde en wiskunde bezig was kon zich veroorloven om deze revolutionaire inzichten niet te kennen, net zoals niemand die op enig niveau met geneeskunde bezig was zich in die tijd kon veroorloven om niet te weten dat antibiotica als penicilline, sulfonamide en streptomycine ontdekt waren en wonderen deden bij bacteriële infecties. Mijn stelling is dus dat militairen die gevraagd werden om een code op te stellen om een plaats te beschrijven bijna zeker mensen geweest zijn met een polytechnische achtergrond en dus ook met een gedegen kennis van de wiskunde en de natuurkunde. Wie op de hoogte was van de moderne natuurkunde werd onvermijdelijk regelmatig geconfronteerd met Euclides en Newton. In 1916 verscheen voor het eerst in het Duits (de taal waarin Einstein werd opgevoed) het boekje Mijn Theorie. Dit boekje is ondertussen bijna 100 jaar oud en is ontelbare keren herdrukt in alle mogelijke talen. Nu, 100 jaar later, is dit werkje nog steeds heel populair bij iedereen die met natuurkunde bezig is. Het bestaat uit slechts 32 paragrafen die elk hooguit een paar bladzijden tellen en het is geschreven voor een publiek dat niet noodzakelijk kennis heeft van hogere wiskunde. Einstein onthult in dit werkje zijn nieuwe kijk op de werkelijkheid die in de eerste helft van de vorige eeuw zo populair was. Het kan niet anders of ook de polytechnici van de Duitse legertop moeten dit werkje van de vijandige topwetenschapper goed hebben gekend. In de allereerste zin van de allereerste paragraaf al, begint Einstein met het aantonen dat de meetkunde van Euclides op zich weliswaar zinvol is, maar niet correspondeert met de werkelijkheid zoals we die kunnen vaststellen. Ik veroorloof me om de eerste bladzijde van het eerste hoofdstuk van dit boekje hieronder af te drukken om aan te tonen hoe actueel het filosoferen over Euclides in die tijd wel moet geweest zijn.
Toen ik vorige zomer dit boekje herlas en me een beeld probeerde te vormen van de tijdsgeest waarin dit boekje populair werd, dacht ik ook aan de tijdsgeest waarin de pastoorsbrief werd opgesteld. Daar filosoferen over Euclides in die tijd zeker een bezigheid was van polytechnici, maakte ik mezelf de bedenking dat de polytechnisch geschoolde officieren die codes moesten bedenken om locaties te beschrijven binnen datzelfde referentiekader moeten hebben gedacht. Toen ik aan de variant op het vijfde axioma van Euclides dacht, zijnde het axioma van Playfair, wist ik dat de eerste vier zinnen uit de pastoorsbrief samen hoorden.
De vier eerste tekstjes Wo Matthias Die Saiten Streichelt, Edelweiss über Schwarzwald, Kein Wasser Kalt, Predigtstuhl, Kreuz u. Kranz beschrijven respectievelijk een punt, een richting, een punt en een richting. De twee assen die ik kon construeren kruisen elkaar ter hoogte van de kapel op Buckelwiesen te Mittenwald.Dit correspondeerde perfect met wat u op de Belgische televisie zei. Bij het horen van het woord festival denkt de gemiddelde mens aan een feest terwijl het woord festival voor u de plaats oproept waar u als jongere een bijverdienste had. Zo ook zal wellicht bij de polytechnisch geschoolde legertop het vraagstuk versleutelen van coördinaten van een locatie de figuur Euclides hebben opgeroepen. Bij alles wat met uitzetten van coördinaten en navigeren te maken heeft, behoort de Euclidische meetkunde bovendien tot het standaardarsenaal aan technieken. Dat een vijandig intellectueel de beperktheid van deze Euclidische meetkunde in de verf had gezet, maakte de figuur Euclides alleen maar bekender en de drang om zijn meetkunde toch te gebruiken misschien nog wat groter.
Wat ik in deze tweede bijlage wil beweren is dus dat het helemaal niet zo ver gezocht is om aan Euclides te denken als men zich probeert voor te stellen hoe de opstellers van de code die gebruikt is in de pastoorsbrief (wellicht waren dit officieren van genietroepen) moeten hebben gedacht.
[filosoferen over axioma’s van Euclides als ‘hot item’ tijdens eerste helft van vorige eeuw: Einstein, Mijn Theorie, ISBN 90 274 5758 1; data, citaten en feiten, Andrew Robinson, Einstein Honderd Jaar Relativiteit, ISBN 90 5956 143 0]
Bijlage 3, Offset of verschuiving, uniformiteit in de codering. We merken op dat er een duidelijke overeenstemming kan worden ontwaard tussen enerzijds de wijze waarop de assen omschreven zijn die naar Buckelwiesen wijzen en anderzijds de wijze waarop de eindpunten van de mars omschreven zijn.Edelweiss über Schwarzwald beschrijft een rechte en Wo Matthias Die Saiten Streicheltbeschrijft tot waar die rechte moet worden verschoven.Predigtstuhl, Kreuz u. Kranz beschrijft een rechte en Kein Wasser Kalt beschrijft tot waar die rechte moet worden verschoven.2°19’ beschrijft een oosterlengtecoördinaat en 15 (de letter ‘o’) beschrijft met hoeveel minuten de oosterlengtecoördinaat moet worden verschoven. 5°16’ beschrijft de noorderbreedtecoördinaat en 10 (één op de rang van de tientallen)beschrijft met hoeveel minuten de noorderbreedtecoördinaat moet worden verschoven. Er is dus een vaste regel te ontwaren: Men geeft telkens éérst de verschuiving en pas nadien de informatie waarop de verschuiving moet worden toegepast. Simpel toch!
Bijlage 4, ImpromptuAls men uw boek leest heeft het er alle schijn van dat de code inderdaad inderhaast en onvoorbereid is opgesteld. Wellicht was deze versleutelingstechniek goed bekend bij Duitse officieren. Niets wijst er ook op dat er van te voren afgesproken was welke coderingstechniek men zou gebruiken. Dat de coderingstechniek als het ware tot de standaardkennis der officieren behoorde kan ook worden afgeleid uit het gegeven dat Bormann tegen Otto gezegd heeft dat Schwarz direct zou begrijpen waarover het ging.Maar er is nog iets: De pastoorsbrief is opgemaakt een paar dagen voordat Adolf Hitler uit het leven is gestapt en we weten ondertussen dat Adolf Hitler in Gerold bij Mittenwald wou gaan wonen. [***] Er is bovendien een periode geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog waarin Hitler tevergeefs geprobeerd heeft om de geallieerden aan zijn kant te krijgen om samen met hen het communisme te bestrijden. Adolf Hitler zal dus voor zichzelf wel een uitweg uitgestippeld hebben en het is dus niet onwaarschijnlijk dat -als het om de persoonlijke diamanten van Hitler ging- die schat initieel was verstopt om er de oude dag van Hitler zelf mee te financieren. Ik ken immers geen enkele dictator uit de geschiedenis die vergeten was om aan zichzelf te denken, waarom zou dat bij Hitler anders zijn geweest? De schat lag (wellicht) op Buckelwiesen en dus op slechts een paar kilometer van de plaats waar Hitler zijn oude dag dacht door te brengen indien hij voor zichzelf een uitweg kon onderhandelen, het schilderachtige Gerold.Het is dus best mogelijk dat Hitler pas te elfder ure, én onder zware stress, heeft beslist dat zijn pensioenfondsmocht worden gebruikt voor Werwolf. Mocht de beslissing om die diamanten en het goud na de oorlog te gebruiken tegen de vermeende geallieerde bezetters eerder zijn genomen, dan zou men wel de tijd genomen hebben om een veel ingewikkeldere code te gebruiken dan deze padvindersversleuteling.
Ignace Lepage.
Published on May 01, 2015 00:08
April 23, 2015
De Nazi Schat van Mittenwald: Het Dossier Lepage 02 - De Antoniuskapelle / Het Tonihof
Wo Matthias Die Saiten Streichelt
Edelweiss über Schwarzwald
Kein Wasser Kalt
Predigtstuhl, Kreuz u. Kranz
In de wiskunde kent men de 5 axioma’s –of postulaten- van Euclides en iedereen die de middelbare school gevolgd heeft zal deze axioma’s ooit hebben geleerd. Het 5e axioma van Euclides, dat ook het parallellenaxioma wordt genoemd, kent een alternatieve formulering die bekend staat als het postulaat van Playfair.De formulering luidt dan:
-Door een punt buiten een rechte gaat precies één andere rechte die die eerste rechte niet snijdt.
of:
-Door een punt buiten een rechte gaat precies één andere rechte die parallel ligt aan die eerste rechte.
Met andere woorden: men kan perfect een rechte definiëren als men er één punt van kent en als men haar richting kent.
Dat is nu precies wat er gebeurt in de eerste vier stukjes tekst van de pastoorsbrief.
In de tweede bijlage bij deze tekst leg ik uit hoe ik ertoe gekomen ben om aan Euclides te denken en verklaar is waarom dit ook weer niet zó ver gezocht is.
Wo Matthias Die Saiten Streichelt wijst naar de plaats Mittenwald [*]
Edelweiss über Schwarzwald wijst naar twee plaatsen in de buurt van Mittenwald [*] maar geven samen een richting aan [**]
Kein Wasser Kalt wijst naar de plaats ‘Am Kalten Wasser’ in de buurt van Mittenwald. [**]
(Bekijk hieronder een afdruk van een stukje uit een Garmin topografische kaart van Zuid-Duitsland. ‘Am kalten Wasser’ ligt in de linker bovenhoek)
Predigtstuhl, Kreuz u. Kranz verwijst naar 3 bergtoppen rond het dal waarin Mittenwald ligt (de sierlijke M in de partituur) [*] maar geven samen een richting aan [**]. We krijgen dus respectievelijk de omschrijving van (1) een punt, (2) een richting, (3) een punt en (4) een richting te lezen.
Het postulaat van Playfair indachtig trekken we nu een rechte doorheen het punt dat beschreven wordt in ‘Wo Matthias Die Saiten Streichelt’ in de richting die beschreven wordt in ‘Edelweiss über Schwarzwald’.
Vervolgens trekken we een rechte doorheen het punt dat beschreven wordt in ‘Kein Wasser Kalt’ in de richting die beschreven wordt in ‘Predigtstuhl, Kreuz u. Kranz’. We gaan na waar deze twee rechten elkaar kruisen…
We komen nu terecht op het terrein Buckelwiesen …
… waar een kapel staat met daarnaast een paar bomen …
en aan noordoostelijke kant een betrekkelijk grote boom waarvan het kruin over de kapel hangt.Het Duitse ‘die Krone’ betekent in het Nederlands ‘het kruin’.
Nordost Die Krone [**] Moet dus gelezen worden als‘Langs noordoostelijke kant, het kruin’ of in ondergeschikte orde als ‘langs noordoostelijke kant van het kruin’.
Boom, Steen, Kruis, FXS, Othila [*]
Er kan een associatie gemaakt worden tussen runentekens en onze Arabische letters. Deze associatie is de volgende:
Als men nu de runentekens in de pastoorsbrief van boven naar onderen leest en hun associaties met de Arabische letters indachtig is, dan krijgt men volgend beeld: [*]
‘FXS’ wijst naar de bestemmeling van de brief, dit is Franz Xaver Schwarz. [*]Het symbool dat overeenstemt met onze arabische ‘O’ is de Othila en symboliseert rijkdomof erfenis. [*] Dus wellicht de schat.Met moet dus op zoek gaan naar een constellatie die bestaat uit een boom met daaronder een steen in de buurt van een kruis of een boom op een rots met daarbij een kruis [*].De O naast steen zou ook kunnen betekenen dat men moet kijken langs oostelijke kant, maar waarschijnlijker is dat de erfenis (Othila) (de schat dus) moet gezocht worden achter/onder/in een steen/gesteente. De Othila staat ook afgebeeld achter steen in de pastoorsbief.Als men aandachtig kijkt naar de kaart op bladzijde 12 van deze tekst, dan ziet men rond de kapel op Buckelwiesen een hoogtelijn. Het is zo dat deze kapel gebouwd is op een hoger gelegen uitstulping die bestaat uit zoutgesteente [***].Alles wijst dus naar de kapel op Buckelwiesen. Buckelwiesen is ook één van de weinige plaatsen buiten het centrum van Mittenwald die niet bebost is. Dit was voor mij een extra argument om aan te nemen dat ik juist zat bij de constructie van twee rechten die elkaar op Buckelwiesen snijden en niet in één of ander bos. Het zou toch al te gek en te verwarrend zijn om een code op te stellen die wijst naar een boom te midden van een bos. Bovendien ligt Buckelwiesen langsheen een spoorweg wat belangrijk kan geweest zijn bij het transport van goud. (zie kaart)Dan is er nog iets met de twee horizontale strepen door het runensymbool dat overeenkomt met de ‘z’ van Kreuz. In de zovele runentabellen die ik vond op het net sprong deze hieronder afgebeeld mij in het oog.
Een dubbele horizontale lijn zou ook een afbeelding zijn voor de klinker ‘u’. ‘U’ is toevallig de eerste letter van woord unter. Dus zoeken onder een kruis dat op een rots/steen staat naast een boom? ‘Gui’ is dan weer het Franse woord voor maretak. Wat een gastplant van een boom is.Enfin, veel aanwijzingen maar geen zekerheden. Alle beschouwingen hierboven in acht genomen leek het me zinvol om in augustus 2014 nogmaals naar Mittenwald te reizen om de kapel en de paar bomen errond nader te gaan inspecteren, wat ik ook deed…Op zondag 24 augustus had ik een héél markante en ook leerrijke ontmoeting met twee mensen die wonen op de Buckelwiesen. De middag verliep als volgt:
Rond half twaalf in de voormiddag stapte ik het terrein met bovenliggend adres op. De ingang was versperd met een eenvoudig touw dat aan twee paaltjes die links en rechts van de oprit stonden was gehaakt. Er hing een bordje met opschrift ‘nur für Hotelgäste’. Mijn eerste plan was om een warme chocomelk te gaan drinken in de bar van het hotel dat de naam Tonihof draagt. Echter, zowel het gebouw links van mij als het gebouw rechts van mij zagen er heel verlaten uit. Ik gluurde even door het raam maar er was geen leven te bespeuren. Ik stapte een 75-tal meter verder tot aan de kapel. De kapel was afgesloten. In een opschrift kon ik lezen dat ze er pas gebouwd is in 1959. Dit was een tegenvaller want ik ging ervan uit dat ze er al moest gestaan hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het viel me direct op dat er iets veranderd was vergeleken met de foto die ik kon vinden op Google-Maps. De boom langs oostelijke kant was zeker al afgezaagd, dat verried de grote wortel die niet was uitgegraven. Ik keek even rond en realiseerde mij hoe prachtig de omgeving daar wel is. Na alles goed te hebben bekeken haalde ik mijn metaaldetector uit mijn rugzak en stelde ik het ding in. En toen: tadaaa! Aan de noordoostelijke kant van de grote wortel van de afgezaagde boom duidde mijn detector metaal aan. Voor ik mijn spade wou openklappen, keek ik nog even rond en toen zag ik twee mensen die me vanop het zuidergerichte balkon op de eerste verdieping van hotel Tonihof aan het bekijken waren. Ik voelde me betrapt. Om zo normaal mogelijk over te komen stak ik even mijn hand op en besloot ik om mijn spade nog even opgeborgen te laten. Ik scande de omgeving nog wat verder af en een paar minuten later al kwam de vrouw des huizes naar mij toegestapt met de vraag wat ik aan het uitrichten was.
Ik dacht bij mezelf ‘foert’, ik zal gewoon de waarheid zeggen en ik zie wel waar ik uitkom. Ik begon die mevrouw uit te leggen dat u op de Belgische en Nederlandse televisie een oproep had gedaan om mee te helpen om de code in de pastoorsbrief te ontrafelen. Ik probeerde de woorden ‘oorlog’ en ‘Hitler’ te vermijden omdat ik weet dat dit ginds heel gevoelig ligt. Die mevrouw vertrouwde me in den beginne totaal niet, ze vroeg vanwaar ik was, waar ik logeerde, etc. Ik stelde haar gerust en toonde haar spontaan mijn identiteitskaart. Ik legde haar uit dat ik, indien ze een internetverbinding had, alles zou kunnen aantonen en dat ik zou uitleggen waarom de code volgens mij naar haar domein wees. De vrouw stelde me voor om mee binnen te gaan bij haar man. Ze hadden een tablet-pc maar omdat Buckelwiesen nogal ver van het centrum van Mittenwald ligt was de ontvangst er slecht. Filmpjes met de uitzendingen van Eénvandaag en Reyers Laat kon ik dus niet tonen…
Ik werd er goed ontvangen en kreeg iets te drinken. We zaten aan tafel in de woonkamer. Het werd me snel duidelijk dat die mensen bemiddeld zijn. Hun ruime en stijlvol ingerichte woning staat midden in een adembenemend mooi stuk natuur. Mevrouw gaf me pen en papier en ik maakte een schets van de pastoorsbrief. Ik ken alle aantekeningen in de brief ondertussen uit het hoofd. Ze was heel erg geïnteresseerd in mijn verklaring van de code. Na een tiental minuten verscheen ook haar man aan tafel, Christian Dudek. Ik schat hem tussen de 55 en de 60 jaar oud. Hij leek me vriendelijk en joviaal maar ook verstandig. Hij was nog veel meer geïnteresseerd in mijn uiteenzetting –die ik nog eens overdeed- dan zijn vrouw. Mijn redenering over vectoren en coördinaten kon Christian Dudek perfect volgen en hij was zo onder de indruk dat hij zei dat hij die avond niet zou slapen. Ik was heel eerlijk en vertelde hem alles wat ik wist. Ik stelde hem ook voor om mijn interpretatie van de code naar het Engels te vertalen (omdat ik geen Duits ken) en hem die per post toe te sturen. Hij was héél erg geïnteresseerd. Ik legde hem uit dat ik mijn metaaldetector niet 100% kan vertrouwen omdat het een toestelletje is in de prijsklasse van €300 à €400. [Garret Euro Ace, €339] Christian beweerde iemand te kennen die in de buurt van München woont en over een professionele bodemscanner beschikt. Hij zou de volgende dag al (dus op maandag 25 augustus 2014)contact opnemen met die persoon. Dit had wel kunnen kloppen vermits Christian Dudek naast eigenaar van Hotel Tonihofook nog zaakvoerder is van een architectenbureau in Mittenwald. Architecten kennen nu eenmaal mensen die een bodemonderzoek kunnen verrichten.
Het gesprek evolueerde in de richting van een informatieruil. We wonnen onbewust elkaars vertrouwen door meer en meer informatie te geven. Christian vertelde me hoe het er in Mittenwald aan toeging voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog en hij wist verrassend veel over die periode...
Nadat Adolf Hitler in 1933 verkozen werd, kwam hij regelmatig in Mittenwald. Adolf Hitler was Oostenrijker en tijdens zijn reizen naar zijn thuisland was Mittenwald zijn vaste stopplaats. Hij verbleef in de Lüttenseekazerne. Die kazerne was als het ware het hotel voor de hogere Duitse officieren. Het was een eer en een erkenning om in de Lüttenseekazerne te mogen verblijven. Er vonden in die kazerne in die periode belangrijke vergaderingen plaats en er werden ook belangrijke beslissingen genomen.
Adolf Hitler was ook verzot op de streek rond Mittenwald. Zo had hij zijn oog laten vallen op het prachtige plaatsje Gerold dat op een paar kilometer in noordwestelijke richting van Mittenwald ligt. Hitler wou er later gaan wonen ofschoon de plaatselijke bevolking daar niet echt mee opgezet was.
De Nazi’s hadden in die tijd ook nog bouwplannen in Mittenwald. Tweemaal raden waar… , jawel, … op Buckelwiesen! In de loop van de jaren 1930 werd de Reichsarbeitsdienst opgericht. Vooraleer jonge mannen hun militaire dienst gingen vervullen moesten ze eerst nog een paar maanden werken voor de Reichsarbeitsdienst(RAD). Die RAD was niet weinig actief op Buckelwiesen. Gedurende de jaren 1930 werd het terrein Buckelwiesen met de hand afgegraven en onderhouden door jonge mannen van de RAD. Het terrein werd klaargemaakt voor de grote bouwwerken. Buckelwiesen was perfect gelegen als militaire bouwlocatie. Het terrein ligt in een dal, in de nabijheid van twee andere kazernes (Lüttensee en Edelweiss)en het ligt vlak aan de Mittenwaldbahn. Afgegraven materiaal afvoeren en bouwmateriaal aanvoeren kon perfect, de trein kon immers stoppen langsheen het terrein. Militair materieel en personeel zou later ook perfect over de spoorweg kunnen worden verplaatst. De barakken waar de jonge mannen van de RAD sliepen, waren gelokaliseerd ten zuiden van Buckelwiesen, net over de spoorweg am Schmalensee. De locatie is te bekijken op het kaartje in dit dossier.
Op dat kaartje ziet men rond het hotel Tonihof ook twee hoogtelijnen. Dit is een naar boven uitstulpend rotsachtig deel. Meer bepaald bestaat de ondergrond daar uit zoutgesteente. Zoutgesteente werd wel meer gebruikt om iets in te verstoppen. Vanwege die ondergrond waren de nazi’s niet erg geïnteresseerd om ook daarop te bouwen.
De boom, de steen en het kruis uit de pastoorsbrief corresponderen wel degelijk met de werkelijkheid uit die periode. De kapel op Buckelwiesen is gebouwd in 1959. Tot 1959 stond er inderdaad een groot kruis op die locatie. Christian Dudek beweert nog foto’s en filmmateriaal uit zijn kindertijd te bezitten en zou daarop gaan kijken wat de exacte locatie van het kruis toen was. Geleidelijk aan kwam ik dus meer en meer te weten… Christian woonde dus in zijn kindertijd al op Buckelwiesen. Hij heeft het stuk grond naar zijn zeggen geërfd van zijn grootvader die in de jaren 1930 een belangrijk militair zou geweest zijn… Ik voelde dat hij al snel spijt had van het feit dat hij er dat uitgefloept had.
Als ik Christian Dudek mag geloven, dan is het voor mij zonneklaar dat het terrein Buckelwiesen bij de nazitop én bij Adolf Hitler heel erg bekend was. De nazitop had plannen om er een nieuwe vestiging op te trekken en stelde er heel wat jonge mannen van de RAD tewerk.
Bij het afsluiten van het gesprek spraken we het volgende af: ik zou alles wat ik wist over de brief en al mijn inzichten zo goed als ik kon naar het Engels vertalen en per post opsturen naar Christian Dudek. Christian zou op zijn beurt zo snel als mogelijk iemand ontbieden om de ondergrond van zijn eigendom te laten scannen. Van zodra hij iets wist, of het nu negatief of positief was, zou hij me dit laten weten. We wisselden onze gegevens uit en Christian zei uit eigen beweging “If we find something, we’ll share it fifty-fifty”. We schudden elkaar de hand met de woorden “We have an agreement”.
Op 30 augustus 2014, een week later dus, stond ik in het postkantoor aan te schuiven met een uitgewerkt pakket voor Christian Dudek onder de arm. Ik stuurde hem een sms met de boodschap dat het pakket op komst was en binnen de minuut kreeg ik een enthousiast antwoord waaruit bleek dat hij ernaar uitkeek, maar over de bodemscanner geen woord meer.
Ik had me ondertussen ook al de bedenking gemaakt dat iemand wel goed gek zou moeten zijn om, indien hij op zijn eigendom een schat zou vinden, iemand die hij amper kent en die 900km verder woont op te bellen om de buit met die persoon te delen. In de begeleidende brief die ik op 30 augustus 2014 bij het pakket had gestopt had ik al geschreven dat ik met slechts 10% van de eventuele buit tevreden zou zijn en dat het me enkel om de voldoening van het kunnen oplossen van het vraagstuk te doen was.
Gedurende de tweede week van september 2014 probeerde ik een paar keer te bellen met Christian Dudek, echter, hij nam geen telefoon meer op. Op 13 september 2014 kreeg ik in de vooravond plots een sms waarin te lezen stond dat hij in het buitenland was en dat ik vanaf twee dagen later terug kon bellen. Dit leek me een verdacht excuus om nog wat tijd te winnen. Ik heb gedurende de derde week van september 2014 nog een paar keer geprobeerd om te bellen, maar Christian reageerde op niets meer.
Op 29 september 2014 heb ik de aangetekende brief verstuurd die ik als bijlage 5 bij deze tekst voeg. Gedurende gans de maand oktober 2014 geen reactie meer.
Ik begon het stilaan heel vervelend te vinden maar maakte me ook de bedenking dat ik me misschien te opdringerig opstelde. Alhoewel, Christan Dudek leek eind augustus 2014 héél erg aangesproken, joviaal en amicaal. Wellicht had ik me in de luren laten leggen. Christian had mij voor niets meer nodig en ik had hem nog voor alles nodig. Maar wat kon ik anders doen? Ik bevond me op privéterrein.
Alhoewel ik eerder al met u, geachte heer Hammer, per e-mail contact had gehad testte ik Christian Dudek nog eens met een sms. Ik geef toe dat dit niet heel erg eerlijk meer was tegenover hem, maar ik had toen al in de smiezen dat Christian Dudek met mij ook niet meer eerlijk was. Op 28 oktober 2014 verstuurde ik de volgende boodschap:
“Dear Mr. Dudek. I don’t hear anything from you anymore. Do you mind if I send my interpretation of the code in the book ‘Gezocht, Codebrekers’ to the author (Karl Hammer) ? Ignace Lepage, Belgium.” Blijkbaar heb ik Christian met deze sms zeer nerveus gemaakt.
Binnen het kwartier al kreeg ik het volgende antwoord:
“Dear Ignace, I tried a detector but this thing was broken so I ordered an other one to try it again the next week because we have snow now! Then I will inform you”
Dus opeens, na bijna twee maanden radiostilte, had ik weer contact. Blijkbaar is Christian Dudek dus als de dood voor het publiek worden van mijn redenering.
Hier klopt iets niet, zoveel is duidelijk…
Mijn eerste metaaldetector was stukof ik zit in het buitenland waren wellicht voorwendsels om de boot af te houden. Wellicht heeft Christian gedacht dat mijn enthousiasme van voorbijgaande aard zou zijn en dat ik de pogingen om contact te leggen sneller zou opgeven.
Ofwel was Christian heel erg geïnteresseerd en heeft hij in augustus al de spade in de grond geplant. (En dat is wat ik eerst dacht.)
Ofwel ging Christian ervan uit dat ik van lotje getikt ben en heeft hij achter mijn rug eens goed in het vuistje gelachen. Maar dit lijkt me minder waarschijnlijk, daarvoor had hij veel te veel interesse in mijn redenering en was hij veel te benieuwd om te weten te komen hoeveel ik wist en hoe zeker van mijn stuk ik was.
Maar er zijn nog mogelijkheden …
Misschien weet Christian dat zijn grootvader (de man waarvan hij de grond geërfd heeft die in het midden ligt van een terrein waarop de nazi’s wilden bouwen) hand-en-spandiensten verleend heeft aan de nazipartij. Misschien is het net daarom dat hij zo vermogend is en dat hij me de pieren uit de neus heeft gehaald om te zien hoe ver ik stond en hoeveel ik wist.
Christian had er weet van dat Leon Giesenvorig jaar met toelating van de overheid gegraven heeft in het centrum van Mittenwald naar aanleiding van de pastoorsbriefen plots vond hij het nodig om de grootste boom naast de kapel op zijn terrein neer te leggen. Misschien kende hij de pastoorsbriefuit de kranten van vorig jaar en heeft hij een aanwijzing willen laten verdwijnen.
Het is op zijn minst eigenaardig dat Christian Dudek uit eigen beweging zei dat als er iets te vinden is op zijn terrein, hij alles met mij fifty-fifty zou delen. Waarom zou hij dit gezegd hebben? Het is heel goed mogelijk dat hij mij dit met zó veel overtuiging heeft beloofd omdat hij heel goed weet dat er niets meer te vinden is, m.a.w. dat hij dus wél weet hoe 70 jaar geleden de vork aan de steel zat? Maar dan moet mijn metaaldetector op iets anders gereageerd hebben rond de kapel.Mathematisch en ruimtelijk inzicht zitten in de genen. Christian is architect en hij kon mijn redenering over de vectoren en de coördinaten perfect én van de eerste keer volgen. Hij kon dit eigenlijk verdacht perfect volgen. Misschien had zijn grootvader wel diezelfde gave en wist die man wat er precies aan de hand was.
Momenteel is het Hotel Tonihofgesloten. Christian Dudek, die ik tussen de 55 en 60 jaar oud schat, heeft er grootse bouwplannen. Zo groots zelfs dat ik in een lokaal bericht kon lezen dat hij problemen heeft met de bouwvergunning. Momenteel is het hotel gesloten in afwachting van de verbouwingen. Blijkbaar heeft hij dat inkomen dus niet nodig. Iemand die dit (grootse bouwplannen) nog zinnens is op die leeftijd heeft volgens mij nog wat geld op overschot. Zie bijlage 6 bij deze tekst (die later zal worden gepubliceerd - noot van Patrick Bernauw).
Waarom heeft men eigenlijk in 1959 (dus relatief kort na de oorlog) een kapel gebouwd op de plaats waar voordien een kruis stond? Was dat kruis niet goed genoeg? En met welk/wiens geld is deze kapel gebouwd? Het is ook geen klein kapelletje, het mocht dus blijkbaar iets kosten. Waarom is het uitgerekend een kapel ter ere van Sint Antonius, die patroonheilige die devote christenen aanroepen/aanbidden bij het kwijtraken/terugvinden van een waardevol verloren voorwerp? Dikwijls wordt een kapel gebouwd als dank voor iets. Voor wat? En waarom heet het hotel ook Tonihof, naar diezelfde Sint Antonius?Naast de kapel staat nu een elektriciteitscabine. Op iets oudere kaarten vinden we op die plaats een Speicher Gebäude, wat een schuur/stapelplaats/pakhuis betekent. Waarom is die stapelplaats verdwenen? Wat lag daar precies gestapeld? Kan er in de bodem van die schuur gegraven zijn? Graven in zo’n stapelplaats heeft alleszins het voordeel dat niemand je aan het werk ziet.Ok, dit zijn allemaal gissingen, maar het begint stilaan heel erg verdacht te worden.
Volgens mij is de kans groot dat Christian Dudek nog veel meer over de geschiedenis van Mittenwald weet dan hij aan mij wou bekennen. Het is me duidelijk dat hij alle contact met mij nu wil vermijden én dat hij bovendien héél erg verveeld zit met deze zaak. Hij negeert me volkomen, maar als ik laat uitschijnen dat ik mijn redenering publiek zou maken, dan schiet hij in een kramp. Het heeft er dus alle schijn dat hij mij wel degelijk héél ernstig neemt. Ik heb dus een groot vermoeden dat ik een héél vervelende bladzijde uit zijn familiegeschiedenis heb opengelegd. In ieder geval geloof ik Christian Dudek totaal niet meer. Hij wist veel te veel over het reilen en zeilen op Buckelwiesen 70 à 80 jaar geleden en het lijkt mij heel verdacht dat zijn grootvader een terrein bezat of heeft kunnen verwerven dat midden in een terrein ligt waarop de nazitop bouwplannen had en waarop de RAD werkzaam was.
‘Vinden’ is dikwijls iets wat volgt op ‘dolen’ en/of op het wel bekende thinking outside the box. Men mag er hier niet zomaar voetstoots vanuit gaan dat het pakket waar de pastoorsbrief naar verwijst er de dag van vandaag nog steeds ligt. Er zullen 70 jaar geleden wel meerdere mensen geweten hebben wat er écht aan de hand was en vanaf het moment dat bekend was dat de belangrijkste nazileiders overleden waren zou dit pakket wel eens een totaal nieuwe bestemming kunnen hebben gekregen en verdeeld geworden zijn onder diegenen die afwisten van het bestaan ervan. Uiteraard is dit voorlopig nog gokwerk, maar dit zou alleszins verder moeten worden onderzocht. Ik kan me dus niet ontdoen van de indruk dat Christian Dudek meer weet over deze geschiedenis. Uiteraard moet ik er over waken dat ik me niet schuldig maak aan stalking, verdachtmakingen, huisvredebreuk of wat dan ook. Ik mag die man zijn integriteit niet aantasten en zou hem in dat opzicht best met rust laten wat ik voortaan ook ga doen. Het is noch mijn recht, noch mijn bevoegdheid om zijn eigendom nog verder te gaan bestuderen of om zijn familiegeschiedenis te gaan uitvlooien. De inhoud van de tekst in de laatste bladzijde hierboven is en blijft een reeks van veronderstellingen. Toch zeggen mijn gezond verstand en mijn intuïtie dat er in de richting die ik op deze laatste bladzijde suggereer verder moet gedacht worden en dat dit zeker nog eens zou moeten worden onderzocht indien men de pastoorsbrief écht volledig wil ontrafelen. Ik wil helemaal niet hautain klinken, maar het is me in het verleden nog nooit overkomen dat ik een oplosbaar vraagstuk niet heb kunnen oplossen. En nu, op dit moment, heb ik het gevoel dat ik ook het vraagstuk van de pastoorsbrief heb opgelost of dat ik alleszins heel erg dicht bij de oplossing zit. Maar het is en het blijft een gevoel, bewijzen kan ik het nog niet omdat ik niet de machtiging heb om verder te gaan dan ik nu ben gegaan.
Zo, geachte heer Hammer, u weet nu hoe ver ik sta. Ik zou het geweldig vinden mocht een journalist of onderzoeker een manier vinden om op legale wijze toch tot op het bot te gaan. Zoals helemaal in het begin van deze tekst gesteld, zal ik uw drukke agenda respecteren en uw werk aan uw nieuw boek niet verstoren. U heeft als eerste de kans om met de informatie in dit schrijven verder aan het werk te gaan. Hoor ik voor 15 februari 2015 niets van u, dan probeer ik een ander journalist of onderzoeker warm te maken.
met beleefde groet,Ignace Lepage.
PS - december 2014
In de tekst die ik opstelde in november 2014 heb ik uit slordigheid geen aandacht besteed aan de S uit FXS die niet correspondeert met de S uit BAUM – STEINLeon Giesen maakte me hierop opmerkzaam. Dit hoeft geen probleem te zijn en doet helemaal geen afbreuk aan de hoofdlijnen van de geschiedenis zoals omschreven in het boek ‘Gezocht Codebrekers’.
In de tweede en de vierde kolom staan de runentekens dicht bij elkaar, wat verantwoordt dat ze als ‘woorden’ worden beschouwd. In de eerste kolom staan de runentekens ver uit elkaar en kan men terecht vermoeden dat ze géén woord vormen. In de derde kolom staat de othilazelfs volledig apart.
Als we de eerste kolom van boven naar beneden lezen, zien we:[febu]
[gebo]
[eihwaz]
Als we de symboliek achter de runen indachtig zijn, wordt dit:
[febu]Het bezit van een hooggeplaatste …[gebo]… als geschenk …[eihwaz]… ter bescherming tegen invloed van anderen.
of:
[febu]Het bezit van een hooggeplaatste …
( de persoonlijke juwelen van Hitler )[gebo]… als geschenk …
( geschonken (aan Werwolf))[eihwaz]… ter bescherming tegen invloed van anderen.
( ter bescherming tegen de bezetters van Duitsland na de oorlog)
En laat dit nu precies het onderwerp zijn waar het ganse boek ‘Gezocht Codebrekers’ over handelt!
Deze interpretatie lost het probleem van de S in FXS op. Wel wordt het gegeven dat Franz Xaver Schwarz - de vermoedelijke bestemmeling- vermeld staat in de code, hierdoor onderuit gehaald. Maar ook dit hoeft de geschiedenis, zoals omschreven in het boek ‘Gezocht Codebrekers’, niet tegen te spreken. Als de boodschapper (Otto) wist aan wie hij de partituur moest overhandigen, dan was het overbodig om de bestemmeling in de gecodeerde brief nog eens te vermelden. De interpretatie hierboven zegt daarentegen wél waarover de partituur handelt en waartoe ze is bedoeld. Dit is een veel grotere toegevoegde waarde dan het vermelden van de naam van de bestemmeling.
Wordt Vervolgd!
Published on April 23, 2015 23:11
April 20, 2015
Et Alors?
Paneel Milites Christi van het Lam Godsmet in het midden Jeanne d'Arc...of een ridder van Saint-Antoine en Barbefosse? De gedreven onderzoeker Huub Kampen heeft achterhaald dat Ysa Pastora samenwerkt met Jan Lavrijsen en Anita Hart...
Et alors?
Ysa Pastora heeft mij begin dit jaar gecontacteerd met de uitdrukkelijke vraag of ik bereid was haar overduidelijke pseudoniem te respecteren. Ze heeft namelijk een aantal goede redenen om te opereren onder een schuilnaam. Ik heb haar wens inderdaad gerespecteerd. Als dat mij voor de heer Kampen tot een oplichter maakt, so be it . Het is nochtans een courante praktijk in de onderzoeksjournalistiek dat de identiteit van een informant ten allen prijze geheim wordt gehouden, als deze die wens uitdrukt. Mijn houding is dan ook volstrekt moreel verdedigbaar, en ik zal in de toekomst alles in het werk blijven stellen om de identiteit van mijn informante - die overigens nog steeds niet gekend is door mij - te beschermen.
Ik van mijn kant heb Ysa Pastora begin dit jaar meegedeeld dat ik best bereid was een boek of vier te schrijven met de informatie die zij me zou bezorgen, maar dat ik geen zin/tijd had in onderzoek te velde en nog minder in samenwerking met andere onderzoekers. Ysa dacht immers aan het opstarten van een collectief. Ik heb in het verleden nare ervaringen gehad met dit soort collectieven: voor je het weet, raak je verzeild in oeverloze discussies, eindeloze parallelle correspondenties en allerlei onverkwikkelijke intriges en manipulaties (lees er De Slinger van Foucault maar eens op na). Of je ziet enkele jaren later de resultaten van jouw onderzoek, zonder bronvermelding, verschijnen in het boek van een ander. Met andere woorden: ik had niet de minste zin in het gedoe dat ik nu op mijn bord krijg, en ik heb dat herhaaldelijk laten weten aan een paar onderzoekers die mij contacteerden. En o ja, ik ben heel erg allergisch aan het stelen van andermans werk, omdat ik in het verleden zelf heel erg grondig werd bestolen (*).
Ysa heeft op haar beurt mijn vraag gerespecteerd en mij niet betrokken in mogelijke samenwerking(en) met andere onderzoek(st)ers. Mijn werk en verantwoordelijkheden heb ik zelf strikt afgebakend: ik zou een reeks van 4 boeken schrijven op basis van het materiaal dat Ysa mij bezorgde, en hieromtrent alleen met haar communiceren. En ik zou die boeken uitgeven met mijn eigen uitgeverij vzw de Scriptomanen. Los daarvan zou ik een website opzetten, www.rauna.eu waarmee we publiciteit wilden genereren voor de 4 boeken.
Zo werd het afgesproken in januari 2015, en aan die afspraak heb ik mij gehouden - ook uit noodzaak en zelfbescherming. Ik ben professioneel auteur en uitgever en tot dusver brengt het Rauna Project geen brood op de plank. Ik geef per week 5 uur les literaire creatie, aan de Academie voor Podiumkunsten van Aalst; ik moet een cursus 'Scenario Schrijven' klaar krijgen in opdracht van een avondschool (deadline: eind mei); ik heb een uitgeverij te runnen (twee boeken voorgesteld in de maand april); ik organiseer al eens een teambuilding stadsspel (volgende week een detectivewandeling in Gent rond de Rechtvaardige Rechters); ik geef lezingen... Ik heb heus geen tijd om mij te verdiepen in thema's die mij niet interesseren in het kader van het boek dat ik momenteel schrijf (De Hamer van Thor) zoals de ware identiteit van Ysa Pastora (die ik niet eens wil kennen) of de personen met wie ze al dan niet samenwerkt. Het interesseert mij geen bal, geen moer, geen fluit.
Een Facebook Pagina is een noodzakelijk kwaad, dezer dagen. Je hebt het nodig voor de promotie, maar je stopt er al gauw meer tijd en energie in dan je lief is. Ik heb de kelk van Facebook aan mij laten passeren. Oké, ik heb wat vriendjesverzoeken vanuit mijn persoonlijke FB pagina naar de Pastora Community Page gedaan, ik heb bij elke nieuwe post op de website Rauna een link geplaatst op de FB Pagina van Pastora (én op een aantal andere FB pagina's, zoals o.a. de Boonapartival Pagina van vzw de Scriptomanen), en heel af en toe heb ik gereageerd op een berichtje van derden. And that's it, folks. Ik heb de Facebook Pagina van Pastora niet opgezet, heb uiteraard gezien dat 'Pastora' al eens reageerde, vond het best wel grappig (goed geschreven, gevoel voor humor), ben zelf een speelvogel eersteklas, vind dat allemaal zeer amusant... maar doe er nauwelijks of niet aan mee, omdat ik, soms tot mijn spijt, domweg geen tijd heb.
Blijken daar nu Jan Lavrijsen en/of Anita Hart of T'Hart of Nanny of voor mijn part nog een hele hoop andere lui achter te zitten... Welja, so what? Ook dit interesseert mij in wezen geen bal, geen moer & geen fluit.
Wat de beschuldigingen betreft als zou 'Ysa Pastora' een constructie zijn die is opgezet om het werk van anderen te stelen, kan ik alleen een diepe, diepe zucht slaken. De hele Hamer van Thor die op dit moment voor zowat 90% klaar is in eerste versie komt in feite neer op een deconstructie van het 'onderzoek' dat Hammer gedaan heeft, én van alle onderzoekers die voortbouwen op de fictie die Hammer en/of Schulz en/of dames en heren achter de schermen, al of niet opererend onder pseudoniem, gecreëerd hebben. Zowat het enige authentieke en geloofwaardige in het hele boek De tranen van de wolf/Codebrekers is de gecodeerde partituur: het hele verhaal errond, opgehangen door Hammer en/of Schulz, bestaat uit... Nibelungen?
Iedere post op Rauna, zoals ook ieder hoofdstuk in het boek, pakt een bepaald thema of piste aan en zegt dan waarom het niét zo kan zijn. Het Punt waar we in het vierde boek zullen toe komen, is met andere woorden geen van de op dit moment bekende locaties. In de volgende donderdagse post op Rauna zal ik bijgevolg uit de doeken doen waarom Ysa Pastora niet gelooft dat de nazi schat nog in de Antoniuskapelle of het Tonihof te vinden is: ten eerste, omdat ze een ander Punt gevonden heeft (& wil maken); ten tweede, omdat Karl Hammer zelf té goed zijn best heeft gedaan om onderzoekers naar dit dwaalspoor te sturen. Misschien moeten al de huilende wolven van de Buckelwiesen zich maar eens afvragen waar je nog Edelweiss vindt (mijn Edelweiss-post op Rauna eindigt ermee), maar vooral wanneer en waarom Hammer twee geboortedata heeft gekregen (1959 en 1969) en waarom hij zo uitdrukkelijk poseert met het Tau Kruis, ook bekend als Antoniuskruis. Het is meteen de reden waarom Ysa al van in het prille begin als 'avatar' een personage heeft gekozen dat nu eens in verband wordt gebracht met Jeanne d'Arc (door Peter Voorn), dan weer met een Ridder van Saint-Antoine en Barbefosse. Het personage figureert op het paneel Milites Christi van het Lam Gods, en wordt tevens geassocieerd met de Graal en de Tempeliers. Ook hiervoor verwijs ik naar mijn posts op deze site met betrekking tot Satans Lied , het werk van Peter Voorn, Stichting Topcrew, en de (*). En naar eigen boeken, zoals Het Bloed van het Lam of De Mythe van de Rechtvaardige Rechters.
(*) Ik spreek uit ervaring met o.a. mijn onderzoek naar de mysteries van het Lam Gods, of het daarmee samenhangende collectief dat begin jaren '90 gevormd werd rond het werk van Jos Bertaulet, De verloren koning en de bronnen van de Graallegende. Zie mijn posts op deze site over Satans Lied, heruitgegeven als De grootste kunstroof uit de geschiedenis, het geheim van de verdwenen Rechters.
(Het verhaal van Jos Bertaulet, die - tussen haakjes - eveneens opereerde onder een schuilnaam, zal ik bij gelegenheid ook nog eens vertellen. Onder zijn ware naam deelde hij mij - en wellicht een paar andere onderzoekers uit het collectief - nadere bijzonderheden en details mee over zijn opzienbarende ontdekking van een heiligdom in het Zuidfranse Notre-Dame de Marceille, waar wij een radioreportage hebben gemaakt en ook een filmploeg naartoe hebben gestuurd. Je mag twee keer raden in welk boek, uiteraard zonder bronvermelding, ook deze unieke plaats weer een prominente rol kreeg toebedeeld. Hier kom je er alvast meer over te weten.)
Published on April 20, 2015 04:24


