Steffi Vertriest's Blog, page 3
March 2, 2025
Fenegriek: een prachtig kruid om te gebruiken in de keuken én om te drinken!
Fenegriek is misschien niet het eerste kruid waar je aan denkt wanneer je het kruidenrek induikt, maar laat je vooral verrassen. Deze goudbruine zaadjes (en het poeder dat ervan gemaakt wordt) zijn al eeuwenlang geliefd in verschillende culinaire tradities, met name in landen als India en het Midden-Oosten. Fenegriek is niet alleen een smaakmaker in talloze gerechten, maar kan ook als kruidenthee worden gedronken. Tijd om deze veelzijdige smaakbom een plek te geven in jouw keukenroutine. In dit artikel ontdek je wat fenegriek precies is, waar het vandaan komt, hoe je het kunt gebruiken in maaltijden en waarom een kopje fenegriekthee zo interessant kan zijn.
De oorsprong en kenmerken van fenegriekFenegriek (Trigonella foenum-graecum) is een plant uit de vlinderbloemenfamilie. Oorspronkelijk komt hij uit het Middellandse Zeegebied en West-Azië. De blaadjes van de plant kun je ook eten (soms zie je ze in Indiase gerechten onder de naam methi), maar het zijn vooral de zaadjes waar fenegriek om bekendstaat. Deze zaadjes hebben een hoekige, bijna kubusvormige structuur en een lichtbruine kleur. Als je ze tussen je vingers wrijft, komt er een intense, zoetige geur vrij, die sommigen associëren met karamel of zelfs esdoornsiroop.
Die kenmerkende geur en smaak komen vooral naar boven wanneer de zaadjes geroosterd of verhit worden. Rauw kunnen ze wat bitter zijn, maar geef ze een lichte roostering en je ontdekt een warme, bijna nootachtige toets die gerechten een verrassende twist geeft. Niet gek dus dat fenegriek in heel wat keukens een vaste waarde is. Van curry’s tot brood en zelfs marinades: fenegriek voegt een onweerstaanbare diepgang toe.
Wat het kruid extra bijzonder maakt, is dat het zowel als specerij (in poedervorm) als in hele zaadjes wordt gebruikt — en dat je het dus óók kunt drinken. Dat laatste is iets wat veel mensen nog niet hebben ontdekt. In de kruidentheewereld maakt fenegriek echter langzaam maar zeker zijn opmars, en met goede reden.
Culinair gebruik: van stoofpotjes tot flatbreadsFenegriek is zeer geliefd in de Indiase en Midden-Oosterse keuken, waar het een veelgebruikt ingrediënt is in specerijenmengsels. Denk bijvoorbeeld aan curry masala of panch phoron (een Bengaalse vijfkruidenmix). Maar laat je zeker niet beperken door deze traditionele toepassingen; fenegriek kan jouw dagelijkse gerechten net dat beetje extra geven. Hieronder vind je een aantal ideeën:
1. Curry’s en stoofschotelsAls je wel eens zelf curry maakt, heb je misschien gemerkt dat er vaak een milde “zoet-achtige” smaakmist in sommige recepten. Daar kan fenegriek in uitblinken. Wanneer je aan het begin van de bereiding (bijvoorbeeld met de ui en knoflook) wat fenegriekzaadjes roostert of stooft, ontstaat een diepe, volle smaakbasis. Als je liever het poeder gebruikt, kun je het op het einde toevoegen om de smaak te verfijnen.
2. Flatbreads en deegwarenFenegriekblad (methi) ken je misschien van Indiase flatbreads, zoals methi paratha. Maar wist je dat je ook fenegriekpoeder aan je deeg kunt toevoegen om een subtiele hartige, lichtzoetige toon te krijgen? Dit werkt ook prima in bijvoorbeeld homemade crackers of ambachtelijk brood. De geur die vrijkomt tijdens het bakken is verrukkelijk en kan zelfs een beetje doen denken aan versgebakken pannenkoeken.
3. Marinades en sauzenOf je nu kip, tofu, tempeh of groenten marineert, een snufje fenegriekpoeder brengt een verrassende twist. Combineer het met knoflook, peper, chili en wat yoghurt of citroensap, en je krijgt een kruidige saus die je marinadespel naar een hoger niveau tilt. Perfect voor wie weleens wat nieuws wil proberen in de keuken!
4. Soepen en linzengerechtenLinzen, kikkererwten en andere peulvruchten combineren prachtig met de smaak van fenegriek. In een linzensoep (bijvoorbeeld een dal in de Indiase keuken) kun je de zaadjes even laten meebakken met ui en tomaat voordat je de linzen toevoegt. Door de zaadjes te roosteren in een klein beetje olie, ontwaakt hun nootachtige aroma. Het resultaat is een heerlijk comfortgerecht met een stevige smaak.
Je merkt het: fenegriek laat zich van alle kanten zien in de keuken. Het is dan ook echt de moeite waard om je kruidenrek uit te breiden met dit “geheime wapen.” Na wat experimenteren leer je de bitters zo te temmen dat je vooral geniet van de warme, karamelachtige ondertoon. En eenmaal je die smaak te pakken hebt, krijg je er bijna geen genoeg meer van.
Naast culinair gebruik zijn de zaadjes van fenegriek ook populair in de vorm van kruidenthee. Je kunt zowel de hele zaadjes als de gemalen variant gebruiken (hoewel de eerste optie minder troebel kan zijn). De smaak is typerend: lichtzoet met een mild bittere nasmaak, die doet denken aan karamel of ahornsiroop. Het is echt iets anders dan de klassieke kamillethee of muntthee, en dat maakt het juist zo leuk om te ontdekken.
Hoe maak je fenegriek thee nu? Simpel:
Maal of kneus een kleine theelepel fenegriekzaad. (Als je de hele zaadjes gebruikt, kun je ze eventueel een uurtje laten weken in water.)Breng water aan de kook en laat het een beetje afkoelen (rond de 90 graden is prima).Voeg de fenegriekzaadjes toe aan het water en laat zo’n 5 tot 10 minuten trekken, afhankelijk van hoe sterk je het wilt. Op Thee.be kan je losse fenegriekzaadjes kopen!Zeef de thee en geniet ervan! Eventueel kun je een beetje honing, gember of kaneel toevoegen voor een extra smaakdimensie.Een kopje fenegriekthee kan vooral ’s ochtends of in de late namiddag heerlijk zijn. De aromatische, warme smaak geeft een soort knus gevoel, perfect om even mee te ontspannen. Sommige mensen combineren fenegriek ook met andere kruiden, zoals venkelzaad of korianderzaad, voor een kruidige, digestive blend. Als je van specerijen houdt, is dat echt een aanrader.
Qua cafeïne hoef je je geen zorgen te maken, want fenegriek bevat er geen. Dat maakt het ook geschikt als avonddrankje als je op zoek bent naar een caffeine-free optie die toch “rijk” van smaak is.

Fenegriek thee - Verse fenegriek kopen - Thee.be
★★★★☆
Van deze fenegriek zet je in een handomdraai een kopje thee. Verwacht je aan een nootachtige en licht zoete smaak. Een zakje bevat 200 gram Fenegriekthee.
€5,95
Bekijk
Inzichten en toepassingen: een korte blik op de achtergrond
Fenegriek wordt niet alleen gewaardeerd om zijn smaak. In verschillende culturen en tradities, van de Ayurveda tot de traditionele Chinese geneeskunde, wordt het kruid geprezen om allerlei redenen. Zo geloven sommige mensen dat fenegriek kan bijdragen aan een betere spijsvertering, en wordt het in bepaalde culturen gebruikt om een gezonde suikerstofwisseling te ondersteunen. Ook wordt fenegriek door sommigen ingezet ter ondersteuning van de borstvoeding, omdat het kruid de melkproductie zou kunnen stimuleren.
Belangrijk om te weten is dat, net als bij veel andere kruiden, de gezondheidseffecten niet eenduidig wetenschappelijk zijn bewezen. Er is wel onderzoek dat wijst op positieve eigenschappen, maar resultaten variëren en er is meer onderzoek nodig om harde conclusies te trekken. Als je specifieke gezondheidsvragen hebt of supplementen met fenegriek overweegt, is het altijd wijs om advies in te winnen bij een medisch professional.
In elk geval zal een normale, culinaire toepassing van fenegriek in je gerechten of als thee geen probleem opleveren voor de meeste gezonde mensen. Zoals met alles geldt: geniet met mate en luister naar je lichaam. Ben je bijvoorbeeld allergisch voor pinda’s of andere peulvruchten? Dan kan het slim zijn eerst voorzichtig te zijn, want fenegriek behoort tot diezelfde familie.
Toch staan veel foodies en chef-koks wereldwijd te trappelen om meer met fenegriek te doen — juist omdat het een unieke smaakdimensie biedt die je niet snel elders vindt. De combi van karamel, bitterzoet en wat nootachtigs is echt iets bijzonders. En als je een keer wilt afwisselen met je standaard chai latte, probeer dan eens een fenegriek-latte: je zet dan sterke fenegriekthee en mengt dit met (plantaardige) melk, eventueel wat honing en een snufje kaneel. Een bijzonder en verwarmend drankje, vooral tijdens de koudere dagen.
Wat je culinaire voorkeur ook is, het is duidelijk dat fenegriek zich niet zomaar in een hokje laat stoppen. Het is een allrounder die zowel in warme maaltijden als in verfrissende infusies indruk maakt. Bovendien is het een leuke manier om je smaakpalet te verbreden, helemaal als je graag de smaken uit wereldkeukens verkent.
Of je het nu gaat roosteren met ui en tomaat voor je volgende stoofschotel, in een zelfgebakken brood verwerkt of rustig sippend als thee in de vroege ochtend: fenegriek is een kruid dat je niet wilt missen. Met zijn authentieke geur en volle smaak geef je je maaltijden een exotisch tintje, en wie weet raak je net zo verliefd als talloze andere foodies. Het is tijd om je kruidenrekje te verrijken en fenegriek een prominente plek te geven in jouw keukenavonturen.
March 1, 2025
Zo onbewerkt mogelijk eten en drinken: zo doe je dat!
Steeds meer mensen willen terug naar de basis: puur, simpel en zo min mogelijk toevoegingen in hun voeding. Het klinkt misschien als een enorme uitdaging in een wereld vol kant-en-klare maaltijden en snelle (suiker)fixes, maar het is écht makkelijker dan je denkt! Door te kiezen voor onbewerkte of minimaal bewerkte producten, geef je je lichaam exact de brandstof die het nodig heeft. Geen verborgen suikers, geen kunstmatige smaakstoffen, geen ongezonde vetten. In plaats daarvan: een boost aan voedingsstoffen en een dieper bewustzijn van wat je eet. Maar hoe begin je eraan, en hoe houd je het vol? In dit artikel duiken we in de wondere wereld van onbewerkte voeding en ontdek je tips en tricks om je eet- en drinkpatroon een frisse, gezonde update te geven.
We spreken vaak over “onbewerkt” of “minimaal bewerkt” eten, maar wat betekent dat nu eigenlijk? Kort door de bocht gaat het om voedingsmiddelen die in hun meest natuurlijke vorm gebruikt worden, zonder dat er vanalles aan toegevoegd is. Denk aan verse groenten en fruit, ongeraffineerde granen, peulvruchten, noten, zaden, eieren, vis of vlees (zonder een waslijst aan smaakversterkers). Het gaat erom dat je herkent wat je eet, dus geen onleesbare ingrediëntenlijst op de verpakking, geen kunstmatige smaak- of kleurstoffen, en liefst ook geen toegevoegde suikers of andere additieven.
In veel supermarkten vind je schappen vol “gemaksproducten” die claimen gezond te zijn, maar waarvan de verpakking vaak een ander verhaal vertelt. Een “gezonde granenreep” kan bijvoorbeeld boordevol glucose-fructosestroop en andere kunstmatige toevoegingen zitten. Of denk aan zogenaamd “gezonde” vruchtendranken die vooral bestaan uit water, suiker en een beetje concentraat. Wie onbewerkt wil eten, leest dus liever even de kleine lettertjes — of, nog beter, koopt producten zonder etiket, zoals verse tomaten, volkoren rijst of onbewerkte havervlokken.
Niet alle bewerkingen zijn echter per definitie slecht. Het kortstomen, invriezen of fermenteren van groenten en fruit is bijvoorbeeld een hele andere categorie dan het toevoegen van suikers, transvetten en synthetische geurstoffen. De term “onbewerkt” wordt daarom in sommige voedingswetenschappelijke bronnen ook wel vervangen door “minimaal bewerkt.” Dit omdat bepaalde behandelingen (zoals pasteuriseren of invriezen) juist weer helpen om de voedingswaarde te behouden of de houdbaarheid te verlengen, zonder dat er schadelijke toevoegingen aan te pas komen.
Een handige vuistregel: hoe dichter het product bij zijn natuurlijke oorsprong staat, hoe “onbewerkter” het is. Een zakje gesneden wortels bijvoorbeeld, is nog steeds wortel, alleen dan geschild en voorgesneden. Een kant-en-klare wortelsalade met een zoete dressing bevat daarentegen vaak suiker, zout en conserveermiddelen. Het verschil zit ‘m in die extra ingrediënten die je zelf misschien niet zou toevoegen als je het gerecht vers maakt.
Als je begint met onbewerkt eten, zul je waarschijnlijk merken dat je meer energie krijgt en je je fysiek en mentaal fitter voelt. Dit komt omdat een natuurlijk voedingspatroon boordevol vitamines, mineralen, antioxidanten en andere beschermende stoffen zit. En dat niet alleen: het beperkt de inname van lege calorieën, suikerpieken en chemische additieven die je lichaam kunnen belasten.
Hieronder enkele belangrijke voordelen van onbewerkt of minimaal bewerkt eten:
1. Constante energie en betere verzadiging
Onbewerkte voeding bevat meestal meer vezels en minder snel opneembare suikers. Dat zorgt voor een geleidelijke afgifte van glucose in je bloed, wat betekent dat je minder last hebt van pieken en dalen in je bloedsuikerspiegel. Resultaat: je voelt je langer verzadigd en hebt minder kans op onbedwingbare trek in zoetigheden. Denk aan volkoren pasta in plaats van geraffineerde witte pasta, of volkorenbrood in plaats van witbrood.
2. Vermindering van schadelijke stoffen
Bepaalde toevoegingen in bewerkte voedingsmiddelen — zoals transvetten, overmatige hoeveelheden zout of kunstmatige zoetstoffen — kunnen een negatieve impact hebben op je gezondheid. Door te kiezen voor puur en onbewerkt, beperk je automatisch je inname van deze stoffen. Je bloeddruk heeft er baat bij (minder zout!), je cholesterolwaarden kunnen verbeteren (geen transvet!), en je lever en nieren draaien minder overuren om allerlei kunstmatige toevoegingen af te breken.
3. Meer micronutriënten, minder lege calorieën
Onbewerkte voeding is doorgaans rijk aan echte voedingsstoffen: vitamines, mineralen, fytochemicaliën, vezels en eiwitten die je lichaam écht nodig heeft. In bewerkte voeding vind je vaak vooral “lege calorieën”: veel suiker, verzadigd vet en weinig nutrionele waarde. Door de simpele switch naar onbewerkt maak je elke hap nuttig voor je lijf. Je voedt jezelf in plaats van je alleen maar te vullen.
4. Duidelijkheid over wat je eet
Als je gewend raakt aan onbewerkt eten, word je automatisch bewuster van wat er allemaal in je maaltijden gaat. Je kunt beter luisteren naar je lichaam en smaken ontdekken in hun meest authentieke vorm. Dat geeft een gevoel van controle en verbinding met je voedsel, in plaats van dat je in de war raakt door schreeuwerige etiketten of marketingbeloftes.
5. Duurzaamheid
Vaak gaat onbewerkt eten ook hand in hand met een duurzamere leefstijl. Producten die weinig bewerking nodig hebben, komen soms van kleinere, lokale producenten. Minder transport, minder verpakking, minder energieverbruik. Daarnaast kan een dieet met meer plantaardige — en dus onbewerkte — componenten beter zijn voor het milieu. Een win-win voor jouw gezondheid én voor de planeet.
“Leuk idee, maar hoe doe ik dat dan?” Gelukkig is onbewerkt eten niet zo ingewikkeld als het misschien lijkt. Het vergt vooral een andere mindset én wat voorbereiding. Hieronder vind je een aantal praktische, down-to-earth tips om je op weg te helpen.
1. Ga back to basics in de supermarkt
Misschien heb je het al eens gehoord: “Shop aan de randen van de supermarkt!” Daar vind je namelijk doorgaans de verse producten: groenten, fruit, vlees, vis, eieren en zuivel. De sterk bewerkte, kant-en-klare producten staan meestal in het midden in de schappen. Dat betekent niet dat je nooit meer in het midden mag komen, maar de basis van je winkelmandje haal je bij voorkeur langs de “verse route.” Check etiketten als je toch iets uit een pakje of blik wilt meenemen. Als je een ellenlange ingrediëntenlijst ziet met woorden die je niet kent, leg het dan terug.
2. Leer koken met wat je in huis hebt
Eenmaal thuis is de volgende stap: creatief worden in de keuken. Heb je weinig tijd? Denk dan aan batch cooking: kook grotere hoeveelheden in één keer, zodat je op drukke dagen toch iets gezonds kunt opwarmen. Een pan soep vol groenten, een bak ovengroenten, een voorraadje gekookte granen in de koelkast — zo heb je altijd een basis bij de hand. Gebruik kruiden en specerijen om smaak te geven in plaats van kant-en-klare sausjes. Een scheut olijfolie, knoflook, peper, zout en wat verse kruiden kunnen al een wereld van verschil maken.
3. Verruil geraffineerde koolhydraten voor volkoren opties
Geraffineerde granen (zoals witte pasta, wit brood, witte rijst) zijn doorgaans ontdaan van vezels, vitaminen en mineralen. De volkoren variant (volkoren pasta, volkorenbrood, zilvervliesrijst) is een stuk voedzamer en past perfect in een onbewerkt eetpatroon. De smaak is misschien even wennen, maar veel mensen vinden volkorenproducten uiteindelijk juist hartiger en bevredigender.
4. Experimenteer met plantaardige eiwitbronnen
Peulvruchten (kikkererwten, linzen, bonen), tofu, tempeh, noten en zaden zijn stuk voor stuk voorbeelden van eiwitbronnen die in onbewerkte of minimally processed vorm beschikbaar zijn. Ze bieden niet alleen eiwitten, maar ook vezels, mineralen en gezonde vetten. Varieer daar gerust mee en ontdek welke combinatie jij het lekkerst vindt. Een stoofpot met linzen en groenten of een frisse kikkererwtensalade met tomaat, avocado en citroendressing is verrassend simpel én gezond.
5. Weet wat er in je drank zit
Niet alleen ons eten, maar ook ons drinken kan stiekem flink wat suiker en andere toevoegingen bevatten. Frisdrank is een bekende boosdoener, maar ook ‘gezonde’ vruchtensappen zijn vaak suikerrijk (ofwel door toegevoegde suikers, ofwel doordat er veel geconcentreerd fruitsuiker in zit). Kies daarom zoveel mogelijk voor water, kruidenthee (onze favorieten als griekse bergthee, rooibosthee of een pure kruidenthee van Steffi haar AMBAR theelijn zijn allemaal topkeuzes) of verse infusies met bijvoorbeeld munt, gember of citroen. Zin in wat extra smaak? Maak je eigen infused water door fruit, kruiden en komkommer aan een karaf water toe te voegen. Zo heb je een fris, onbewerkt én smaakvol alternatief.
6. Let op onzichtbare additieven
Sommige producten die op het eerste gezicht gezond lijken — bijvoorbeeld biologische koekjes — kunnen nog steeds verborgen suikers of rare E-nummers bevatten. Het helpt om te leren wat de termen op etiketten betekenen. “Sucrose,” “dextrose,” “maltodextrine,” “glucose-fructosestroop” zijn allemaal vormen van suiker. Let ook op termen als “gehydrogeneerde plantaardige olie,” een eufemisme voor transvet. Hoe minder van dat soort mysterieuze woorden je ziet, hoe beter.
Zoals bij elke verandering in je eet- en drinkgewoontes, kun je ook hier obstakels tegenkomen. Om te voorkomen dat je motivatie snel inzakt, is het belangrijk om realistische verwachtingen te hebben en te weten hoe je met uitdagingen kunt omgaan.
1. Je eetpatroon wordt te rigide
Sommigen gaan zo enthousiast aan de slag met “onbewerkt eten” dat ze zichzelf een soort dieetregels opleggen. Het gevaar is dat je erdan bijna een obsessie van maakt: elk korreltje zout wordt gewantrouwd, of een stukje taart op een verjaardag voelt als “falen.” Dat is zonde, want de kern van onbewerkt eten is juist om dichter bij de natuur én jezelf te komen, niet om jezelf te beperken tot een strikt regime. Het gaat om een gezonde basis, niet om perfectie. Af en toe iets buiten die basis valt, is helemaal oké.
2. Verleiding van gemak en fastfood
Na een lange werkdag of een drukke week is het verleidelijk om voor de snelle hap te kiezen. Geen zin in koken, nergens tijd voor. In zulke momenten val je al gauw terug in oude gewoontes. De oplossing? Zorg voor een plan B. Dat kan zijn: een voorraadje gezonde kant-en-klare opties die wél onbewerkt of minimaal bewerkt zijn (bijvoorbeeld ingevroren groenten, voorgesneden salades, volkoren wrapjes met hummus). Zo hoef je niet te grijpen naar patat of pizza als het even tegenzit.
3. Sociale druk
Misschien krijg je opmerkingen van vrienden of familie als je tijdens een etentje kiest voor een zelfgemaakte groenteschotel in plaats van frietjes. Of mensen vinden dat je je aanstelt als je geen cola bestelt. Bedenk dan dat jouw gezondheid en welzijn belangrijker zijn dan de meningen van anderen. Je hoeft niet alles te verdedigen. Laat gewoon zien (en proeven!) hoe lekker onbewerkte maaltijden kunnen zijn. Wie weet steek je iemand aan met je enthousiasme.
4. Te weinig variatie
Soms denken mensen dat onbewerkt eten neerkomt op elke dag dezelfde groenten, granen en peulvruchten. Dat zou inderdaad saai worden. Maar onbewerkt betekent zeker niet eenzaam. Probeer gerust verschillende recepten, kooktechnieken (stomen, grillen, wokken) en keukens (Italiaans, Thais, Mediterraan, Midden-Oosters). Hoe meer variatie, hoe meer verschillende nutriënten je binnenkrijgt en hoe groter de kans dat je het leuk blijft vinden.
5. Gebrek aan kennis over voedingsstoffen
Met name als je (deels) overstapt van een conventioneel dieet naar een meer plantaardig en onbewerkt dieet, is het slim om je te verdiepen in voedingsstoffen. Krijg je bijvoorbeeld voldoende eiwit en ijzer binnen als je minder (of geen) vlees eet? Is je inname van vitamine B12 in orde? Misschien is het handig om hierover te praten met een diëtist, zodat je weet welke combinaties van onbewerkte producten jou alles geven wat je nodig hebt.
Uiteindelijk is onbewerkt eten niet zozeer een strikte regel, maar een leidraad. Het is bedoeld om je dichter bij je lichaam en de aarde te brengen, zonder stress of angst voor “verboden” voedsel. Gun jezelf de tijd om te experimenteren met nieuwe recepten, te ontdekken wat je écht lekker vindt en te luisteren naar de signalen van je lichaam. Voor je het weet, merk je dat je smaak verandert: je leert genieten van de pure smaak van verse tomaat, rijpe avocado of knapperige verse sla. En als je dan een keertje wel iets bewerkt eet, kun je dat misschien nog meer waarderen of juist merken dat het te zoet of kunstmatig smaakt.
Onbewerkt eten is een avontuur waarmee je je dieet verrijkt en je gezondheidsvoordelen plukt, zonder dat je aan een strikt regime vastzit. Het is een reis naar bewustwording en balans, een manier om met respect voor je eigen lichaam én de planeet te leven. Ga ervoor, stap voor stap, en onthoud: élke maaltijd of snack die je net iets onbewerkter maakt, is al pure winst.
February 28, 2025
Een slecht zelfbeeld: zo kan je hieraan werken
Iedereen twijfelt weleens aan zichzelf. Maar als die onzekerheid doorslaat naar een continue stroom van negatieve gedachten over wie je bent en wat je kunt, dan kan er sprake zijn van een slecht zelfbeeld. Een laag of negatief zelfbeeld kan je dagelijks leven behoorlijk beïnvloeden. Je durft misschien minder snel uit je comfortzone te stappen, je vergelijkt jezelf voortdurend met anderen en hebt het gevoel nooit te voldoen aan wat je van jezelf verwacht.
Het goede nieuws? Een slecht zelfbeeld is niet iets waarmee je voor altijd opgescheept hoeft te zijn. Net zoals je je lichamelijke conditie kunt verbeteren, kun je ook actief werken aan je mentale conditie. In dit artikel ontdek je wat een slecht zelfbeeld precies inhoudt, hoe je het herkent en wat je kunt doen om je blik op jezelf positiever te maken. Het is geen quick fix, maar met kleine stappen kun je wél een wereld van verschil maken.
Wat houdt een slecht zelfbeeld eigenlijk in?Een zelfbeeld is de manier waarop je naar jezelf kijkt. Het omvat onder andere je eigenschappen, je vaardigheden, je gedrag en je persoonlijkheid. Dit zelfbeeld vormt zich al vanaf je vroegste jeugd: door feedback van ouders, leraren, vrienden en de maatschappij, maar ook door de manier waarop je successen of falen ervaart en interpreteert.
Als je een slecht zelfbeeld hebt, zie je jezelf veelal door een donkere bril. Je hebt de neiging om je negatieve eigenschappen en tekortkomingen uit te vergroten en je sterke kanten of successen te minimaliseren. Complimenten neem je moeilijk in ontvangst; je gelooft niet dat ze oprecht of verdiend zijn. Tegelijkertijd ben je vaak streng voor jezelf. Het voelt alsof er een onafgebroken kritische stem in je hoofd fluistert dat je niet goed genoeg bent, niet leuk genoeg, niet slim genoeg.
Soms is een slecht zelfbeeld gekoppeld aan traumatische gebeurtenissen uit het verleden, of aan voortdurend vergelijken met anderen die je “beter” vindt. Ook perfectionisme speelt vaak een rol: als je de lat heel hoog legt en alleen het beste accepteert, is het lastig om tevreden te zijn over jezelf. Een negatief zelfbeeld kan zich manifesteren op allerlei vlakken — van sociale situaties (denk aan angst om afgewezen te worden) tot werk en relaties (het gevoel hebben niets te kunnen bijdragen).
Het is belangrijk om te beseffen dat een slecht zelfbeeld niet altijd overduidelijk aanwezig is. Sommige mensen verbergen hun onzekerheid achter een masker van zelfvertrouwen of extraversie. Toch laat een negatief zelfbeeld vroeg of laat sporen na in hoe je je voelt en gedraagt. Je kunt je onzeker, angstig, verdrietig of zelfs depressief gaan voelen. Daar hoef je je niet voor te schamen: het is een veelvoorkomend probleem, en er is echt wat aan te doen.
Hoe herken je een laag zelfbeeld?Misschien twijfelt iedereen wel eens aan zijn of haar kunnen. Maar wanneer spreekt men van een laag zelfbeeld, en hoe kun je herkennen dat je met zo’n negatief beeld van jezelf rondloopt? Hieronder vind je enkele signalen die vaak voorkomen:
1. Continue negatieve zelfpraat
Je denkt regelmatig: “Ik ben waardeloos,” “Ik doe het nooit goed,” “Niemand zit op mij te wachten.” Zulke gedachten kunnen in je hoofd op de achtergrond meedraaien, zonder dat je het echt doorhebt. Het resultaat is dat je weinig vertrouwen hebt in je eigen kunnen, waardoor je uitdagingen uit de weg gaat of heel perfectionistisch wordt om maar geen fouten te maken.
2. Moeite met het ontvangen van complimenten
Een typisch kenmerk van een laag zelfbeeld is dat je complimenteuze woorden niet kunt rijmen met je eigen negatieve blik. Krijg je een compliment? Dan sla je het weg (“Ach, zo bijzonder is het niet”) of je gelooft niet dat het oprecht is (“Waarschijnlijk zeggen ze dat alleen maar om aardig te doen”). Daardoor bevestig je onbewust keer op keer je negatieve zelfbeeld.
3. Overmatig vergelijken met anderen
Natuurlijk is het heel menselijk om je te spiegelen aan anderen. Maar wanneer je een slecht zelfbeeld hebt, zul je vooral blijven steken in de punten waarop je denkt te falen. Je hebt de neiging alleen de ‘beste’ eigenschappen van anderen te zien, terwijl je jezelf vooral afrekent op je zwaktes. Sociale media kunnen dit effect nog versterken, omdat je voortdurend geconfronteerd wordt met andermans successen en hoogtepunten.
4. Angst voor afwijzing
Als je diep vanbinnen overtuigd bent dat je “niet goed genoeg” bent, wil je er alles aan doen om afwijzing te voorkomen. Dat kan zich uiten in vermijdingsgedrag (je durft geen sollicitatie te sturen, niet op een date te gaan, niet op een feest te verschijnen) of in een opvallende faalangst (je kunt alleen meedoen als je zeker weet dat je de beste bent). Beide strategieën zetten je vast: je krijgt geen eerlijke kans om te ervaren wat je wél in huis hebt.
5. Zelfdestructief gedrag of obsessief perfectionisme
Bij sommige mensen met een laag zelfbeeld ontstaat zelfdestructief gedrag, zoals extreem diëten, middelenmisbruik of self-harm. Bij anderen slaat het door in perfectionisme, waarbij je alles onder totale controle probeert te houden om maar geen zwakheid te tonen. Dit kan leiden tot burn-out, continu piekeren of sociale isolatie. Je bent zo bang om je eigen “tekortkomingen” te laten zien, dat je liever alle sociale interactie vermijdt of verstopt achter hard werken.
Herken jij jezelf in een paar van deze punten? Dan is het zinvol om te onderzoeken hoe jij jezelf ziet en of een laag zelfbeeld in het spel is. Het goede nieuws is dat je niet voor altijd in zo’n negatieve spiraal hoeft te blijven. Je kunt nieuwe gewoontes aanleren, je gedachtenstroom kritisch doorbreken en geleidelijk positiever naar jezelf leren kijken.
Hoe kun je werken aan een beter zelfbeeld?Een positief zelfbeeld opbouwen kost tijd, maar het is absoluut de moeite waard. Je zult merken dat het je energieker, krachtiger en vrijer maakt in hoe je het leven benadert. Maar waar begin je? Hieronder vind je een aantal strategieën die in veel gevallen goed werken. Het is belangrijk om te beseffen dat er niet één magische oplossing is; vaak is het een combinatie van inzichten, praktische oefeningen en — indien nodig — professionele hulp.
1. Bewustwording van je innerlijke criticusWe hebben allemaal een stemmetje in ons hoofd dat commentaar levert op onze acties. Als je een laag zelfbeeld hebt, is dat stemmetje onnodig streng en oordelend. De eerste stap is dan ook: ga bijhouden welke negatieve gedachten je precies hebt. Merk je dat je jezelf neerhaalt met zinnen als “Dat doe je weer verkeerd” of “Zie je wel, je kunt niets”? Schrijf ze eens op in een notitieboekje. Door je innerlijke criticus te herkennen en er woorden aan te geven, kun je wat afstand nemen en het kritisch onderzoeken.
Stel jezelf daarna de vraag: zou ik dit ook tegen een goede vriend(in) zeggen? Vaak blijkt dat je voor jezelf veel harder bent dan voor anderen. Dit besef kan een kleine, maar belangrijke aanzet zijn om milder te worden voor jezelf. Bewustwording is de basis van verandering.
2. Oefen met zelfcompassieZelfcompassie betekent dat je net zo begripvol en vriendelijk met jezelf omgaat als je met een dierbare zou doen. Het is een vaardigheid die je kunt trainen. In plaats van dat je jezelf meteen straft of kleineert als iets fout gaat, zeg je: “Het is vervelend dat ik gefaald heb, maar ik ben nog steeds een waardevol persoon.” Deze manier van denken kan enorm helpen om je zelfbeeld te herstellen.
Enkele concrete manieren om meer zelfcompassie te beoefenen:
Schrijf elke avond drie dingen op die die dag goed gingen of waar je dankbaar voor bent.Meditatieoefeningen gericht op vriendelijkheid of “loving-kindness” (bijvoorbeeld geleide meditaties waarin je leert een vriendelijke houding tegenover jezelf te ontwikkelen).Bij een fout of tegenslag: bedenk hoe je zou reageren als een vriend(in) dit overkwam. Wat zou je zeggen? Probeer dezelfde woorden — of warmte — naar jezelf te brengen.3. Investeer in persoonlijke groeiEen slecht zelfbeeld betekent niet dat je echt minder kunt dan anderen, maar wel dat je gelooft dat dit zo is. Daarom kan het heel helpend zijn om jezelf nieuwe, realistische uitdagingen te geven. Dat kan betekenen dat je een cursus volgt in een vaardigheid die je interesseert, of dat je begint met een sport die je altijd al wilde proberen maar “niet durfde.”
Klein beginnen is prima. Door stap voor stap iets nieuws te leren, ontdek je dat je in staat bent om te groeien en te veranderen. Dat succesgevoel straalt af op je zelfbeeld. Het bevestigt niet langer je onzekerheid, maar laat zien dat je tot meer in staat bent dan je dacht. Je hoeft niet meteen een expert te worden. Het gaat om het gevoel dat je, ondanks je angsten of twijfels, tóch in beweging bent gekomen.
4. Werk met affirmaties (maar op een reële manier)Positieve affirmaties (korte zinnen die je tegen jezelf herhaalt, zoals “Ik ben genoeg” of “Ik mag er zijn”) kunnen helpen, maar alleen als je ze niet te abstract formuleert. Als je jezelf een hele dag voor de spiegel vertelt dat je fantastisch bent terwijl je het niet gelooft, ontstaat er juist weerstand in je hoofd.
Een alternatief is om verzachtende affirmaties te gebruiken die dichter bij je eigen realiteit staan. In plaats van “Ik ben geweldig” kun je bijvoorbeeld zeggen: “Ik leer met iedere stap dat ik sterker ben dan ik dacht.” Dat voelt geloofwaardiger, en dat maakt de kans groter dat je deze positieve boodschap echt kunt toelaten.
5. Schakel hulp in wanneer nodigEen laag zelfbeeld kan diepgeworteld zijn, zeker als het verbonden is aan trauma’s of jarenlange negatieve ervaringen. In zulke gevallen kan professionele hulp een wereld van verschil maken. Denk aan gesprekken met een psycholoog, therapeut of coach. Vaak maken ze gebruik van methodes zoals cognitieve gedragstherapie (CGT), waarbij je leert je negatieve gedachten te herkennen en te vervangen door evenwichtigere denkpatronen.
Ook EMDR-therapie kan nuttig zijn als je slechte zelfbeeld voortkomt uit traumatische herinneringen of specifieke gebeurtenissen die je zelfwaardering ondermijnd hebben. Er is niets mis met hulp zoeken: het is juist een moedige stap om te erkennen dat je niet alles alleen hoeft te doen.
Een slecht zelfbeeld verbeteren vraagt dus om inzicht, oefening en mildheid. Het kan helpen om een paar praktische, dagelijkse reminders te hebben die je op weg houden:
Focus op vooruitgang, niet op perfectie. Merk je dat je alweer een negatieve gedachte hebt? Dat kan gebeuren. Je herkent het nu sneller dan voorheen, en dát is al groei.Schrijf het positieve op. Kies een notitieboekje of app en noteer elke dag één ding dat je goed hebt gedaan, waar je trots op bent of dankbaar voor bent. Kleine stapjes bijhouden helpt om de balans positiever te maken.Omring je met mensen die je steunen. Negatieve mensen kunnen je slechter over jezelf doen voelen. Positieve, ondersteunende vrienden of familieleden geven juist een boost aan je zelfbeeld. Durf te kiezen voor gezonde relaties.Wees geduldig met jezelf. Het veranderen van een zelfbeeld dat wellicht al jaren bestaat, vraagt tijd. Je gaat soms terugvallen in oude patronen, maar dat is normaal. Elk stapje voorwaarts telt.Beweeg en ontspan. Ook je lichaam heeft aandacht nodig. Regelmatig bewegen (wandelen, yoga, fitness) stimuleert de aanmaak van endorfines en helpt stress te verminderen. Een ontspannen lichaam draagt bij aan een heldere, mildere geest.Het pad naar een positiever zelfbeeld is niet altijd recht of gemakkelijk, maar het is wel de moeite waard. Door bewust te werken aan je innerlijke dialoog, je eigen vaardigheden verder te ontwikkelen, en open te staan voor hulp en nieuwe ervaringen, kom je stap voor stap dichter bij een gezond zelfbeeld.
Wie ben jij als je niet meer voortdurend twijfelt aan jezelf? Dat is een vraag die spannend kan zijn, maar ook vol nieuwe mogelijkheden. Geef jezelf de tijd en ruimte om die vraag te onderzoeken. Jij bent sowieso al meer waard dan je misschien denkt!
February 27, 2025
Waarom je gewicht of je BMI niet alles zeggen over hoe gezond jij bent
Voor veel mensen staat “gezond zijn” bijna synoniem aan “een laag getal op de weegschaal.” Of we geloven dat een ‘normale’ Body Mass Index (BMI) automatisch betekent dat we in topconditie zijn. Toch is gezondheid een stuk complexer dan het getal dat je ziet als je ’s ochtends op de weegschaal stapt. Gewicht en BMI kunnen indicaties geven, maar ze vormen zeker niet het hele verhaal. In dit artikel ontdek je waarom je lichaam meer is dan alleen een cijfertje, hoe je onderscheid maakt tussen gezond en ongezond vermageren, en welke andere factoren je gezondheid bepalen.
Wat is BMI en waarom is het niet zaligmakend?BMI staat voor Body Mass Index. Dit getal komt tot stand via een simpele formule: je lichaamsgewicht (in kilogram) gedeeld door je lengte in het kwadraat (in meters). De uitkomst van die rekensom zou vervolgens vertellen of je ondergewicht, een gezond gewicht of overgewicht hebt. Het grote voordeel van de BMI-formule is dat het een gemakkelijke, snelle manier is om grote groepen mensen te screenen op potentieel ongezond gewicht. Zo kan een arts of onderzoeker in één oogopslag zien in welke categorie iemand mogelijk valt.
Maar toch heeft dit handige hulpmiddel ook zijn beperkingen. Zo kijkt BMI niet naar de samenstelling van je lichaam. Iemand met veel spiermassa (bijvoorbeeld een bodybuilder) kan een “te hoge” BMI hebben, terwijl die persoon in werkelijkheid weinig lichaamsvet en een uitstekende conditie heeft. Aan de andere kant kan iemand met een “gezonde” BMI tóch te veel lichaamsvet hebben en weinig spiermassa, wat op termijn de gezondheid kan schaden. Daarnaast geeft BMI geen enkele informatie over waar je je vet opslaat; dat is juist wel van belang voor je gezondheid. Vet rond je buik (visceraal vet) wordt bijvoorbeeld vaker in verband gebracht met een hoger risico op hart- en vaatziekten dan vet op je heupen.
Bovendien houdt BMI geen rekening met leeftijd, geslacht of etniciteit. Vooral bij ouderen kan dit een vertekend beeld geven, omdat ze door verlies van spiermassa soms binnen de ‘gezonde’ BMI-range vallen, maar ondertussen een te laag percentage spieren hebben om nog echt vitaal te zijn. Kortom, de formule achter BMI is simpel — maar gezondheid is dat bepaald niet.
Het verschil tussen gewicht en vetpercentageDat je gewicht iets anders is dan je vetpercentage, is een van de grootste redenen waarom een getal op de weegschaal niet alles zegt. Je kunt immers zwaar zijn vanwege spieren, vocht of zelfs je botstructuur. Als je doel is om “af te vallen,” bedoel je dan letterlijk gewicht verliezen? Of bedoel je eigenlijk dat je minder vetmassa wilt hebben en gezonder wilt worden? Het is niet altijd hetzelfde.
Stel dat je besluit meer te gaan sporten om gewicht te verliezen. Tijdens dat proces kan je vetmassa dalen, maar je spiermassa toenemen, waardoor je gewicht misschien niet eens spectaculair verandert. Toch zal je er strakker uitzien en je fitter voelen. Als je alleen kijkt naar het getal op de weegschaal, kun je daardoor teleurgesteld raken, terwijl je juist enorme gezondheidswinsten boekt. Een meting van je vetpercentage of een body-scan kan in zo’n geval veel meer relevante informatie geven.
Vet en spieren hebben bovendien een andere dichtheid. Een kilo vet neemt meer ruimte in beslag dan een kilo spierweefsel. Daarom kan iemand met veel spieren (maar een gezond vetpercentage) een hoger lichaamsgewicht hebben, zonder dat dit negatief is voor de gezondheid. Bij het bepalen van je fitheid is het dus belangrijk om te weten waaruit dat gewicht precies bestaat.
Gezond vermageren draait om een evenwichtige aanpak: je eet gevarieerd en in de juiste hoeveelheden, en je beweegt voldoende, zodat je op lange termijn een lager vetpercentage bereikt en een gezond energieniveau behoudt. Dit betekent niet dat je extreem veel sport of jezelf uithongert; het gaat vooral om consistentie in kleine, duurzame aanpassingen. Voorbeelden zijn:
Een dieet met voldoende eiwitten, complexe koolhydraten, gezonde vetten en vezels.Regelmatig bewegen, zowel cardio als spierversterkende oefeningen.Voldoende rust en slaap om je lichaam te laten herstellen.Begeleiding door een diëtist of coach als je niet zeker weet wat bij jou past.Bij gezond vermageren houd je ook rekening met je geestelijke gezondheid. Je let erop dat je niet voortdurend met eten en lichaamsbeeld bezig bent. Het doel is om geleidelijk en op een milde manier richting een lager vetpercentage en een fitter lichaam te werken, zonder je welzijn uit het oog te verliezen.
Wat is ongezond vermageren?Ongezond vermageren kan allerlei vormen aannemen, maar de kern is dat het lichaam (en soms ook de geest) te veel stress ervaart door de manier waarop je probeert af te vallen. Denk aan:
Crashdiëten met heel weinig calorieën, waardoor je lichaam in “spaarstand” gaat en je spiermassa kunt verliezen.Overmatig sporten zonder voldoende rust of voedingsstoffen, wat kan leiden tot blessures en hormonale disbalansen.Het gebruik van laxeermiddelen, plaspillen of andere middelen om snel gewicht te verliezen.Een obsessieve focus op calorieën, die kan uitmonden in eetstoornissen of sociale isolatie.Bij ongezond vermageren draait alles vaak om die cijfers: “Ik moet per se zoveel kilo’s kwijt in zo weinig mogelijk tijd.” Daarbij raakt het grotere plaatje verloren, namelijk: hoe voel je je daadwerkelijk? Heb je energie? Kun je normaal functioneren? En blijven de resultaten op de lange termijn houdbaar? In veel gevallen is het antwoord “nee.” Vaak eindigt een ongezonde afvalmethode in het jojo-effect, of ontwikkelt iemand gezondheidsklachten die erger zijn dan de ‘overige’ risico’s van het originele overgewicht.
Zoals eerder genoemd, is je vetpercentage vaak veel relevanter dan je totaalgewicht. Daarnaast is het goed om te kijken naar de verhouding tussen vet en spiermassa. Spieren helpen niet alleen bij het ondersteunen van je skelet en gewrichten, ze spelen ook een rol in het verbranden van energie. Hoe meer spiermassa, hoe actiever je metabolisme is. Spierkracht en spiermassa dragen bovendien bij aan een betere balans en een lagere kans op blessures en valpartijen, zeker als je ouder wordt.
Voeding en micronutriëntenGezond eten gaat over veel meer dan alleen het aantal calorieën. Je hebt vitamines, mineralen en andere essentiële voedingsstoffen nodig voor een optimaal functioneren van je lichaam. Iemand kan misschien relatief weinig wegen, maar toch te kampen hebben met tekorten. Zo kan een te laag ijzergehalte leiden tot bloedarmoede, of kan een gebrek aan vitamine D problemen geven met botaanmaak en weerstand. Een ander voorbeeld is eiwittekort, wat je spierherstel en -opbouw belemmert. Kijk dus naar de kwaliteit van je voeding: krijg je genoeg groenten, fruit, volkorengranen, eiwitten en gezonde vetten binnen?
Cardiovasculaire fitheidHardlopen zonder buiten adem te raken, een trap oplopen zonder te puffen, of een dagje fietsen in het weekend — het zegt allemaal veel over je cardiovasculaire gezondheid. Mensen met een hoger gewicht kunnen soms een uitstekende conditie hebben als ze regelmatig sporten. Omgekeerd kan iemand met een laag gewicht en een “normale” BMI last hebben van een slechte conditie en een zwak hart- en vaatstelsel. Je uithoudingsvermogen en hartgezondheid zijn dus belangrijke indicatoren van je algehele fitheid, los van de cijfermatige weergave op de weegschaal.
Mentale gezondheid en stressniveauHet is lastig om “gezondheid” te definiëren zonder de psychische component mee te nemen. Stress, angst, somberheid of een verstoord zelfbeeld kunnen diep ingrijpen op hoe gezond je je voelt, en kunnen ook lichamelijk hun sporen nalaten. Chronische stress leidt bijvoorbeeld tot een verhoogde productie van het hormoon cortisol, wat op termijn invloed kan hebben op je bloedsuikerspiegel, bloeddruk en vetopslag. Zelfs als je gewicht stabiel is, kun je toch onderhuids veel negatieve spanning hebben die je gezondheid ondermijnt.
Daarnaast kan een obsessie met calorieën en gewicht psychische problemen in de hand werken, zoals eetstoornissen of een negatief lichaamsbeeld. Daarom is het belangrijk om een balans te vinden waarbij je gezondheid niet alleen is gericht op fysieke parameters, maar ook op emotioneel welzijn.
Slaap en herstelEen factor die vaak wordt vergeten in het “gezondheidsplaatje” is slaap. Mensen die consequent te weinig of slecht slapen, krijgen niet voldoende gelegenheid om te herstellen. Dat kan op termijn leiden tot hormonale verstoringen (bijvoorbeeld in je hongergevoel en verzadiging), concentratieproblemen en een verminderde weerstand. Of je nu wilt afvallen, aankomen of je gewicht op peil wilt houden — zonder goede slaap en voldoende rust raakt je lichaam uit balans. Slaap is immers de tijd waarin je fysiek en mentaal herstel optreedt.
Leeftijd en genetische aanlegOok je leeftijd speelt een rol. Naarmate je ouder wordt, verandert je stofwisseling en je hormoonhuishouding. Dat kan invloed hebben op hoe snel je gewicht aankomt of afvalt, waar je vet opslaat en hoe je spieren zich gedragen. Bovendien is er ook nog zoiets als je genenpakket. Sommige mensen hebben van nature een snellere stofwisseling, anderen krijgen sneller (buik)vet of hebben simpelweg minder aanleg voor spieropbouw. Hoewel je leefstijl van grote invloed is, is het goed om te beseffen dat niet alles maakbaar is. Je genetische blauwdruk bepaalt voor een deel hoe je lichaam reageert op veranderingen.
Praktische tips voor een holistische kijk op gezondheidAls je wilt focussen op een beter welzijn in plaats van alleen op “afvallen,” kun je denken aan deze benaderingen:
Laat je lichaamssamenstelling meten: via een (sport)diëtist of een gespecialiseerde weegschaal krijg je informatie over je vet-, spier- en vochtpercentage. Dat geeft je meer inzicht dan het kale getal van je gewicht.Stel doelen buiten de weegschaal: wil je bijvoorbeeld een 5 kilometer kunnen hardlopen, of wat vaker fietsen zonder moe te worden? Of misschien flexibelere spieren krijgen via yoga? Dit soort doelen houden je gemotiveerd en richten de aandacht op je algehele fitheid.Luister naar je lichaam: voel je je energiek of juist futloos na een bepaalde maaltijd of work-out? Je lichaam geeft waardevolle signalen af. Neem ook rust en slaap genoeg.Blijf reëel en mild: een strikt dieet of keiharde training kan tijdelijk werken, maar is het op lange termijn vol te houden? Bouw stap voor stap gezonde gewoontes in.Kijk naar de kwaliteit van je voeding: niet alleen de hoeveelheid calorieën, maar ook de variatie en de voedingsstoffen die je binnenkrijgt. Zo ondersteun je je hele systeem.Betrek je mentale gezondheid: eet je uit verveling of stress? Of ben je juist obsessief bezig met je gewicht? Eventueel kan een professional je helpen om je relatie met voeding en lichaamsbeeld beter te begrijpen.Je gezondheid is dus veel meer dan een cijfertje op de weegschaal. Natuurlijk kan gewicht een signaal zijn, maar het zegt niet alles over hoe je je vanbinnen voelt en of je voldoende beweegt, voedzaam eet en mentaal in balans bent. Een mens is een complex geheel van fysieke, emotionele en sociale factoren. Het is de kunst om dat geheel als uitgangspunt te nemen wanneer je nadenkt over “gezond zijn” — en daar horen soms kleine en soms grote veranderingen bij die vérder gaan dan enkel afvallen.
BronnenHarvard T.H. Chan School of Public Health: Over gewicht, voeding en gezondheidPubMed – zoekterm “Body Composition and Health”: Wetenschappelijke studies rond lichaamssamenstellingAmerican College of Sports Medicine (ACSM): Richtlijnen voor gezonde beweging en spieropbouwNational Institutes of Health (NIH): BMI-tools en aanvullende uitleg over beperkingenFebruary 25, 2025
3 Boeiende boeken voor mensen die leven met angst
Leven met angst kan voelen als een onzichtbare last die je dagelijks met je meedraagt. Of het nu gaat om sociale angst, paniekaanvallen of een constant gevoel van onrust, het is niet altijd eenvoudig om er woorden aan te geven. Soms heb je behoefte aan herkenning, praktische tools of een frisse blik om je gedachten te ordenen. Boeken kunnen daarbij een geweldige steun zijn. Ze bieden inzicht, tips en inspirerende verhalen van anderen die soortgelijke worstelingen hebben doorstaan. In dit artikel vind je vijf uiteenlopende boeken die kunnen helpen bij het verkennen en beter begrijpen van angst, met zowel wetenschappelijke als ervaringsgerichte invalshoeken.
1. “De moed van imperfectie” – Brené BrownBrené Brown is wereldwijd bekend geworden door haar onderzoek naar kwetsbaarheid, schaamte en moed. Hoewel “De moed van imperfectie” niet uitsluitend over angst gaat, raakt het wel een wezenlijk deel van de menselijke angst: de angst om niet goed genoeg te zijn, om afgewezen te worden of om kwetsbaar te durven zijn. Brown benadert deze thema’s niet vanuit een klinisch perspectief, maar verweeft persoonlijke ervaringen met academisch onderzoek, waardoor haar aanpak zowel warm als grondig is.
In het boek lees je hoe perfectionisme en angst hand in hand kunnen gaan: wanneer je bang bent om fouten te maken, kun je vastlopen in een patroon van continu pleasen of overpresteren. Brown benadrukt het belang van zelfcompassie, het durven tonen van je eigen onzekerheden en het koesteren van authentieke verbindingen met anderen. Ze gelooft dat het aanvaarden van je imperfecties juist de basis vormt voor een sterker, liefdevoller zelfbeeld – en daarmee voor minder angst over hoe je overkomt op de buitenwereld.
Voor wie direct op zoek is naar praktische tips, zal “De moed van imperfectie” misschien wat filosofisch aandoen. Brown’s focus ligt vooral op bewustwording en het loslaten van zelfopgelegde druk. Toch kan deze manier van denken een krachtige katalysator zijn: het opent de deur naar meer zelfacceptatie en minder angst om voluit te leven, ook als dingen niet altijd gaan zoals je wilt. Daarmee is dit boek een inspirerend beginpunt voor wie zijn (sociale) angsten in een breder perspectief wil plaatsen.

#1 Beoordeeld
De moed van imperfectie laat gaan wie je denkt te moeten zijn
Brené Brown beschrijft in De moed van imperfectie hoe moed, compassie en verbondenheid een belangrijke plek in je leven kunnen krijgen. Op basis van haar jarenlange studie kwam ze tot tien stellingen over een `bezield leven : leven vanuit het gevoel dat je de moeite waard bent. Op haar eigen,...
€21,99
Bekijk

De moed van imperfectie Ebook Tooltip Ebooks kunnen worden gelezen op uw computer en op daarvoor geschikte e-readers. laat gaan wie je denkt te moeten zijn
Brené Brown beschrijft in De moed van imperfectie hoe moed, compassie en verbondenheid een belangrijke plek in je leven kunnen krijgen. Op basis van haar jarenlange studie kwam ze tot tien stellingen over een `bezield leven : leven vanuit het gevoel dat je de moeite waard bent. Op haar eigen,...
€12,99
Bekijk
2. “Wanneer je lichaam nee zegt” – Gabor Maté
Gabor Maté is een arts die bekend staat om zijn holistische kijk op gezondheid. In “Wanneer je lichaam nee zegt” (oorspronkelijk: “When the Body Says No”) zoomt hij in op de verbanden tussen emotionele stress, onderdrukte gevoelens en de lichamelijke gevolgen daarvan. Hoewel het niet specifiek over angststoornissen gaat, werpt dit boek een interessant licht op hoe ons lichaam en onze geest elkaar voortdurend beïnvloeden.
Angst kan zich fysiek manifesteren door een verhoogde hartslag, zweten, spierspanning of slaapproblemen. Maté stelt dat veel klachten voortkomen uit onbewuste stress en geblokkeerde emoties. Als we continu onze eigen grenzen negeren uit angst om anderen teleur te stellen, putten we ons lichaam en onze geest uit. Hij gebruikt casestudy’s van zijn patiënten om te laten zien hoe diepgewortelde angst en stress kunnen bijdragen aan lichamelijke klachten en ziekten.
Voor mensen die leven met angst kan dit boek helpen om de bron van hun onrust beter te begrijpen. Het legt de nadruk op het belang van zelfreflectie en emotioneel bewustzijn: waar ben je eigenlijk bang voor, waarom durf je het niet te uiten, en hoe kun je leren luisteren naar wat je lijf je vertelt? Naast de inzichten in de emotie-lichaamconnectie, vind je in dit boek geen kant-en-klare behandelmethodes, maar veeleer een confronterende uitnodiging om te kijken naar hoe jij jezelf soms (onbewust) saboteert. Het kan even schrikken zijn, maar voor veel lezers vormt het boek een eyeopener.

#1 Beoordeeld
Wanneer je lichaam nee zegt Verborgen stress en de gevolgen voor je gezondheid
'Wanneer je lichaam nee zegt' van Gabor Maté is een wereldwijd bekend standaardwerk over de onlosmakelijke koppeling tussen lichaam en geest. Nu eindelijk in het Nederlands vertaald! Gabor Maté houdt ons in Wanneer je lichaam nee zegt (When the Body says No) een confronterende spiegel voor,...
€27,50
Bekijk
3. “Overcoming Anxiety” – Helen Kennerley
Voor wie houdt van een meer gestructureerde, therapeutische aanpak is “Overcoming Anxiety” van klinisch psycholoog Helen Kennerley een aanrader. Het is een boek uit de befaamde “Overcoming…”-reeks, waarin veelgebruikte cognitieve gedragstherapeutische (CGT) technieken worden uitgelegd en toegepast op diverse psychische klachten. CGT is een behandelvorm met sterke wetenschappelijke evidentie, en dit boek is daar een praktische vertaling van.
Kennerley legt uit hoe angstgevoelens vaak ontstaan vanuit vervormde gedachtenpatronen en negatieve voorspellingen over de toekomst. Door die patronen te herkennen, te analyseren en te “testen” in de praktijk, kun je stap voor stap jouw angstreacties bijsturen. Wat “Overcoming Anxiety” bijzonder maakt, is dat het heel concreet is: er staan werkbladen in die je kunt invullen, oefeningen die je dagelijks kunt doen en schema’s om je vorderingen bij te houden. Het voelt bijna als een cursusboek dat je op je eigen tempo doorloopt.
De aangename schrijfstijl en overzichtelijke opbouw zorgen ervoor dat het boek niet aanvoelt als een droge handleiding. Integendeel, Kennerley schrijft begripvol en bemoedigend, zodat je je als lezer gesterkt voelt om stappen te zetten. Natuurlijk is een zelfhulpboek geen vervanging voor professionele begeleiding, maar het kan wel een heel waardevolle aanvulling zijn, vooral als je graag gestructureerd aan de slag gaat met CGT-technieken. Of je nu kampt met paniekaanvallen, gegeneraliseerde angst, sociale fobie of gewoon wat stressgevoeliger bent: “Overcoming Anxiety” reikt je gereedschap aan dat je in tal van situaties kunt inzetten.

#1 Beoordeeld
Overcoming Anxiety A Self-Help Guide Using Cognitive Bahvioural Techniques
Stress, worry and fear, although a necessary and normal part of every-day life, can have a tremendously detrimental impact on one's physical, professional and emotional health. In Overcoming Anxieties, Dr. Helen Kennerley provides a guidebook to help those plagued by anxiety to address the roots...
€28,07
Bekijk
Heb je het gevoel dat je angst je kwaliteit van leven te sterk beïnvloedt? Dan is professionele hulp altijd de moeite waard om te overwegen. Deze boeken kunnen een goede opstap zijn, maar een therapeut of psycholoog kan je individueel begeleiden en een behandelplan op maat bieden. Blijf er in elk geval niet mee rondlopen in stilte: hoe eerder je stappen zet om je angst te begrijpen en er grip op te krijgen, hoe sneller je weer rust en veerkracht kunt ervaren.
Broccoli: een prachtige groente vol gezonde voordelen!
Broccoli is zo’n groente die je op het eerste gezicht al herkent: groene roosjes op stevige stengels, vaak nog verpakt in een beschermend laagje blaadjes. Hoewel deze groente een vaste waarde is in veel keukens, wordt hij niet altijd op waarde geschat. Sommigen vinden broccoli wat saai of bitter smaken, terwijl anderen er helemaal fan van zijn — en dat is niet voor niets! Broccoli staat al jaren bekend als een ware voedingsbom, boordevol vitamines, mineralen en andere stoffen die je lichaam goed kan gebruiken. Maar wat maakt deze groente nu zo bijzonder? En hoe kun je hem het beste bereiden zodat je er maximaal van geniet? In dit artikel duiken we dieper in de wondere wereld van broccoli. We bekijken de populairste redenen waarom broccoli zo’n goede reputatie heeft, zoomen in op zijn voedingswaarde en gezondheidseffecten, en geven je praktische tips om broccoli écht lekker op tafel te zetten. Ben je er klaar voor om je groene kookinspiratie te boosten? Let’s go!
Broccoli heeft de afgelopen decennia een enorme opmars gemaakt, mede dankzij de groeiende populariteit van gezonde voeding en plantaardige gerechten. Waar broccoli vroeger nog als “ouderwetse groente” werd gezien, duikt hij nu op in salades, wokschotels, pasta’s en zelfs als snackgroente bij een dip. Hier zijn een paar redenen waarom broccoli zo’n geliefde positie heeft veroverd:
1. Veelzijdige smaak en textuur
Broccoli heeft een vrij neutrale smaak met een subtiele hint van bitterheid. Die mildheid maakt dat je hem kunt combineren met allerlei andere ingrediënten: van kruidige curry’s tot frisse salades en van romige ovenschotels tot pittige roerbakgerechten. Daarnaast heeft broccoli een stevige beet, die voor een goede bite zorgt in verschillende gerechten. Je kunt hem koken, stomen, wokken, grillen of zelfs rauw verwerken — elk van die bereidingswijzen geeft weer een net iets andere twist aan de smaak.
2. Overal beschikbaar en betaalbaar
Of je nu naar de supermarkt, groenteboer of markt gaat, broccoli is het hele jaar door vrij makkelijk te vinden. Ook in de diepvriesafdeling kom je broccoli regelmatig tegen, handig als je even geen verse kunt scoren of als je simpelweg wat voorraad in huis wilt hebben. Bovendien is broccoli doorgaans niet zo duur, waardoor je ook met een beperkter budget kunt genieten van een voedzame maaltijd.
3. Geschikt voor diverse diëten
Omdat broccoli weinig calorieën bevat, maar juist rijk is aan vezels, vitamines en mineralen, past hij prima in talloze eetpatronen. Of je nu aan het afvallen bent, een streng sportschema volgt of gewoon je bord wat groener wilt maken, broccoli voegt echt iets toe aan je voeding. Het is een groente die zowel geliefd is bij vegetariërs en veganisten als bij mensen die wél vlees of vis eten. Iedereen kan dus profiteren van de voordelen die deze groene krachtpatser te bieden heeft.
4. Eenvoudig te bereiden
Niet iedereen heeft zin of tijd om uitgebreid te koken na een lange werkdag. Broccoli heeft het voordeel dat hij in een paar minuten gekookt, gestoomd of gewokt kan worden, zonder dat je bang hoeft te zijn voor een slap of smakeloos resultaat. Je kunt hem ook van tevoren blancheren, zodat je hem alleen nog maar even hoeft op te warmen of mee te bakken als je snel een maaltijd op tafel wilt hebben.
Broccoli is niet alleen populair vanwege zijn smaak en veelzijdigheid, maar vooral ook door de indrukwekkende voedingswaarde. Het is net een klein laboratorium vol micronutriënten en bioactieve stoffen. Hieronder vind je een overzicht van wat broccoli zoal te bieden heeft en waarom dit zo goed voor je kan zijn:
1. Vitamines en mineralen
Een portie broccoli (ongeveer 100 gram) zit boordevol vitamine C, vitamine K, foliumzuur (vitamine B11) en een hele reeks andere B-vitamines. Vitamine C is belangrijk voor je weerstand en speelt een rol in de vorming van collageen, wat je huid en bindweefsel gezond houdt. Vitamine K is cruciaal voor een goede bloedstolling en botgezondheid, terwijl foliumzuur vooral van belang is voor vrouwen die zwanger zijn of willen worden. Het helpt immers bij de ontwikkeling van de foetus. Daarnaast bevat broccoli ook mineralen als kalium, calcium en magnesium, die je lichaam ondersteunen bij allerlei functies, van spierwerking tot het reguleren van je hartslag.
2. Rijk aan vezels
Vezels zijn je beste vriend als het gaat om een gezonde spijsvertering en een verzadigd gevoel. In broccoli zitten zowel oplosbare als onoplosbare vezels, die samen voor een goede darmwerking zorgen. Oplosbare vezels dragen bij aan een stabielere bloedsuikerspiegel en een lagere cholesterolwaarde, terwijl onoplosbare vezels helpen om je stoelgang op gang te houden. Een vezelrijk dieet is bovendien in verband gebracht met een lager risico op hart- en vaatziekten en diverse vormen van kanker.
3. Sulforafaan en andere bioactieve stoffen
Wat broccoli echt bijzonder maakt, zijn de zogenoemde glucosinolaten. Dit zijn zwavelhoudende verbindingen die in je lichaam worden omgezet in andere stoffen, zoals sulforafaan. Volgens verschillende wetenschappelijke onderzoeken kan sulforafaan bijdragen aan het neutraliseren van schadelijke stoffen in je lichaam en mogelijk helpen bij het beschermen tegen bepaalde chronische ziekten. Daarnaast worden deze stoffen in verband gebracht met het ondersteunen van een gezonde leverfunctie en het stimuleren van antioxidatieve processen.
4. Laag in calorieën, hoog in voedingsstoffen
Een mooie bijkomstigheid is dat broccoli laag is in calorieën (ongeveer 30-35 kcal per 100 gram), maar tegelijkertijd een hoge voedingsdichtheid heeft. Dat wil zeggen dat hij veel nuttige stoffen bevat die je lichaam nodig heeft, zonder dat je er snel van aankomt. Als je dus op je gewicht let of simpelweg een voedzamer voedingspatroon wilt volgen, is broccoli een uitstekende keuze.
5. Synergie met andere groentes en eiwitbronnen
Broccoli staat erom bekend dat hij goed combineert met andere groenten, peulvruchten en eiwitbronnen. De aanwezige bioactieve stoffen kunnen samen met bijvoorbeeld knoflook, uien of peulvruchten zorgen voor een nóg krachtiger effect in je lichaam, omdat je verschillende groepen van beschermende stoffen binnenkrijgt. Het is dus zeker de moeite waard om broccoli te combineren met andere kleurrijke producten voor een echte “gezondheidsboost” op je bord.
Wil je meer weten over de gezondheidsvoordelen en de werkzame stoffen in broccoli? Dan vind je in de bronnen onderaan dit artikel enkele interessante studies. Het is altijd een goed idee om je verder in te lezen als je graag een wetenschappelijke onderbouwing wilt voor al die gezondheidsclaims.
Smakelijke manieren om broccoli te bereidenNiet iedereen is dol op broccoli, en dat kan zomaar komen door herinneringen aan doorgekookte, wat slappe en grijsgekleurde roosjes uit de schoolkantine. Jammer, want er is zóveel meer mogelijk! Hieronder vind je enkele manieren om deze groene groente op een heerlijk frisse, knapperige of zelfs romige manier te serveren:
1. Kort blancheren of stomen
Een van de simpelste manieren om broccoli te bereiden is door de roosjes (en de steel, als je die in plakjes snijdt) kort te blancheren of te stomen. Zo behouden ze een fijne bite en blijven de meeste voedingsstoffen bewaard. Kook water met een snuf zout, dompel de broccoli-roosjes zo’n 3-4 minuten onder en spoel ze daarna meteen af met ijskoud water. Dit heet “blancheren” en zorgt voor een heldergroene kleur. Bij stomen geldt: plaats de broccoli-roosjes in een stoommandje boven kokend water en stoom ze 5-6 minuten tot ze gaar maar nog knapperig zijn.
2. Wokken met knoflook en gember
Broccoli leent zich uitstekend voor een oosterse wokschotel. Verhit wat (sesam)olie in een wok of grote koekenpan, voeg fijngehakte knoflook en gember toe en roerbak de broccoli-roosjes en dunne plakjes steel op hoge temperatuur. Voeg eventueel sojasaus, een scheutje groentebouillon en wat sesamzaad toe. Combineer met andere groenten (paprika, wortel, shiitake) en serveer met rijst of noedels. Zo krijg je binnen no-time een snelle, smaakvolle en gezonde maaltijd op tafel.
3. Grillen of roosteren in de oven
Zin in een hartige twist? Probeer broccoli eens te grillen op de barbecue of te roosteren in de oven. Besprenkel de roosjes met olijfolie, bestrooi ze met zeezout, peper en eventueel wat gerookte paprikapoeder, en rooster ze op 200 graden in zo’n 15-20 minuten tot ze knapperig zijn aan de buitenkant. Je kunt de roosjes tussendoor even omscheppen voor een gelijkmatige garing. Het grillen van broccoli zorgt voor een licht nootachtige smaak die weer heel anders is dan wanneer je hem kookt.
4. Romige soep of saus
Van broccoli kun je ook een heerlijke soep maken. Fruit een uitje in wat olie, voeg broccoli toe en giet er groente- of kippenbouillon bij. Laat zachtjes doorkoken tot de broccoli gaar is, pureer het geheel met een staafmixer en breng op smaak met zout, peper en een scheutje (plantaardige) room. Wil je net wat extra bite? Roer er op het laatste moment wat geraspte kaas doorheen of serveer met krokant gebakken spekjes of croutons. Op een koude dag is zo’n romige broccolisoep echt comfort food!
5. Rauw in salades of als snack
Wist je dat je broccoli ook rauw kunt eten? Zeker de roosjes zijn knapperig en fris, en passen goed in een salade met bijvoorbeeld cherry-tomaatjes, komkommer en een dressing op basis van yoghurt en kruiden. Ook als snack is rauwe broccoli helemaal prima: dip hem in hummus, guacamole of een yoghurtdip met wat citroen en knoflook. Zo krijg je makkelijk wat extra groente binnen, en het is nog lekker ook.
Je ziet: met broccoli kun je alle kanten op. Experimenteer gerust met verschillende kruiden en sauzen, want door de neutrale basis van deze groente is de kans groot dat hij zich moeiteloos aanpast aan de smaak van je gerecht. Vergeet ook niet om de steel te gebruiken; veel mensen snijden hem weg, maar als je de schil eraf haalt, is de binnenkant supermals en bomvol smaak.
Broccoli is niet alleen een groente die veelzijdig, betaalbaar en voedzaam is, er bestaan ook een aantal leuke en handige weetjes over deze groene held. Zo kun je nóg meer uit je broccoligebruik halen en de inhoud van je koelkast extra slim inzetten.
1. Koop en bewaar slim
Bij het uitkiezen van broccoli in de winkel wil je dat de roosjes stevig en groen zijn, zonder gele of bruine plekjes. De steel mag ook niet te slap aanvoelen. Een verse broccoli kun je in de koelkast enkele dagen goed houden, maar laat hem het liefst in een (geperforeerde) plastic zak of in een vochtige theedoek zitten om uitdroging te voorkomen. Mocht je broccoli overhebben, dan kun je hem in kleine roosjes snijden en invriezen. Zo heb je altijd een gezond ingrediënt bij de hand voor een snelle maaltijd.
2. Varieer met broccoli-soorten
Er bestaat niet alleen “gewone” broccoli. Denk bijvoorbeeld aan bimi (ook wel aspergebroccoli genoemd), met dunnere steel en kleinere roosjes, of romanesco (met de kenmerkende fractal-achtige puntjes), die net wat milder van smaak kan zijn. Deze varianten bieden dezelfde voordelen als de klassieke broccoli, maar ogen nét wat spannender in je gerecht. Perfect als je een keer iets anders wilt.
3. Let op de bereidingswijze
Veel kookboeken adviseren om broccoli niet te lang te garen, omdat je dan de knapperige textuur en een deel van de vitamines verliest. Houd de kook- of stoomtijd daarom relatief kort, en schrik de broccoli desnoods even in koud water. Ook bij roerbakken is het slim om de broccoli pas op het laatste moment toe te voegen, zodat hij lekker fris en helder groen blijft.
4. Gebruik restjes in nieuwe gerechten
Heb je nog een restje gestoomde broccoli in de koelkast staan? Gooi het niet weg, maar tover er de volgende dag iets anders mee. Voeg het toe aan een omelet of frittata, meng het door een pastasalade met olijfolie en zongedroogde tomaatjes, of pureer het tot een pesto-achtige saus met wat noten, kaas en olie. Zo bespaar je voedsel en ontdek je misschien wel je nieuwe favoriete combi!
5. Experimenteer met dips en sauzen
Als je niet zo dol bent op de pure smaak van broccoli, kan een goede dip of saus wonderen doen. Denk aan een tahin-dip met citroensap en knoflook, een romige kaassaus (voor de echte comfortfood-liefhebbers) of een spicy sriracha-mayo. Zo maak je van een simpele portie broccoli een volwaardige snack of bijgerecht met pit.
Tot slot is het belangrijk om je eigen smaak en voorkeuren te volgen. De ene persoon houdt van heel knapperige, bijna rauwe broccoli, terwijl de ander hem liever zacht of gepureerd heeft. Er is geen goed of fout: als je maar geniet van wat je eet en je lichaam ermee ondersteunt. Broccoli is wat dat betreft een echte allrounder die zich aanpast aan jouw culinaire stemming.
Ben je enthousiast geworden en wil je nóg meer ontdekken over broccoli? Dan zijn er online en in kookboeken talloze recepten te vinden. Van broccoli-pizza tot broccoli-chips uit de oven: de mogelijkheden zijn eindeloos. Het belangrijkste is dat je het leuk vindt om ermee te experimenteren en je gezondheid ermee een stevige impuls geeft.
(Hieronder vind je enkele bronnen die interessant kunnen zijn als je meer wetenschappelijke inzichten wilt over de gezondheidsvoordelen van broccoli. Duik er gerust eens in als je meer achtergrondinformatie zoekt!)
Harvard T.H. Chan School of Public Health – Algemene informatie over groenten en hun voedingswaardePubMed – Studie over de potentiële beschermende effecten van sulforafaan
Drie tips voor gezondere communicatie in jouw relatie
Een relatie draait niet alleen om verliefdheid en gedeelde interesses, maar ook om hoe je met elkaar praat, luistert en omgaat met emoties. Communicatie is de ruggengraat van elk partnerschap, en toch gebeurt het maar al te vaak dat we verzeild raken in misverstanden, botsingen of zelfs langdurige ruzies. Hoe komt dat? En vooral: hoe kun je het anders aanpakken? In dit artikel ontdek je drie concrete tips om de communicatie met je partner gezonder en liefdevoller te maken. Geen saaie theorie, maar down-to-earth adviezen waar je meteen iets aan hebt. Want laten we eerlijk zijn: als je binnen je relatie kunt zeggen wat je écht voelt en je partner hetzelfde doet, gaat er een wereld van rust, begrip en verbondenheid voor je open.
Waarom een bewuste communicatiecultuur zo belangrijk isWe leven in een tijd waarin we áltijd en óveral bereikbaar zijn. E-mail, WhatsApp, sociale media: alles draait om constante interactie. Maar paradoxaal genoeg kan het in onze eigen huiskamer flink misgaan. Soms voelen we ons niet gehoord of begrepen door de persoon die het dichtst bij ons staat. En juist omdat we in een relatie zoveel gedeelde emoties en verwachtingen hebben, kan slechte communicatie diep raken. Het kan gaan schuren, wringen en frustraties opbouwen die vroeg of laat naar boven komen.
Een bewuste communicatiecultuur betekent dat je actief aandacht besteedt aan hoe je met elkaar omgaat. Het woordje “cultuur” is niet voor niets gekozen: het gaat over gewoontes en normen die je samen ontwikkelt. Praat je eerlijk en open? Respecteer je de ander ook als je het oneens bent? Gun je elkaar ruimte om fouten te maken en daarvan te leren? Dat zijn vragen waar iedereen binnen een relatie voordeel uit haalt. Wanneer je bewust met deze zaken omgaat, ontstaat er meer respect, empathie en begrip. Dit geldt niet alleen voor de grote gesprekken over toekomstplannen of financiële beslissingen, maar ook voor de dagelijkse interacties over hoe laat je thuiskomt of wie de vaatwasser uitruimt.
Bovendien is er een duidelijk verband tussen effectieve communicatie en emotionele verbondenheid. Uit onderzoek blijkt dat koppels die beter naar elkaar luisteren en hun gevoelens onder woorden kunnen brengen, doorgaans meer tevredenheid in hun relatie ervaren. Ze voelen zich veiliger, zijn veerkrachtiger als er stress is en hebben meer vertrouwen in elkaar. Je investeert dus niet alleen in het oplossen van mogelijke conflicten, maar ook in het opbouwen van een stabiele, hechte band. Kortom, een sterke communicatiecultuur kan écht het verschil maken tussen langs elkaar heen leven of juist samen groeien.
Ben je er klaar voor om enkele handvatten aan te reiken die je direct kunt toepassen? Hieronder vind je drie tips die je – mits consequent gebruikt – zullen helpen om de sfeer in huis te verbeteren en je partnerrelatie te verdiepen. Van actief luisteren tot leren omgaan met kwetsbaarheid: dit zijn geen rocket science-technieken, maar inzichten en vaardigheden die ieder stel kan leren. Klaar om in te duiken? Let’s go!
Luisteren is misschien wel het meest onderschatte onderdeel van communicatie. Veel mensen verwarren “zwijgen terwijl de ander praat” met “luisteren”. In werkelijkheid is echt luisteren een actieve bezigheid waarbij je focust op het verhaal, de toon en de lichaamstaal van je partner. Dat betekent bijvoorbeeld:
Oogcontact houden: In plaats van voortdurend op je telefoon te kijken of door het huis te ijsberen. Met je ogen laat je zien dat je er écht bij bent.Doorvragen en samenvatten: Zeg niet alleen “hm-hm”, maar stel verhelderende vragen of vat samen wat je denkt dat je partner bedoelt. Zo check je of je het goed begrijpt: “Bedoel je dat je je genegeerd voelde toen ik aan het werk was?”Lichaamstaal spiegelen: Soms helpt het om je partner subtiel te spiegelen in houding of gezichtsuitdrukking, zonder overdreven na te bootsen. Dit creëert een gevoel van verbondenheid en begrip.Actief luisteren vraagt ook dat je je eigen agenda even parkeert. Dat is niet altijd makkelijk, want vaak willen we snel reageren en ons eigen standpunt of oordeel geven. Toch maak je een wereld van verschil als je eerst oprecht probeert te begrijpen wat de ander voelt en bedoelt. Hierdoor voelt je partner zich gezien, wat op zijn beurt de weg vrijmaakt voor een oprechter gesprek. En dat is exact waar je naartoe wilt.
Bovendien is er nog een extra voordeel: door je goed in te leven, hoor je niet alleen de woorden, maar proef je ook de onderliggende emoties. Misschien zegt je partner “ik ben gewoon moe”, maar hoor je dat er eigenlijk een vraag om steun achter zit. Of vertelt hij/zij over irritatie met collega’s, maar besef je dat het in feite onzekerheid is over werkprestaties. Als je leert luisteren op dit diepere niveau, kom je tot de kern en kun je écht helpen of begrip tonen. Daar wordt je relatie alleen maar hechter van.
Tip 2: Wees duidelijk (en vermijd passief-agressieve hints)We kennen allemaal dat moment: je bent geïrriteerd, maar in plaats van glashelder te zeggen waarom, uit je het in zuchten, snauwen of halfslachtige hints. Misschien hoop je dat je partner “wel zal snappen” wat er aan de hand is, maar dat gebeurt zelden zonder expliciete woorden. Resultaat? De ander voelt de irritatie, maar snapt niet waarom of wat die ermee moet. De sfeer zakt in, de wederzijdse stress neemt toe en het probleem blijft onopgelost.
Een gezonder alternatief is duidelijke taal. Dat betekent niet dat je bot of kwetsend moet zijn, maar wel dat je rechtstreeks benoemt wat er speelt. Zeg bijvoorbeeld: “Ik ben geïrriteerd omdat ik het gevoel heb dat ik de laatste tijd al het huishouden alleen doe, en dat frustreert me.” Vervolgens kun je aangeven wat je liever zou willen, bijvoorbeeld: “Ik zou het fijn vinden als jij op woensdag de boodschappen kunt doen.” Dit is een veel directere manier van communiceren dan zuchten of een sarcastische opmerking (“goh, leuk dat alle boodschappen weer op magische wijze in de kast verschijnen”) te maken.
Daarnaast is het ook belangrijk dat je communiceert vanuit jezelf, dus met ik-boodschappen in plaats van jij-boodschappen. “Ik voel me overbelast” klinkt heel anders dan “Jij laat me ook altijd alles alleen doen!” Het eerste legt de nadruk op jouw gevoel en nodigt de ander uit om mee te denken over een oplossing. Het tweede kan overkomen als een aanval, waardoor je partner in de verdediging schiet. En zodra je in de aanval-verdedigingmodus belandt, wordt een open gesprek lastig.
Natuurlijk mag je best benoemen wat je stoort aan het gedrag van de ander, maar doe dat zonder te vervallen in beschuldigende statements of generalisaties als “altijd” en “nooit”. Blijf feitelijk bij wat er is gebeurd en wat dat voor jou betekent. Dat maakt het voor je partner overzichtelijker om te begrijpen welke actie of welk patroon jou dwarszit. Zo ontstaat er ruimte om samen te kijken hoe het anders kan, in plaats van dat jullie verzanden in een welles-nietesdiscussie.
Oh, en een bonuspunt: vermijd passief-agressieve opmerkingen niet alleen in gesprekken, maar ook via appjes of berichten. Een cynisch emoji-tje of een sneer tussen de regels door kan net zo verwarrend zijn als een opmerking in het echte leven. Juist via geschreven tekst mis je de nuance van lichaamstaal, waardoor de kans op misinterpretatie nog groter wordt.
Tip 3: Omarm kwetsbaarheid en toon je échte gevoelensEr bestaat een misvatting dat je in een relatie altijd “sterk” moet zijn: geen zwakheden tonen, niet te veel huilen, niet laten merken dat je iets spannend vindt. Maar een van de mooiste aspecten van een intieme band is dat je juist kunt laten zien wie je bent, met al je pieken en dalen. Kwetsbaarheid is de lijm die echte verbondenheid mogelijk maakt. Durf toe te geven als je onzeker bent, durf je excuses aan te bieden als je een fout hebt gemaakt, en durf te vertellen dat je soms twijfelt of je dingen wel goed genoeg doet. Als je jezelf openstelt, nodig je je partner uit om hetzelfde te doen.
Let wel: kwetsbaarheid delen is geen uitnodiging om elkaar af te breken. Het gaat over eerlijk en respectvol uiten van gevoelens, niet om verwijten of “kijk eens hoe erg ik het heb” aantijgingen. Zorg dat je ook ruimte houdt om de kwetsbaarheid van je partner te ontvangen. Soms is dat best confronterend, zeker als iemand zegt dat hij/zij zich afgewezen of niet gezien voelt. Het kan je eigen schuldgevoel of angst triggeren. Probeer in zo’n moment niet meteen te zeggen dat het wel meevalt, maar vraag door: “Wat zou je nodig hebben om je weer geliefd te voelen?” of “Kun je me meer vertellen over wanneer dat gevoel van afwijzing het sterkst is?” Zo geef je de ander de kans om uit te leggen hoe het komt en kun je samen een weg vinden om elkaar beter te begrijpen.
Nog een nuance: kwetsbaar durven zijn betekent niet dat je elk gesprek moet overspoelen met emoties. Het gaat er meer om dat je niet bang bent om ook de “donkere” stukken van je gevoelsleven te delen en dat je erkent dat je niet perfect bent. Niemand is dat. Als je beide accepteert dat fouten maken erbij hoort en dat het oké is om onzekerheden te bespreken, ontstaat er een klimaat waarin je elkaar kunt steunen in plaats van veroordelen. Deze emotionele veiligheid heeft een gigantische waarde, omdat het de basis vormt van een échte connectie.
Een praktisch hulpmiddel is om positieve en moeilijke emoties te mixen. Vertel bijvoorbeeld dat je blij bent dat je partner zo vaak lieve dingen voor je doet, maar dat je het tegelijkertijd lastig vindt dat je ook geregeld te maken krijgt met een kritische toon. Zo begin je met iets oprechts positiefs, waardoor de sfeer minder geladen is, en durf je ook het pijnpunt te benoemen. Deze aanpak kan de ander helpen om zich niet aangevallen te voelen en zo beter naar jouw kwetsbare kant te luisteren.
(www.gottman.com/blog)American Psychological Association – Onderzoek en adviezen rond gezonde relatiedynamieken.
(www.apa.org/topics/relationships)“Hold Me Tight” – Boek van Dr. Sue Johnson over emotiegericht relatiewerk en de kracht van veilige communicatie.

Houd me vast Ebook Tooltip Ebooks kunnen worden gelezen op uw computer en op daarvoor geschikte e-readers. zeven...
★★★★★
Op basis van de Emotionally Focused Couple Therapy geeft dr. Sue Johnson tips voor een veilige en hechte relatie. Dat willen we toch allemaal? Dr. Sue Johnson schreef Houd me vast, een bestseller voor relatietherapeuten en stellen die aan hun relatie willen werken. We zijn allemaal op zoek naar...
€10,99
Bekijk
Waarom is zelf verse iced tea (met losse thee) maken écht de moeite waard?
Iced tea is de ultieme dorstlesser op zonnige dagen. Bijna iedereen heeft wel eens een koude, verfrissende slok genomen en gedacht: “Dit is zomer in een glas!” Maar als we het hebben over iced tea, denken we vaak aan de suikerbommetjes uit de supermarkt. Gelukkig kan het ook anders. Zelf iced tea maken met losse thee is niet alleen leuk, maar ook superlekker, gezonder en duurzamer. In dit artikel ontdek je waarom het zéker de moeite waard is om je eigen verfrissende drankje te brouwen, en hoe je dat het beste aanpakt.
1. De magie van losse theeMeer smaak, meer kwaliteit
Het grote voordeel van losse thee ten opzichte van theezakjes zit ‘m in de kwaliteit van de theebladeren. Losse thee bestaat vaak uit grotere, volle bladeren en bevat meer smaak, aroma en antioxidanten. Bij veel theezakjes vind je juist fijngemalen restjes, wat de smaak minder intens maakt. Wanneer je van die hoogwaardige losse theebladeren een ijskoude infusie maakt, proef je meteen het verschil: een rijke smaak met verrassende nuances die je niet verwacht in een ‘doorsnee’ icetea.
Ontdek een wereld aan variatie
Wat het nog spannender maakt, is dat er eindeloos veel soorten losse thee zijn. Denk aan witte thee, groene thee, oolong, zwarte thee of zelfs exotische bloesemmixen en kruidenthee. Elke theesoort heeft een eigen karakter en smaakprofiel. Groene thee kan wat grassig en lichtzoet zijn, terwijl zwarte thee krachtiger en voller van smaak is. Krijg je de smaak te pakken? Dan kun je zelf gaan experimenteren met toevoegingen als bloemen (kamille, hibiscus), kruiden (munt, lavendel) of specerijen (kaneel, kardemom) om je iced tea een eigen twist te geven.
Geen ‘stoffige’ afdronk
Bij sommige theezakjes proef je wel eens een licht stoffige nasmaak. Dit komt deels doordat de thee heel fijngemalen is en er soms zelfs theestof (theedust) gebruikt wordt, wat minder verfijnd is in geur en smaak. Met losse theebladeren heb je dat probleem veel minder. Je proeft veel eerder pure thee in plaats van een ‘kartonnige’ bijsmaak. Het resultaat is een veel schonere, heldere en vooral lekkerdere basis voor je iced tea.
Suikervrij of net zoet? Jij kiest
Kant-en-klare ijsthee uit de supermarkt zit vaak bomvol toegevoegde suikers of synthetische zoetstoffen. Zelf maken betekent dat je volledig zelf in de hand hebt hoeveel suiker of zoetmiddel je toevoegt. Wil je graag een beetje zoet? Dan kun je kiezen voor natuurlijke alternatieven als honing, agavesiroop, kokosbloesemsuiker of gewoon vers fruit. Zin in een suikervrij drankje? Dan laat je alle zoetmiddelen achterwege. Zo bepaal je precies de voedingswaarde én de smaak van je drankje.
Met liefde voor je gezondheid
Thee staat bekend om zijn antioxidanten, zoals polyfenolen en catechines. Deze stofjes kunnen bijdragen aan een betere weerstand, een gezonder hart en een betere algehele gezondheid. In bepaalde theesoorten—vooral groene en witte thee—zitten extra veel antioxidanten die de strijd aangaan met vrije radicalen in je lichaam. Wanneer je zelf iced tea maakt, behoud je deze gezonde stoffen beter, zeker als je de thee niet te lang laat trekken en hem niet kookt. (Te hoge temperaturen kunnen de delicate antioxidanten afbreken, vooral in groene en witte thee.)
Geen kunstmatige toevoegingen
Bij het maken van je eigen iced tea bepaal je dus zélf wat erin gaat. Geen kunstmatige smaakversterkers, kleurstoffen of conserveermiddelen. Zo houd je je drankje puur en fris. Ook voor mensen met bepaalde voedselgevoeligheden of allergieën kan dit een verademing zijn. Je weet exact wat je binnenkrijgt, en je kunt alles tot in de puntjes finetunen, zonder nare verrassingen achteraf.
Bespaar op verpakkingen
Naast het feit dat het gezonder is, is zelf iced tea maken ook een duurzame optie. In de supermarkt vind je talloze plastic flessen en blikjes. Veel daarvan belanden uiteindelijk bij het afval. Door zelf iced tea te maken, gebruik je herbruikbare flessen, potten of karaffen. Zo bespaar je flink wat verpakkingsafval en draag je een steentje bij aan een schoner milieu.
Lange houdbaarheid zonder fratsen
Het mooie aan zelfgemaakte iced tea is dat je het een paar dagen in de koelkast kunt bewaren, zeker als je hygiënisch te werk gaat. Je hebt dus geen conserveermiddelen nodig om je drankje langer houdbaar te maken. Maak bijvoorbeeld in het weekend een flinke portie; zo heb je de hele week een gezonde dorstlesser klaarstaan. Ook dit is beter voor je portemonnee, want je hoeft niet meer elke keer apart blikjes of flesjes aan te schaffen.
Van lokale markt tot in je glas
Als je bijvoorbeeld verse kruiden of fruit wilt toevoegen, kun je die lokaal inkopen. Zo ondersteun je plaatselijke boeren of winkels, en weet je zeker dat je ingrediënten vers zijn. Munt, gember, citroen, limoen, bessen of andere seizoensvruchten: allemaal perfecte smaakmakers voor je iced tea die je vaak zo van de markt mee kunt nemen. Verser dan dat wordt het niet!
Stap 1: Kies je thee en zet ‘m extra sterk
Het maken van iced tea is niet moeilijk. Het belangrijkste is dat je begint met een smaakvolle basis. Kies een goede losse thee waarvan je denkt dat ‘ie ook koud lekker is. Een algemene vuistregel is dat je je thee iets sterker zet dan normaal, omdat de smaak afgezwakt kan worden door het afkoelen en het toevoegen van ijsblokjes. Als je normaal 1 theelepel losse thee op een kopje gebruikt, ga dan voor 1,5 theelepel voor iced tea. Zo behoud je de uitgesproken smaak.
Stap 2: Let op je watertemperatuur en trektijd
Zet je groene of witte thee niet met kokend water, want dat kan de smaak bitter maken en belangrijke antioxidanten afbreken. Check de aanbevolen watertemperatuur op de verpakking van je thee. Meestal is dat zo’n 80 °C voor groene en witte thee, en 95-100 °C voor zwarte thee en kruidenthee. Trek de thee volgens de richtlijnen (meestal 2 tot 5 minuten), maar proeven is de allerbeste graadmeter.
Stap 3: Koelen, zoeten, extra’s toevoegen
Na het trekken kun je de thee het beste eerst op kamertemperatuur laten afkoelen en vervolgens in de koelkast zetten. Roer er eventueel een beetje zoetstof door als je dat wilt (doe dat het liefst als de thee nog warm is, dan lost het makkelijker op). Gebruik je liever vers fruit om zoetheid te geven? Voeg dan bijvoorbeeld partjes sinaasappel, schijfjes citroen of een handje verse bessen toe. Je iced tea krijgt dan automatisch een subtiele fruitsmaak zonder toegevoegde suikers. Versgemalen gember of een takje munt kan ook heerlijk zijn voor wat extra pit of frisheid.
Stap 4: Serveer met flair
Nu komt het leuke gedeelte: serveren! Vul een groot glas met ijsblokjes en schenk de koude thee eroverheen. Maak het af met een schijfje citrus en een takje verse kruiden. Wil je helemaal indruk maken? Voeg dan een eetbaar bloemetje toe, denk aan een bloemetje van de Oost-Indische kers of viooltjes (let wel op dat ze onbespoten zijn). Dat ziet er superhip uit en is helemaal Instagrammable.

#1 Beoordeeld
Cold Brew theepakket - Thee.be
Een pakket boordevol heerlijke theetjes om koud te zetten.
€62,50
Bekijk

Iced Tea Pakket - Thee.be
Een pakket van blends en infusies die heerlijk zijn als iced tea.
€46,00
Bekijk
Een momentje van ontspanning
Wat veel mensen vaak vergeten: thee zet je niet alleen om ‘snel-snel’ iets te drinken, maar ook als een vorm van ontspanning en zelfzorg. Zeker als je er wat tijd en aandacht aan besteedt. Het ritueel van water opwarmen, je favoriete losse thee uitkiezen, geuren opsnuiven en de perfecte balans vinden tussen zoet, zuur en bitter… het geeft een rustgevend gevoel. Het maakt de hele ervaring net dat beetje extra bijzonder. Een momentje me-time in een drukke wereld, of juist een gezellige activiteit om met vrienden te delen.
Daarnaast zorgt het maken van je eigen iced tea vaak voor een gevoel van trots en voldoening. Je proeft niet alleen dat je iets lekkers hebt gemaakt, maar je hebt ook echt het idee dat je je lichaam iets goeds geeft, zonder onnodige toevoegingen. Het is zowat de ultieme win-win.
Tips & tricks voor beginnersProbeer ‘cold brew’: in plaats van hete thee die je laat afkoelen, kun je je losse thee ook laten trekken in koud water. Dit kan zes tot acht uur (of een nachtje) in de koelkast. Zo krijg je een nog zachtere smaak zonder bitters.Zoek de balans: experimenteer met de perfecte theesterkte en trektijd. Te lang trekken kan zorgen voor een bittere smaak, terwijl te kort trekken een waterig resultaat geeft.Gebruik goede ijsblokjes: klinkt misschien als een open deur, maar de kwaliteit van je ijsblokjes kan het verschil maken. IJsblokjes met bijvoorbeeld een (fruit)infusie erin of ijsklontjes gemaakt van thee zelf (zodat je iced tea niet verwatert) kunnen handig zijn.Wees niet bang voor gekke combinaties: van ananas tot basilicum en van roze peperkorrels tot rozenblaadjes—er zijn zoveel mogelijkheden. Zolang jij het lekker vindt, is het goed!Een bewuste, smaakvolle keuzeZelf verse iced tea maken met losse thee is een heerlijke manier om gezond, duurzaam én creatief bezig te zijn in de keuken. Je bepaalt zelf hoeveel suiker je toevoegt, welke smaken je combineert en hoe intens je de thee wilt hebben. Bovendien kun je er duurzaam mee omgaan door minder verpakkingen te gebruiken en zelf de beste ingrediënten te selecteren. Je leert nieuwe smaken kennen, je geniet van het proces en bovenal: je eindigt met een superlekker glas iced tea dat net even anders (en beter) smaakt dan de kant-en-klare varianten uit de supermarkt.
Dus waar wacht je nog op? Zet de waterkoker aan, kies je favoriete losse thee en maak een mooie karaf ijskoude dorstlesser. Het kost misschien een paar minuutjes langer dan een kant-en-klare fles openmaken, maar het resultaat—zowel in smaak als in gezondheidsvoordelen—is het dubbel en dwars waard.
(Onthoud: hoewel thee over het algemeen gezond is, kunnen sommige theesoorten of toevoegingen niet geschikt zijn voor iedereen. Bij twijfel kun je altijd advies inwinnen van een voedingsdeskundige of je huisarts.)
February 24, 2025
Groene bladgroenten: een cruciaal onderdeel van een gezond dieet
Groene bladgroenten: een cruciaal onderdeel van een gezond dieet. Deze simpele zin klinkt bijna als een vertrouwde wijsheid die je al eens van je oma hebt gehoord, en ik ben ervan overtuigd dat er veel waarheid in schuilt. Ervaringen in mijn eigen keuken hebben me laten zien dat er iets bijzonder weldadigs schuilt in bijvoorbeeld spinazie of boerenkool. Soms voel ik me net een chef die met een toverstaf zwaait wanneer ik weer een lading verse bladeren in de pan gooi. Ze hebben een frisse, bijna speelse smaak die me altijd een energiek gevoel geeft. Ik maak er graag een grapje over dat mijn spieren zich direct sterker voelen na een bord vol bladgroenten, al is dat natuurlijk wat overdreven.
Toch ben ik ervan overtuigd dat er iets speciaals gebeurt als je meer groene bladeren eet. Het is net alsof je een bron van voedingsstoffen ontdekt waar je lichaam al die tijd op heeft gewacht. En ja, soms vertel ik vol enthousiasme aan vrienden dat ik heus niet alleen op salades leef, maar dat ik die salades wel beschouw als een soort groene ankers in mijn dagelijkse voedingspatroon. Op feestjes grap ik weleens dat ik mijn gezondheid “behoorlijk dankbaar” ben voor het bestaan van sla, snijbiet en andijvie.
Er kleeft ook een soort nostalgie aan deze blaadjes. Misschien komt het doordat veel mensen al vroeg in hun leven kennis maken met iets als spinazie, maar het is alsof groene bladgroenten een vertrouwde plaats innemen op ons bord. In mijn beleving kan een groene maaltijd warmte en geborgenheid geven. Het zijn niet alleen maar blaadjes, het is een vertrouwd onderdeel van wie wij zijn en hoe we eten. Dat brengt me op het feit dat het nuttig is om de eigenschappen van deze groenten eens van dichterbij te bekijken. Waarom zijn ze zo’n belangrijk onderdeel van wat we eten, en hoe kan iemand daar in de praktijk van profiteren? Hieronder staat een uitgebreid overzicht van de voordelen, enkele keukentips en mijn eigen gedachten die in de loop van de tijd zijn ontstaan.
Wat maakt groene bladgroenten bijzonder?Groene bladgroenten vallen op door hun intens groene kleur, hun vaak zachte bladeren en hun veelzijdigheid in allerlei gerechten. Ik denk weleens dat deze kleur bijna symbool staat voor een levenskracht die ons lichaam heel goed kan gebruiken. Vers geplukte spinazieblaadjes of een krop knapperige sla hebben iets verkwikkends. Die frisheid is niet alleen fijn voor het oog, maar geeft me ook het idee dat ik iets waardevols binnenkrijg. Velen hebben wel eens gehoord dat deze groenten rijk zijn aan vitamines en mineralen. Toch is het zinvol om te kijken naar wat er precies in zit en waarom dat invloed heeft op ons welzijn.
Veel groene bladgroenten bieden een combinatie van vitamine K, vitamine A, vitamine C en foliumzuur. Dat zijn voedingsstoffen die het lichaam helpen bij verschillende processen, zoals het behoud van sterke botten, een goede weerstand en een gezond gezichtsvermogen. Mijn moeder zei vroeger al dat ik “me als Popeye” zou voelen als ik spinazie at. Dat beeld is misschien wat overdreven, maar er zit wel een kern van waarheid in. Er zit namelijk ijzer in spinazie, dat het zuurstoftransport in het lichaam ondersteunt. Daar komt nog bij dat bladgroenten vaak vezels leveren die gunstig zijn voor de spijsvertering. Zo’n zachte, groene salade kan dus verrassend ondersteunend zijn voor je darmen.
Wat ik opvallend vind, is dat deze groenten meestal een laag caloriegehalte hebben, terwijl ze toch een verzadigd gevoel kunnen geven. Hierdoor kunnen ze mensen helpen die graag letten op hun gewicht, zonder dat ze zich uitgeput voelen. Ik hoor vaak van anderen dat ze bang zijn om trek te houden als ze een maaltijdsalade eten, maar als je naast de groene bladeren bijvoorbeeld bonen, zaden of noten toevoegt, creëer je al snel een heerlijk vullende maaltijd. Dat is als het ware een handreiking naar een uitgebalanceerde eetwijze.
Bovendien vind ik het fijn dat er zoveel variatie mogelijk is. In de supermarkt zie ik paksoi, snijbiet, rucola, andijvie en nog veel meer. Die diversiteit is bijna als een palet aan smaken. De een proeft pittig en nootachtig (zoals rucola), de ander is eerder mild en zacht (zoals veldsla). Dit maakt het makkelijker om regelmatig af te wisselen en je maaltijd aantrekkelijk te houden. Persoonlijk ga ik graag voor romaine sla met wat tomaat, komkommer en een scheutje olijfolie. Maar ik houd ook van gegrilde snijbiet met wat kruiden. Ik beschouw het als een klein experiment in de keuken, waardoor ik telkens weer iets nieuws ontdek.
Een kijkje in mijn eigen kookpanEr is een periode geweest waarin ik spinazie uitsluitend at als ik iets klassieks wilde klaarmaken, zoals spinazie met room en wat nootmuskaat. Tegenwoordig durf ik veel creatiever te zijn. Mijn geliefde wokpan komt vaak op tafel, en daar laat ik graag een royale handvol bladgroente in slinken. Ik voeg misschien wat knoflook en ui toe, af en toe een tomaatje of een snufje chilivlokken. Terwijl het geheel warm wordt, zit ik stiekem te genieten van de heerlijke geur. Soms maak ik er grappen over dat mijn buren de geur tot in hun woonkamer moeten ruiken, al is dat natuurlijk een tikkeltje overdreven.
Zelf ben ik dol op wraps gevuld met geroerbakte groente en een beetje feta. Het voelt als een snelle maaltijd, maar toch krijg ik allerlei waardevolle stoffen binnen. Ik probeer in zo’n gerecht ook altijd wat kleur te combineren, bijvoorbeeld met paprika of wortel, zodat ik het idee heb dat mijn bord net een artistiek plaatje wordt. Ik merk dat ik met een paar subtiele aanpassingen in mijn recepten al snel meer variatie krijg in smaak en textuur. Zo vond ik laatst in de groentela nog wat cherrytomaatjes die wel op mochten. Ik gooide ze in de pan samen met spinazie en bruine bonen. De smaak was zo fijn dat ik eigenlijk dacht: “Waarom heb ik dit niet eerder geprobeerd?”
Een ander voorbeeld is mijn voorliefde voor soep. Ik vind het heerlijk om een flinke pan soep te maken die ik over meerdere dagen kan eten. Een lichte groentesoep kan makkelijk verrijkt worden met een handjevol babyspinazie, dat dan net op het laatst wordt toegevoegd zodat het mooi groen blijft. Dat geeft zowel kleur als voedingswaarde. Of wat te denken van een bouillon met andijvie? Sommige mensen kennen andijvie alleen in stamppot, maar in een soep is het verrassend zacht van smaak. Ik kreeg ooit een tip van een kennis die zei: “Probeer andijvie eens te blancheren en dan bij roerbaknoedels te gooien.” Die suggestie was een instant succes bij mij thuis.
Groene bladgroenten lenen zich verder voor allerlei culinaire avonturen. Ik vind het leuk om er pesto van te maken. In plaats van alleen basilicum kun je bijvoorbeeld rucola of spinazie gebruiken. Dat geeft een eigenzinnige twist. Wat pijnboompitten, een beetje knoflook, olijfolie en wat geraspte kaas erbij, en je hebt een saus die heerlijk is bij pasta of op een broodje. Het mooie is dat deze aanpak je laat zien hoe veelzijdig die groentesoort is, wat mij dan weer inspireert om verder te experimenteren. Ik voel me soms net een hobbykok die telkens nieuwe combinaties ontdekt.
Hoe kunnen groene bladgroenten meer vitaliteit geven?Er wordt vaak gesproken over de voedingswaarde van bladgroenten, maar ik vind het minstens zo interessant hoe ze bijdragen aan je energiepeil. Persoonlijk heb ik gemerkt dat ik me iets fitter voel op dagen dat ik meer van deze blaadjes eet. Misschien zit er een mentaal aspect aan, omdat ik het idee heb iets voedzaams te kiezen. Toch is het niet alleen een psychologisch trucje. Voedingskundigen wijzen graag op de aanwezigheid van foliumzuur, dat onder andere helpt bij de aanmaak van rode bloedcellen. Dat proces draagt bij aan een goede energiebalans in het lichaam. Ook de vitamine C in bijvoorbeeld boerenkool ondersteunt de weerstand en bevordert de opname van ijzer uit voeding.
Daarnaast is er een bijzondere rol weggelegd voor magnesium. Verschillende soorten bladgroenten bevatten dit mineraal, dat bijdraagt aan een normale werking van spieren en zenuwen. Ik zeg weleens quasi-grappend tegen vrienden dat bladgroenten me helpen “mijn rust te bewaren” in een drukke week. Of dat er een voelbaar effect is op mijn humeur. Of die link echt zo sterk is, durf ik niet met honderd procent zekerheid te zeggen, maar ik heb het idee dat er wel iets in zit. Een rustig gevoel kan in elk geval geen kwaad, denk ik dan.
Watergehalte speelt ook een rol in bladgroenten. Ze bestaan voor een groot deel uit water, wat helpt om voldoende gehydrateerd te blijven. Dat is een subtiel voordeel. Ik hoor vaker dat mensen vergeten om genoeg te drinken, en dan kan extra water uit groente enigszins bijdragen aan hun hydratatie. Daarbij zijn de vezels in de bladeren belangrijk om de spijsvertering soepel te laten verlopen. Vezels houden vocht vast en kunnen helpen bij een regelmatige stoelgang. Ik heb zelf gemerkt dat mijn buik minder van slag raakt als ik elke dag iets van sla of spinazie eet.
Een ander aspect is dat deze groenten vaak relatief weinig zout bevatten. Door verse bladgroenten in je maaltijd te verwerken, verminder je soms ongemerkt je inname van sterk bewerkte en zoute producten. Dat vind ik een kleine, maar niet onbelangrijke winst. Bovendien zijn er antioxidanten te vinden in diverse groene bladgroenten, zoals luteïne. Dat is een stof die in de ogen zit en mogelijk bescherming kan bieden tegen bepaalde vormen van achteruitgang in het gezichtsvermogen. Die combinatie van voedingsstoffen laat me telkens weer zien dat er iets krachtigs in dat bescheiden blaadje schuilt. Ik vind het bijna wonderlijk dat zo’n eenvoudig product zo’n brede invloed kan hebben.
Praktische ideeën voor dagelijkse maaltijdenHoewel ik weleens hoor dat mensen verveeld raken door sla, ben ik er stellig van overtuigd dat er tal van manieren zijn om bladgroenten te gebruiken. Een snelle manier is om ze gewoon te roerbakken met knoflook en een scheutje olie. Ik noem dat wel eens mijn “tien-minuten-methode”: een pan heet laten worden, wat fijngesnipperde ui en knoflook fruiten, daarna een flinke hoeveelheid groene blaadjes erbij en even kort meebakken. De smaak is eenvoudig, maar hartig en vullend. Soms doe ik er wat feta of Parmezaanse kaas bij voor extra pit. Als er restjes overblijven, schep ik die de volgende dag door een omelet, en heb ik ineens een heel ander gerecht.
Ik bedenk ook graag wat ik in een sandwich kan stoppen naast de gebruikelijke ham of kaas. Een laagje babyspinazie of wat rucola kan al een fijne toevoeging zijn. Vooral met hummus en gegrilde groente merk je meteen dat er meer textuur en smaak ontstaat. Een tip die ik wel eens deel met bekenden is om thuis iets vaker een saladebar-achtig tafereel neer te zetten. Met bakken gevuld met komkommer, tomaat, geraspte wortel, olijven, en natuurlijk een schaal vol verse bladgroenten. Als ieder gezinslid de vrijheid heeft om zijn eigen bord te samenstellen, wordt het avondeten opeens een stuk speelser en aangenamer. Zelfs kieskeurige eters pakken dan soms net iets meer sla of spinazie dan je zou verwachten.
Ik zeg ook niet dat je altijd een strikt recept nodig hebt. Soms is het leuk om impulsief te koken. Als ik paksoi of snijbiet in huis heb, kijk ik wat er nog in de keukenkastjes ligt. Misschien een blik linzen of kikkererwten? Voeg wat ui, kruiden en eventueel iets van een tomatensaus toe. Je creëert in korte tijd een bevredigend bord eten. Het feit dat bladgroenten zich zo soepel laten combineren, maakt ze bijna onmisbaar in mijn voorraad. Daarnaast heeft mijn vriezer altijd wel wat diepvriesspinazie paraat. Dat is handig voor een snelle pasta of als ik last-minute besluit een groene smoothie te maken.
Smoothies zijn overigens een prettige manier om extra groenten binnen te krijgen, al kun je de smaak het best wat balanceren met fruit. Een handje spinazie gemixt met banaan, wat yoghurt en een beetje water is een goede start. De groene kleur schrikt soms af, maar de smaak is vaak heel mild. Mijn neefje zei eens: “Ik wil geen groene sap,” maar na een paar slokjes was hij om. Het geeft me een soort trots gevoel om te zien dat je met een paar basisingrediënten zoiets voedzaams op tafel kunt toveren. Daarnaast vind ik het grappig als mensen verbaasd zijn dat ze niets bitters proeven.
Veelvoorkomende soorten en hun kenmerkenBij het woord ‘groene bladgroenten’ denken sommigen alleen aan spinazie, maar er is een breed scala aan opties. Sla komt in talloze varianten: botersla, eikenbladsla, ijsbergsla, romaine en nog meer. Elk type heeft een eigen textuur en smaak. Botersla is zacht en subtiel, ijsbergsla geeft een knapperige bite, en romaine is stevig en lichtzoet. Andijvie is eveneens bekend, zeker voor mensen die van Hollandse pot houden. Andijviestamppot is al jarenlang een klassieker in veel huishoudens, maar ik vind het minstens zo lekker om andijvie rauw door een salade te scheppen of kort te roerbakken met spekreepjes.
Snijbiet is een prachtig gezicht met zijn gekleurde stelen. De bladeren zelf zijn vaak donkerder en hebben een lichte, almost nootachtige smaak. Paksoi, die je vaak in Oosterse gerechten tegenkomt, is geliefd vanwege de zachte groene toppen en de licht knapperige witte stengels. Boerenkool, of “kale” zoals sommigen hem kennen, heeft die robuuste, gekrulde bladeren en een wat meer aardse smaak. Je kunt boerenkool koken in de stamppot, maar roerbakken of in de oven roosteren met wat olie en kruiden wordt ook steeds populairder. Zelf vind ik die krokante boerenkoolchips een heerlijke snack.
Een van mijn favorieten is rucola, dat een pittige, peperachtige smaak heeft. Het past bij veel gerechten die wat extra pit kunnen gebruiken. Ik strooi het graag over een pizza of bovenop een bord pasta, zodat de blaadjes net iets mee verwarmen en hun smaak vrijgeven. Veldsla doet het daarentegen prima in een frisse salade, met een zacht mondgevoel en een milde smaak. Ook zie ik soms postelein in de winkel liggen, met ronde, malse blaadjes die een lichtzurige toon hebben. Het zijn allemaal varianten die iets anders toevoegen aan je maaltijd.
In mijn ervaring is het prettig om elk seizoen een andere soort bladgroente uit te proberen. Zo blijf je geprikkeld om nieuwe recepten te ontdekken en krijg je de voordelen van elk type. Het bespaart je ook een eentonig eetpatroon. Sommigen starten misschien met spinazie in een smoothie, anderen gaan voor sla als basis in een maaltijdsalade. Hoewel ik zelf wel wat lacherig kan doen over mijn “groene verslaving,” merk ik dat het me helpt om mijn eetgewoonten in balans te houden. En als ik een keer zin heb in iets minder gezonds, dan voelt het als een geruststelling dat er meestal een bak sla in de koelkast staat, klaar om de boel een beetje te compenseren.
Groene bladgroenten vormen daarmee een krachtig onderdeel van wat je dagelijks eet. Ze geven niet alleen kleur en smaak, maar bieden ook een reeks voedingsstoffen. Ik zie het als een zacht duwtje in de goede richting. Telkens als ik mijn boodschappenlijstje samenstel, denk ik eraan om minstens één of twee soorten bladgroente toe te voegen. Op die manier verdeel ik hun voordelen over de hele week. En dat is geen statische regel, maar een prettige routine die ik heb ontwikkeld. Op den duur wordt het gewoon een vanzelfsprekend onderdeel van je leven, zoals water drinken of regelmatig bewegen. Zo bereik ik een vorm van balans die veel voldoening geeft, en die tegelijkertijd heel smakelijk kan zijn.
February 22, 2025
Hoe een agenda gebruiken om meer mentale rust in je dag te brengen
Een agenda wordt vaak gezien als een puur praktisch hulpmiddel: een plek waar afspraken, deadlines en taken netjes gerangschikt staan. Maar het kan veel meer zijn dan dat. Een goed gebruikte agenda is als een persoonlijke assistent, een mentale opruimer en een buffer tegen stress. De kunst is om hem zó in te zetten dat je hoofd niet voortdurend overloopt van to-do’s en losse flarden van gedachten. Een agenda biedt structuur, maar ook ademruimte—mits goed gebruikt.
Waarom een agenda meer is dan alleen een planningstoolVeel mensen vullen hun agenda met afspraken, maar vergeten de rest van hun tijd even bewust te plannen. Het gevolg? Een dag die propvol zit met verplichtingen, terwijl de eigen mentale rust ergens op de achtergrond verdwijnt. Het geheim van een agenda die écht helpt bij een rustige geest, zit ‘m in balans.
Een agenda biedt overzicht, en overzicht betekent controle. Als alles een vaste plek heeft—niet alleen vergaderingen, maar ook ontspanning, reflectiemomenten en pauzes—ontstaat er rust. Die rust is geen luxe, maar een noodzaak. Een vol hoofd kost energie, en een gebrek aan grip op de dag kan leiden tot uitstelgedrag en stress. Daarom is een agenda niet alleen een praktisch hulpmiddel, maar ook een manier om ruimte te scheppen voor jezelf.
Een goed ingerichte agenda voorkomt dat dagen als losse puzzelstukjes aanvoelen. Taken en verplichtingen komen in een logische volgorde te staan, waardoor je minder tijd verliest aan schakelen tussen verschillende bezigheden. En als er ruimte is voor adempauzes, voelt de dag minder opgejaagd.
Hoe voorkom je dat je agenda juist stress veroorzaakt?Een agenda moet een hulpmiddel zijn, geen extra bron van druk. Toch gebeurt het vaak dat mensen hun agenda zó vol plannen dat er geen enkele flexibiliteit overblijft. Dit leidt tot het beruchte gevoel dat er “geen tijd” is, terwijl het probleem eigenlijk is dat alles te strak op elkaar aansluit.
Het belangrijkste inzicht is dat een agenda geen gevangenis is, maar een leidraad. Er mag ruimte zijn voor spontane veranderingen, en er moet tijd zijn om even niets te doen. Dit betekent niet dat er lukraak gaten in de dag moeten vallen, maar wel dat er bewust ademruimte moet worden ingebouwd.
Eén van de meest voorkomende fouten is het plannen van taken zonder realistische inschatting van de tijd die ze kosten. Een vergadering van een uur lijkt overzichtelijk, maar als er geen buffer is voor voorbereiding en verwerking, stapelt de druk zich op. Dit is waarom sommige mensen het gevoel hebben dat ze altijd “achter de feiten aanlopen”.
Een andere valkuil is het plannen van té veel verschillende taken op één dag. Multitasking klinkt efficiënt, maar leidt in de praktijk vaak tot half afgewerkte to-do’s en een hoofd vol onafgeronde gedachten. Een betere aanpak is om bepaalde blokken in de agenda te reserveren voor gerichte focus op één type taak. Dit heet time blocking en werkt verrassend goed om rust en overzicht te creëren.
Hoe maak je een agenda die écht rust brengt?Een agenda werkt pas echt als hij meer is dan een opsomming van verplichtingen. Hij moet ruimte geven, structuur bieden en zorgen dat er geen constante mentale ruis is. Dit kan op verschillende manieren:
Plan niet alleen werk, maar ook pauzes en vrije tijd. Een agenda die enkel uit verplichtingen bestaat, voelt als een to-do-lijst in plaats van een hulpmiddel. Tijd voor koffie, een korte wandeling of gewoon een moment zonder scherm mag ook in de planning staan.
Gebruik kleurcodes of symbolen. Dit helpt om snel te zien welke afspraken of taken belangrijk zijn en welke meer flexibiliteit hebben. Een visueel onderscheid tussen werk, privé en ontspanning voorkomt dat alles op één hoop belandt.
Werk met vaste structuren. Bijvoorbeeld: de ochtenden voor geconcentreerd werk, de middagen voor meetings en de avonden voor ontspanning. Dit voorkomt dat de dag chaotisch aanvoelt en helpt de energie beter te verdelen.
Plan bewust lege ruimte in. Dit klinkt contra-intuïtief, maar ruimte voor het onverwachte voorkomt dat je dag meteen ontspoort als er iets extra’s tussendoor komt.
Schrijf dingen op die je anders in je hoofd bewaart. Gedachten zoals “oh, ik moet straks nog dat ene mailtje sturen” nemen onbewust ruimte in. Door alles in de agenda of een notitie erbij te zetten, blijft het hoofd leger.
Deze technieken samen zorgen ervoor dat de agenda niet alleen functioneel is, maar ook rustgevend werkt.

#1 Beoordeeld
‘agenda vrouw’ in Agenda's
€9,50
Bekijk

Een van de beste manieren om een agenda effectiever te maken, is door te werken met tijdsblokken in plaats van losse taken. Dit betekent dat niet elke taak apart in de agenda staat, maar dat er blokken van tijd worden gereserveerd voor bepaalde soorten werk.
Bijvoorbeeld: een blok van 10:00 tot 12:00 voor creatieve taken, een blok van 14:00 tot 15:30 voor administratie, en een blok van 16:00 tot 17:00 voor e-mails en communicatie. Dit voorkomt dat er constant geschakeld moet worden tussen verschillende soorten taken, wat cognitief vermoeiend is.
Het grote voordeel van tijdsblokken is dat het makkelijker wordt om de dag in overzichtelijke stukken op te delen. Het voorkomt dat er een eindeloze lijst met taken blijft staan waar je nooit helemaal doorheen komt. Bovendien geeft het een gevoel van controle: binnen een bepaald tijdsblok is er rust, omdat je weet dat je niet hoeft te multitasken.
Een bijkomend voordeel is dat het helpt om bewuster met energie om te gaan. Sommige taken vereisen diepe focus en werken beter in de ochtend, terwijl andere juist prima in de middag kunnen worden ingepland. Door hier rekening mee te houden, voelt de dag minder uitputtend.
Wat als je moeite hebt om je agenda vol te houden?Een agenda werkt pas als hij consequent wordt gebruikt. Toch kan het gebeuren dat plannen mooi op papier staan, maar in de praktijk niet worden gevolgd. Dit gebeurt vaak omdat er te weinig flexibiliteit in de planning zit, of omdat er simpelweg te veel taken in te weinig tijd worden gepropt.
De oplossing is om regelmatig terug te kijken: wat werkt, en wat niet? Soms blijkt dat bepaalde tijdsblokken te krap zijn, of dat er te weinig ruimte is voor spontane dingen. Door de agenda aan te passen op basis van ervaring, wordt hij steeds beter afgestemd op wat echt werkt.
Het helpt ook om vaste gewoontes te koppelen aan het gebruik van de agenda. Bijvoorbeeld: elke ochtend vijf minuten om de dag door te nemen, en elke avond kort terugkijken op wat is gedaan. Dit voorkomt dat de agenda een statisch document wordt en helpt om er actief mee bezig te blijven.
Een goed gebruikte agenda is een krachtig hulpmiddel om rust en structuur in de dag te brengen. Het gaat niet alleen om plannen, maar om grip krijgen op tijd en energie. Met een beetje oefening wordt een agenda niet een extra last, maar juist een bron van mentale rust.

#1 Beoordeeld
‘agenda vrouw’ in Agenda's
€9,50
Bekijk
Steffi Vertriest's Blog
- Steffi Vertriest's profile
- 8 followers
