Steffi Vertriest's Blog, page 2

March 25, 2025

Is sushi gezond? Ja, maar let op!

Sushi is wereldwijd geliefd om zijn compacte, kleurrijke vorm en verfrissende combinatie van smaken. Van klassiekers als maki en nigiri tot fusion rolls met mango of tempura: bijna iedereen heeft wel een favoriet. Maar hoe gezond is sushi nu eigenlijk? In dit artikel duiken we dieper in de belangrijkste ingrediënten, plus de voordelen en valkuilen van deze populaire Japanse lekkernij.

De basis van sushi: rijst, vis en zeewier

Hoewel sushi in vele vormen bestaat, draait het traditioneel om een paar hoofdingrediënten:

Sushirijst: speciale, plakkerige witte rijst die op smaak wordt gebracht met rijstazijn, zout en soms suiker.Vis of zeevruchten: vaak rauw (zoals zalm, tonijn) maar ook gaar (bijv. garnaal, krab) of vegetarische opties (avocado, komkommer, omelet).Zeewier (nori): het omhulsel van veel sushirollen, rijk aan mineralen.

Ook gember, sojasaus en wasabi zijn vaste begeleiders. Gember en wasabi bieden een pittige, frisse toets en hebben zelfs bepaalde antibacteriële eigenschappen. De vraag is vooral: welke voedingsstoffen leveren deze ingrediënten, en hoe passen ze in een gezond voedingspatroon?

Voordelen van sushiBron van eiwitten en gezonde vetten

De vis in sushi (met name vette vis zoals zalm of makreel) is een goede bron van omega-3-vetzuren. Deze vetzuren spelen een belangrijke rol bij hart- en vaatgezondheid, ontstekingsremming en de werking van je hersenen. Ook magere vis, zoals tonijn, biedt hoogwaardige eiwitten die helpen bij spieropbouw en allerlei andere processen in je lichaam.

Vitamines, mineralen en antioxidanten

Groenten en zeewier (nori) brengen een scala aan micronutriënten mee:

Zeewier: bevat jodium, ijzer en andere sporenelementen. Let wel op: te veel jodium kan ook problematisch zijn, dus variatie is belangrijk.Gember: bekend om zijn ontstekingsremmende eigenschappen, kan bijdragen aan een goede spijsvertering.Groenten (avocado, komkommer, wortel): leveren vezels, vitaminen (bijv. vitamine C, K) en mineralen.

Met andere woorden, als je een selectie van verschillende soorten sushi neemt—bijvoorbeeld met vette en magere vis, wat vegetarische rolletjes en zeewier—kun je een heel palet aan voedingsstoffen binnenkrijgen.

Meestal licht en gemakkelijk verteerbaar

In vergelijking met veel andere take-out-opties (zoals pizza, gefrituurde snacks of zware pasta’s) is sushi doorgaans relatief licht. De porties zijn compact, en je kunt ze verspreid eten, waardoor je niet zo snel overvol raakt. Bovendien geeft het gebruik van rauwe vis een frisse smaak en textuur zonder al te veel extra vet of zout.

sushi

Aandachtspunten en valkuilenVeel witte rijst (en soms suiker)

Sushirijst is witte rijst—en die wordt op smaak gebracht met rijstazijn, zout en vaak (een kleine hoeveelheid) suiker. Daardoor kan het koolhydraatgehalte snel oplopen, zeker als je veel sushi eet. Vergeleken met zilvervliesrijst (volkorenrijst) bevat witte rijst minder vezels, dus je verzadigingsgevoel kan sneller verdwijnen, en je bloedsuikerspiegel kan vlotter stijgen.

Sommige sushirestaurants en -supermarkten bieden “brown rice sushi” of quinoa sushi aan; dat kan een gezondere optie zijn als je let op vezelinname.

Portiecontrole

Sushi eet je vaak in hapklare rolletjes. Het gevaar is dat je ongemerkt een groot aantal stukjes wegwerkt, vooral als je erg houdt van de smaak of als je in een “all you can eat”-formule zit. Elke rol bevat toch weer een combinatie van rijst en mogelijk vette ingrediënten (bijv. mayonaise, tempura). Zo kan het calorieaantal oplopen.

Porties als “sushi burrito” of “giant rolls” hebben soms meer rijst en saus dan je denkt. Laat je dus niet misleiden door het relatief kleine formaat; in totaal kunnen de calorieën aantikken.

Zout en sausjes

Sojasaus is erg zout, en je dompelt je sushi er vaak royaal in. Beperk daarom de hoeveelheid: besprenkel liever een beetje over je rolletje dan het helemaal te doordrenken. Ook speciale sauzen (bijv. spicy mayo of teriyakisaus) kunnen veel suiker of vet bevatten. Zo worden je “gezonde” rolletjes toch minder verantwoord.

Kwetsbaarheid voor besmettingen

Omdat sushi vaak met rauwe vis wordt gemaakt, is er een risico op bacteriële of parasitaire besmettingen (bijv. Anisakis). Als je een verminderde weerstand hebt of zwanger bent, kan het beter zijn om voorzichtig te zijn met rauwe vis of te kiezen voor gare varianten (zoals gegrilde zalm, ebi tempura, of helemaal vegetarische opties). Zorg er sowieso voor dat je sushi haalt bij een betrouwbare bron, waar hygiënestandaarden hoog zijn.

Tips om sushi gezond te houdenVarieer in vissoorten en groente: kies niet alleen voor vette zalm, maar ook voor tonijn, witvis of vegetarische rolls met avocado en komkommer. Zo krijg je een mix van eiwitten, vetten en micronutriënten.Beperk de sojasaus: gebruik light sojasaus (met minder zout) of doop je sushi kort in een klein schaaltje, in plaats van de hele rol te laten vollopen met sojasaus.Pas op met gefrituurde elementen: tempura of krokante uitjes bovenop sushi zijn smakelijk, maar brengen extra vet en calorieën mee. Balanceer dit door ook “gewone” rollen te nemen en niet alleen de gefrituurde specials.Let op je porties: bestel niet te veel in één keer, maar proef rustig. Het duurt even voordat je hersenen doorhebben dat je genoeg hebt gegeten.Kies voor volkoren opties (indien mogelijk): als een sushitoko bruine rijst of quinoa-varianten aanbiedt, kan dat net wat extra vezels opleveren.

sushi gezondheid

Redelijk gezond, mits met mate en mindful

Over het algemeen kun je zeggen dat sushi een best gezonde keuze kan zijn, vooral omdat het eiwitrijk (dankzij vis of vegetarische eiwitbronnen) en relatief vetarm is, met uitzondering van vette vis die juist de gezonde omega-3-vetten bevat. De zeewier en verse groenten voegen extra voedingsstoffen toe, en de hoeveelheden zijn doorgaans goed te doseren.

Toch schuilen er valkuilen: de vele rijst (met suiker), het hoge zoutgehalte in sojasaus en eventuele gefrituurde of mayonaise-rijke elementen kunnen de balans verstoren. Daarnaast is het wel belangrijk op de hygiëne te letten, zeker als je vaker rauwe vis eet.

En dus: sushi kan deel uitmaken van een gezond dieet, zolang je rekening houdt met kwaliteit, variatie en portiegrootte. Geniet met mate, en combineer het bij voorkeur met andere voedingsmiddelen die vezelrijk zijn (volkoren rijst, salades) en niet te veel zout of suiker bevatten. Zo heb je een uitgebalanceerde maaltijd die niet alleen lekker, maar ook voedzaam is.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on March 25, 2025 00:50

March 14, 2025

Concentratieverlies en prikkelbaarheid: deze twee gaan hand in hand

Ken je dat gevoel dat je je maar moeilijk kunt focussen, terwijl elk klein geluidje je irriteert? Of dat je, na een lange werkdag, kortaf reageert op de mensen om je heen en je gedachten steeds afdwalen? Dit zijn signalen van een overbelast hoofd en lichaam, en ze komen vaker voor dan je denkt. Concentratieverlies en prikkelbaarheid gaan in veel gevallen hand in hand. Ze kunnen elkaar zelfs versterken: hoe minder je je kunt focussen, hoe geïrriteerder je wordt—en hoe geïrriteerder je raakt, hoe minder je je kunt concentreren. Maar hoe ontstaat dat precies, wat zijn de oorzaken en, vooral, hoe doorbreek je deze negatieve cirkel?

Hoe concentratieverlies en prikkelbaarheid met elkaar verbonden zijn

Voor je naar oplossingen zoekt, is het goed te begrijpen hoe die verminderde concentratie en prikkelbare stemming elkaar in stand houden. Het mechanisme is vaak subtiel, maar wel heel herkenbaar als je er eenmaal oog voor hebt.

Wanneer je brein overuren draait

Concentratie vraagt om mentale rust en een zekere “buffer” in je hoofd. Als je brein vol zit met to-do’s, zorgen, deadlines of sociale verplichtingen, blijft er minder ruimte over voor gerichte aandacht. Dat gemis aan focus leidt tot fouten of langzamer werken, waardoor je gefrustreerd raakt. En die frustratie vertaalt zich vervolgens weer naar een prikkelbare reactie op kleine dingen: een onschuldig telefoontje of een collega die nét een vraag stelt terwijl je niet kunt opletten, kan dan voelen als een enorme ergernis.

Bovendien kost het continu corrigeren van fouten (door je beperkte focus) extra energie, waardoor je vermoeid raakt. Die vermoeidheid werkt prikkelbaarheid verder in de hand. Zo beland je in een vicieuze cirkel van negatieve emoties, weinig focus en steeds meer irritatie, wat kan leiden tot stress en zelfs burn-outachtige klachten als je het te lang negeert.

Emoties en cognitieve functie

Emotionele stress, angst of somberheid kan je concentratie ernstig beïnvloeden. Je gedachten draaien dan voortdurend rond de zorgen die je hebt, wat je cognitieve functie aantast. Je hebt minder “mentale bandbreedte” om je te richten op de taak die voor je ligt. Tegelijkertijd kunnen die onopgeloste emoties zorgen voor een kort lontje, waardoor je sneller uitvalt tegen mensen in je omgeving of je ergernis bij het minste geluid al omhoogschiet.

Wetenschappelijke studies laten zien dat stresshormonen (zoals cortisol) op de lange termijn niet alleen je stemming, maar ook je prefrontale cortex (belangrijk voor planning en concentratie) kunnen aantasten. Dat is eigenlijk het lichamelijke bewijs voor iets wat we intuïtief al aanvoelen: als je steeds onder hoogspanning staat, lijdt je vermogen om helder te denken en rustig te blijven daar direct onder.

stress op het werk

Mogelijke oorzaken van concentratieverlies en prikkelbaarheid

Hoe kan het dat de een vrijwel onbewogen door een drukke week komt, terwijl een ander al na twee dagen stuitert van ergernis en onrust? Natuurlijk spelen ook persoonlijke factoren een rol (denk aan aanleg, opvoeding en veerkracht). Maar er zijn veel voorkomende oorzaken die een rol kunnen spelen bij dit duo van slecht kunnen focussen en snel geïrriteerd raken.

1. Overbelasting en te weinig pauzes

We leven in een tijd waar we continu “aan” staan: smartphones, e-mails, deadlines, sociale media… De grens tussen werk en privé vervaagt en je brein krijgt weinig kans om even in de ruststand te gaan. Te veel prikkels en te weinig hersteltijd zorgen ervoor dat je wilskracht en cognitieve reservecapaciteit slinken. Met als resultaat: je kunt je moeilijk concentreren op wat écht belangrijk is, en je irritatiedrempel duikt razendsnel omlaag.

2. Gebrek aan slaap of kwalitatieve rust

Concentratie en stemming zijn sterk gelinkt aan de kwaliteit en kwantiteit van je slaap. Kort gezegd: als je niet voldoende slaapt, of als je slaap van slechte kwaliteit is (bijvoorbeeld door vaak wakker te worden), herstel je hersenen onvoldoende. Daardoor ben je overdag minder alert en emotioneel kwetsbaarder. Slecht of weinig slapen kan in een mum van tijd leiden tot concentratieproblemen én een kort lontje.

3. Stress en angst

Stress, of je nu werkgerelateerd of privégerelateerd is, leidt tot een verhoogde productie van cortisol en adrenaline. Deze hormonen houden je lichaam in staat van paraatheid. Prima als er acuut gevaar dreigt, maar funest als het chronisch aanwezig is. Je lichaam en geest raken als het ware “overbelast,” waardoor je alertheid niet meer tot concrete focus leidt, maar eerder tot frustratie en vermoeidheid. Angst (voor falen, voor problemen) zorgt er bovendien voor dat je gedachten voortdurend afdwalen naar rampscenario’s of mogelijke uitkomsten. Dat maakt het lastig om je aandacht te richten op de taak die voor je ligt.

4. Onverwerkte emoties of conflicten

Als er iets in je leven speelt dat je emotioneel zwaar belast—een ruzie, relatieproblemen, rouw, of trauma—zal dat psychische energie blijven kosten tot je er bewust mee aan de slag gaat. “Wegduwen” heeft vaak een averechts effect: de emotie komt op onvoorspelbare momenten naar boven en kan zorgen voor prikkelbaarheid. Ondertussen spookt het in je hoofd, en dat ondermijnt je concentratie.

5. Leefstijlkeuzes (voeding, cafeïne, schermgebruik)

Soms zit de oorzaak in alledaagse gewoontes:

Voeding: te veel suikers, snelle koolhydraten of bewerkte voeding kan je bloedsuikerspiegel heen en weer laten schommelen, wat invloed heeft op je focus en stemming.Cafeïne: een kop koffie kan je helpen je te concentreren, maar te veel cafeïne kan je juist opgejaagd en prikkelbaar maken.Schermtijd: tot laat in de nacht scrollen en daarna slecht slapen door blauw licht en hersenoverstimulatie is niet bevorderlijk voor een relaxte ochtend — of voor je concentratie later op de dag.

doorbreken spiraal

Hoe doorbreek je deze negatieve spiraal?

De oorzaken van concentratieverlies en prikkelbaarheid zijn vaak complex, maar er zijn gelukkig ook veel aangrijpingspunten om het tij te keren. Soms heb je aan een paar simpele strategieën al genoeg om weer lucht te krijgen en rust te ervaren. In andere gevallen vraagt het om meer ingrijpende veranderingen in je leefstijl of zelfs professionele hulp. Hieronder vind je een aantal praktische tips om je op weg te helpen.

1. Bouw bewust rustmomenten in

Een overspoeld brein heeft hersteltijd nodig, net als een spier die je traint. Gun jezelf daarom gedurende de dag korte pauzes, ook als je het druk hebt. Sta even op van je bureau, loop een rondje, drink water of staar gewoon uit het raam. Dit lijkt contraproductief als je deadlines hebt, maar uit onderzoek blijkt dat regelmatige micro-pauzes juist de totale productiviteit én je stemming verbeteren. Je komt daarna frisser terug en kunt je beter focussen.

Ook andere vormen van rust, zoals meditatie, ademhalingsoefeningen of gewoon een keer offline gaan, kunnen wonderen doen. Heb je de mogelijkheid om tijdens je lunch even naar buiten te gaan? De frisse lucht en daglicht geven je hoofd letterlijk en figuurlijk zuurstof.

2. Richt je werkomgeving zo prikkelarm mogelijk in

Als geluiden of visuele prikkels je snel afleiden, loont het de moeite om een rustige werkplek te zoeken of te creëren. Draag bijvoorbeeld noise-cancelling koptelefoons als achtergrondgeluiden je storen. Ruim je bureau op, zodat je niet continu allerlei items in je gezichtsveld hebt. Probeer je notificaties op je telefoon en computer te minimaliseren, zodat je niet elk berichtje ziet binnenpoppen.

Daarnaast is het slim om je taken te structureren: werk in blokken (pomodoro-techniek bijvoorbeeld) en verdeel grote taken in kleine subtaken. Zo houd je beter overzicht en raak je minder gefrustreerd als je niet alles in één keer afkrijgt.

3. Werk aan je fysieke basis: slaap en voeding

Als je slaap niet op orde is, is alles lastiger. Streef naar 7-9 uur slaap per nacht, als dat haalbaar is in jouw situatie. Probeer een vast ritme te hanteren voor naar bed gaan en opstaan. Vermijd blauw licht (van schermen) in het uur voordat je gaat slapen, en zorg dat je slaapkamer donker, koel en stil is.

Qua voeding kun je kijken of je meer volwaardige producten binnenkrijgt — volkoren granen, eiwitten, gezonde vetten en vooral voldoende groente en fruit. Dat stabiliseert je bloedsuikerspiegel en geeft je lichaam de bouwstenen om alert te blijven zonder ongecontroleerde pieken en dalen.

Let ook op cafeïne en suikers. Een koffie in de ochtend kan prima werken, maar twee liter energiedrank of zes dubbele espresso’s per dag? Daar wordt niemand rustig en geconcentreerd van. Spreid je inname en kijk of je na een bepaalde tijd (bijvoorbeeld 14.00 uur) geen cafeïne meer neemt, zodat het je slaap niet verstoort.

4. Bewust omgaan met stress en emoties

Soms is prikkelbaarheid een signaal dat je emoties of zorgen aan het onderdrukken bent. Probeer te herkennen welke gedachten of gevoelens eronder liggen. Schrijf ze op in een dagboek, praat erover met iemand die je vertrouwt of overweeg professionele hulp als je merkt dat het je leven gaat beheersen.

Psychologische technieken als cognitieve gedragstherapie (CGT), mindfulness en ontspanningsoefeningen kunnen helpen om je gedachten te ordenen en negatieve spiralen te doorbreken. Bewustwording is daarbij stap één: als je merkt dat je brein weer afdwaalt in zorgen of irritatie, geef er dan (milde) aandacht aan in plaats van het weg te duwen.

5. Stel realistische verwachtingen en grenzen

De neiging tot perfectionisme en te hoge verwachtingen kan de druk enorm opvoeren. Als je jezelf te veel oplegt — op werk, thuis, in je sociale leven — is het logisch dat je op den duur vastloopt. Kijk of je je doelen kunt bijstellen. Geef openlijk aan dat je niet alles kunt doen als je een volle agenda hebt, durf “nee” te zeggen tegen verzoeken die niet urgent zijn.

Door realistische doelen te stellen en je grenzen te bewaken, verlaag je de kans op chronische overbelasting. Daarmee verminder je ook de kans op prikkelbare buien en “uitvalmomenten” wanneer iets je net te veel wordt.

van negatief naar constructief

Zo kom je verder: van negatief naar constructief

Concentratieverlies en prikkelbaarheid zijn klachten die veel mensen herkennen, zeker in onze snelle, digitale wereld. Maar er is ook goed nieuws: je bent niet machteloos. Door bewust met je leefstijl en (mentale) gewoontes om te gaan, kun je de balans stuk voor stuk herstellen. Het vergt misschien even wat aanpassingen en oefening, maar de beloning—meer rust in je hoofd én minder geïrriteerde reacties—is het absoluut waard.

Hieronder nog enkele extra tips om je op weg te helpen:

Schermvrije avond: plan minimaal één avond per week zonder laptop, smartphone of tv. Lees een boek, speel een spelletje of ga vroeg naar bed.Regelmatig sporten of bewegen: dit stimuleert de bloedtoevoer naar je hersenen, verlaagt je stresshormonen en maakt endorfines vrij. Allemaal positief voor je focus én stemming.Plan “vrije ruimte” in je agenda: dat is tijd waarin je niet “hoeft” te presteren, maar gewoon kunt ontspannen of iets creatiefs doen. Het voorkomt overvolle dagen die je uitputten.Check je ademhaling: bij stress en irritatie gaan we vaak oppervlakkig ademhalen. Een paar diepe ademhalingen kunnen direct kalmeren.Omring je met de juiste mensen: als je constant onderbroken wordt of je in een toxische sfeer verkeert, is het lastig om je stemming en focus in balans te houden. Als het kan, bespreek de situatie of zoek een andere werk- of leefomgeving.

Het feit dat je snel geïrriteerd bent en weinig focus hebt, is niet per definitie een zwakte. Het is eerder een waarschuwingslampje van je lichaam dat iets in je leefritme of emotionele huishouding aandacht vraagt. Door hier constructief mee om te gaan en steun te zoeken waar nodig, geef je jezelf de kans om weer meer mentale helderheid te ervaren — en meer geduld voor je omgeving.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on March 14, 2025 19:07

Zuurdesembrood: hoe maak je dat eigenlijk zelf?

Zuurdesembrood is de oudste vorm van gerezen brood. In plaats van gist uit een zakje, gebruik je een starter vol wilde gisten en melkzuurbacteriën om het deeg te laten rijzen. Dat geeft het brood zijn kenmerkende lichtzure smaak, stevige structuur en langere houdbaarheid. Maar hoe maak je nu zelf zo’n prachtig, ambachtelijk zuurdesembrood? In dit artikel nemen we je stap voor stap mee door het proces, van het aanmaken van een starter tot het afbakken van je vers geurende brood.

1. Wat heb je nodig?

Zuurdesembrood maken draait om een paar simpele ingrediënten, maar vraagt wel tijd en aandacht. Dit is de basis:

Bloem of meel (bijv. tarwebloem, (volkoren) speltmeel, of een combinatie)Water (bij voorkeur lauwwarm, en als het kan gefilterd of bronwater)Zout (fijn zeezout of keukenzout)Starter (ook wel moederdeeg of “levain” genoemd)

Daarnaast is het handig om een aantal hulpmiddelen in huis te hebben:

Een keukenweegschaal (nauwkeurig kunnen afwegen is erg belangrijk bij brood bakken)Een ruime mengkom of kneedkomEen deegkrabber of spatelEen theedoek, folie of andere manier om je deeg af te dekkenEen rijsmandje (optioneel, maar helpt wel voor vorm en vochtbalans)Een ovenschaal met deksel of een Dutch oven (voor het stomen van het brood in de oven)





IRONO Dutch Oven - Pan Gietijzer - 5 Liter - Gietijzeren Pan BBQ 5-delig -...



#1 Beoordeeld

IRONO Dutch Oven - Pan Gietijzer - 5 Liter - Gietijzeren Pan BBQ 5-delig - Multifunctionele Kookset - Braadpan Gietijzer met Deksellifter - Bakpan - Kookpan - Outdoor Cooking

Veelzijdige Gietijzeren Dutch Oven 5 Liter. Maak van koken een beleving met de traditionele IRONO Dutch Oven. Met de multifunctionele gietijzeren pan kun je alle kanten op. Zo behoren koken, braden, stoven, frituren, stomen en bakken...






€54,95

Bekijk







Grill Guru Cast Iron Dutch Oven - Gietijzeren pan met deksel - Medium 23cm




Grill Guru Cast Iron Dutch Oven - Gietijzeren pan met deksel - Medium 23cm

Maak je kamado nóg veelzijdiger met de Grill Guru Dutch Oven en maak overheerlijke soepen en stoofschotels.Pre-seasoned en gereed voor gebruik.De Grill Guru Cast Iron Dutch Oven Medium heeft een diameter van 23cm en ca. 3,8 liter inhoud






€52,43

Bekijk







AREBOS Dutch Oven Set - Pan Gietijzer - Gietijzeren Pan BBQ - 9-delig -...




AREBOS Dutch Oven Set - Pan Gietijzer - Gietijzeren Pan BBQ - 9-delig - Outdoor Kookset - Houten kist

[ALL IN ONE] De Dutch Oven Set van AREBOS kan met zijn eenvoudige ontwerp en uitgebreide functies worden gebruikt voor verschillende kookmethodes, bijv. braden, bakken, smoren, stoven en is ook perfect voor het raketfornuis. [UITGEBREIDE ACCESSOIRE...






€84,90

Bekijk







Dutch Oven Pan - Gietijzer - 25 cm




Dutch Oven Pan - Gietijzer - 25 cm

Een Dutch Oven is een gietijzeren pan die veelzijdig gebruikt kan worden. De pan kan gebruikt worden in de oven, op de barbecue en zelfs op open vuur! Je kan er mee bakken, braden, stoven, frituren en grillen. De dutch oven heeft een deksel met opstaande rand, waar...






€48,95

Bekijk







LUCAVITA® Broodpan - ⌀ 26cm - 5 Liter - Luxe Design - Emaille - Broodbakbol -...




LUCAVITA® Broodpan - ⌀ 26cm - 5 Liter - Luxe Design - Emaille - Broodbakbol - Broodbakpan - Gietijzeren Pan - Broodbakvorm - Braadpan - Dutch Oven - Cast Iron - Brood Bakken - Zuurdesem - Brood - Bakvormen - Bakvorm - Pizza - Oven - Beige

Maak perfect ambachtelijk brood en meer met de LUCAVITA® Broodbakbol. Dankzij het hoogwaardige geëmailleerde gietijzer geniet je van een uitstekende warmteverdeling en een gelijkmatige garing, ideaal voor brood, stoofpotten,...






€88,99

Bekijk




2. Starter maken

De basis van zuurdesembrood is de starter. Dit is een levend mengsel van bloem en water waarin wilde gisten en melkzuurbacteriën zich ontwikkelen. Je kunt het zelf kweken of bij iemand krijgen die al een starter heeft. Heb je nog geen starter? Dan kun je die zo maken:

Dag 1: Meng in een schoon potje 50 g bloem (bijv. half volkoren, half tarwebloem) met 50 ml water. Roer tot je een dik papje krijgt. Dek losjes af en zet op kamertemperatuur (20-25°C).Dag 2: Je ziet misschien nog weinig activiteit, maar roer het mengsel één keer per dag door. Voeg weer 25 g bloem en 25 ml water toe (ongeveer de helft van de hoeveelheid van dag 1) en roer goed.Dag 3-5: Elke dag “voed” je de starter door een deel van het mengsel eruit te halen (zodat je niet eindeloos veel krijgt) en opnieuw 25-50 g bloem en 25-50 ml water toe te voegen. Je ziet hopelijk belletjes ontstaan en het volume iets toenemen.Dag 5 en verder: De starter ruikt licht zuur of yoghurtachtig en bubbelt. Dit betekent dat je wilde gisten en bacteriën actief zijn. Vanaf nu kun je hem gebruiken. Als je niet dagelijks brood bakt, bewaar je de starter in de koelkast en “voer” je hem 1-2 keer per week.

Het creëren van een stabiele starter kan soms langer duren dan vijf dagen, dus raak niet ontmoedigd als je na een week nog niet veel activiteit ziet. Het kan twee weken of zelfs meer duren voor een écht krachtige starter. Houd vol en blijf regelmatig verversen!

3. Deeg bereiden (basisrecept)

Zodra je een actieve starter hebt, kun je beginnen aan het deeg. Hieronder vind je een beknopt basisrecept voor één gemiddeld brood. De exacte hoeveelheden en tijden kun je aanpassen aan je eigen smaak en routine.

Ingrediënten (voor ongeveer 1 brood)400 g tarwebloem (of een mix met volkoren/spelt)280 ml water (±70% hydratatie; kun je naar smaak aanpassen)80 g actieve starter (op kamertemperatuur en goed bubbelend)8-10 g zout (ca. 2% van de bloem)WerkwijzeAutolyse (optioneel, maar aan te raden)
Meng in een kom de bloem en het water (zonder zout en starter) tot een grof deeg. Dek af en laat ongeveer 30 minuten tot 1 uur rusten. Dit heet “autolyse,” waarbij de bloem al vocht opneemt en gluten vormen. Zo krijg je een beter kneedbaar deeg.Starter en zout toevoegen
Voeg de starter en het zout toe aan het autolysedeeg. Kneed met de hand of in een keukenmachine. Het deeg kan in het begin wat plakkerig zijn, maar door rustig kneden of “stretch & fold”-technieken zal het elastischer worden.Bulkrijs
Leg het deeg in een licht ingevette kom. Laat het op kamertemperatuur rijzen, meestal 3-4 uur, maar de exacte tijd hangt af van hoe actief je starter is en de omgevingstemperatuur. Tijdens deze fase kun je het deeg elk halfuur tot uur 1-2 keer “opvouwen” (stretch & fold) om de gluten te ontwikkelen en lucht toe te voegen.Vormen (shapen)
Bestuif je werkblad licht met bloem. Haal het deeg uit de kom en vorm er een bol van (of een langwerpige “batard”). Wees niet te ruw; je wilt de lucht niet helemaal eruit duwen.Narijs
Plaats de gevormde deegbol met de naad naar boven in een rijsmandje dat licht bestuifd is met bloem. Dek af met een theedoek of plastic folie. Laat nog 2-3 uur rijzen op kamertemperatuur of zet het (voor een tragere fermentatie) een nacht in de koelkast. Bij een koude narijs ontwikkelt zich meer smaak en kun je de volgende dag afbakken.Oven voorverwarmen
Verwarm de oven op zo’n 230°C (afhankelijk van je oven). Verwarm, als je die hebt, ook een gietijzeren pan (Dutch oven) of bakplaat voor. Het brood stomen of in een Dutch oven bakken helpt een knapperige korst te krijgen.Insnijden en bakken
Haal je deeg (eventueel uit de koelkast) uit het rijsmandje op bakpapier of direct in de hete pan. Snijd het deeg in met een scherp mes of lame, zodat het tijdens het rijzen in de oven niet scheurt. Bak ongeveer 20 minuten met deksel (of met stoom in de oven), verlaag dan de temperatuur naar 210°C en bak nog eens 15-20 minuten zonder deksel tot je een diepe, gouden korst hebt.Laten afkoelen
Haal je zuurdesembrood uit de oven en laat het minstens 1 uur afkoelen op een rooster. Laat je niet verleiden om direct te snijden; het brood gaart binnenin nog door en zo bewaar je de structuur.

Je hebt nu je eigen, zelfgemaakte zuurdesembrood. De geur alleen al is een reden om hier tijd in te steken!

zuurdesembrood kneden

4. Handige tips en variatiesKoude (overnight) narijs: Een van de grootste voordelen van zuurdesem is dat je het deeg gerust ‘s avonds kunt voorbereiden en ‘s nachts in de koelkast kunt laten rijzen. Zo ontwikkelt het deeg meer smaak, en kun je de volgende dag vers brood bakken.Pas de hydratatie aan: Een vochtiger deeg (75-80% hydratatie) levert een meer open kruim (grote luchtgaten), maar is lastiger te hanteren. Bouw dit stap voor stap op.Varieer met meelsoorten: Probeer eens volkorenmeel, speltmeel of rogge (wel minder rogge, want dat kleeft en rijst anders). Je krijgt zo diverse smaken en texturen.Voeg pitten en zaden toe: Denk aan zonnebloempitten, pompoenpitten of lijnzaad. Week ze eerst in water, zodat ze niet al het vocht uit het deeg onttrekken.Onderhoud je starter: Je starter is een “levend diertje.” Voer hem regelmatig met gelijke delen bloem en water om hem actief te houden. Als je weinig brood bakt, kun je hem in de koelkast bewaren en één keer per week voeden.5. Veelvoorkomende vragen en problemen

“Mijn deeg rijst niet.”
Mogelijk is je starter niet actief genoeg. Zorg dat hij echt bubbelt en verdubbelt in volume na het voeren. Ook temperatuur speelt een rol: bij lagere temperaturen duurt rijzen langer.

“Mijn brood is te compact.”
Misschien was je deeg te droog of heb je het niet lang genoeg laten rijzen. Probeer autolyse, stretch & fold of een hogere hydratatie. Laat het deeg ook genoeg tijd krijgen tijdens de narijs.

“Mijn korst is niet knapperig.”
Stoom in je oven (of bak in een Dutch oven) kan helpen. Zorg dat je oven goed heet is, en open na het eerste deel van het bakken de deur om het vocht te laten ontsnappen en zo de korst uit te harden.

“Starter ruikt te zuur / naar aceton.”
Dit betekent dat je starter honger heeft. Vervang een groter deel (of bijna alles) en geef wat vaker voeding. Ga eens kijken of je met regelmatiger voeren een stabielere, minder zure starter krijgt.

Ambacht en geduld leveren een uniek brood op

Zuurdesembrood maken is een reis van geduld, aandacht en (soms) trial-and-error. De basisformule is eenvoudig — meel, water, zout en een starter — maar de details maken het verschil. Wanneer je de kunst van hydratatie, rijs, temperatuur en timing onder de knie krijgt, beloon je jezelf met brood dat niet alleen intens lekker is, maar ook een band oproept met eeuwenoude baktradities. Het vraagt even wat oefening, maar de geur en smaak van zelfgebakken zuurdesembrood maken alles meer dan goed. Probeer verschillende meelsoorten, experimenteer met de hydratatie en vind jouw eigen “signature” zuurdesem!

bronnen bye bye cheeseburger

Tartine Bread (Chad Robertson) – Iconisch boek met uitgebreide uitleg en recepten voor zuurdesembrood.Flour Water Salt Yeast (Ken Forkish) – Gedetailleerde technieken voor ambachtelijk brood, incl. zuurdesem.





Flour Water Salt Yeast The Fundamentals of Artisan Bread and Pizza



#1 Beoordeeld

Flour Water Salt Yeast The Fundamentals of Artisan Bread and Pizza

New York Times bestseller From Portlands most acclaimed and beloved baker comes this must-have baking guide, featuring recipes for world-class breads and pizzas and a variety of schedules suited for the home baker. there are few things more satisfying than biting into a freshly made,...






€22,99

Bekijk







Tartine Bread




Tartine Bread

This is a bread baker's handbook, with more than 50 recipes and over 200 step-by-step photographs, instructing how to make master baker Chad Robertson's legendary bread at home. The Tartine Way - Not all bread is created equal "...The most beautiful bread book yet published..." –...






€30,36

Bekijk




King Arthur BakingTips en recepten rond zuurdesem, starters en meer.PubMed (NCBI)Wetenschappelijke publicaties over zuurdesembrood en fermentatie
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on March 14, 2025 17:23

De gevaren van doomscrolling

Misschien ben je er zelf ook weleens in beland: je opent ’s ochtends vroeg je telefoon om snel het nieuws te checken, en voor je het weet zit je eindeloos te scrollen door negatieve berichten. De term ‘doomscrolling’ verwijst naar dit fenomeen: het aan één stuk door consumeren van alarmerende of sombere informatie, vaak online, waardoor je je steeds onrustiger of pessimistischer gaat voelen. Je bent je ervan bewust dat het niet goed is voor je stemming, maar toch blijf je doorklikken. Zeker in tijden waarin sociale media en nieuwssites overvol zijn met zorgwekkend nieuws over pandemieën, klimaatverandering of geopolitieke spanningen, kan doomscrolling een diepe indruk achterlaten op je mentale gezondheid.

Maar wat maakt doomscrolling zo gevaarlijk voor ons welbevinden, en waarom is het zo verleidelijk om ermee door te gaan? In dit artikel verkennen we wat doomscrolling precies inhoudt, welke negatieve effecten het kan hebben en delen we praktische tips om jezelf te beschermen tegen de neerwaartse spiraal van al te veel slecht nieuws. Bewustwording van het fenomeen is immers de eerste stap naar het herstellen van een gezonde balans tussen goed geïnformeerd blijven en overmatig pessimisme.

doomscrollen

Wat is doomscrolling precies?

Het woord doomscrolling (of ‘doomsurfing’) is een relatief nieuwe term, ontstaan in het digitale tijdperk. Het verwijst naar het dwangmatige scrollen door online feeds, waarbij je vooral aangetrokken wordt tot slecht, alarmerend of negatief nieuws. Het kan zich uiten als een diepgewortelde nieuwsgierigheid of angst die je ertoe drijft de hele tijd te checken of er nog meer sombere updates zijn. Denk aan het continu verversen van nieuwssites, sociale media of Twitter (X), in de hoop iets nieuws te ontdekken – ook al weet je dat het je niet perse opbeurt.

Doomscrolling is geen officiële aandoening, maar een herkenbaar gedragspatroon dat kan uitgroeien tot een gewoonte. Eenzelfde mechanisme zie je bij het stiekem checken van horroberichtgeving of sensatieverhalen: je bent ergens bang voor of op zoek naar zekerheid, dus klik je door tot je alles weet. Het probleem is dat er online altijd meer nieuws te vinden is, waardoor je makkelijk verstrikt raakt. De negatieve of beangstigende insteek blijft immers je aandacht trekken – een evolutionair instinct dat is ontworpen om ons te beschermen tegen gevaar, maar in de hedendaagse mediaomgeving kan het doorschieten.

De impact op je mentale gezondheid

1) Angst en stress. Het is logisch dat een overvloed aan onheilspellende berichten de angst in je systeem verhoogt. Of het nu gaat om economische onzekerheid, conflicten of klimaatdreigingen, bij te veel focus op het negatieve kun je je machteloos of opgejaagd voelen. De constante prikkels maken het lastig om nog te ontspannen. Je staat als het ware in permanente ‘stand-by’-modus voor slecht nieuws.

2) Somberheid en depressieve gevoelens. Een onophoudelijke stroom van negatief nieuws kan je kijk op de wereld versomberen. Je kunt het gevoel krijgen dat er niks goeds meer gebeurt, waardoor je stemming zakt en je vertrouwen in de toekomst slinkt. Bij aanhoudende blootstelling kun je zelfs depressieve klachten ontwikkelen – zeker als je weinig buffers hebt zoals een ondersteunend sociaal netwerk, plezierige hobby’s of positieve prikkels in je dagelijks leven.

3) Slaapproblemen. Veel mensen scrollen ‘s avonds in bed nog door hun telefoon. Wanneer je daarbij allerlei alarmerende berichten ziet, kan dat je stressniveau verhogen en doorslapen bemoeilijken. Blauw licht van het scherm en het continue ‘aan’ staan van je brein houden je hersenen alert, terwijl je lichaam juist moet afschakelen. Chronisch slechte slaap ondermijnt vervolgens je veerkracht en vergroot stress en somberheid.

4) Concentratieverlies en prikkelbaarheid. Het brein heeft moeite met de overvloed van negatieve prikkels en schakelt telkens van het ene nieuwsbericht naar het andere. Hierdoor verkort je spanningsboog. Je kunt merken dat je minder zin hebt in andere taken, onrustig bent en snel prikkelbaar wordt. In het ergste geval beïnvloedt doomscrolling je werk, studie of sociale contacten.

Waarom doomscrollen we toch?

Dat doomscrolling ons geen goed doet, is vaak rationeel duidelijk. Toch houden we ons eraan vast. Er zijn verschillende verklaringen:

Informatiedrang. De mens is nieuwsgierig en wil controle over de omgeving. In een onzekere wereld hopen we dat we door meer informatie vergaren een gevoel van veiligheid kunnen creëren. Maar er komt altijd nieuw slecht nieuws; echte rust biedt het niet.FOMO (Fear of Missing Out). Je wilt niets belangrijks missen. Of je voelt je verplicht om op de hoogte te blijven. Daardoor blijf je tabbladen en apps verversen, zelfs al voel je dat het je stemming omlaag trekt.Negativity bias. Evolutionair gezien zijn mensen geneigd om negatieve signalen sneller te zien dan positieve (negativity bias). In de prehistorie hielp dat om te overleven, maar online kan het doorslaan naar voortdurend zoeken naar bedreiging.Sociaal bewijs. Op sociale media volgen we wat vrienden, influencers of de massa delen. Negatief nieuws verspreidt zich bovendien vaak sneller, omdat het schokkerend is. Zo ontstaat een cyclus waarin negatief nieuws de boventoon blijft voeren.

doomscrolling doorbreken

Tips om doomscrolling te doorbreken

Gelukkig hoef je niet lijdzaam te blijven hangen in dit patroon. Met kleine aanpassingen kun je jezelf losmaken van de neerwaartse spiraal. Enkele handreikingen:

1) Stel grenzen aan je screentime
Neem bewust beslissingen over wanneer en hoe lang je online bent. Gebruik bijvoorbeeld apps die je schermtijd meten of beperkingen instellen voor social media. Zet meldingen uit, zodat je niet telkens ‘getriggerd’ wordt. Maak een vaste indeling: bijvoorbeeld ’s ochtends 10 minuten nieuws checken, en ‘s avonds nog eens 10 minuten – en dat is het.

2) Creëer positieve ankers
Is het nieuws onveranderlijk somber? Zorg voor een tegenwicht. Volg ook kanalen of accounts die positieve verhalen delen over menselijk initiatief, innovatie of natuurherstel. Zoek informatie over mensen die het verschil maken. Zo verleg je af en toe de focus naar wat er wél goed gaat.

3) Wees selectief in wat en wie je volgt
Niet al het nieuws is even relevant voor jou. Stel jezelf de vraag: “Wat voegt dit nieuwsbericht toe aan mijn leven?” Als je merkt dat het kijken van bepaalde kanalen of accounts je alleen maar stress oplevert, overweeg om ze (tijdelijk) te ontvolgen of blokken.

4) Oefen mindful of bewust scrollen
Mindfulness betekent dat je aandachtig aanwezig bent bij wat je doet. Probeer, als je toch nieuws wilt checken, regelmatig in te checken bij jezelf: “Voel ik spanning in mijn lichaam? Adem ik onrustig?” Met die bewustwording kun je besluiten om te stoppen voordat je je beter gaat voelen.

5) Realiseer je dat je niet alles kunt oplossen
Een belangrijk onderdeel van doomscrolling is het gevoel van machteloosheid. Je leest nieuws over gebeurtenissen of rampen die jij niet in je eentje kunt veranderen. Accepteer dat er grenzen zijn aan je invloed. Richt je vervolgens op kleine, concrete acties die wél binnen je bereik liggen – in je buurt, familie of werk.

6) Zoek afleiding of vervulling offline
Als je merkt dat je bij elk gaatje in de dag naar je telefoon grijpt, kun je overwegen om alternatieven te zoeken. Bijvoorbeeld een wandeling in de natuur, een goed boek, een hobby of een gesprek met vrienden. Door je aandacht te richten op andere (positieve) activiteiten, doorbreek je de cyclus van eindeloze negatieve input.

Mentale weerbaarheid en balans

De kern van het probleem bij doomscrolling is dat het je hersenen overspoelt met dreiging of slecht nieuws, zonder dat er voldoende ruimte is voor verwerking, relativering of afwisseling. Hierdoor stapelt zich een innerlijk gevoel van angst, somberheid en onzekerheid op. Het is dan ook van belang om mentale weerbaarheid op te bouwen. Dat kan door:

Gezonde gewoontes: regelmatige nachtrust, gebalanceerde voeding, lichaamsbeweging en ontspanningstechnieken (yoga, ademhalingsoefeningen, meditatie).Positieve relaties: tijd doorbrengen met familie of vrienden die je steunen. Praat openlijk over je zorgen in plaats van ze op te kroppen.Dankbaarheid en appreciatie: houd een dankbaarheidsdagboek bij of benoem dagelijks wat wél goed ging, zodat je brein getraind wordt in het opmerken van positieve dingen.Begeleiding zoeken: Wanneer nieuwsangst of somberheid ernstig wordt, is professionele hulp (bijvoorbeeld psycholoog of coach) een aanrader.

social media overvloed

Bewust omgaan met informatie

Doomscrolling is geen teken van luiheid of slapheid; het is eerder een natuurlijke reactie op een overvloedige, vaak beangstigende informatiestroom. Ons brein – geprogrammeerd om gevaar te detecteren – kan niet goed omgaan met de onophoudelijke stroom van negatieve prikkels die het internet ons voorschotelt. Het resultaat is dat we soms blijven scrollen, zelfs als we daar onrustiger van worden.

Daarom ligt de sleutel in bewustwording en zelfregulatie. Door grenzen te stellen, alternatieve bronnen van positieve input te zoeken en bewuster te kiezen voor wanneer en hoe lang we nieuws consumeren, kunnen we onze mentale gezondheid beter bewaken. Het draait niet om het wegkijken van problemen in de wereld, maar om een gezonde balans tussen betrokkenheid en zelfzorg. Want pas als je zelf stevig in je schoenen staat, kun je op een constructieve manier omgaan met tegenslagen en bijdragen aan oplossingen.

Kortom, laat je niet meeslepen door de lopende band van onheil. Blijf geïnformeerd, maar wees vriendelijk voor je eigen brein en hart. Voor je het weet, verandert doomscrolling van een gewoonte in een sporadische activiteit. Daarmee maak je ruimte voor veerkracht, helderheid en zelfs hoop – ook in uitdagende tijden.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on March 14, 2025 06:36

Hoe omgaan met je eigen ervaring van verdriet en rouw

Verdriet en rouw kunnen op veel momenten in je leven opduiken. Je kunt een dierbare verliezen, een relatie zien stranden of een onverwachte wending meemaken in je werk of gezondheid. Soms dient rouw zich aan als een stil, donker getint gevoel op de achtergrond; andere keren voelt het alsof je opeens wordt overspoeld door een golf waar je je nauwelijks tegen kunt verzetten. Wanneer deze emoties zich aandienen, lijkt de wereld even op zijn kop te staan. Je zoekt houvast, maar niets is meer vanzelfsprekend. Rouw is dan ook geen simpele, rechtlijnige weg die je snel “aflegt.” Eerder is het een kronkelend pad vol bochten, putten en onverwachte open plekken waar je iets mag ontdekken over jezelf.

In veel culturen was (en is) er plaats voor rituelen die het rouwproces ondersteunen: denk aan ceremonieën, collectieve gebeden of de symbolische kracht van kaarsen en wierook. Die rituelen kunnen houvast bieden, maar in onze moderne samenleving voelen we soms minder ruimte om op onze eigen manier te rouwen. Veel mensen hebben het idee dat verdriet zo snel mogelijk ‘verwerkt’ moet worden om weer door te kunnen. Tegelijkertijd kun je merken dat rouw niet altijd te sturen is: soms wil het niet wijken, of komt het juist opnieuw boven als je al dacht dat het voorbij was.

Vanuit spiritueel perspectief biedt rouw de kans om op een diep niveau contact te maken met je eigen kwetsbaarheid en kracht. Alsof het verlies en de leegte die je ervaart, een poort openen naar een andere dimensie in jezelf. Dat kan confronterend zijn, maar het kan ook een bron worden van zachte groei. In plaats van alleen maar geconfronteerd te worden met het gemis, kan er ruimte ontstaan voor nieuwe inzichten. Misschien leer je de kern van je wezen beter kennen, of vind je opeens woorden voor wat echt betekenis heeft in je leven.

Dit artikel belicht vier aspecten van omgaan met rouw, gebaseerd op een meer intuïtieve en holistische benadering. Ze reiken je geen vaste formule aan – want ieder rouwproces is uniek – maar ze kunnen wel dienen als handvatten of rustpunten. Het zijn uitnodigingen om te voelen, te verwerken en uiteindelijk te groeien in de leegte die je misschien ervaart. Er is niets zweverigs aan rouwen: het is rauw, aards en vaak intens, maar juist in die intensiteit ontdek je soms nieuwe stukken van je eigen ziel. ✨

De emotionele achtbaan omarmen

Misschien verwacht je dat rouw voelt als één grote golf verdriet, maar in werkelijkheid is het vaak een emotionele achtbaan. Je kunt je de ene dag verdoofd voelen, de volgende dag boos of frustraties ervaren, en een paar uur later weer hoopvoller wakker worden. Zo kan het voorkomen dat je midden in een schaterlach je plotseling schuldig voelt, omdat je ‘vergeet’ dat je in de rouw bent. Of dat je merkt dat je in huilen uitbarst wanneer je een bepaalde geur ruikt, een specifieke kleur ziet of een onverwachts liedje hoort.

Het kan helpen om al die verschillende emoties – boosheid, angst, opluchting, schuld, heimwee – niet als contradicties te zien, maar als delen van één geheel. Ze vertellen je iets over je binnenwereld. Je mag ze beschouwen als signaalgevers die je uitnodigen om voor een moment naar binnen te keren. In plaats van “Waarom voel ik me nu boos? Ik mag niet boos zijn,” kun je proberen: “Ah, hier is boosheid. Wat wil die boosheid me duidelijk maken?” Een emotie is geen vijand, het is eerder een boodschapper die je iets laat zien.

Veel tradities beschouwen rouw zelfs als een poort naar een diepere laag: het deel in jezelf waar liefde en gemis hand in hand gaan. Als iemand er niet meer is in fysieke vorm, kan de innerlijke band nog steeds bestaan. Je kunt rouwen om wat je mist, en tegelijkertijd dankbaarheid voelen voor wat je hebt mogen ervaren. Die paradox is soms lastig te dragen, maar hij kan ook een bijzondere kracht geven. De sleutel ligt in toelaten: zeg “ja” tegen elke emotie die bovenkomt, zelfs als die heel ongemakkelijk voelt. Boosheid en verdriet zijn niet ‘fout’ of ‘zwak.’ Ze laten zien hoezeer iets jou raakt.

Dit betekent niet dat je continu in emotie moet verdrinken. Het is juist waardevol om ademruimte te vinden. Misschien herken je een patroon waarin je wegvlucht in bezigheden, of jezelf verdooft met sociale media. Gun jezelf dan toch elke dag een aantal minuten om even stil te zitten, te wandelen, of zachtjes een hand op je hart te leggen en te voelen wat er speelt. Juist door een moment te creëren waarin je niet hoeft te presteren, kan het verdriet op natuurlijke wijze stromen.

edelstenen voor rouw en verlies

De kracht van rituelen en symbolen

Weinig dingen zijn zo krachtig als symboliek, zeker wanneer woorden tekortschieten. In oude culturen was het heel normaal om rituelen te hebben bij afscheid en verlies – niet alleen om het individu, maar ook om de gemeenschap te ondersteunen. Rituelen kunnen helpen om de ongrijpbare werkelijkheid van rouw tastbaar te maken.

Het kan simpel beginnen: brand een kaars op een vaste plek in huis en draag die op aan wat je verloren bent, of aan de persoon die je mist. Schrijf een brief aan je dierbare en leg hem bij een dierbare foto. De letterlijke handeling van schrijven, vouwen en neerleggen kan iets in jou verzachten. Je geeft vorm aan wat je ervaart, en dat geeft ankerpunten. Soms kunnen kleine symbolen, zoals een sieraad of een veertje dat je onderweg vond, een gevoel van verbinding geven met wat je mist.

Wil je iets groters, dan kun je denken aan een persoonlijk afscheidsritueel. Misschien ga je naar een plek in de natuur die voor jou betekenisvol is, en spreek je hardop de woorden uit die op je hart liggen. Dit kan variëren van een dankwoord tot een vergevingsoefening of het delen van mooie herinneringen. Je kunt er wierook of gedroogde kruiden bij gebruiken (salie, palo santo), of juist een flesje water leeg gieten als symbool voor het loslaten.

Sommige mensen voelen veel steun in het gebruik van edelstenen tijdens het rouwproces. Zo kan rozenkwarts symbool staan voor onvoorwaardelijke liefde, amethist voor verzachting en helderheid. Je kunt ze op je nachtkastje leggen, in je tas stoppen of vasthouden bij meditaties. Niet omdat de steen alles voor je oplost, maar omdat het een tastbare herinnering vormt aan je intentie om te helen en te blijven voelen. Een dergelijk ritueel of symbool is geen garantie dat alles minder pijn zal doen. Maar het biedt wel een landingsplek voor je emoties en een spiegel voor je beleving.

In essentie gaat het bij rituelen niet om hoe uitgebreid of minimalistisch ze zijn. Het gaat om de betekenis. Een eenvoudig bloemetje plaatsen bij een foto kan net zo krachtig zijn als een hele ceremonie organiseren. Waar het om draait, is dat je verdriet een vorm krijgt. Een gestolde vorm die je kunt aanraken of aanschouwen, zodat het niet alleen in je hoofd hoeft te leven. Daardoor kan er meer balans ontstaan tussen voelen, denken en doen.

De dialoog met je innerlijke wereld

Je eigen verdriet en rouw gaan niet alleen over de buitenwereld – over wat je mist of bent kwijtgeraakt – maar ook over innerlijk contact. Er ligt een subtiele laag in jezelf waar oude herinneringen, gevoelens van onveiligheid en diepgewortelde verlangens bij elkaar komen. Rouw kan die laag doen trillen. Het is alsof een zachte, maar urgente stem zegt: “Hee, hier is nog iets dat je mag voelen.” Dat kan eng zijn, want we zijn gewend om met de buitenwereld bezig te zijn. Maar juist in rouw nodigt de innerlijke wereld je uit tot een gesprek.

Probeer eens te journalen, zonder rem, over je verdriet. Misschien vind je het fijn om ‘s ochtends vroeg tien minuutjes lang alle woorden op papier te zetten die in je opkomen. Je kunt ook een vraag stellen aan jezelf: “Wat heb ik vandaag nodig om me gesteund te voelen?” en dan beginnen te schrijven. Grote kans dat er antwoorden uit je pen vloeien die je verrassen: soms ontstaat er heldere zelfzorg, soms stuit je op extra frustratie of boosheid. Alles wat je schrijft, mag er zijn. De letters op papier helpen je om de warboel in je hoofd te ordenen.

Een andere manier om in dialoog te gaan, is meditatie of visualisatie. Je kunt bijvoorbeeld een rustige plek opzoeken, gaan zitten of liggen, en je concentreren op je ademhaling. Vervolgens visualiseer je een zachte, warme plek: misschien een strand, een bos of een verlichte ruimte vol kussens. Stel je dan voor dat je tegenover een deel van jezelf gaat zitten dat het meest rouwt. Vraag hoe het echt met je gaat. Misschien voel je eerst niets, of komt er een beeld naar voren dat je niet begrijpt. Blijf even in die stilte en laat je verrassen. Soms volgt er een symbolische ervaring waarin je iets ‘hoort’ of ‘ziet’ dat je niet rationeel kunt verklaren. Het is een manier om emotie te vertalen in beleving.

Door deze innerlijke dialoog, of dat nu via schrijven, meditatie of kunstzinnige expressie is, erken je dat rouw ook een heel persoonlijk pad is. Anderen kunnen je troosten of steunen, maar uiteindelijk ben jij degene die door die donkere gang loopt. Het mooie is dat er in die duisternis ook lichtpunten oplichten, wanneer je ontdekt dat je jezelf kunt dragen. Misschien had je nooit gedacht dat je zulke intense emoties zou aankunnen, maar nu je er middenin staat, merk je dat je niet breekt. Of dat je breekt en weer heel langzaam de scherven verzamelt, terwijl je leert dat je hart sterker is dan je dacht.

Het vraagt moed om dit innerlijke gesprek aan te gaan, want vaak willen we weg van de pijn. Toch kan het voorzichtig toekeren naar binnen juist ervoor zorgen dat de pijn verzacht. Je hoeft niet alles meteen te begrijpen. Rouw is immers niet bedoeld om in één klap begrepen te worden. Het is eerder een proces van ont-wikkelen, waarbij elke laag die je afpelt nieuwe inzichten kan brengen.

droevig wakker worden

Leven met rouw als onderdeel van je pad

Niets in de natuur blijft hetzelfde: de seizoenen wisselen, de maanfasen veranderen, een dag kent zonsopgang en zonsondergang. Rouw is een weerspiegeling van diezelfde universele wetmatigheid: iets is veranderd, iets is niet meer zoals het was. Het pijnlijke gemis kan je confronteren met de vergankelijkheid van alle dingen. Tegelijkertijd kan daar een intens besef van waardering en dankbaarheid uit voortkomen – voor het leven, voor de liefde die je hebt gekend, voor de herinneringen die je koestert.

Het accepteren van rouw als een deel van je pad betekent niet dat je passief moet blijven steken in verdriet. Het is meer een uitnodiging om te erkennen dat rouw misschien altijd ergens meeklinkt, maar dat het je ook kan verrijken. Je kunt leren leven met een litteken, dat soms pijn doet als het weer omslaat, maar dat ook laat zien hoeveel je hebt doorstaan. Je kunt ontdekken dat je via rouw dichter bij je waarden komt, dat je opeens zin krijgt om dingen te doen die je voorheen uitstelde, of dat je bewuster wilt leven omdat je inziet hoe kostbaar elk moment is.

Dit wil niet zeggen dat het altijd zo voelt. Soms heb je gewoon geen zin in spirituele groei of wijze inzichten. Je wilt dan alleen maar dat de pijn ophoudt, of dat de tijd teruggedraaid kan worden. Dat mag er ook zijn. Misschien betekent het dat je even in je bed kruipt met dikke tranen, dat je in de boslucht wilt schreeuwen of een paar dagen weg wilt. Ook dat is leven met rouw. Het gaat erom dat je jezelf de ruimte geeft om bij elk hoofdstuk van je verdriet te zijn, zonder direct te denken dat je moet ‘afsluiten’ of ‘verdere stappen moet zetten.’

Sommige mensen vinden kracht in het delen van hun verhaal. Dat kan bij vrienden, een therapeut of in lotgenotengroepen. Er zijn ook mensen die juist op zichzelf willen zijn en stilte opzoeken om de pijn te doorvoelen. Elke manier kan kloppen, zolang jij maar voelt dat het jou dient. Let wel op dat je niet vervalt in totaal isolement: soms is het heftig om alleen te dwalen in je verdriet. Al is het maar één lieve persoon met wie je kunt delen wat je voelt – dat kan al een anker zijn.

Rouw is geen fase die je even doorloopt om erna weer je ‘oude zelf’ te zijn. Integendeel, je kunt een andere versie van jezelf worden, waarin je plek biedt aan wat je bent kwijtgeraakt. Dat kan wrang aanvoelen, maar ook intens echt. Alsof een oude huid is afgeworpen en je nu gevoeliger rondloopt, maar wel dichter bij je essentie. In spiritualiteit wordt vaak benadrukt dat elk verlies ook een transformatie kan zijn. Hoe pijnlijk ook, er komt een moment waarop je merkt dat de wolken iets optrekken en dat er een tedere, helende plek in jou is gegroeid.

Elk rouwproces is uniek. Voor de één werkt het om heel bewust rituelen te doen, voor de ander is stil in het donker liggen de sleutel tot verwerking. Er is geen ‘juist’ of ‘fout’ antwoord, geen checklist die je precies vertelt hoe je moet rouwen. Wat wel universeel is, is dat rouw vraagt om tijd, mildheid en eerlijkheid. De pieken en dalen komen wanneer ze komen, en als je leert erop te vertrouwen dat jij die golven mag doorvoelen, ontstaat er mogelijk meer respect voor je eigen tempo.

Verdriet en rouw zijn geen tekenen van zwakte. Ze laten juist zien dat je diepmenselijk bent. Dat je kon houden van iemand, van een situatie, van een leven zoals het was. Dat je iets hebt verloren, maar dat je daarmee ook de herinnering aan iets dierbaars bij je draagt. En wellicht ligt in die herinnering een sprankje van liefde, dat nooit helemaal dooft. ❤

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on March 14, 2025 04:39

March 8, 2025

Pomtayer: wat is het en hoe gebruik je het in de keuken?

Wie weleens een traditioneel Surinaams gerecht heeft geproefd, heeft vast de naam “pom” voorbij horen komen. Dit stevige, hartige ovengerecht is geliefd om zijn volle smaak en unieke textuur. Maar waar komt die bijzondere bite en smaak precies vandaan? Het “geheime” ingrediënt is vaak een speciale wortelknol, namelijk de pomtayer. Niet iedereen heeft ervan gehoord, maar in de Surinaamse (en breder Caribische) keuken is het een onmisbaar basisproduct. In dit artikel ontdek je wat pomtayer precies is, waar het vandaan komt en hoe je het kunt gebruiken in jouw culinaire avonturen.

Wat is een pomtayer?

Pomtayer wordt ook wel “pom tajer” genoemd en is eigenlijk de knol van een plant die verwant is aan de colocasia- en xanthosomasoorten (denk aan knolgewassen zoals taro). De plant groeit in tropische regio’s en heeft een forse wortelknol die van buiten bruin of bruingrijs kan zijn, met een kern die gelig of bijna wit is. Door zijn hoge zetmeelgehalte en specifieke structuur is pomtayer perfect om een romige, maar stevige basis te vormen in Surinaamse gerechten.

Hoewel de naam “pom” vaak direct wordt geassocieerd met het gerecht, komt het dus eigenlijk voort uit de pomtayer die als hoofdingrediënt dient. In veel Surinaamse toko’s en supermarkten met Caribische producten kun je deze tayer (in vers, geraspt of diepvriesvorm) vinden. Net als bij cassave of yam is het een zetmeelrijke knol die je echt moet garen of verwerken voordat je hem eet. Rauw eten is niet aan te raden, onder meer door aanwezige oxalaten en andere stoffen die pas onschadelijk worden bij koken of bakken.

Pomtayer in de traditionele Surinaamse pom

Pom is een van de bekendste Surinaamse ovenschotels. De basis is doorgaans een mengsel van geraspte of fijngemaakte pomtayer, een gekruide saus en stukjes kip (vaak kippendijen). De geraspte tayer werkt daarbij als een soort bindmiddel en zetmeelbron, vergelijkbaar met de rol die aardappelen in een ovenschotel kunnen hebben. Toch heeft pomtayer een geheel eigen smaak en textuur, iets romigs en zachtzoets, met net wat meer karakter dan je van bijvoorbeeld aardappel gewend bent.

Hoe wordt die traditionele pom gemaakt? Kort door de bocht:

Tayer klaarmaken: verse pomtayer kun je schillen en raspen, of je koopt geraspte pomtayer uit de diepvries. Vaak wordt het met wat sinaasappel- of mandarijnsap op smaak gebracht, plus specerijen.Kip bereiden: meestal gebruik je gekruide kippendijen, soms gedeeltelijk voorgegaard. Men voegt ui, knoflook, tomaat en andere smaakmakers toe om een kruidige saus te maken.Ovenschotel samenstellen: in een ovenschaal gaat een laagje tayermengsel, daarop de kip en saus, en dan weer tayer. Soms worden er ook andere ingrediënten aan toegevoegd, zoals zoutvlees of zure augurkjes voor een frisse toets.Oven in: de schotel gaart en karamelliseert in de oven, waardoor er een licht krokante korst ontstaat en de binnenkant smeuïg blijft.

Het resultaat is een hartige, veelzijdige ovenschotel die je als hoofdgerecht kunt serveren, vaak met rijst of een frisse salade erbij. De smaak is een heerlijke mix van kruidige kip, zachte tayer en lichtzoete citrusaccenten.

Hoe gebruik je pomtayer in andere gerechten?

Hoewel pom het bekendste gerecht is, kun je met pomtayer meer kanten op. Het zetmeelgehalte zorgt voor binding, en de smaak leent zich goed voor hartige bereidingen. Net zoals je met andere wortel- of knolgewassen allerlei kanten op kunt, kun je met tayer ook experimenteren in stoofschotels, soepen of zelfs (met enige handigheid) krokante “koekjes” bakken.

1. Tayer-koekjes of “fritters”

Als je geraspte pomtayer mengt met wat ei, fijngesneden ui, kruiden (bijv. kerrie, peper, zout) en eventueel een klein beetje bakpoeder, kun je daar kleine “koekjes” of fritters van maken. Deze bak je dan in een laagje olie in een koekenpan, tot ze goudbruin en gaar zijn. Het resultaat? Een hartige snack met een knapperige buitenkant en een zachte, bijna romige binnenkant. Heerlijk als bijgerecht of tussendoortje.

2. Tayer in stoofschotels

Tayer kan ook dienstdoen als bindmiddel in een stoofpot. Net zoals aardappel soms de saus wat dikker maakt, kan pomtayer door langzaam garen de stoof een volle structuur geven. Denk aan een combinatie van rundvlees, wortel, selderij, ui en geraspte pomtayer. Laat dit rustig pruttelen tot alles gaar is; de tayer zal meebinden en een lichtzoete toon geven.

3. Tayer in soepen

Ook in soep werkt pomtayer prima als vullend ingrediënt. Snijd of rasp de tayer en voeg hem toe aan een grote pan kippen- of groentebouillon met diverse andere groenten. Laat alles koken tot de tayer zacht is. Vervolgens kun je ervoor kiezen om de soep te pureren (waardoor je een romige gebonden soep krijgt) of hem juist chunky te laten met stukjes tayer. Voeg kruiden en specerijen toe naar smaak—kerrie, verse koriander, gember en chilipepers combineren er bijvoorbeeld heel lekker mee.

Tips voor het werken met pomtayer

De textuur en het werken met pomtayer kunnen even wennen zijn. Hieronder een paar handige tips om je op weg te helpen.

1. Let op verse vs. diepvries tayer

In veel Surinaamse of Caribische winkels vind je diepgevroren, geraspte pomtayer. Dat is voor veel mensen de makkelijkste optie, omdat je die direct kunt ontdooien en verwerken. Verse tayer kan lastiger te vinden zijn en vergt wat meer werk: schillen (voorzichtig, want de knol is vaak hard), reinigen en raspen.

Diepvriesvariant is prima geschikt voor pom of andere gerechten. Houd wel rekening met het vochtgehalte: als je het ontdooit, kan er extra vocht vrijkomen. Laat het eventueel uitlekken voordat je het in je recept gebruikt.

2. Let op je handen en eventuele irritatie

De rauwe knol bevat oxaalzuur of andere stoffen die kunnen zorgen voor een jeukend of prikkend gevoel op de huid. Draag bij voorkeur handschoenen of spoel je handen regelmatig af tijdens het schillen en raspen. Sommige mensen hebben er weinig last van, anderen juist wel. Als je de tayer eenmaal goed gaart (koken, bakken, stoven), verdwijnt dit probleem.

3. Marineren en kruiden

Pomtayer heeft een subtiele, lichtzoete smaak, maar je kunt daar prima extra aroma’s aan toevoegen. Met verse kruiden (peterselie, selderij, knoflook, ui, peper) en specerijen (kerrie, nootmuskaat, zwarte peper) kun je de smaak verdiepen. Dat is ook de reden dat je bij pom veel knoflook, ui en andere smaakmakers ziet. Het helpt om de zetmeelsmaak om te toveren tot een voller, hartig geheel.

4. Garen tot de knol zacht is

Zoals met veel knolgewassen moet je pomtayer goed garen. In ovenschotels, soepen of stoofgerechten kookt hij volledig gaar. Bij fritters (gebakken koekjes) duurt het misschien net wat langer dan bij aardappel, dus bak op middelhoog vuur en check of de binnenkant gaar is. Rauw is geen optie, niet alleen vanwege de stugge textuur, maar ook vanwege die oxalaten die je liever niet in grote hoeveelheden rauw binnenkrijgt.

Een veelzijdig knolgewas met Surinaamse roots

Pomtayer is een essentieel ingrediënt in de Surinaamse keuken, en met name in het beroemde gerecht “pom.” Het zetmeelrijke karakter en de specifieke, lichtzoete smaak maken het een ideale basis voor hartige schotels, stoofgerechten en zelfs koekjes of fritters. Hoewel de naam misschien minder bekend is in de doorsnee supermarkt, vind je pomtayer—vers of geraspt in de diepvries—in de meeste toko’s of speciaalzaken met Caribische producten.

Als je zin hebt om je culinaire horizon te verbreden en eens wat anders te proberen dan de gebruikelijke aardappel- of cassavegerechten, is pomtayer absoluut de moeite waard. Of je nu een authentieke Surinaamse pom wilt maken of gewoon wilt experimenteren met deze bijzondere knol, je krijgt een gerecht met een unieke, romige textuur en een smaak die direct aan warme, kruidige Surinaamse keukens doet denken. En heb je twijfels? Gewoon een keer uitproberen, want als je eenmaal de smaak te pakken hebt (letterlijk!), ben je zo verkocht.

Foto: Xanthosoma sagittifolium (talo futuna) plantation on Tongatapu door Tauʻolunga (CC licentie)

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on March 08, 2025 07:07

Gezondere hamburgers maken: 10 tips voor leuke aanpassingen

Hamburgers staan vaak symbool voor fastfood: sappig vlees, rijkelijk belegd met kaas en saus, en geserveerd op een wit broodje. Lekker, jazeker, maar niet altijd even gezond. Toch hoef je zo’n klassieker niet links te laten liggen als je bewuster wilt eten. Met de juiste aanpassingen maak je van je hamburger namelijk een voedzame, smakelijke en verrassend frisse maaltijd. In dit artikel krijg je 10 tips om je hamburgerrecept een gezonde boost te geven, zonder het plezier en de smaak te verliezen. Want wat is er nu leuker dan een huisgemaakte burger die niet alleen lekker, maar ook voedzaam is?

1. Het geheim van een gezondere burger

Hamburgers bestaan traditioneel uit rundvlees, vaak met een hoog vetpercentage. Dat maakt ze vetrijk en calorierijk. Je hoeft vlees echter niet te schrappen om gezonder te doen. De truc schuilt in het kiezen van mager vlees, het gebruik van smaakvolle kruiden en het omgaan met de juiste bereidingswijze.

Tip 1: Kies voor mager vlees of alternatieven

Een eerste stap naar een gezondere hamburger is de keuze van het vlees. Kies bijvoorbeeld een mager rundergehakt (5-10% vet) in plaats van de klassieke 20%. Dit scheelt behoorlijk in de hoeveelheid verzadigd vet. Of wat dacht je van kippengehakt of kalkoenfilet, die je met kruiden en wat ei kunt omtoveren tot een sappige burger?

Daarnaast kun je denken aan vleesvervangers op basis van peulvruchten (zoals linzen, kikkererwten) of kant-en-klare vegetarische burgers op basis van tempeh of tofu. Let wel op de ingrediëntenlijst van deze vervangers, want sommige bevatten juist weer onnodige toevoegingen of veel zout. Ga je zelf aan de slag met bonen en linzen, dan houd je de controle over wat erin gaat.

Tip 2: Voeg smaak toe met kruiden in plaats van vet

Waar een klassieke hamburger vaak leunt op het vetgehalte voor die “vette” smaak, kun je kruiden en specerijen inzetten om een echte smaakexplosie te creëren zonder extra vet. Denk aan knoflookpoeder, ui, paprikapoeder, chilivlokken, rozemarijn of tijm. Meng dit door je gehakt of gehaktsubstituut en je burger krijgt meteen meer pit.

Een druppeltje sojasaus of worcestersaus kan ook wonderen doen, zeker in combinatie met knoflook of ui. Proef tussentijds even (let wel op hygiëne bij rauw vlees) en durf te experimenteren. Vlees heeft van nature smaak, maar die blijft beter bewaard als je het op smaak brengt met kruiden en specerijen, in plaats van te zwemmen in overtollig vet.

Tip 3: Let op de bakmethode

Niet alleen wat je in de burger stopt, maar ook hoe je hem bakt of grilt, is bepalend voor de uiteindelijke gezond- of ongezondheid. Gefrituurde burgers of burgers die bakken in een grote klont boter dragen natuurlijk bij aan een hoger vetgehalte.

Een paar gezondere bereidingswijzen:

Grillen of BBQ’en: het vet druipt weg en je krijgt een heerlijke rooksmaak.Bakplaat of grillpan: met een beetje olijfolie of spuitolie kun je de burger prima bakken, zonder te veel extra vet.Airfryer: een optie als je graag het krokante effect wilt, maar met minder toegevoegde olie.

Let er wel op dat je de burger niet te lang bakt. Een uitgedroogde, taaie schijf vlees is natuurlijk alles behalve smakelijk. Gebruik desnoods een kerntemperatuurmeter om te checken of de burger gaar is (bij rundvlees rond de 70°C, bij kip of kalkoen 75°C).

2. Experimenteer met groente en kruiden

Een hamburger hoeft niet enkel uit vlees en brood te bestaan. Groenten spelen een cruciale rol om de textuur, frisheid en gezondheidswaarde van je burger te verhogen. Door je burger te verrijken met verse groente, kruiden en specerijen, til je hem naar een hoger niveau van smaak én voedingswaarde.

Tip 4: Verstop groenten in je burger

Niet iedereen houdt ervan om een enorme schijf tomaat of een berg sla op de burger te proppen. Daar is een handige truc voor: verstop groenten in de burger zelf. Denk aan fijngesneden ui, paprika, geraspte wortel, courgette of champignons. Meng die door het gehakt of de bonen en vorm er burgers van.

Deze extra groente zorgt voor:

Meer vocht in de burger, waardoor hij sappiger blijft.Extra vezels, vitaminen en mineralen.Minder calorieën (het volume van de burger stijgt, terwijl de calorische waarde niet even hard stijgt).

Ook kruiden als koriander, peterselie, basilicum of bieslook kunnen in de burgerdeegmix. Ze geven een frisse, kruidige toets en passen goed bij vrijwel elke vleessoort of peulvrucht.

Tip 5: Durf meer dan “sla en tomaat”

De meest klassieke garnering van een hamburger is ijsbergsla en tomaat. Prima, maar het kan veel creatiever. Probeer bijvoorbeeld:

Gegrilde aubergine of courgette: even kort op de grill, in dunne plakjes.Geroosterde paprikareepjes: voor een zoet-zurige smaak.Gefermenteerde groente: zoals zuurkool, kimchi of ingemaakte rode ui, voor een pittige twist.Verse spinazie: net een andere bite dan de klassieke ijsbergsla, en boordevol voedingsstoffen.

Daarnaast kun je variëren met kaas als je dat lekker vindt. In plaats van een plakje volvette cheddar, ga eens voor een dun plakje geitenkaas of mozzarella. Deze kazen bevatten vaak iets minder vet dan cheddar, maar zorgen wel voor een romige textuur. Varieer en durf.

gezondere burgers

Tip 6: Probeer nieuwe smaakmakers

Je hebt burgers in alle stijlen: Midden-Oosters (met komijn en koriander), Aziatisch (met gember, sojasaus en lente-ui) of Mediterrane (met basilicum, olijven en zongedroogde tomaat). Het leuke van een hamburger is dat hij een soort blanco canvas kan zijn waar je allerlei keukens op los kunt laten.

Zo maak je niet alleen je burger gezonder (want je vertrouwt meer op kruiden dan op vet en zout), maar je ontdekt ook nieuwe combinaties. Een burger met munt en yoghurt-tahin-saus, bijvoorbeeld, is heel anders dan de klassieke hamburger met ketchup en mayo. Op die manier haal je meer uit hetzelfde basisrecept, simpelweg door te switchen in kruiden en extra’s.

3. Kies bewust voor brood en saus

De kwaliteit van je burger staat of valt niet alleen met wat er tussen het broodje zit, maar ook met het broodje zelf en de saus die je erbij serveert. Een klassieke hamburger met een wit suikerrijk broodje en vette mayo kan snel uitmonden in een minder gezond totaalpakket. Gelukkig heb je hier flink wat opties.

Tip 7: Ga voor een vezelrijk, volkoren broodje

Typische hamburgerbroodjes in de supermarkt bevatten vaak behoorlijk wat toegevoegde suikers om ze zacht en zoet te maken. Kies liever voor een volkoren variant of een meergranenbol. Die geven je meer vezels en zorgen voor een langzamere stijging van je bloedsuiker. Bovendien vult zo’n broodje beter, zodat je minder snel grijpt naar een tweede (of derde) burger.

Niet overal vind je kant-en-klare volkoren hamburgerbroodjes. Overweeg eens om zelf broodjes te bakken met volkoren meel. Of check bij de bakker of hij volkoren bollen verkoopt die je kunt omtoveren tot hamburgerbroodjes.

burgersaus zelf maken

Tip 8: Let op saus en beleg

Er zijn twee factoren die een burger onbedoeld caloriebommetjes kunnen maken: mayonaise en vetrijke kaas. Een klodder mayo hier, een plak cheddar daar — voor je het weet stapelen de calorieën zich op.

Enkele alternatieven:

Magere yoghurt of kwarksaus: meng magere yoghurt met knoflook, wat citroensap en verse kruiden voor een frisse “aioli”-achtige saus.Hummus of avocado: gebruik een dun laagje hummus of geprakte avocado met citroen en chilivlokken. Let wel op de porties, want avocado is calorierijk (maar wel boordevol goede vetten).Salsa of tomatensaus: als je van pittig houdt, ga voor een verse tomatensalsa met koriander en limoen. Weinig vet, veel smaak.Minder kaas, meer kruiden: als je kaas wilt, kies dan een dun plakje 30+ kaas of geitenkaas. Of gebruik een smaakvolle kaas (bijv. blauwe kaas) maar in hele kleine hoeveelheden voor een intense smaak.

Je kunt ook variëren met zelfgemaakte sauzen door bijvoorbeeld wat yoghurt te mengen met mosterd, honing en dille. Zo bepaal je exact hoeveel suiker, zout en vet je aan je burger toevoegt.

4. Finish met een creatieve twist

Een gezondere hamburger gaat niet alleen over wat je weglaat (minder vet, minder suiker), maar ook over wat je toevoegt. Met een paar creatieve twists maak je het geheel nog lekkerder én voedzamer. Bovendien hou je het leuk en verrassend: als je elke keer dezelfde burger maakt, kan het snel saai worden.

Tip 9: Denk buiten de “frietbox” bij je bijgerechten

De klassieke combi is hamburger + friet. Lekker, maar friet neemt al gauw de hoofdrol over in het caloriefestijn. Wil je toch iets krokants erbij? Denk eens aan:

Zoeteaardappelfriet uit de oven: net zo krokant, maar met een iets lagere glycemische index en boordevol vitamine A.Geroosterde groentenblokjes: pompoen, pastinaak of wortel in dunne staafjes, even olie en kruiden erover, en roosteren maar.Volkoren of bloemkoolcouscoussalade: een frisse side dish waarmee je je groenteninname opschroeft.Groene salade met noten en zaden: simpel, snel en supergezond. Met een basic vinaigrette houd je het caloriearm.

Op die manier krijgt je bord veel variatie in kleur, smaak en voedingsstoffen. Je maaltijd oogt direct uitnodigender, terwijl je niet helemaal zonder “crunch” hoeft te zitten.

presentatie gezondere hamburger

Tip 10: Speel met portiecontrole en presentatie

Soms zit het ‘m in de hoeveelheid die we eten. Een gigantische burger met dubbel vlees, dubbel kaas en een berg saus kan onmogelijk “gezond” genoemd worden, hoe vers je ingrediënten ook zijn. Als je geniet van een burger, kijk dan ook naar:

Minder groot vlees: maak de burger kleiner, bijvoorbeeld 100-125 gram in plaats van 200 gram.Breek eventueel de burger: als je snel vol zit, neem dan half broodje met burger en vul de rest van je bord met salade. Zo voorkom je dat je je overeet.Presentation is key: snijd je burger door de helft en leg hem op een mooi bord met kleurrijke groenten. Je hersenen pikken de visuele signalen op en je krijgt eerder het gevoel dat je een “complete” maaltijd hebt.

Je kunt ook denken aan mini-burgers of sliders. Zo kun je meerdere varianten proeven (bijvoorbeeld één met kip, één met linzen en één klassieke rundvleesburger) zonder direct veel te eten. Het kan ook een leuk format zijn als je eters over de vloer hebt.

Weet dat “gezond” niet per se gelijkstaat aan “droog” of “saai.” Een kleinere portie vet, een betere keuze in brood en toppings, en meer groente kan al een groot verschil maken in hoe evenwichtig je hamburgermaaltijd is.

En laten we eerlijk zijn: de genietfactor mag er ook wezen. Je hoeft niet alle vette elementen te schrappen. Als je écht gek bent op een plakje kaas, neem het dan — maar kijk of je elders op de calorieën kunt besparen, bijvoorbeeld door een volkoren broodje te nemen, te grillen in plaats van te frituren, en extra groenten te gebruiken. Zo krijg je een mooie balans tussen “comfort food” en “bewust eten.”

Met deze 10 tips kun je flink experimenteren: van de basis (mager vlees, slim kruiden) tot de afwerking (gezond brood, creatieve groenten en smaakmakers). Zo maak je van je hamburger een smaakvol hoogtepunt, zonder dat je daarna met een schuldgevoel (of een opgeblazen gevoel) op de bank ploft. Je laat zien dat een hamburger ook heel goed in een gezonde leefstijl past, zolang je maar let op kwaliteit, variatie en porties.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on March 08, 2025 06:51

Brood: welke soort brood is de gezondste keuze?

Voor veel mensen staat brood nog altijd op de ontbijttafel of vormt het een vast onderdeel van de lunch. Maar het aanbod in de supermarkt is gigantisch. Van wit, bruin en volkoren tot spelt, zuurdesem of glutenvrij: er is brood voor ieders smaak en voorkeur. Dat brengt vaak de vraag met zich mee: welk brood is nu de meest gezonde keuze? In dit artikel zetten we de belangrijkste verschillen op een rij, zodat je voortaan met wat meer kennis in de bakkerij of supermarkt staat.

Waarom de keuze voor brood ertoe doet

Brood is in veel landen nog steeds een belangrijke bron van koolhydraten, vezels, vitamines en mineralen. Hoe gezonder de varianten die je kiest, hoe groter de kans dat je brood ook echt bijdraagt aan een gebalanceerde voeding. Kies je regelmatig voor een type brood met weinig vezels en veel toegevoegde stoffen, dan kan het op de lange termijn minder gunstig uitpakken voor je energieniveau en je gezondheid in het algemeen.

Een brood is nooit alleen maar “wit” of “bruin.” Er zijn grote verschillen in hoe het graan is gemalen, welke granen er gebruikt zijn, of er suiker of andere toevoegingen in zitten en op welke manier het gerezen is. Laten we daarom eens kijken naar de verschillende varianten en wat ze voor je lichaam kunnen betekenen.

1. Volkorenbrood: de vezelrijke topper

Wat is het?
Volkorenbrood wordt gemaakt van de hele graankorrel: de meelkern, de zemel (de vezelrijke buitenkant) en de kiem. Daardoor bevat volkorenmeel van nature meer vezels, vitamines (B-vitamines) en mineralen (zoals ijzer en magnesium) dan witmeel. Dit maakt volkorenbrood over het algemeen de meest gezonde keuze als je kijkt naar de hoeveelheid voedingsstoffen.

Voordelen
Vezelrijk: goed voor je spijsvertering en zorgt voor een verzadigd gevoel.
Langzame koolhydraten: meer stabiliteit in je bloedsuiker, minder pieken en dalen.
Essentiële voedingsstoffen: door de aanwezigheid van zemel en kiem krijg je meer micronutriënten binnen.

Kies bewust
Niet elk “donker” brood is volkoren. Sommige bakkers kleuren hun brood donkerder met mout of karamel. Wil je zeker weten dat je echt volkoren koopt? Check het etiket of vraag ernaar bij de bakker. In Nederland en België is “volkoren” een beschermde term: alleen brood dat 100% volkorenmeel bevat, mag als volkoren worden verkocht.

2. Meergranenbrood: niet per definitie gezonder

Wat is het?
Meergranenbrood klinkt vaak gezond, omdat er meerdere soorten granen in verwerkt zijn (bijvoorbeeld tarwe, rogge, gerst, spelt, haver). Toch is meergranenbrood niet automatisch volkoren. Het kan namelijk ook geraffineerde (witte) meelsoorten bevatten.

Voordelen
Variatie in granen: mogelijk krijg je zo een diverser spectrum van voedingsstoffen.
Smaakbeleving: meergranenbrood heeft vaak een rijkere, nootachtige smaak en textuur.

Let op de herkomst en bewerking
Sommige meergranenbroden zijn inderdaad vezelrijk en (deels) volkoren. Anderen kunnen grotendeels uit witmeel bestaan met een handje zaden en pitten erin. Wil je een écht gezonde variant? Ga dan voor “volkoren meergranenbrood.” Dan weet je zeker dat je zowel de voordelen van de hele graankorrel hebt als de diversiteit van meerdere granen.

3. Speltbrood: hype of echt gezonder?

Wat is het?
Spelt is een oergraan, verwant aan tarwe, maar met een iets andere samenstelling van eiwitten. Door de populariteit van “natuurlijke” of “oergranen” zie je tegenwoordig veel speltproducten in de supermarkt. Maar speltbrood is niet per se altijd volkoren en dus niet altijd een gezondere keuze dan tarwebrood.

Voordelen
Licht verteerbaar: sommige mensen ervaren dat ze spelt net iets beter verdragen dan tarwe.
Rijke smaak: speltbrood heeft vaak een licht nootachtige smaak.

Check of het volkoren is
Dezelfde valkuil als bij tarwe: speltbrood kan ook gemaakt worden van wit speltmeel (dus geraffineerd). Dat bevat een stuk minder voedingsstoffen. Als je het om gezondheidsredenen koopt, kies dan voor volkoren speltbrood. Laat je niet misleiden door de term “speltbrood” als je niet zeker weet dat het volkorenmeel betreft.

4. Zuurdesembrood: de kunst van natuurlijk rijzen

Wat is het?
Zuurdesembrood wordt gemaakt met een fermentatiestarter (een mengsel van water en meel, waarin van nature gisten en melkzuurbacteriën groeien) in plaats van bakkersgist. Dit proces zorgt voor een langzamere, natuurlijke rijs.

Voordelen
Diepe smaak: zuurdesembrood heeft een kenmerkende, licht zure smaak en een steviger structuur.
Betere mineralenopname: door het fermentatieproces kan je lichaam bepaalde mineralen beter opnemen en kan het brood licht verteerbaar zijn.
Potentieel lage glycemische index: sommige zuurdesembroden zorgen voor een langzamere stijging van de bloedsuiker dan conventioneel witbrood.

Check ook hier op volkoren
Zuurdesem hoeft niet altijd volkoren te zijn. Wit zuurdesembrood bestaat ook. Voor de gezondheidsvoordelen van vezels en micronutriënten is volkoren zuurdesem een topkeuze. Het is vaak wel wat duurder en niet overal verkrijgbaar.

5. Roggebrood: donker, stevig en vol vezels

Wat is het?
Roggebrood wordt gemaakt van rogge in plaats van tarwe. Het heeft een stevige, dichte structuur en is meestal donker van kleur. In sommige regio’s wordt roggebrood op heel lage temperatuur lang gebakken (zoals in Nederland), in andere landen is rogge juist de basis voor een “compact” brood zoals je dat in Duitsland en Scandinavië ziet.

Voordelen
Zeer vezelrijk: rogge bevat over het algemeen meer vezels dan tarwe, wat zorgt voor een langdurig verzadigingsgevoel.
Smaakvol: de karakteristieke, iets zure smaak past goed bij hartige toppings.
Goede voedingswaarde: als het echt roggemeel is gebruikt (dus volkoren rogge), krijg je veel micronutriënten binnen.

Let op toegevoegde suikers
In sommige roggebroodsoorten (vooral de kleverige, donkerbruine varianten) kunnen fabrikanten suiker of stroop toevoegen. Hierdoor heb je niet alleen de vezels van rogge, maar ook een hogere hoeveelheid snelle suikers. Kijk dus even naar de ingrediëntenlijst als je een zo “puur” mogelijke variant wilt.

6. Glutenvrij brood: voor wie is het geschikt?

Wat is het?
Glutenvrije broden worden gemaakt van grondstoffen zonder gluten, zoals boekweit, rijstmeel, haver (glutenvrij geteeld), maïs of aardappelzetmeel. Deze broden zijn bedoeld voor mensen met coeliakie of glutensensitiviteit die tarwe en andere glutenbevattende granen niet kunnen verdragen.

Voordelen
Noodzakelijk voor coeliakie: mensen met coeliakie moeten glutenvrij eten om hun darmgezondheid te beschermen.
Beschikbare alternatieven: tegenwoordig is er een ruime keuze aan glutenvrije broden, waardoor je niet “zonder brood” hoeft te leven als je geen gluten kunt verdragen.

Kritische kanttekening
Veel glutenvrije broden worden gemaakt met geraffineerde zetmeelbronnen en hebben daardoor relatief weinig voedingswaarde (vezels, vitamines) vergeleken met volkoren tarwe- of speltbrood. Wil je een gezonde variant? Kijk dan naar glutenvrije broden die volkoren glutenvrije granen (zoals boekweit of teff) bevatten en niet te veel (kunstmatige) toevoegingen.

brood gezondste keuze

Brood met toevoegingen: opletten geblazen

In de schappen vind je ook broden met “extra’s,” zoals pitten, zaden, noten of zelfs stukjes groente. Die kunnen best gezond zijn, mits de basis van het brood ook goed is (bij voorkeur volkoren). Tegelijk zie je broden waar suiker, karamel of stroop aan toegevoegd is voor smaak en kleur. Ook zout kan hoog zijn in sommige broodsoorten.

Een handige vuistregel: check de ingrediëntenlijst en kijk of (volkoren)meel bovenaan staat, gevolgd door eventueel water, gist (of desem) en zout. Zijn suiker, fructosestroop of andere toevoegingen direct na meel en water te vinden, dan heb je te maken met een brood dat al snel minder gezond wordt.

Praktische tips voor een gezonde broodkeuzeCheck het etiket: bij twijfel kun je altijd kijken of “volkoren” expliciet wordt genoemd en waar eventuele suikers en zouten staan in de ingrediëntenlijst.Varieer: elke graansoort biedt een net andere mix van voedingsstoffen. Wissel eens af met volkoren tarwe, spelt, rogge of andere graansoorten.Kijk naar de toppings: ongezonde belegkeuzes kunnen de voordelen van een gezond brood direct tenietdoen. Maak gerust ruimte voor vezelrijk brood, maar kies ook slimmere toppings, zoals magere kaas, humus, avocado, ei, kipfilet of tonijnsalade (met mate).Beperk wit en suikerbrood: een keertje wit stokbrood bij de bbq is prima, maar probeer het niet dagelijks te eten als je op zoek bent naar meer voedingswaarde.Ga voor smaak en structuur: uiteindelijk is brood eten óók een kwestie van genieten. Probeer daarom verschillende soorten bij ambachtelijke bakkers, waar je soms volkoren zuurdesem of speciaal meergranenbrood vindt met weinig toevoegingen. Je merkt al snel hoe smaakvol echt goed brood kan zijn.Dus… volkoren (desem) is vaak de beste basis

Of je nu fan bent van tarwe, spelt, rogge of een mix van verschillende granen: volkoren blijft het sleutelwoord als je gezondheid vooropstelt. Dat betekent dat de hele graankorrel in het meel zit en je dus de vezels en micronutriënten krijgt die je lichaam nodig heeft. Zuurdesem kan nog een extra gezondheidsplus geven door een gunstige fermentatie, maar ook ‘gewone’ volkoren is prima. Meergranen, spelt of rogge? Allemaal prima keuzes, zolang je er maar voor zorgt dat het echte volkorenvarianten zijn zonder onnodige toevoegingen.

Zo houd je brood niet alleen lekker, maar ook echt voedzaam. Gun jezelf de tijd om wat verschillende broden uit te testen, misschien zelfs van verschillende bakkers. Niet alleen vind je zo de smaak die jij het lekkerst vindt, maar je ontdekt ook het type brood dat het beste bij jouw lijf past.

bronnen bye bye cheeseburger

Harvard T.H. Chan School of Public HealthThe Nutrition Source: Whole GrainsVoedingscentrum (Nederland)Feiten en adviezen over broodPubMed (NCBI)Wetenschappelijke publicaties over volkoren brood en gezondheid
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on March 08, 2025 05:54

March 7, 2025

Droevig wakker worden: hoe breng je positiviteit in het begin van je dag?

Ken je dat gevoel? Je opent ’s ochtends je ogen en merkt direct een sombere, onrustige kriebel in je buik. Je hebt nog geen stap uit bed gezet, en toch lijkt alles al een tikkeltje zwaar aan te voelen. Misschien speelde er gisteren iets vervelends, misschien zit je in een stressvolle periode of misschien weet je niet eens goed waarom de tranen zich al aandienen. Hoe het ook zij: droevig wakker worden komt vaker voor dan je denkt. Toch hoef je niet te accepteren dat je dag in mineur begint. Sterker nog: er zijn manieren om met dat gevoel om te gaan en het te keren naar iets positievers. In dit artikel duiken we in wat er gebeurt als je met verdriet opstaat en hoe je jouw ochtend (en dus de rest van je dag) een sprankje licht kunt geven.

Waarom sta je soms droevig op?

Er kunnen heel veel redenen zijn waarom je dag begint met een traan of een knoop in je maag. Soms is het heel duidelijk: er speelt iets ingrijpends in je leven, zoals relatieproblemen, baanonzekerheid of een vervelend conflict. Misschien is er iemand in je omgeving ziek, zit je midden in een rouwproces of worstel je met (chronische) stress en burn-outklachten. In dergelijke situaties is het niet vreemd dat je ’s ochtends, na een nacht waarbij je gedachten in stand-by leken te staan, weer direct wordt overspoeld door zorgen zodra je wakker wordt.

Ook hormonen spelen een rol. Een menselijk lichaam werkt volgens een biologische klok, waarbij de hormoonhuishouding in de vroege ochtend soms een “dip” kan veroorzaken. We kennen natuurlijk het woord “ochtendhumeur”, dat kan samenhangen met je cortisolniveau en de manier waarop je lichaam de slaap verlaat. Voeg daar nog aan toe dat we ’s nachts in onze dromen emotionele gebeurtenissen verwerken. Je kunt weleens verward wakker worden na een emotioneel geladen droom, wat een droevige gemoedstoestand veroorzaakt.

Daarnaast is er nog de rol van mentale gezondheid. Mensen met bijvoorbeeld depressieve klachten ervaren vaak juist in de ochtend de meest intense zwaarmoedigheid. Dit fenomeen staat bekend als “morning depression”, een symptoom dat kan optreden bij verschillende psychische aandoeningen. Hoe dan ook kan het confronterend zijn om elke dag weer met een neerslachtig gevoel te beginnen. Het goede nieuws is: er zijn manieren om hier anders mee om te gaan en de regie, stap voor stap, terug te pakken.

moe wakker worden

Tip 1: Creëer een kalme start (zonder overprikkeling)

Als je ’s ochtends wakker wordt en je voelt je verdrietig of gespannen, is het verleidelijk om meteen afleiding te zoeken. Bijvoorbeeld door op je telefoon te scrollen, het nieuws te checken of je e-mail te openen. Toch kan dat zorgen voor een overload aan prikkels, waardoor je brein nauwelijks de kans krijgt om rustig “op te starten” en je negatieve gevoel juist nog wat intenser wordt. Een overvol brein heeft weinig ruimte om verdriet te verwerken of te kalmeren.

Een simpele eerste stap naar een betere ochtend is een digitale buffer inbouwen. Zet je wekker (bij voorkeur niet op je telefoon, maar op een echte wekker als dat kan) en verzet je tegen de reflex om direct je notificaties te checken. Laat de dag zachtjes binnenkomen. Adem een paar keer bewust in en uit. Wees je ervan bewust dat de droefheid er is, maar zie het als een wolk die voorbijdrijft in plaats van een definitief oordeel over je dag. Erkennen wat je voelt kan paradoxaal genoeg rust geven.

Gun jezelf ook als het kan een tranquille ochtendroutine. Sta iets eerder op om niet te hoeven haasten. Kies voor kalmerende muziek in plaats van schreeuwend ochtendnieuws. Pak een notitieboek en schrijf van je af: wat voel ik? Waar heb ik behoefte aan? Soms kan een paar zinnen op papier al verlichting geven. Je hoofd raakt iets leger, je verwerkt je verdriet in mini-stapjes. Op die manier creëer je een kleine ruimte tussen hoe je je voelt en hoe de rest van je ochtend zal verlopen.

Een ander idee is om meteen een moment van licht en buitenlucht op te zoeken. Al is het maar een minuut of vijf op je balkon of in de tuin: daglicht helpt om je biologische klok te synchroniseren en je humeur te verbeteren. De frisse buitenlucht, het geluid van vogels, de geur van de ochtend – het kan net wat extra energie geven om je dag te beginnen.

Vermijd een te strakke planning in je ochtend

We leven in een tijd waarin velen van ons de neiging hebben om elke seconde in de ochtend te benutten. Vroege vergaderingen, kinderen die naar school moeten, mails die op reactie wachten. Heb je ruimte, plan je ochtend dan iets ruimer in, zodat je niet direct wordt meegezogen in de drukte. Krijg je niet alle ballen in de lucht? Overweeg of je bepaalde taken kunt verschuiven naar later op de dag. Juist als je gevoelig bent voor een “droevige start,” heb je baat bij een wat zachtere landing in je activiteiten. Zelfs vijf minuten extra om in bed te liggen en je uit te rekken, kan je net dat stukje ademruimte geven.

Tip 2: Kleine rituelen voor meer positiviteit

Verdriet en somberheid laten zich niet zomaar wegvegen met een toverstokje. Toch zijn er kleine rituelen die je kunt inbouwen in je ochtend, waardoor je hoofd en hart net wat lichter kunnen aanvoelen. Zo maak je als het ware een rituele brug tussen je nachtelijke rust en de wakkere wereld van de dag.

1. Dankbaarheidsmoment
Dankbaarheid klinkt misschien als een cliché, maar het werkt vaak echt, mits je het consequent toepast. Neem elke ochtend een minuutje de tijd om drie dingen te benoemen waar je dankbaar voor bent. Het mogen mini-dingen zijn: het dak boven je hoofd, je zachte kussen of de geur van vers brood. Door dit hardop te zeggen of op te schrijven, activeer je een stukje van je hersenen dat positiever denkt. En nee, het maakt je verdriet niet zomaar ongedaan, maar het werpt wel een ander licht op je start van de dag.

2. Ademhalingsoefening of meditatie
Heb je ’s ochtends tijd voor een korte meditatie of een paar ademhalingsoefeningen, dan kan dat je mentale toestand flink verzachten. Stel je timer in op vijf minuten, ga rechtop zitten, focus op je ademhaling en laat gedachten rustig passeren. Komt dat verdriet of onbehagen op? Erken het (“ik zie dat ik me somber voel”) en laat het vervolgens weer wegdrijven. Deze techniek komt uit de mindfulness, en het doel is om niet weg te rennen voor je gevoel, maar het ook niet groter te maken dan het is. Het kan een gevoel van relativering geven.

3. Affirmaties
Sommige mensen vinden baat bij korte affirmaties zoals “Ik ben vandaag open voor positiviteit” of “Ik mag voelen wat ik voel en ik ben veilig.” Kies een zin die voor jou iets betekent. Zeg hem zachtjes tegen jezelf terwijl je in de spiegel kijkt. Voelt dat wat vreemd in het begin? Dat is normaal. Affirmaties zijn een soort mini-trainingssessies voor je brein. Ze sluiten niet uit dat je verdriet voelt, maar herinneren je tegelijkertijd aan je innerlijke kracht en het feit dat niet alles somber hoeft te blijven.

4. Mini-stretch of beweging
Het klinkt logisch, maar bewegen doet vaak wonderen. Een paar eenvoudige yoga-oefeningen, jumping jacks, squats, of zelfs een klein blokje om in je straat kan je bloedsomloop stimuleren en je energieniveau verhogen. Door te bewegen maak je endorfines aan – de befaamde “gelukshormonen” – die helpen om je stemming te verbeteren. Je hoeft geen topsportprestaties neer te zetten: de sleutel zit ’m in dat je je lijf even activeert en de neerslachtigheid van je afschudt.

Quinoa pap ontbijt Pink bowl

Tip 3: Let op wat (en hoe) je eet in de ochtend

Na een nacht slapen heeft je lichaam brandstof nodig. Als je ’s ochtends verdrietig bent, kun je de neiging hebben om weinig te eten (geen trek) óf juist te grijpen naar calorierijke troostkost (zoals zoete broodjes of suikerige cereals). Op korte termijn kunnen dat soort producten eventjes een gevoel van voldoening geven, maar niet zelden zorgt het daarna voor een bloedsuikerdip en weinig duurzame energie. Dat kan je verdrietige gevoel in stand houden of zelfs verergeren, omdat je je fysiek slap en futloos gaat voelen.

Een verstandig ontbijt hoeft niet ingewikkeld te zijn. Denk aan:

Volkoren granen: zoals havermout, volkorenbrood, muesli zonder toegevoegde suiker of overnight oats. Die geven je lichaam geleidelijk energie.
Eiwitten: een eitje, wat kwark, plantaardige yoghurt of een handje noten kunnen helpen om je langer verzadigd te houden.
Groenten en fruit: een smoothie met spinazie en banaan, of gewoon wat plakjes komkommer en tomaat op je brood, kan al bijdragen aan een fris gevoel. Vitaminen, mineralen en vezels zijn je vrienden, zeker op een sombere ochtend.
Hydratatie: vergeet je glas water of kopje (kruiden)thee niet. Goed gehydrateerd blijven helpt je hoofd helder te houden.

Als je echt geen trek hebt, probeer dan op zijn minst iets kleins te nemen waar je voedingsstoffen uit haalt. Bijvoorbeeld een halve banaan met wat pindakaas of een kleine smoothie. Het gaat er niet om dat je jezelf forceert tot een uitgebreid ontbijt, maar wel dat je lichaam op gang komt en je bloedsuiker stabieler wordt. Een stabiele bloedsuiker kan weer helpen om emotionele pieken en dalen te beperken.

Zacht voor lichaam en geest

Voor sommigen helpt ook het ritueel van bewust eten. In plaats van gehaast een broodje achterover te slaan terwijl je je mail checkt, kun je proberen om een paar minuten echt te proeven wat je eet. Langzaam kauwen, de textuur en smaak opmerken. Dat kan helpen om je wat meer te “aarden” en een moment van rust te vinden. Juist op een droevige ochtend kan zo’n mini-meditatief momentje verlichting geven. Je voelt je lichaam, je bent aanwezig in het hier en nu.

positiviteit affirmaties

Tip 4: Zet een intentie voor je dag (en omring je met positiviteit)

Wanneer je wakker wordt met een sombere stemming, is het heel eenvoudig om te blijven hangen in piekeren over wat er allemaal fout kan gaan. Je gedachten kunnen dan een eigen leven gaan leiden: “Deze dag wordt vast waardeloos,” “Ik ga weer falen op mijn werk,” “Niemand vindt me leuk.” Zo’n gedachtenstroom maakt het moeilijk om positief aan je dag te beginnen.

Een intentie zetten is een eenvoudige manier om bewust te kiezen welke richting je op wilt gaan. Een intentie is geen dwangmatige checklist of een prestatie-eis (“Ik moet alles perfect doen vandaag”), maar eerder een zachte richtingwijzer. “Vandaag wil ik met compassie naar mezelf kijken.” Of: “Ik kies ervoor om open te staan voor kleine momenten van geluk.” Deze zinnen zijn niet bedoeld als strenge opdracht, maar als een reminder waar je gedurende de dag op kunt terugvallen.

Daarnaast kun je actief op zoek gaan naar positieve input in je ochtend. Zet je favoriete muziek op, luister naar een inspirerende podcast of zet een korte feelgood-video aan terwijl je je klaarmaakt. Je smartphone kan veel afleiding en onrust brengen, maar je kunt ’m ook doelgericht inzetten door bijvoorbeeld een ontspannende meditatie-app te gebruiken of iets op YouTube te kijken dat je echt blij maakt (van schattige dierenfilmpjes tot een mini-workout).

Heb je iemand in je omgeving die je goed doet? Stuur een kort bericht: “Ik voel me niet zo goed wakker vandaag, maar ik hoop dat we snel even kletsen.” Een simpel berichtje naar een vriendin, familielid of collega kan een ankerpunt zijn. Even delen hoe je je voelt, kan voldoende zijn om jezelf te herinneren: “Ik sta er niet alleen voor.” Je hoeft niet meteen in een lang gesprek te belanden, soms is het idee dat er iemand is die aan je denkt al genoeg.

Wie het leuk vindt, kan ook met visualisaties werken. Sluit even je ogen en zie voor je hoe je dag eruitziet als hij net iets lichter gaat dan je misschien nu verwacht. Geen grootse taferelen, maar stel je bijvoorbeeld voor dat je een prettige werk- of studeerplek hebt, een collega die lacht naar je of een fijne lunch. Het klinkt misschien zweverig, maar voor sommige mensen helpt dit om een tikkeltje optimistisch te blijven. Als je het voelt als een oprechte intentie in plaats van een geforceerde truc, kan het bijzonder krachtig zijn.

Wees niet bang voor professionele hulp

Als droevig wakker worden een structureel probleem is — bijvoorbeeld weken of maanden aan een stuk — dan is het slim om ook professionele hulp te overwegen. Misschien speelt er een onderliggende depressie, angststoornis of burn-out. Een therapeut of psycholoog kan handvatten bieden die specifiek aansluiten op jouw situatie. We zijn vaak geneigd om te denken: “Ik moet dit zelf kunnen oplossen,” maar soms is hulp inschakelen juist het begin van echte verandering.

Bovendien kunnen er fysieke oorzaken zijn. Zo kunnen slaapstoornissen, hormonale disbalansen of andere medische klachten ervoor zorgen dat je elke ochtend uitgeput of verdrietig begint. Het is daarom helemaal niet gek om eens met je huisarts in gesprek te gaan als je je zorgen maakt of als deze gevoelens steeds maar terugkeren.

Het belangrijkste is dat je jezelf niet veroordeelt omdat je ‘s ochtends niet fit en vrolijk aan de dag begint. Je bent geen “mislukkeling” als je niet als een zonnestraal uit bed springt. Verdriet, somberheid en zelfs tranen zijn signalen dat er iets in jou aandacht vraagt. Door er met mildheid naar te kijken en kleine, haalbare rituelen toe te voegen aan je ochtend, kun je stap voor stap meer grip krijgen op dat gevoel. Je ochtend hoeft geen droevige blauwdruk te worden voor de rest van je dag. Elke dag biedt een nieuwe kans om anders met je emoties om te gaan.

Verdrietig wakker worden is iets wat heel menselijk is, maar het hoeft niet de vaste leidraad te zijn. Met een bewuste ochtendroutine, aandacht voor je geest én lichaam, en hulpbronnen om je heen, kun je een aanzienlijk verschil maken in hoe je je voelt wanneer je de dag begint. Het gaat niet om het elimineren van alle verdriet (dat is vaak onmogelijk), maar om het omarmen van dat gevoel zonder erdoor overspoeld te raken, en vervolgens ruimte te maken voor kleine momenten van licht. Dat is misschien wel de mooiste vorm van positiviteit: een positieve grondhouding die erkent dat er ook sombere tinten zijn, maar niettemin gelooft in de kracht van een nieuwe dag.

bronnen bye bye cheeseburger

American Psychological Association – Informatie en achtergronden rond depressieNational Health Service (NHS) – Adviezen over mentale gezondheid en zelfhulpMindful – Artikelen en oefeningen voor mindfulness en meditatieSleep Foundation – Informatie over slaap en de invloed op stemming
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on March 07, 2025 14:49

March 4, 2025

Eieren: zijn ze gezond? Hoeveel mag je er eten?

Eieren worden al eeuwenlang beschouwd als een van de meest veelzijdige en voedzame voedingsmiddelen die er bestaan. Ze vormen de basis van ontelbare gerechten, van ontbijtklassiekers tot luxueuze baksels. Toch zijn er ook de nodige discussies over het cholesterolgehalte in eieren en de invloed daarvan op je gezondheid. Zijn eieren nu echt gezond, of moet je ze liever vermijden als je op je hart en bloedvaten let? En hoeveel eieren kun je dan veilig eten? In dit artikel duiken we diep in de wereld van eieren: we bekijken hun voedingswaarde, ontkrachten mythes over cholesterol en geven je praktische richtlijnen om verstandig om te gaan met dit geliefde ingrediënt.

Eieren en hun voedingsprofiel

Voor veel mensen hoort een eitje bij de dag als koffie of thee. Maar wat maakt eieren zo bijzonder? Om te beginnen zijn eieren niet alleen lekker en betaalbaar, maar ze bevatten ook een grote diversiteit aan voedingsstoffen. Het “geheime wapen” van het ei zit ’m in de balans tussen eiwit, vet en micronutriënten. Met andere woorden, eieren bieden best veel “bang for your buck” op het gebied van voedingswaarde.

Hoogwaardige eiwitten
Eiwitten zijn de bouwstenen van ons lichaam. Ze zijn nodig voor de opbouw en het herstel van spieren, weefsels, en het immuunsysteem. Een gemiddeld ei van zo’n 50 gram bevat ongeveer 6 gram eiwit. Bovendien zijn ei-eiwitten bijzonder hoogwaardig. Dat wil zeggen dat ze vrijwel alle essentiële aminozuren bevatten die je lichaam niet zelf kan aanmaken. Ze worden daarom in voedingswetenschappelijke kringen als de “gouden standaard” gezien.

Vetten, vitamines en mineralen
Eieren bevatten ook vetten, met name in de dooier. Dit zijn grotendeels onverzadigde vetten, maar er is ook een aandeel verzadigde vetten. De dooier is bovendien een waardevolle bron van vitaminen (A, D, E, K en verschillende B-vitaminen) en mineralen (zoals fosfor, selenium en ijzer). Vitamine D en vitamine B12 krijgen we niet altijd voldoende binnen, vooral niet als je weinig dierlijke producten consumeert. Een eitje kan dan helpen om die tekorten aan te vullen.

Choline en andere bijzondere stoffen
Choline is een stof die in eieren relatief overvloedig aanwezig is. Choline is onder andere belangrijk voor de werking van de hersenen en het zenuwstelsel. Daarnaast bevat de eierdooier luteïne en zeaxanthine, twee carotenoïden die geassocieerd worden met een gezonde oogfunctie en de bescherming van het netvlies tegen schadelijke invloeden.

Kleur en scharrel
De kleur van het ei (bruin of wit) zegt niets over de voedingswaarde. Het is enkel een kwestie van het ras van de kip. Een bruin ei bevat niet per se andere voedingsstoffen dan een wit ei. Ook “scharreleieren” of “vrije-uitloopeieren” hebben niet automatisch een andere samenstelling dan eieren uit andere houderijsystemen, al kan de kwaliteit van voeding die de kippen krijgen wél enig verschil maken in bijvoorbeeld het gehalte aan bepaalde vetzuren. Een ei van een kip die meer toegang heeft tot graslanden kan net wat hoger scoren op omega-3-vetzuren, maar de verschillen blijven over het algemeen beperkt.

eieren

De gezondheidseffecten van eieren

Naast hun rijke voedingsprofiel is er ook discussie ontstaan over de impact van eieren op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten of cholesterolwaarden. De vraag is: hoe zit dat nu écht? Zijn eieren een zegen voor je gezondheid, of moet je toch voorzichtig zijn?

Cholesterol in de dooier
De kritiek op eieren draait vaak om de hoeveelheid cholesterol in de eierdooier. Waar het eiwit (het “witte” deel) vooral eiwitten bevat, zit in de dooier ongeveer 200-220 mg cholesterol per gemiddeld ei. Het idee ontstond dat dit rechtstreeks zou bijdragen aan een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed en daarmee het risico op hart- en vaatziekten zou verhogen.

Toch is het cholesterol in voeding niet één-op-één verantwoordelijk voor het cholesterolniveau in je bloed. Jouw eigen lever produceert namelijk zelf ook cholesterol, en die productie kan omhoog of omlaag gaan afhankelijk van wat je eet. Bovendien blijkt uit verschillende recente studies dat bij de meeste mensen een matige consumptie van eieren niet leidt tot sterk verhoogde cholesterolspiegels. Het is wel zo dat sommige individuen, de “hyper responders,” wat gevoeliger zijn voor voedingscholesterol. Zij zien wel een duidelijke stijging van het LDL-cholesterol (het “slechte” cholesterol) na het eten van meerdere eieren per dag. Maar voor de meerderheid van de bevolking lijkt dit effect beperkt.

Hart- en vaatziekten
Ook hierover is de wetenschap genuanceerd. Een groot deel van de onderzoeken laat geen eenduidig verband zien tussen een gematigde eierconsumptie en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Sterker nog, sommige epidemiologische studies suggereren dat het eten van tot zo’n zeven eieren per week bij veel mensen niet samengaat met een hoger cardiovasculair risico.

Wil dat zeggen dat je onbeperkt eieren kunt eten zonder ooit zorgen te hebben? Niet per se, want er zijn meerdere factoren die meespelen. Iemands totale voedingspatroon, beweging, genetische aanleg en leefstijl (roken, alcohol) spelen allemaal een rol. Als je bijvoorbeeld ook veel verzadigde vetten binnenkrijgt via ander voedsel en je hebt weinig beweging, dan kan een hoge eierconsumptie voor meer risico zorgen dan bij iemand die verder een heel evenwichtig dieet volgt.

Proteïnen en spieropbouw
Eieren staan onder sporters bekend als een ideale bron van eiwitten, omdat ze goed opneembaar zijn en alle essentiële aminozuren bevatten. Bij krachttraining of duursport kunnen eieren bijdragen aan optimaal spierherstel. Natuurlijk heb je meer eiwitten nodig dan alleen die uit eieren, maar het is een betrouwbare toevoeging, zeker wanneer je op zoek bent naar compacte, hoogwaardige proteïnen.

Gewichtsbeheersing en verzadiging
Door hun stevige eiwitgehalte verzadigen eieren goed. Studies tonen aan dat een eiwitrijk ontbijt (bijvoorbeeld eieren in plaats van enkel graanproducten) kan helpen om later op de dag minder trek te ervaren. Wie wilt afvallen kan dus baat hebben bij af en toe een eigricht, omdat je daarmee hongerpieken en snackdrang wat kunt temperen. Uiteraard is afvallen niet afhankelijk van één voedingsmiddel, maar het kan zeker ondersteunen in een gebalanceerd dieet.

Hoeveel eieren kun je eten?

We horen vaak verschillende adviezen: de één zegt dat je dagelijks een eitje best kunt hebben, de ander adviseert maximaal twee tot drie eieren per week. Het is belangrijk om te beseffen dat dit geen wetenschappelijke “harde” wet is, maar veeleer een vuistregel. De optimale hoeveelheid eieren kan verschillen per persoon, afhankelijk van genetische factoren, cholesterolverwerking en algehele leefstijl. Toch kun je een paar richtlijnen hanteren om je eigen consumptie in perspectief te plaatsen.

1. De algemene richtlijn voor gezonde volwassenen
In veel voedingsadviezen zie je langskomen dat gezonde volwassenen zonder specifieke cholesterolproblemen zo’n 1 ei per dag kunnen gebruiken in het totaalbeeld van een evenwichtig voedingspatroon. Dat komt neer op zo’n 7 eieren per week. Deze hoeveelheid lijkt over het algemeen geen negatieve invloed te hebben op het cardiovasculaire risico, mits de rest van je voedingspatroon in orde is (weinig transvetten, voldoende groente en fruit, matig verzadigd vet).

2. Mensen met verhoogd cholesterol of hart- en vaatziekten
Heb je al verhoogde cholesterolwaarden of hart- en vaatziekten in de familie? Dan kan het slim zijn om een arts of diëtist te raadplegen over jouw specifieke situatie. Soms wordt er aangeraden de hoeveelheid eidooiers te beperken tot zo’n 3 of 4 per week. In sommige gevallen kun je gewoon het eiwit gebruiken om toch de eiwitten binnen te krijgen, en de dooier skippen of minder vaak nemen. Dat geeft je nog steeds de voordelen van ei, maar drukt de inname van cholesterol.

3. Kinderen, ouderen en sporters
Kinderen en ouderen kunnen prima profiteren van de voedingsstoffen in eieren, zeker als ze moeite hebben om voldoende eiwitten of vitamines binnen te krijgen. Bij sporters is een eierrijk voedingspatroon ook populair, hoewel het dan wel helpt als je let op de totale balans van je vet- en calorie-inname. Al te veel eieren eten kan ook betekenen dat je ongewild veel calorieën en cholesterol binnenkrijgt, dus het blijft belangrijk om naar de grote lijn van je dieet te kijken.

4. Diversiteit is key
Het belangrijkste punt bij de vraag “Hoeveel eieren mag ik eten?” is diversiteit. Eet je naast eieren ook regelmatig vette vis, kip, peulvruchten, noten en zaden als eiwitbron? Dan zit je over het algemeen veiliger dan wanneer je alléén maar eieren eet als primaire proteïnebron. Variatie in je voeding zorgt ervoor dat je een breed palet aan nutriënten binnenkrijgt en beperkt de inname van bepaalde stoffen die minder gunstig kunnen zijn bij hoge doseringen.

Recept Shakshuka

Handige tips voor het gebruik van eieren in de keuken

Dat eieren veelzijdig zijn, is geen nieuws. Van omeletten tot soufflés en van gebak tot homemade mayonaise — de mogelijkheden zijn eindeloos. Hieronder vind je een paar praktische tips om maximaal te genieten van je eieren, op een manier die past bij een gezond voedingspatroon.

1. Varieer in bereidingswijzen
Gekookt, gepocheerd, gebakken of in een frittata: elke bereidingswijze geeft een ander smaak- en textuurprofiel. Wil je minder vet binnenkrijgen, dan is koken of pocheren een goede optie. Bak je een ei, dan kun je kiezen voor een beetje olijfolie in plaats van boter, of de pan lichtjes invetten. Experimenteer ook met kruiden: basilicum, bieslook, zwarte peper, knoflookpoeder of chili vlokken. Zo blijft je ei iedere keer weer een nieuwe smaaksensatie.

2. Let op de versheid
Controleer altijd de THT-datum (tenminste houdbaar tot) op de verpakking. Een vers ei zal in water blijven “liggen” op de bodem, terwijl een ouder ei gaat drijven (omdat er meer lucht in zit). Voor delicate bereidingen zoals gepocheerde eieren of soufflés is het belangrijk dat je extra verse eieren gebruikt, omdat de structuur dan beter intact blijft. Let ook op de geur: een rot ei herken je direct aan de scherpe, onaangename lucht.

3. Bewaar eieren koel en donker
De koelkast is meestal de beste plek om eieren te bewaren, al verschilt het per land of dat officieel aangeraden wordt. In veel Europese landen worden eieren niet gewassen, waardoor de natuurlijke beschermlaag intact blijft en je ze ook buiten de koelkast kunt bewaren als het niet te warm is. Maar om zeker te zijn van optimale versheid en langere houdbaarheid, is een koele, droge plek vaak de veiligste optie. Bewaar je eieren liefst met de punt naar beneden; dan blijft de dooier beter gecentreerd.

4. Kies voor verantwoord geproduceerde eieren
Naast de gezondheidskant is er ook een ethische en ecologische kant aan het eten van eieren. Veel mensen kiezen daarom bewust voor eieren met een bepaald keurmerk (zoals biologisch of vrije uitloop). Deze eieren komen van kippen die meer ruimte en betere leefomstandigheden hebben. Daarnaast zijn er ook eieren met een Omega-3-claim, afkomstig van kippen die extra lijnzaad in hun dieet krijgen. Die hebben vaak een wat gunstiger vetprofiel. Kijk wat er voor jou mogelijk is qua budget en verkrijgbaarheid. Zo steun je, waar kan, een diervriendelijkere en duurzamere keuze.

5. Vervang ei in baksels als je wilt minderen
Wil je om wat voor reden dan ook toch minder eieren eten, bijvoorbeeld om je cholesterolinname te beperken of omdat je vegan wilt koken? Dan zijn er genoeg trucs om eieren in bakrecepten te vervangen. Denk aan geprakte banaan, appelmoes of lijnzaad- en chia-eieren (1 eetlepel gemalen lijnzaad of chiazaad mengen met 3 eetlepels water) als bindmiddel. De textuur verandert misschien iets, maar voor veel baksels werkt het prima.

Kortom, eieren zijn ontzettend veelzijdig en hebben behoorlijk wat te bieden op het vlak van voedingsstoffen, smaak en structuur. Tegelijk is het verstandig om je eigen situatie en leefstijl mee te wegen als je besluit hoeveel eieren je per week consumeert. Voor de meeste gezonde mensen is een eitje per dag niet direct problematisch, maar blijf altijd kijken naar de totale balans: als je al veel verzadigd vet of voedingscholesterol uit andere bronnen binnenkrijgt, kun je beter wat matigen.

Met deze praktische inzichten en tips kun je bewuster genieten van eieren, en ze slim inpassen in een gevarieerde leefstijl. Of je nu fan bent van een simpele gekookte eiersnack of de meest uitgebreide eiersoufflé wilt klaarmaken, er is weinig in de keuken wat zo’n onweerstaanbare veelzijdigheid biedt als het eenvoudige, maar o zo krachtige, eitje.

bronnen bye bye cheeseburger

Harvard T.H. Chan School of Public HealthThe Nutrition Source: EggsAmerican Heart AssociationInformatie over eieren en cholesterolNational Institutes of Health (NIH)Wetenschappelijke publicaties rond eiconsumptie en cholesterolVoedingscentrum NederlandFeiten en adviezen over eieren
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on March 04, 2025 13:07

Steffi Vertriest's Blog

Steffi Vertriest
Steffi Vertriest isn't a Goodreads Author (yet), but they do have a blog, so here are some recent posts imported from their feed.
Follow Steffi Vertriest's blog with rss.