Een boeiend leesjaar, zonder meer.
Mijn uitschieters: DE LANTERFANTER (Atilgan), DE MELANCHOLIE VAN HET VERZET (Krasznahorkai), GELITTEKENDE HARTEN (Blecher), DE ONBEHEERDE HAMER (Char), LIGHT YEARS (Salter), DE BLINDE UIL (Hedayat), DE WETTEN VAN DE MELANCHOLIE (Gospodinov), SPEEDBOAT (Adler) en VERPLETTERDE SCHOONHEID (Hrabal).

Ontdekkingen: MANETTE SALOMON (broeders de Goncourt), GROENE HEINRICH (Keller), IN DE SCHADUW VAN DE OLIFANT (Vittorini), DE DAG VAN DE OPRITSJNIK (Sorokin), AUTOPORTRAIT (Levé) en DE WEGEN VAN DE WERELD (Bouvier)

Nederlandse literatuur: WIL (Olyslaegers), DIJK (van den Brink), NIETS TE VIEREN (Roobjee), WANDERLAND (P.B. Gronda) en DE MOOIE MOND VAN BOBBY CESPEDES EN ANDERE VERHALEN (Segura).

In 2017 ga ik nog gerichter lezen en de ongelezen titels van bewonderde auteurs bewust opzoeken: enkele maagdelijke titels van Bove, de ontbrekende Roths, Fallada, Meijsing, Voskuil, Musil, Hrabal, Sorokin, Boelgakov, etc. En meer in het Engels lezen: Salter, Yates, Markson, Wallant, etc.

Er staat op jouw lijst altijd een hoop wat ik niet ken, maar waar ik hoop soms iets te vinden dat ik graag zou willen kennen.