Falun Ellie Koos > Falun's Quotes

Showing 1-13 of 13
sort by

  • #1
    Fleur Jaeggy
    “Children lose interest in their parents when they are left. They are not sentimental. They are passionate and cold. [...] They learn to pretend. And pretense becomes the most active, the realest part, alluring as dreams. It takes place of what we think is real. - pg. 11-12”
    Fleur Jaeggy, S. S. Proleterka

  • #2
    Willem Frederik Hermans
    “Omdat men zal weten dat over de mens niets te bewijzen valt, dat er van hem in doen en laten, in wezen en verschijning, in heden en verleden, nog geen schim valt te bekennen van wat hij is en is geweest.
    Wij zijn niets anders dan de strandvonders van ons eigen leven, brokstukken verzamelend langs de zee der vergetelheid. In onze hand lopen wij met de verroeste spijkers van een groot, gezonken schip - en wij denken dat dit oudroest een horloge is.”
    Willem Frederik Hermans, Paranoia

  • #3
    Cees Nooteboom
    “Herinnering is als een hond die gaat liggen waar hij wil.”
    Cees Nooteboom

  • #4
    Roelof ten Napel
    “Kunst kon bestaan op een plaats waar een grondstof nog geen einddoel had; een dans gebruikte het lichaam als iets dat nu eenmaal kon bewegen, niet ergens heen.”
    Roelof ten Napel, Over het zwijgen

  • #5
    Marian Engel
    “Bear," she cried. "I love you. Pull my head off.”
    Marian Engel, Bear
    tags: 1976

  • #6
    Leo Tolstoy
    “He soon felt that the fulfillment of his desires gave him only one grain of the mountain of happiness he had expected. This fulfillment showed him the eternal error men make in imagining that their happiness depends on the realization of their desires.”
    Leo Tolstoy, Anna Karenina

  • #7
    Fleur Jaeggy
    “The wind wrinkled the dark lake and my thoughts as it swept on the clouds, chopped them up with its hatchet; between them you could just glimpse the Last Judgement, finding each of us guilty of nothing.”
    Fleur Jaeggy, Sweet Days of Discipline

  • #8
    Manon Uphoff
    “Het verhaal waarin je zelf aanwezig bent lijkt altijd het waarachtigst. Tegelijk heeft het in onze eigen ogen het minst weg van een werkelijk verhaal.”
    Manon Uphoff, Vallen is als vliegen

  • #9
    Fleur Jaeggy
    “Hij liep verder, zag andere mooi ingerichte kamers, mensen die de krant zaten te lezen, de etalages van de woningen toonden hem hoe rustig het leven van de anderen kon zijn, hoe heerlijk het is om in een luie stoel te zitten en de regen tegen de ruiten te horen slaan. Opnieuw voelde hij de overtuiging dat zijn leven voorbijging, voorbij was, en des te meer genoegen deed het hem de inspanningen van zijn medemensen, van de Nederlandse bevolking, te bewonderen, en hun volharding tegenover de stralende pieken van huiselijke vertroosting. Dergelijke taferelen van home sweet home schokten zijn hart, van zoveel geluk zag hij liever af.”
    Fleur Jaeggy, The Water Statues

  • #10
    Cees Nooteboom
    “He read a lot, but what he read, and not just that but everything he saw, films and paintings, he translated into feeling. And this feeling, which could not immediately be expressed in words, not yet and maybe never, that formless mass of sentiments, impressions, observations — that was his way of thinking. You could circle around it with words, but there always remained far more that was not expressed than was. And later, too, a certain resentment would take possession of him, toward those people who demanded precise answers, or pretended to be able to give them. It was, on the contrary, the very mystery of everything that was so attractive. You should not want to impose too much order on it. If you did, something would be lost irrevocably. That mysteries can become more mysterious if you think about them with precision and method, he did not yet know. He felt at home in his sentimental chaos. To chart it you had to be an adult, but then you were at once labelled, finished, and in effect already a little dead.”
    Cees Nooteboom, Rituals

  • #11
    Falun Ellie Koos
    “Tiny Mushroom.”
    Falun Ellie Koos, Rouwdouwers

  • #12
    Roelof ten Napel
    “Ze vond het jammer dat ze het hert niet beter had kunnen zien, maar besefte meteen dat ze niets had opgemerkt als het dier niet was gevlucht. Ze kon het alleen zien verdwijnen.”
    Roelof ten Napel, Over het zwijgen

  • #13
    Roelof ten Napel
    “Kon je zo met hunkering omgaan? Zonder te streven naar een doel, of zonder het streven als last te ervaren? of op zo'n manier dat die last iets dierbaars werd. Kon ze het verlangen naar haar vader omvormen, zijn dood niet verwerken maar bewonen? Was rouw niet als honger? Marie had die zinnen gelezen en gedacht, ik wil een honger zijn. Ze hoefde het niet, dat ik met al het gewicht van zijn ambities, met zijn dwangmatige verhaal. Het was maar een woord, waarachter zich iets wilds en rijks verborg. Een honger bedekt door een dagdroom aan eten.”
    Roelof ten Napel, Over het zwijgen



Rss