Toen ik weer over de Westfriesedijk reed stak een moedereend met haar kroost de weg over. Ze waren vanuit het hoge riet tevoorschijn gekomen – drie pulletjes, zoals ze in Noord-Holland zeggen – en waggelden heel traag over het asfalt terwijl ik ze met zo’n tachtig kilometer per uur tegemoet kwam, en ik kon niet naar links of naar rechts, en remmen was te gevaarlijk. Terwijl ik met de auto over de moedereend en haar kleintjes reed klonk op de radio AC/DC met Highway to hell, ongelogen. Ik keek in de achteruitkijkspiegel en zag de moeder de andere kant uit lopen, heel haastig terug het riet in, en met nog maar twee van die pulletjes achter haar aan. Of waren het er drie? Ik wist het niet, ik voelde me verschrikkelijk. Een paar kilometer terug had ik een man in een oranje jack van de wegenwacht met een grote schep een dode reiger van de weg zien tillen. Die man keek heel gelaten, het was natuurlijk ook maar gewoon werk voor hem. De lucht was grijs, een storm kwam opzetten. Nadat het nummer van AC/DC was afgelopen hoorde ik tijdens het journaal dat een Russische vloot op de Noordzee was gesignaleerd, sinds twintig jaar. De eenden waren nergens meer te bekennen.
Published on May 09, 2014 05:16