Go, go, go!

Aan het einde van de ochtend liep ik door het park en het enige waar ik naar kon kijken was het felle licht dat door de sneeuw werd gereflecteerd. Het is verdomd moeilijk om licht goed te beschrijven, negen van de tien keer verval je in clichés. Schrijver Ian McEwan lukt het redelijk met zinnen als: ‘Het indirecte middaglicht, weerkaatst door het grind en gefilterd door het bovenlicht, vulde de entreehal met de gelig-oranje tinten van een sepiaprint.’ (Atonement) Maar tegelijkertijd blijft hij vaag. Wat is indirect middaglicht? Op welke manier filtert het bovenlicht de weerkaatsing? Lastig. Herman de Coninck beschrijft in het gedicht Januari het winterlicht heel simpel: ‘De zon schijnt inderdaad als het lichtje in een koelkast.’ Fotografen kennen dat probleem niet – zij laten het licht gewoon zíen. Afgelopen herfst hielp ik mijn vriend met een fotografieproject; het moest een zelfportret worden zonder dat hijzelf was te zien. Daarom had hij een waslijn volgehangen met zijn eigen kleding – truien, sokken en broeken – en telkens als de zon achter de wolken vandaan kwam moest ik die waslijn omhoog houden zodat hij daar een foto van kon maken. We stonden midden op een heideveld, alles wat gekleurd in de gelig-oranje tinten van een sepiaprint, zoals McEwan zou zeggen. Soms stonden we meer dan twintig minuten te wachten voordat de zon eindelijk tevoorschijn kwam. Ik hield de donkergrijze wolken nauwlettend in de gaten, er zat wel beweging in, maar vaak schoven die wolken gewoon over elkaar heen waardoor er geen ruimte was voor het zonlicht. Pas als de rand van de zon zichtbaar was riep ik ‘go, go, go!’ naar mijn vriend, die dan al met zijn camera in de aanslag stond en als een gek foto’s begon te schieten. We hadden maar een paar seconden voordat de zon alweer verdween.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on January 21, 2013 12:08
No comments have been added yet.