Route 22.2
Inmiddels hadden we al heel wat dia’s achter de rug: van een barende giraffe, een placenta die als een vuilniszak werd geopend, een kever tollend op zijn rug, een middeleeuws tafereel van een vrouw die als de antichrist werd uitgerookt. Aan het woord was Truus, een wat oudere verloskundige die elke zin afsloot met ‘Ja?’, als een Duitse commandant die zichzelf ervan wil verzekeren dat de aandacht geen moment verslapt. ‘Een goede bevalling is de blauwdruk voor de rest van je leven’ herhaalde ze. De bevallingsvoorlichting werd gegeven in het auditorium van het ziekenhuis – een bedompte ruimte dat qua sfeer deed denken aan een modern crematorium – en ik merkte dat ik steeds vaker naar buiten staarde, naar de fietsers en auto’s en metro 50 richting Gein. Het was halfbewolkt en het was vandaag veel warmer geweest dan in de afgelopen dagen. Er moest een moment komen dat de dooi definitief zou doorzetten. Ik stelde me voor hoe wij hier over een paar weken in het holst van de nacht richting het ziekenhuis zouden rijden, over de verlaten wegen, met achterin de auto een reistas met daarin de babykleertjes. Route 22.2 moesten we volgen, had Truus gezegd. Dat was me bijgebleven. Als tweede was Bea aan het woord. Ze stond op haar sokken voor ons. ‘Ik ben zo iemand die veel te enthousiast is tijdens de bevalling en nét een stapje te ver gaat,’ verklaarde ze. ‘Daarom trek ik liever mijn schoenen uit als ik moet staan.’ De bezoekers knikten instemmend, blijkbaar was dit voor iedereen een duidelijk gegeven. De dia’s van Bea gingen nog wat verder: plassen bloed, een totaal ruptuur, nog meer placenta’s, een opengesperde vagina waar het hoofd van het kind al bijna uitkwam. ‘Ik ga even naar buiten,’ zei ik tegen mijn vriend die aandachtig de dia’s bestudeerde. In de hal buiten het auditorium stond Truus bij een tafeltje te wachten met een stapel folders. ‘Sommige vrouwen vinden dit te heftig,’ zei ze toen ik haar voorbij wilde lopen. ‘Wij gaan uit van de shocktherapie,’ zei ze. ‘Als je de dia’s eenmaal zes keer hebt gezien, dan haal je jouw schouders ervoor op.’ Ze gaf me nog een foldertje mee.