09.02.2025
Vanochtend waren wij de enige vogels aan het wad, waar mijn oren in Siberische wind vroren tot ijs.
Nederlanders lezen gemiddeld vijf boeken per jaar. Anno nu. Gemiddeld. De helft leest niet of nauwelijks. Nog geen twee van de vijf boeken betreft literatuur. We kijken daarentegen jaarlijks pakweg honderd films en gamen zowat dagelijks. Gemiddeld. Literatuur is geen zaak van hoger belang meer. Met de literatuurkritiek is het navenant bergafwaarts gegaan. Er is zogoed als geen behoefte meer aan. Dat het handjevol literatuurcritici dat is overgebleven de koek probeert te verdelen, lijkt me niet opzienbarend. Evenals het gegeven dat hun kritieken in de regel kritieklozer geworden zijn. Lief zijn voor elkaar vergroot overlevingskansen.
Veel oorlog, veel opstanden in het vooruitzicht.
Scheurde een zak borrelnootjes open, Provençaals gekruid.
“Ik zoek naar een algemene, universele ervaring – gelijk een stretchsok, passend voor iedereen. Een gedicht waar een lezer in kan opgaan en wie weet wat uit kan halen, zonder iets te weten te hoeven komen over mij, mijn geschiedenis, seksleven of wat dan ook. De reputatie die mijn poëzie heeft als iets wat uiterst privé is en moeilijk toegankelijk, is niet waarop ik hoopte. Ik zou graag willen dat mensen mijn poëzie ooit als een zo open mogelijke tekstvorm zullen beschouwen, als iets waarin iedereen zijn eigen ervaringen weerspiegeld kan zien, zonder dat die ervaringen duidelijk gedefinieerd of omschreven zijn” (Ashbery, 1972).
