21.09.2022
Vanochtend koffie gedronken bij J.W. in Leeuwarden, die er beter uitzag dan enkele weken geleden en zich na de zenuwslopende periode – ‘u heeft geen kanker, meneer’ – herpakt heeft.
Daarna naar Boekhandel Van der Velde gewandeld en Spring Cannot Be Cancelled: David Hockney in Normandy gekocht, een fraaie paperback boordevol kleurenreproducties van de knuffelkunstenaar van Engeland. Zijn populariteit dankt Hockney niet alleen aan zijn toegankelijke figuratieve werk maar ook, en misschien wel vooral, aan zijn beminnelijke voorkomen. De 85-jarige heeft gevoel voor humor, rookt als een stoomboot en drinkt als een tempelier. Daarnaast heeft hij kundige marketing- en salesmanagers in dienst.
Vervolgens met de bus weer naar Brantgum teruggekeerd. Las onderweg in Koen Peeters roman Kamer in Oostende, dat ik gisteren op de valreep nog uit de bieb meenam en dat me tot nu toe boeit:
‘James Joyce logeerde met zijn gezin in hotel L’Océan; Joyce hoorde de portier de telefoon opnemen: “Allô! Ici le portier de l’océan,” en daar moest Joyce zijn leven lang om grinniken.’
Hoorde thuis dat Poetin een gedeeltelijke mobilisatie heeft afgekondigd en voelde me onbehaaglijk bij deze stap op de escalatieladder. Nog een of twee tredes en we donderen met z’n allen de afgrond in.
Ging, om de zinnen te verzetten, uit tekenen.


