Wie heeft de minste spullen?

Een paar weken geleden ging ik naar de screening van de documentaire ‘Minimalism.’ Je snapt waar deze film over ging. Het werd georganiseerd door Jelle, van Lijstjes.info, in Kriterion – een gezellig filmhuis in Amsterdam. Op zondagochtend, want dat hoort er een beetje bij, geloof ik. De film was erg interessant en ook leuk (grappig en ontroerend hier en daar zelfs,) en daarna was er een Q&A met Zoë, Marjolein en met mij. Zowel Jelle als het publiek (een bioscoopzaal vol mensen – zoveel mensen zijn er blijkbaar geïnteresseerd in minimalisme op de vroege zondagochtend,) stelden ons vragen. Erg leuk om te doen, en het gaf me zelf ook weer stof tot nadenken.
Zou ik mezelf minimalist noemen? Nou, niet per se. Ik ben een maand geleden verhuisd en heb toen zeker de helft van mijn spullen weggedaan, dat wel, maar minimalisme is natuurlijk veel meer dan weinig spullen hebben. Minimalisme heeft – voor mij – ook te maken met een hele mindset, om van minder meer te maken. Om meer tijd te besteden aan goede dingen en minder aan bullshit. Om meer ruimte te creëren voor dingen die er toedoen, omdat je je niet bezig hoeft te houden met alles (bezittingen, hobby’s en andere bezigheden, tastbaar of ontastbaar,) dat zoveel ruimte in beslag kan nemen. In je huis, in je hoofd en in je hart.
Het is een lifestyle die mij aanspreekt. Dat zeker. Maar als ik dan naar zo’n film kijk, dan denk ik: o ja, ik kan het nog op allerlei terreinen van mijn leven gaan toepassen. Als ik wil. En dat is precies het punt waarover ik het vandaag wil hebben. Want weet je wat het is? Ieder keer dat ik iets lees of hoor over minimalisme, bekruipt me het zelfde gevoel dat ik ook kan hebben als ik iets lees of hoor over veganisme. Of over duurzaamheid. Of over gezond leven. Het lijkt soms wel alsof er een wedstrijd gaande is over wie er het beste bezig is met een bepaald onderwerp. Dus bijvoorbeeld: wie is er het groenst? Wie mag zich het langst veganist noemen of wie heeft veganisme doorgevoerd in de meeste aspecten van zijn leven? En ook: wie heeft er de minste spullen? Wie heeft er het kleinste huis en wie kan er met de leegste koffer de wereld rondreizen? Wie eet er het ‘cleanst?’ But seriously people, gaat het daar echt om?
Bestaat er zoiets als de perfecte minimalist? Of het groenste meisje? Gaat het in het leven om challenges? Altijd maar meer, of juist minder? Moeten we kunnen bewijzen dat we een heel gelukkig leven hebben met ‘slechts 100 bezittingen?’ Ben ik door de test als ik een capsule wardrobe heb, kleiner dan die van jou? Om over challenges op het gebied van social media en gezond leven nog maar te zwijgen. Ben ik pas echt een goede social influencer als ik jullie kan bewijzen dat ik prima 30 dagen zonder Facebook kan? En kan je jezelf pas een ‘echte voorbeeldveganist’ noemen als je naast plantaardig óók nog heel gezond (liefst suikervrij en glutenvrij) eet?
Wanneer ik kijk naar een bioscoopzaal vol met mensen die op zondagochtend geïnteresseerd zijn in minimalisme, of naar een zaal vol mensen die naar een lezing van mij, over veganisme, komen luisteren, dan bekruipt me soms wel eens het gevoel dat ik in een soort bubble leef. In een bubble met mensen die eigenlijk allemaal al lang weten wat ik hen aan het vertellen ben – waarschijnlijk weten ze het zelfs al langer, of weten ze er meer vanaf dan ik. En wanneer we het bij de documentaire over minimalisme hebben over gelukkiger worden met minder en zo min mogelijk hebben, om zoveel mogelijk uit ons leven te halen, dan denk ik: Tja, ga dit eens vertellen aan mensen die sowieso niks hebben en heel hard moeten vechten om gelukkig te worden. Ik zou die mensen bijna niet durven aankijken, zeg ik maar even eerlijk.
En wanneer ik een inbox krijg van iemand die geen idee heeft wat agar agar is (het is een plantaardige vervanger van gelatine,) of waar je het moet kopen, dan schaam ik me bijna om weer te moeten zeggen: ja, daarvoor moet je even naar de biowinkel. Of wanneer iemand commentaar levert op mijn weekmenu’s, omdat de boodschappen wel heel erg duur uitpakten, dan denk ik: jeetje, ja, daar heb ik eerlijk gezegd geen moment aan gedacht. Ik heb alleen maar gedacht: ik zoek vijf lekkere vegan recepten uit. En dan geneer ik me wel eens een beetje. Omdat ik in die bubble verkeer, van duizenden mensen die alleen maar zullen zeggen: “wow, lekker weekmenu, ik ga het allemaal maken!” Terwijl dat eigenlijk allemaal mensen zijn die al lang weten hoe het werkt – en die inderdaad het zich kunnen veroorloven om naar die biowinkel te gaan, en daar alles kopen wat ze nodig hebben. Maar dat is geen realistische afspiegeling van hoe de wereld werkt. Ik wil me daar bewust van blijven.

Soms bekruipt me het gevoel dat ik vooral bezig ben met luxeproblemen in het leven. Ik weet dat het weinig zin heeft om me schuldig te voelen over het feit dat ik het goed voor elkaar heb – ik bedoel, wat heeft een ander daaraan? Maar soms ben ik wel eens bang dat we met z’n allen onze realiteitszin een beetje kwijtraken. En dan wil ik schrijven over alledaagse, haalbare dingen, waar iedereen – ongeacht je inkomen, afkomst of status – tegenaan loopt. Ik wil niet strijden om de titel ‘meest minimalistische blogger.’ En ook niet om de titel ‘meest perfecte veganist, die nooit een “misstap” ‘ begaat. Ik wil niet doen alsof ik zero waste leef, omdat ik weet dat ik daarmee heel veel lezers naar mijn blog kan trekken. Ik wil niet de schijn ophouden dat ik alles biologisch en fairtrade koop – inclusief mijn kleding. Natuurlijk, ik doe mijn best, maar ik ga niet zeggen dat het altijd makkelijk is.
En als je me vraagt of deze groene lifestyle voor iedereen haalbaar is, dan zeg ik: niet voor iedereen in dezelfde mate. Laten we het niet mooier maken dan het is. Het ís niet voor iedereen een optie om bij elke keuze die gemaakt wordt, te denken aan het groenste alternatief. Ik ben me er ontzettend van bewust dat er heel veel mensen zijn die eerst eventjes aan zichzelf of aan hun gezin zullen moeten denken, voordat ze kunnen gaan voor de groenste optie. Ik ben me er ook van bewust dat zulke dingen soms ook moeten groeien. Dat het er niet altijd pasklaar kan zijn, laten we daar gewoon realistisch over blijven.
Weet je, heel veel dingen zijn ook heel relatief. Wanneer ik moet kiezen tussen biologische tomaten in een plastic verpakking bij Albert Heijn, of voor niet-biologische tomaten, met deuken en gekneusde plekken erin, voor bijna gratis op de markt, dan kies ik liever voor dat laatste. Waarom zou ik per se die biologische tomaten kopen? Nog los van het feit dat ik goedkoper uit ben met deze optie, denk ik ook: ja leuk, die biologische tomaten (en misschien zijn ze lekkerder,) maar wat als deze kneusjestomaten worden weggegooid? Zit ik dan met die vier biologische tomaten thuis, terwijl ik voor minder geld een hele pan tomatensoep had kunnen koken. Goed, waar wil ik heen met mijn tomatenverhaal? Mijn eerste gedachte is: tomaten koop ik biologisch. Maar waarom eigenlijk? Omdat dat nou eenmaal is wat ik doe? Wat een beetje bij een groen meisje hoort? Ik denk dat ik daar tegenwoordig wat meer maling aan heb en gewoon per situatie wil bekijken wat goed voelt. (je snapt dat dit verhaal over tomaten slechts een metafoor is)
Dus noem ik mezelf minimalist? Liever niet. Schreeuw ik van de daken dat ik veganist ben? Ook dat liever niet. Hoewel ik hoop mensen te inspireren om (uiteindelijk) groenere keuzes te maken, hoop ik niet dat mensen mij te veel langs een meetlat leggen. Hoe groen is dat groene meisje eigenlijk? Ik vind het zelf in elk geval absoluut niet interessant hoe groen iemand anders zichzelf profileert. Je doet wat je kunt, daar ga ik vanuit. Mijn basishouding in het leven is dat ik er altijd op wil vertrouwen dat iedereen het beste met een ander, zichzelf en de wereld voor heeft. Daarbij komt: een titel of een graadmeter gaan dingen niet beter of indrukwekkender maken. Althans, voor mij niet.
The post Wie heeft de minste spullen? appeared first on De Groene Meisjes.
Merel Wildschut's Blog
- Merel Wildschut's profile
- 58 followers
