Brenda Froyen's Blog, page 2
October 24, 2020
Over corona, ‘De Japanse Kers’ en de koekoek op het nest
Milde coronasymptomen, verstopte neus, wat keelpijn, hier en daar wat spierpijn. Nee, ik ben niet doodziek, maar er is zoiets als burgerzin. En dus doe ik wat ik denk dat goed is om te doen. Ik vul op de corona alert app in dat ik symptomen heb. Ik krijg een code. Even weet ik niet wat ik met de code moet doen. Dan besluit ik naar de huisartsenpraktijk te bellen. Al doe ik dat wat schoorvoetend, ze hebben het al zo druk. Ik leg de situatie uit aan de secretaresse, of ik met die code nu naar een triagecentrum kan gaan. Ze aarzelt even: ‘Ja… dan moet je in Sint-Niklaas zijn. In ‘De Japanse Kers’. ‘De Japanse wat?’ vraag ik haar enigszins verbouwereerd. ‘De Japanse Kers,’ herhaalt ze geduldig. ‘Ok, dank je wel,’ zeg ik aarzelend. Ik leg af. Ik schiet niet meteen in actie omdat ik het eerst wat wil laten bezinken. De Japanse kers? Zou ik, als ik ernaar bel, ook het paswoord: ‘de koekoek zit op het nest’ moeten zeggen? Ik besluit ‘De Japanse kers’ op te zoeken op het internet. Het blijkt inderdaad een triagecentrum te zijn. Een telefoonnummer vinden is echter niet makkelijk, maar blijkbaar is het verbonden aan het ziekenhuis. Dat besluit ik dan maar te bellen.
De Japanse wat?
De receptioniste valt wat uit de lucht als ik haar vraag naar ‘De Japanse kers’. Ook zij herhaalt het even: ‘De Japanse wat?’ Even overweeg ik toe te voegen dat de koekoek op het nest zit, misschien weet ze het dan. Maar als ik haar vertel dat het een triagepost is, reageert ze inderdaad bevestigend: ‘Ja, dat ligt hier tegenover het ziekenhuis. Maar voor een afspraak moet je wel eerst via je huisarts.’
En dat doe ik dan maar weer. Ik bel opnieuw naar de secretaresse van de huisarts. Of ik een of andere toestemming kan hebben om naar dat triagecentrum te gaan. Wellicht volstaat de code, maar daar ben ik niet zeker van. Ik suggereer het niet. ‘Goh, kom maar gewoon om 17u naar de dokter.’ Ik vraag me af of het een goed idee is, nu naar de dokter gaan. Ik voel me niet echt niet zo ziek. Ik wil ook anderen niet besmetten, mocht ik toch het virus hebben.
Burgerzin is belangrijk, denk ik.
Ik besluit toch te gaan. Burgerzin is belangrijk, denk ik. In de wachtkamer wacht ik, samen met 8 andere patiënten. Ik ga zoveel mogelijk in een hoekje zitten. Na een kwartiertje mag ik bij de dokter. Staaltje wordt genomen. Ik geef mijn code. Ze bedankt me vriendelijk. ‘Fijn, dat je het geïnstalleerd hebt, het zou handig zijn mochten meer mensen dat doen.’ Over enkele dagen mag ik de uitslag verwachten, via de app. Dat is handig. Even later sta ik op straat. Ik betaalde 27 euro voor het consult. De dokter vergat me mijn papiertje mee te geven. Ze heeft ook zo veel aan haar hoofd. Daar moet ik maandag nog even voor bellen, anders krijg ik de consultatie helemaal niet terugbetaald van het ziekenfonds.
Intussen blijf ik in quarantaine. Over enkele dagen hoop ik de uitslag te weten. Al vermoed ik dat mijn dagelijks zwempartijtje in onze zwemvijver van 11 graden, ook wel iets te maken zou kunnen hebben met de symptomen. Ik hoop toch dat ik alles gedaan heb wat een burger in deze situatie hoort te doen.
De koekoek zit op het nest
Ik zou nu een soort van kritische moraal van het verhaal kunnen schrijven. Maar dat doe ik liever niet. Omdat zoveel mensen in dit verhaal hun best gedaan hebben. Ik laat het verhaal zijn wat het is. Al geef ik mee, mocht u naar ‘De Japanse Kers’ gaan, probeer toch eens het paswoord: ‘de koekoek zit op het nest.’ Ik vermoed dat daar de sleutel zit.
September 23, 2020
Volop Taal
Veertien docenten van verschillende Vlaamse lerarenopleidingen en het Centrum voor Taal en Onderwijs (KU Leuven) sloegen de handen in elkaar om Volop Taal te schrijven, een uniek handboek taaldidactiek voor de lagere school.
Dit boek kiest voluit voor boeiend, ambitieus, geïntegreerd en eigentijds taalonderwijs Nederlands. Deel 1 van het boek vertaalt wetenschappelijke inzichten over hedendaags, uitdagend en taalkrachtig onderwijs in zeven didactische principes. Die principes zullen de rode draad van het boek vormen. In deel 2 worden de principes uitgewerkt in praktijkverhalen en lees je hoe je ze toepast in je (taal)onderwijs. Ten slotte helpt deel 3 van dit handboek om kritisch naar je eigen aanpak en leermiddelen te kijken. Aan de hand van zes kijkwijzers kun je je eigen lesvoorbereiding en onderwijsaanpak scannen. Bovendien krijgen de gebruikers van dit boek toegang tot een digitaal platform waar ze allerhande oefeningen en lesmateriaal kunnen raadplegen.
Kortom, Volop Taal is een must-read voor elke (toekomstige) leraar en lerarenopleider die vol wil inzetten op taal in de lagere school!
September 17, 2020
Een nieuw boek
[image error]
Pssst jij, ja jij daar, die dit leest
Hoe gaat het met je?
Goed?
Ik dacht wel dat je dat zou zeggen. Dat zeggen de meeste mensen als je vraagt hoe het met ze gaat: ‘goed’, ook al is dat niet zo. Eigenlijk gaat het met heel wat mensen niet goed. 1 op 4 mensen in ons land zit ‘niet lekker in zijn vel’ of heeft zoals ze dat noemen: psychische … euh… je weet wel. Psy wat? Ja, moeilijk woord, he? Ik noem ze pssst-problemen.
Pssst. Dat zeg je wanneer je iemand iets wil zeggen waarvan je niet wil dat anderen het horen. Dat is bij psychische problemen vaak zo. Daar durven we niet over te praten. In ‘Pssst’ durven we dat wel. We vertellen je alles wat we erover weten. Maar er is ook ontzettend veel dat we er nog niet over weten. Dit is dus een weetjes én een niet-weetjesboek. Weten wat je niet weet kan je soms ook helpen iets beter te begrijpen.
Voor jongeren vanaf 10 jaar met vragen rond pssst je weet wel …
Auteur Brenda Froyen is lector taal in de lerarenopleiding, webredacteur van psychosenet.be en auteur van onder meer ‘Kortsluiting in mijn hoofd’. Tom Schoonooghe schildert, tekent en illustreert kinderboeken. Hij won reeds de Boekenpluim-prijs en zijn kinderboeken worden wereldwijd uitgegeven.
Lessenpakket leerlingen
Hier vind je het lessenpakket voor leerlingen en andere leuke extra’s die je kan gebruiken om met kinderen rond dit boek te werken.
Lessenpakket Pssst!
Kaartjes
Brief aan de ouders
Pssst YouTube kanaal
July 1, 2020
Over talenten van kinderen en leerkracht zijn, het mooiste beroep van de wereld
Vanaf 1 september deel ik samen met Carolien Frijns het hoofdredacteurschap van het Tijdschrift ‘School- en klaspraktijk’. Voor het juninummer schreef ik alvast deze column voor de rubriek ‘Goesting’. Intussen heb ik mijn diploma lager onderwijs in handen. Wat heb ik veel geleerd de afgelopen twee jaar. Over mezelf, over kinderen en hun talenten en over boterhamlijsten.
Het begon met een zot idee, zoals ik er wel vaker heb. Wat als ik onze eigen opleiding zou volgen? Ik werk al 9 jaar in de lerarenopleiding als lector taal maar dat diploma van leerkracht lager onderwijs heb ik niet. En dus schreef ik me in. Vooral om stage te lopen.
We zijn intussen bijna 2 jaar later. Ik heb uiteindelijk alle stages doorlopen. En met nog drie resterende vakken is de eindmeet in zicht. Als alles goed gaat studeer ik in juni 2020 af. Wat ben ik daar trots op. Net als mijn studenten heb ik gezwoegd, papers geschreven, examens geblokt, eindeloos veel lesvoorbereidingen én reflecties geschreven, maar vooral ontzettend hard genoten. Want meer nog dan voorheen, weet ik dat mijn studenten kiezen voor de mooiste baan van de wereld. Dat heb ik zelf mogen ondervinden.
'Breng je morgen nog zulke zinnetjes mee, juf?'
Mijn eerste jaar liep ik stage in de ziekenhuisschool van de kinder-en jeugdpsychiatrie. Daar wilde ik absoluut ervaring opdoen omdat we in het onderwijs steeds meer geconfronteerd worden met kinderen die het moeilijk hebben, of die ‘gedragsgestoord’ zijn. In de ziekenhuisschool leerde ik dat het gedrag van kinderen vaak een normale reactie is op een abnormale situatie. In zulke situaties is het een heuse zoektocht om kinderen te helpen ‘leren’. Maar wat gaf het me voldoening toen Wannes wél wilde lezen. Gewapend met een bak vol Playmobil mannetjes wist ik hem te overtuigen om zinnetjes te lezen en die mannetjes zo te plaatsen zoals in de zinnen. Dat hij er foto’s van mocht nemen met de tablet vond hij heel bijzonder. ‘Breng je morgen nog zulke zinnetjes mee, juf? En de tablet?’ En ik zag de pretoogjes in zijn ogen.
Ik herinner me Janne hoe ze, na een schrijflesje, vastbesloten was om, net als de juf, schrijfster te worden. In het schriftje dat ik haar gaf schreef ze na de lesuren op haar kamertje bladzijden vol. Zoveel talent op een stel A’tjes. Het was mooi om te zien.
Nooit zal ik de stralende gezichtjes van mijn klasje vergeten toen ik stiekem 4 konijntjes het ziekenhuis had binnengesmokkeld voor mijn lesje WO. In het tuintje van het ziekenhuis stonden ze hen op te wachten. ‘Mogen we die echt aaien, juf, en eten geven?’ ‘Hoe kunnen we anders leren over konijnen?’ En ze lachten.
'Ik kan niets goed, juf.'
Onderwijs op maat. Een hele uitdaging met leerlingen van het 1ste tot het 4de leerjaar in een klasje. Maar de grote uitdaging lag in de stage die ik dit jaar liep. Het vijfde leerjaar van meester Pieter in het gewone onderwijs. 4 keer meer leerlingen. Maar even goed kinderen met noden, gevulde rugzakjes, grote verschillen. Toch wilde ik ook hier zoveel mogelijk onderwijs op maat aanbieden. En dus werkte ik me uit de naad. Lessen voorbereiden, remediëringsbundels maken, punten invoeren, toetsen kopiëren, verdrietjes opvangen, en ik geef toe, ik vergat soms de boterhammenlijst in te vullen.
Tussen die vele taken was het een opgave om voor ogen te houden waarom ik deze opleiding volgde, het talent in elk kind vinden en stimuleren. Ik was dan ook erg blij toen ik van mijn mentor het WO thema ‘anders zijn’ kreeg om uit te werken, ‘eenzaam anders’ maar ook ‘bijzonder anders’. Ik besloot een talentenshow te organiseren voor ouders. In de lessen muzische vorming en LO gingen we op zoek naar mogelijke talenten. Heel wat kinderen hadden meteen een idee wat ze wilden doen. Tijdens de speeltijd staken ze dansjes, sketches in elkaar, maakten ze tekeningen. Maar Seppe wist niets: “ik kan niets goed, juf.” Ik had al vaak gemerkt dat hij moeite had bij taal, en ook bij wiskunde hinkte hij vaak wat achterop. Op de taaltoets rond het thema ‘Ik kan, ik kan wat jij niet kan’, schreef hij onderaan elk blad naast de thematitel ‘En ik? Ik kan niets.’ Mijn hart brak. Ik besloot te praten met zijn mama. Over waar hij wel goed in was. Ze vertelde me hoe graag hij in de tuin kluste, buiten speelde.
Dit is oprecht het mooiste beroep dat er bestaat.
Thuis heb ik meteen al mijn bloembakken leeggemaakt. Bij de bloemist haalde ik verschillende soorten viooltjes en wat ontluikende hyacinten. Op school vroeg ik het hem, of hij het zag zitten om de bloemen erin te planten. ‘Een show kan toch niet zonder versiering?’ Zijn ogen lichtten op. Drie middagen plantte, verplantte hij, bracht hij extra aarde aan. Of ze hem mochten helpen, vroegen zijn klasgenootjes wat jaloers. ‘Hier is Seppe nu echt heel goed in, en dus ga ik dit even aan hem alleen toevertrouwen.’ Apetrots was hij.
De dag voor de talentenshow kwam hij vertellen dat hij toch aan zijn mama zou vragen of ze wilde komen naar de show. Ik lachte en vroeg of hij het goed vond dat een ander kindje dat wel graag voor het publiek iets zei zou vertellen over zijn talent. Hij knikte. De mama van Seppe kwam. Seppe was zo trots. De bloemetjes stond kleurig rondom het podium.
Intussen staan de bloembakken al een tijdje weer op de vensterbanken aan de voorkant van ons huis. De hyacinten zijn volop in bloei. De stage zit erop. Wat heb ik genoten van ‘mijn leerlingen’, van hun onstuimige knuffels op de speelplaats ’s morgens, van hun tekeningen, van de blikken in hun ogen die zoveel verraden. Dit is oprecht het mooiste beroep dat er bestaat.
Je bent voor altijd 'die juf van het 5de' wiens naam iedere leerling onthoudt.
Waarom dan terugkeren naar de lerarenopleiding? Eerlijk? Soms twijfel ik wel, want de baan van een leerkracht lager onderwijs is op een manier zoveel ‘zinvoller’, je maakt het verschil, elke dag weer. En je bent voor altijd ‘die juf van het 5de’ wiens naam iedere leerling nog jaren onthoudt. En toch keer ik terug, om mijn studenten te vertellen wat ze al wisten, dat ze inderdaad gekozen hebben voor de mooiste baan van de wereld, hen aan te moedigen, hen te helpen lessen te maken, de talenten in hun leerlingen te zoeken en te stimuleren. En als ik eraan denk, vertel ik hen ook nog over die boterhammenlijst, die ze echt niet mogen vergeten invullen!
May 15, 2020
En toen was het kot te klein!
Voor de derde keer roep ik naar boven dat het nu echt wel genoeg geweest is. ‘Mogen we ons potje nog afmaken?’ Ik voel hoe mijn potje alleszins vol zit. ‘Nee, jongens, het is echt GENOEG! Geen Playstation meer!’ Ik krijg geen reactie.
'Ik ga op zoek naar een andere mama, die niet zo roept.'
Ik wacht nog even onderaan de trap. ‘Jongens!’ Mijn stem slaat lichtelijk over. ‘GENOEG! Het blijft stil. Als je nu niet naar beneden komt dan …’, ik bedenk wat ik nu wil zeggen. Er schiet me niets anders te binnen dan: ‘… dan zwaait er wat!’ Geen mens die weet wat dat wil zeggen maar blijkbaar heeft het effect. Al is het niet helemaal het gewenste effect. Zen (8 jaar) stormt de trap af. ‘Jij moet altijd zo roepen. Ik heb er genoeg van!’ En in één beweging loopt hij kordaat langs me door, opent de voordeur en loopt in hyena onesie en blote voeten de straat op. ‘Ik ga op zoek naar een andere mama, die niet zo roept.’
En daar sta ik dan. ‘Zen’, roep ik, maar ja, Zen luistert niet naar roepende mama’s. Hij stapt, kordaat, op blote voeten, verder. Ik heb geen idee hoe ik nu moet reageren. ‘Roepen dat hij moet terugkomen lijkt geen goed idee. Dreigen dat er ‘er anders wat zwaait’ bleek ook geen goede strategie.
Ben ik nu werkelijk mijn kind aan het helpen om weg te lopen van huis?
Of hij geen schoenen nodig heeft, een jas? Hij loopt verder. Misschien een lunchpakket voor onderweg? Of een slaapzak want anders is het misschien te koud ’s nachts. Hij draait zich om. ‘Moeten we niet samen even kijken wat je allemaal nodig hebt.’ Hij kijkt verbaasd maar knikt. Samen lopen we naar binnen. Ik haal op zolder een slaapzak en leg het op de kast voor hem klaar. Ben ik nu werkelijk mijn kind aan het helpen om weg te lopen van huis? Ik laat de gedachte even varen. ‘Ik begrijp dat je boos bent, Zen, en dat je misschien hier ook weg wilt, maar ik zou me wel heel veel zorgen maken als je zomaar vertrekt.’ Zijn boosheid lijkt wat te zakken.
‘Zou je niet beter je knuffelkonijntje meenemen? Zou je die niet ontzettend missen?’ Hij knikt en loopt gehaast naar zijn kamer. Konijn komt naast de slaapzak op de gangkast te liggen. Ik leg er ook nog een jas bij. Uit de kast neem ik zijn schoenen.
‘Zullen we samen kijken voor een lunchpakket?’ We lopen naar de keuken. Ik neem het brood, Zen het beleg. Het winkelbriefje ligt op het aanrecht klaar voor de boodschappen van later. ‘Als je wil, …ga ik eerst nog naar de winkel om wat lekkere dingen te kopen voor onderweg.’ Dat vindt hij een goed idee. Koekjes en bananensojamelk schrijft hij, met zijn tong tussen zijn lippen, op het briefje.
'Als je zin hebt, mag je ook nog langer blijven,hè.'
Dat ik het wel fijn vind, dat hij dan nog even hier is, zeg ik. Tot na de boodschappen alvast. Hij zegt niets. ‘Heb je nog iets nodig?’ Het blijft nog even stil. ‘Een foto van jou en papa en de broers.’ Ik knik. ‘Dat is goed.’ Ik vul nog even verder het winkelbriefje aan terwijl hij aan de keukentoog zit. We zeggen niets.
‘Als je zin hebt mag je ook nog langer blijven, hè. Ik vind het leuk als je hier bij ons bent. Je ziet maar.’ Hij knikt.
Hij loopt de tuin in om met zijn broers te gaan spelen. De bagage staat, in een kartonnen doos klaar, op de gangkast. Na tien minuten komt hij weer binnen gelopen. Dat hij toch nog een nachtje langer gaat blijven, zodat we ’s avonds met z’n allen naar De mol kunnen kijken. Ik geef hem een knuffel: ‘Ik ben blij dat je nog even blijft.’
In deze tijden weet ik vooral heel veel niet.
We zijn intussen een weekje verder. De slaapzak ligt weer op zolder, knuffelkonijn ligt in bed. Ik weet niet of ik het allemaal wel zo goed heb aangepakt. In deze tijden weet ik vooral heel veel niet. Maar vandaag heb ik maar twee keer moeten roepen dat het nu echt wel genoeg is met de Playstation. De vrede is weergekeerd in ons kot.
April 27, 2020
Ben ik dan nu weer normaal?
In 2012 kreeg Brenda Froyen een kraambedpsychose na de geboorte van haar derde zoontje. Wat volgde was een pijnlijk parcours doorheen de psychiatrie. Haar zware diagnose kreeg als toevoeging: ‘chronische aandoening, levenslange medicatie, wellicht niet meer in staat om te werken’. Met andere woorden ‘ongeneeslijk’. Het etiket was geplakt.
Acht jaar later werkt Brenda voltijds en is ze geheel vrij van medicatie en symptomen. Al die jaren stond ze op de barricades voor patiëntenrechten, schreef ze boeken en gaf ze lezingen om het taboe rond psychische problemen te doorbreken. Ze luisterde naar patiënten en naar hulpverleners. Ze bezocht de isoleercellen waar ze verbleven had.
In dit boek trekt ze het etiket definitief van zich af. Ze vertelt over de zoektocht naar zichzelf. Want wie ben je nog als wat je denkt en voelt en hoe je je gedraagt ‘gestoord’ genoemd wordt? Hoe word je dan weer normaal? En wat is normaal? De overlijdens van Jonathan Jacob en Jozef Chovanec waren dat in ieder geval niet. Ook daar gaat Brenda dieper op in. Ze kijkt kritisch naar een sector, de psychiatrie, die zich jaren verstopt heeft achter hoge muren, overtuigd van het eigen grote gelijk.
Verschijnt op 10 oktober 2020 bij Borgerhoff & Lamberigts.
Een nieuw boek, spannend!
Ja!
Er komt een nieuw boek!
Binnenkort meer hierover.
April 15, 2020
Reizen met kinderen? ‘Bijna zo leuk als de Belgische kust’
14 jaar geleden gingen we samen op reis, een jaar, in Azië, mijn man en ik. We waren amper een maand samen toen we die beslissing namen. Die reis was de basis voor onze relatie. Een reis waarin we elkaar leerden kennen, waarin we de zotste avonturen beleefden, van stiekem overnachten op de Chinese muur tot een motor kopen in Vietnam en over de Cambodjaanse grens smokkelen. Een jaar waar, toegegeven, ook foute verwachtingen werden gesteld, want zelfs na 14 jaar krijg ik mijn man nog steeds niet uitgelegd dat 2 maal per dag seks niet dé maatstaf is. We reisden en we droomden over wat nog zou komen. Waar zouden we wonen? Kinderen? En zouden we met die kinderen ook nog kunnen reizen? We namen het ons voor.
Maak van je kwetsbaarheid je sterkte
Er zijn intussen 3 kereltjes, van 7, 9 en 11. En ja, ze hebben al wat gereisd, in Europa, maar ook in Cuba, Panama, Nepal. Patagonië in Argentinië stond al lang op ons verlanglijstje. Een onmogelijke bestemming gezien het in onze zomer daar winter is. Tot plots alles samenviel, een uitnodiging voor een congres in Buenos Aires, het juiste moment in de loopbaan en dus vertrokken we begin november voor een maand naar Patagonië. De leerkrachten bezorgden ons een overzicht van de te verwerven leerstof. Daar begonnen we tijdens de herfstvakantie al aan om wat ‘voorsprong’ te nemen. Tot daar onze voorbereiding.
Voor de rest hadden we nog niet zoveel overdacht. Dat doen we overigens nooit. De Lonely Planets gaan meestal pas echt open op de vlucht, of op dag één van de reis. En dan begint het dromen. Wat gaan we allemaal doen? Misschien is het vreemd om niet alles op voorhand vast te leggen, maar eigenlijk vinden we het best fijn om zo flexibel te zijn. Zo kunnen we ergens wat langer blijven als de jongens het er leuk vinden, of we vluchten als het weer wat tegenslaat. Niets regelen, geeft natuurlijk ook wat onzekerheid, maar daar hebben we precies die kinderen voor. Niemand laat kinderen op straat staan. Maak van je kwetsbaarheid je sterkte [image error]
April 10, 2020
Psychotic mum
De Engelse vertaling van ‘Kortsluiting in mijn hoofd’.
After giving birth to her third son, Brenda suffers a post-partum psychosis. One in every thousand women suffers from this rare illness. She starts to experience hallucinations, with the boundary between illusion and reality becoming increasingly vague. Her psychosis disrupts her entire life and that of everyone around her.
Psychotic Mom is the story of Brenda’s quest for help. Fragments from nurses’ reports and the diary of her husband and sister combine to give a more comprehensive idea of what happens when someone experiences psychosis. The book is a scathing indictment against the often random, forced and at times humiliating treatment of psychiatric patients. Overmedication, compulsory admission, and solitary confinement are rife in mental health care. But Brenda’s story is also a story of hope. The hope that she will recover, the hope that the taboo of mental health will finally be broken. Brenda Froyen hopes to instigate a debate on the treatment of psychiatric patients.
A moving and insightful account of what goes in the head of someone who is experiencing psychosis. An argument in favour of a more human approach to patients.
Verschenen bij Borgerhoff & Lamberigts in 2019.
Pssst!
Pssst jij, ja jij daar, die dit leest
Hoe gaat het met je?
Goed?
Ik dacht wel dat je dat zou zeggen. Dat zeggen de meeste mensen als je vraagt hoe het met ze gaat: ‘goed’, ook al is dat niet zo. Eigenlijk gaat het met heel wat mensen niet goed. 1 op 4 mensen in ons land zit ‘niet lekker in zijn vel’ of heeft zoals ze dat noemen: psychische … euh… je weet wel. Psy wat? Ja, moeilijk woord, he? Ik noem ze pssst-problemen.
Pssst. Dat zeg je wanneer je iemand iets wil zeggen waarvan je niet wil dat anderen het horen. Dat is bij psychische problemen vaak zo. Daar durven we niet over te praten. In ‘Pssst’ durven we dat wel. We vertellen je alles wat we erover weten. Maar er is ook ontzettend veel dat we er nog niet over weten. Dit is dus een weetjes én een niet-weetjesboek. Weten wat je niet weet kan je soms ook helpen iets beter te begrijpen.
Voor jongeren vanaf 10 jaar met vragen rond pssst je weet wel …
Auteur Brenda Froyen is lector taal in de lerarenopleiding, webredacteur van psychosenet.be en auteur van onder meer ‘Kortsluiting in mijn hoofd’. Tom Schoonooghe schildert, tekent en illustreert kinderboeken. Hij won reeds de Boekenpluim-prijs en zijn kinderboeken worden wereldwijd uitgegeven.
Lessenpakket leerlingen
Hier vind je het lessenpakket voor leerlingen en andere leuke extra’s die je kan gebruiken om met kinderen rond dit boek te werken.
Kaartjes
Brief aan de ouders
Lessenpakket Pssst!
Brenda Froyen's Blog
- Brenda Froyen's profile
- 13 followers

