K.R. Valgaeren's Blog, page 3
December 15, 2022
Bekentenissen van een boekhandelaar: Hugo
Een weekdag ergens in april. Het is rustig in de boekhandel, want buiten schijnt de eerste lentezon en als geen ander is die zon in staat om de consument uit de winkels te jagen en naar de terrasjes te drijven. Dat geldt echter niet voor een man van ongeveer vijftig jaar die, met dank aan het goede weer, de hele literaire afdeling voor zich alleen heeft. Hij buigt zich over de tafel met nieuwigheden, maar zijn rusteloosheid verraadt dat hij zijn gading niet vinden kan. Ik volg hem vanuit mijn ooghoeken tot ik het niet langer kan aanzien en spreek hem aan.
'Kan ik u helpen, meneer?'
'Ik hoop het,' zegt hij. 'Ik heb een nogal moeilijke vraag.'
De ervaring heeft mij geleerd dat moeilijke vragen meestal redelijk gemakkelijk zijn en dat 'kleine vraagjes' doorgaans ernstig denkwerk vereisen. Dit is een moeilijke vraag, dus ik maak mij geen zorgen. Maar wat volgt brengt me niettemin in de war.
'Ik heb ongeveer drievierde van Blackwell van K.R. Valgaeren gelezen en nu vroeg ik mij af of u nog andere, gelijkaardige titels kan aanbevelen.'

Voor een fractie van een seconde schiet het door mijn hoofd dat deze man geen idee heeft wie ik ben, maar ik berg die gedachte snel op omdat hij mij ongetwijfeld heeft herkend van de foto op het achterplat van Blackwell. Het klinkt ijdel, maar het is ook logisch. Als Stephen King morgen mijn boekhandel komt binnengewandeld, dan zou ik hem meteen herkennen en vervolgens flauwvallen.
'Dat is toevallig!' zeg ik met een brede grijns. 'U bent in ieder geval aan het juiste adres. En wat vindt u zo goed aan Blackwell?' Een beter moment om mijn niet bestaande ego te strelen bestaat niet.
'Het is niet alleen spannend. Het is ook erg goed geschreven. Ik heb Bloedlijn en Seance ook gelezen, maar Blackwell is veruit het beste boek. Mijn vrouw en ik zijn gek op alles wat met het Verenigd Koninkrijk te maken heeft en ik hou van de duistere sfeer en die kleine historische details.'
'Wel, die boeken zijn natuurlijk heel uniek voor de Lage Landen,' durf ik zeggen in de hoop dat hij mijn geveinsde fierheid zal doorprikken, maar dat doet hij wonderwel niet.
Ik besluit mijn beste beentje voor te zetten en neem hem mee naar de Engelstalige afdeling, waar ik hem laat kennismaken met de klassiekers. Maar al snel blijkt dat de man in kwestie al die boeken al vanbinnen en vanbuiten kent. Ik ga een versnelling hoger en introduceer Sarah Waters, Andrew Michael Hurley en E.S. Thomson: hedendaagse auteurs die niet per se Gothic Novels schrijven, maar vaak elementen van het genre in hun romans en detectives verwerken. Mijn aanpak schijnt te werken wanneer hij Thomsons Beloved Poison uit de kast neemt en het achterplat begint te lezen.
'Het is toch jammer dat er niet meer Nederlandstalige schrijvers zoals Valgaeren zijn die zich met dit genre bezighouden,' zegt hij, terwijl hij Beloved Poison in zijn handen weegt; een teken dat hij twijfelt aan mijn advies.
Ik wil zeggen dat er in de Lage Landen wel enkele auteurs actief zijn die — toegegeven, het is niet helemaal hetzelfde — horrorverhalen schrijven, zoals Johan Deseyn, Tom Thys en Thomas Olde Heuvelt, maar dan besef is dat hij 'schrijvers zoals Valgaeren' heeft gezegd en niet 'schrijvers zoals u'.
Ik realiseer me dat ik een vergissing heb gemaakt. De man heeft geen flauw idee wie ik ben en een dilemma dient zich aan. Ik kan doen alsof mijn neus bloedt, of ik kan eerlijk zijn en mijn identiteit prijsgeven. In dat laatste schuilt echter het gevaar van een potentieel gênante situatie, want de man weet op dat moment nog niet dat hij al heel de tijd staat te praten met de auteur van het boek dat hij adoreert. Het is een beetje zoals die filmpjes op Youtube, waarin een bakvis een liedje van Justin Bieber zingt, zonder te weten dat de Canadese godheid achter haar staat mee te luisteren, met dat verschil dat ik Justin Bieber niet ben en de man geen bakvis is, met alle respect voor beide partijen.
'Excuseer, meneer,' zeg ik, omdat ik mij schuldig begin te voelen, 'maar ik ben Kevin Valgaeren.'
Ik ben als een stripteasedanseres die al de hele avond in een holle taart verborgen zit en eindelijk tevoorschijn mag komen, of als Mr Leclerc uit 'Allo 'Allo, wiens vermomming enkel indruk op hemzelf maakt.
De man kijkt me enkele tellen met grote ogen aan en begint vervolgens te gloeien. Het is vreemd om een man te zien blozen die bijna oud genoeg is om mijn vader te zijn, temeer omdat ik doorgaans degene ben die als eerste rode wangen krijgt.
'Ik wist niet dat—' stamelt hij. 'Verdomme, ik dacht het nog— ik ken die ergens van.'
'En ik dacht dat u wist dat ik het was,' zeg ik.
Tegenwoordig spreken wij elkaar met de voornaam aan. We zijn nu enkele maanden verder en Hugo komt minstens eens per week langs in de winkel. We praten over boeken en onze gemeenschappelijke passie voor het Verenigd Koninkrijk. Ik doe mijn best om te voldoen aan zijn onverzadigbare honger naar het geschreven woord door de juiste boeken voor hem in huis te halen en door ‘s avonds naarstig verder te schrijven, want mijn klanten moeten op hun wenken worden bediend.
K.R. Valgaeren
November 15, 2022
Bekentenissen van een boekhandelaar: Ontmaskerd
Dit gebeurde enkele jaren geleden. Ondergetekende zat aan zijn bureau. Die staat centraal op de eerste verdieping van de boekhandel, waar dezelfde ondergetekende een goed uitzicht heeft op een display waar zijn boeken Seance en Blackwell staan te blinken. De auteur geeft toe dat er geen enkele andere boekhandel in het land is die zijn boeken, ofschoon terecht, zoveel aandacht geeft. Hoe dat komt, zal voor schrijver dezes altijd een mysterie blijven.
In ieder geval, ik zit dus aan mijn bureau — 'bureau' is een beetje overdreven; je kan op het tafeloppervlak nog geen keukenhanddoek openleggen — wanneer ik een klant opmerk die naar de ladder kuiert, ongetwijfeld aangetrokken door de prachtige kaft van Blackwell en misschien ook een beetje door de sticker die het boek aanbeveelt. Hoe die sticker daar is terechtgekomen zal evenmin nooit opgehelderd worden.

De klant bewondert de cover, waarna hij het boek omkeert en het achterplat begint te lezen. Nu moet u weten dat die achterkant bestaat uit een prikkelde tekst en een kanjer van een foto, waarop ik met zeer ernstige en misschien zelfs arrogante blik in de lens kijk. Die blik zegt niet wie ik ben — ik neem mijn werk uiteraard heel ernstig, maar niet mezelf — maar schrijvers gaan doorgaans niet op de foto met getuite lippen of een brede glimlach.
Vanuit mijn ooghoek zie ik de man opkijken en zijn wenkbrauwen fronsen. Zijn gelaatsuitdrukking schijnt, niet geheel onterecht, te zeggen: 'Die kerel aan dat zielig bureautje lijkt wel erg hard op de auteur van dit boek.' Hij houdt het boek voor zich. Hij wil de foto toetsen aan de werkelijkheid en gaat op zoek naar de verschillen. Zijn blik wipt een paar keer tussen de foto en de boekhandelaar. Even lijkt de twijfel toe te slaan. Dat merk ik aan het lichtjes schudden van zijn hoofd. Schrijvers horen immers te schrijven en niet te werken op plekken als, ik zeg maar iets, een boekhandel. Ze horen in de beslotenheid van hun werkkamer nieuwe werelden te creëren en de mensheid te ontleden. In het slechtste geval leven ze in armoede en in het beste geval zijn ze rijker dan de koning van Engeland.
Ik knik beleefd naar de man en om het vergelijkingsproces enigszins te bemoeilijken, lach ik. Wederom trekken zijn wenkbrauwen samen, maar dan wordt de nieuwsgierigheid hem te veel en neemt hij een boude beslissing. Hij stapt naar me toe en vraagt: 'Bent u dat?'
Ik kan moeilijk zeggen dat hij zich vergist en geef toe dat het inderdaad mijn gelijkenis is die daar staat afgebeeld. Het is het begin van een vreemd gesprek en omdat ik het gesprek al meer dan eens heb gevoerd, weet ik ook wat er zo vreemd aan is. Het probleem is dat ik op dat moment niet langer een boekhandelaar ben maar een schrijver. En toch verwacht de klant dat ik als schrijver mijn boek aan hem verkoop. Even vrees ik dat hij mij doorheeft en dat hij zal zeggen: 'Nu begrijp ik waarom dit boek zo opvallend staat opgesteld. Natuurlijk kleeft er een sticker op die het boek aanbeveelt!'

De waarheid is dat een schrijver de slechtst mogelijke verkoper is van zijn eigen boeken, omdat zijn mening de minst objectieve is. Hij vindt het ongetwijfeld een meesterwerk, maar niemand zal dat zomaar van hem aannemen.
Dat is waarom ik mij als boekhandelaar niet graag kenbaar maak als de auteur van zes romans en waarom ik mijn boeken liever stiekem in de winkel aanprijs door hen een opvallende plaats te geven en er een sticker op te kleven.
De klant die mij ontmaskerde is tegen alle verwachtingen in aangenaam verrast. Hoewel hij het achterplat gelezen heeft, wil hij van mij horen waar het boek over gaat en wat een Gothic Novel wel mag zijn. Even later gaat de man naar huis met een exemplaar van Blackwell dat, omdat hij mij heeft ontmaskerd, voorzien is van een handtekening en een opdracht.
K.R. Valgaeren
October 14, 2022
Bekentenissen van een boekhandelaar 4
Wie veel met klanten omgaat, zal vaak hetzelfde gesprek moeten voeren. De boekhandelaar heeft steevast enkele gestandaardiseerde replieken klaar voor dergelijke conversaties, hoewel hij zijn best zal doen om ze zo spontaan mogelijk te laten klinken. Er zijn echter ook opmerkingen die regelmatig terugkomen en slechts door de boekhandelaar gevolgd kunnen worden door een lange stilte van de veelbetekenende aard. Een voorbeeld: ‘Ik ben op zoek naar een boek voor mijn vriendin, maar ik ken er helemaal niets van, want ik heb nog nooit in mijn leven een boek gelezen.’ Op een of andere manier slagen mensen erin om zulke frasen met een soort ongepaste fierheid te poneren; een fierheid die misschien wel op bijval kan rekenen in het plaatselijk café, maar niet in de boekhandel: het hol van de leeuw. Een lange stilte dus, in de hoop dat de persoon in kwestie zich zal realiseren dat hij geen duimpje verdient, maar een schouderklopje uit medelijden.
Een ander voorbeeld van een opmerking die de boekhandelaar slechts met een stilte kan beantwoorden, hoewel gezegd moet dat het met de nodige sympathie zal zijn: ‘Ik moet mezelf tegenhouden om niet meer dan eens per maand naar de boekhandel te gaan, want anders is dat nefast voor mijn budget.’ Hier zal de boekhandelaar het houden op een vriendelijk glimlachje en een droog knikje. Hij herkent het probleem immers als geen ander, want het liefst wil hij zeggen: ‘Wees blij dat u niet acht uur per dag in een boekhandel werkt.’ De waarheid is namelijk dat een boekhandelaar met veel meer boeken in contact komt dan eigenlijk goed is voor hem en zijn budget. Mensen die in loondienst in een boekhandel werken — zaakvoerders hebben uiteraard andere middelen — zullen het beamen: een groot deel van het maandloon vloeit rechtstreeks terug naar de firma en soms is de korting die het personeel geniet eerder een vloek dan een zegen.

Als boekhandelaar komt men niet alleen in contact met de boeken die in de pers worden besproken, of is men niet alleen op de hoogte van de nieuwe boeken van een favoriete schrijver. De boekhandelaar beschikt over totale kennis. Met andere woorden: hij is op de hoogte van alle nieuwe boeken en dat zijn er simpelweg veel te veel te veel. Frustratie alom, dus. Met mijn verlanglijst kan ik de woonkamer behangen, terwijl het voor mij veel te gemakkelijk is om boeken aan te schaffen. De kassa staat immers voor mijn neus.

Het allerleukste maar tegelijk ook het gevaarlijkste facet van ons beroep zijn de aanbiedingsfolders. Even uitleggen. Een uitgever stelt driemaal per jaar nieuwe boeken voor. Er is de voorjaarsaanbieding, de zomeraanbieding en de buitenproportionele najaarsaanbieding. Voor elke periode geeft elke uitgever een folder uit — sommigen zijn meer dan honderd bladzijden dik — met daarin de nieuwe boeken die de komende maanden zullen verschijnen. Als men al die folders van al die uitgevers opstapelt, dan zit men al snel met een toren die van de vloer tot aan de heupen reikt en die men als boekhandelaar een voor een moet doornemen. Op basis van die informatie moet men immers het assortiment van de winkel samenstellen. Ik zal de lezer waarschijnlijk niet moeten vertellen dat zo’n opdracht, waar ik al gauw enkele dagen mee bezig bent, iets overheerlijk decadent heeft, want er wordt in de Lage Landen enorm veel uitgegeven. Vergelijk het met een klein kind dat voor zijn voeten een container snoep krijgt uitgestort en zoveel mag uitkiezen als ie wil. Dus, dan is de boekhandelaar enkele dagen bezig met kruisjes zetten en ISBN-nummers noteren en dat gaat zo: ‘Deze is voor de winkel. Daar wil ik er zelf ook eentje van. Eindelijk een nieuwe Sarah Waters! Die haal ik in huis voor de winkel, plus een extra exemplaartje voor mezelf. Die wil ik eens bekijken, misschien koop ik hem later wel, dus eentje voor de winkel. Nee, toch maar direct kopen, dus een paar exemplaren voor de winkel. Oh, Nesbo heeft een nieuwe, laten we dan meteen de hele backlist ook maar bijstellen.’ Enfin, u begrijpt wat ik bedoel. Het is een foltering en het walhalla tegelijkertijd. Voor de boekhandelaar komt Sinterklaas namelijk driemaal per jaar.
En u dacht even dat u een moeilijk leven had? Think again.
K.R. Valgaeren
Deze column verscheen eerder op de website thrillerlezers.blogspot.com
October 13, 2022
Valgaeren op Boektopia Kortrijk
K.R. Valgaeren is 1 november te gast op de nieuwe boekenbeurs Boektopia. Valgaeren zal er de nieuwe editie van Bloedlijn voorstellen. Geïnteresseerden kunnen die dag om 13:30 uur een podcast bijwonen waarin de auteur over zijn nieuwe boek vertelt. Van 13:45 tot 14:30 uur zal hij beschikbaar zijn voor een babbel en een handtekening in het VBK Signeerhuis. De beurs vindt plaats in Kortrijk Xpo van 29 oktober tot 6 november.

De organisatoren willen iedereen meer of weer aan het lezen te krijgen. Door van lezen een beleving van te maken. Met boektopia.be als centrale hub. En in de toekomst met evenementen over heel Vlaanderen. Waar u boeken kan kopen en deuren opent naar nieuwe werelden.

In het najaar van 2021 gingen Boektopia van start met een eerste belevingsevenement in Kortrijk Xpo. Een driedaagse light editie als creatieve amuse voor de full editie van dit najaar. Negen dagen waar de belevingen in de expohallen en in de stad in elkaar overvloeien.
Meer informatie vindt u op boektopia.be
October 12, 2022
Bloedlijn eindelijk weer beschikbaar
Deze week ligt, na tien jaar, K.R. Valgaerens Bloedlijn weer in de winkels. Om die verjaardag te vieren werd deze spannende klassieker in een nieuw jasje gestoken, grondig herwerkt en werden er extra hoofdstukken aan toegevoegd.

Bloedlijn is het laatste deel in het tweeluik over David Mayfair. Mayfair moet wennen aan zijn nieuwe bestaan als vampier. Hij is vastberaden zijn menselijkheid te bewaren. Tegelijkertijd probeert hij zijn grote liefde, Sterre Schemers, te beschermen tegen de gevaarlijke Valeth. Aan de hand van dagboekfragmenten van verschillende personages volgen we een bloedstollende race tegen de klok. In de bossen van Oud-Turnhout staat een huis waar niets is wat het lijkt.
Eerder dit jaar publiceerde uitgeverij Houtekiet een heel nieuwe editie van Valgaerens debuut De Ziener. Dat verscheen oorspronkelijk in 2011 en won een jaar later de Schaduwprijs, die jaarlijks wordt uitgereikt aan het beste spannende debuut van de Lage Landen. De nieuwe edities kwamen er op vraag van een heleboel lezers die al jaren geen exemplaar meer konden vinden, tenzij in antiquariaten, waar soms hoge bedragen werden gevraagd. Omdat Valgaeren niet langer beschikte over de digitale manuscripten, was de kans aanvankelijk erg klein dat er ooit een heruitgave van de boeken zou verschijnen... tot de oorspronkelijke uitgever de boeken ze terug vond. Uitgeverij Houtekiet was meteen bereid De Ziener en Bloedlijn een tweede adem te geven, op voorwaarde dat de nieuwe edities een meerwaarde boden ten opzichte van de eerste drukken. De manuscripten werden door Valgaeren en de redacteurs grondig herwerkt en voor Bloedlijn schreef de auteur enkele extra hoofdstukken.

"Tien jaar lang werd ik bijna wekelijks door lezers gecontacteerd," zegt K.R. Valgaeren. "Ofwel waren ze hopeloos op zoek naar een exemplaar van De Ziener en Bloedlijn. Ofwel vroegen ze waar het derde deel bleef. Dat komt omdat het oorspronkelijke einde van Bloedlijn doelbewust enkele vragen onbeantwoord liet. Het was echter nooit mijn bedoeling om een derde boek over David Mayfair te schrijven, dus misschien was dat open einde minder briljant dan ik aanvankelijk dacht. Daarom heb ik deze kans gegrepen om extra hoofdstukken aan het verhaal toe te voegen, zodat de lezer na tien jaar eindelijk op gepaste wijze afscheid van de personages kan nemen."

De duistere thrillers of Gothic Novels van K.R. Valgaeren zijn ondertussen een vaste waarde geworden in het literaire landschap van Vlaanderen en Nederland. Valgaeren hanteert een meesterlijke stijl, waarmee hij ondraaglijke spanning combineert met historische settings, eeuwenoude mysteries en klassieke gruwel in een nieuw jasje.
Bloedlijn is vanaf nu in elke (online) boekhandel te koop en kost € 22,99. De Ziener was al terug verkrijgbaar, maar wordt voor de gelegenheid in prijs verlaagd. Voor het eerst verschijnen er van beide titels ook e-books.
Op 1 november komt K.R. Valgaern zijn boeken om 13:30 uur voorstellen op Boektopia in Kortrijk Xpo.
Meer informatie kan u vinden op krvalgaeren.com.
September 22, 2022
Londen in de schaduw van Serge Simonart
Als journalist interviewde Serge Simonart honderden wereldsterren voor onder andere Humo, waarvan hij er een heleboel als vriend mag beschouwen. Enkele jaren geleden publiceerde hij een boek waarin hij de armchair traveler meenam naar Venetië. Sinds kort is er ook Londen: geheime tips van ’s werelds grootste anglofiel, waarmee uiteraard de auteur wordt bedoeld.
Zou hij die ondertitel zelf hebben verzonnen? En wat met het citaat op het achterplat van wijlen HRH Queen Elizabeth II? Dat gaat als volgt: ‘I can’t read Dutch and have never heard of Serge Simonart, but if I could and if I had, I still wouldn’t recommend this book.’

Ooit zal Simonart, net als de koningin en bij uitbreiding de rest van de wereldbevolking, de eeuwige jachtvelden betreden en wij zullen hem om verschillende redenen eren, maar om zijn bescheidenheid zal hij wellicht niet herinnerd worden. Uiteraard is de ondertitel van het boek en het fictieve citaat van Hare Majesteit een poging tot het doorprikken van ’s mans ego, maar iedereen die hem ooit gelezen heeft of naar zijn van meninkjes verzadigde betogen heeft geluisterd weet wel beter. Bovendien is een gebrek aan bescheidenheid erg on-Engels, zeker voor een anglofiel.
Nu wil het toeval dat ik ook een anglofiel ben, hoewel ik mij nooit ’s werelds grootste zou durven noemen. Die plaats is, heb ik me door Simonart laten vertellen, immers ingenomen. Ik geef graag toe dat Simonart een grotere kenner is dan ik, maar mijn liefde voor het land en haar hoofdstad stellen me niettemin in staat om een oordeel te vellen over deze ‘alternatieve’ reisgids boordevol geheimen.
Ik ken Serge Simonart niet persoonlijk. Dat is ook niet nodig, want schrijvers communiceren doorgaans bij voorkeur indirect, via het geschreven woord. Het mag ondertussen duidelijk zijn dat ik een haat-liefdeverhouding met de man heb, maar uit het boek blijkt dat wij heel wat passies met elkaar delen. Londen is er daar uiteraard een van, maar ook Charles Dickens, Westminster Abbey, afternoon tea, boeiende musea en esthetisch verantwoorde luxe — er is ook een vorm van verwerpelijke en lelijke luxe, om een voorbeeld te noemen: googel maar eens ‘penthouse’ en ‘Donald Trump’.
Daarnaast kan Simonart schrijven als de beste. Zijn teksten zijn heerlijk witty en ik durf zelfs beweren dat de geest van Oscar Wilde hem soms het een en ander toefluistert, wat een groot compliment is.
Daarbij ziet het boek er erg mooi uit. Het zetwerk is, om het met een van Simonarts favoriete woorden uit te drukken, succulent. (Dat ‘succulent’ niet precies hetzelfde is als ‘exquise’ of ‘uitmuntend’, maar door hem wel in die betekenis wordt gebruikt, is een van de problemen die ik met het boek heb, waarover dadelijk meer.) Ik moet ook vermelden dat het werk rijkelijk verlucht is met tientallen knappe foto’s waar Simonart zelden in figureert en vaak de hoofdrol in vertolkt, wat uiteraard niet mag verbazen.
Het boek is opgedeeld in zeven hoofdstukken, met uitzonderlijk veel aandacht voor de vaak erg boeiende horeca en de winkels met luxeartikelen die zich over het algemeen in de buurt van Pall Mall en St James’s Street bevinden; winkels waar ook ik dol op ben, graag placht rond te snuisteren en waar ik af en toe, wanneer de geldbuidel het toelaat, iets durf kopen.
Op elke van tekst voorziene pagina strooit Simonart met boeiend advies en minstens evenveel meninkjes. Ook hier moet ik tot mijn verbazing toegeven dat ik het vaak eens ben met die opinies. Het imperialisme van weleer mag er dan bijvoorbeeld, net als ons koloniaal verleden, verwerpelijke ideeën en handelingen op nagehouden hebben, de pracht en praal die er mee werd bewerkstelligd op de thuisbasis moet naar kunstige waarde en niet naar ideologische motieven worden geschat. Net als de auteur blijf ik weg uit de banale en door elke grootstad onderling inwisselbare winkelstraten als Oxford Street en stel ik kwaliteit boven kwantiteit. Of, zoals Simonart dat credo toepast op het uitkiezen van het hotel: ‘… beter de kleinste kamer in een chic hotel dan de grootste in een banaal hotel.’

Simonart is een erg betrouwbare gids voor iedereen die niet naar Londen reist om kerstinkopen te doen. Het prachtige boek staat boordevol tips van een man die eigenlijk meer Londenaar is dan Antwerpenaar. Ik heb er als anglofiel wis en warempel zelfs iets van geleerd.
Naast het feit dat Simonarts ego de inhoud van de tekst soms in de weg staat, heeft het boek helaas ook last van een schabouwelijke redactie. Een schrijver, hoe goed die ook mag zijn, kan niet zonder een goede eindredacteur en in dit boek heeft de betreffende redacteur het grondig verknalt. Zo passeren bepaalde tips van de auteur soms meer dan eens de revue. Dat is een slordigheid waarmee ik kan leven, want ook een redacteur is een feilbaar menselijk wezen. Dat er nogal wat kromme zinnen in de tekst voorkomen is echter niet langer een slordigheid. Dat het wereldvermaarde National History Museum in de tekst het Museum of Natural History wordt genoemd is eigenlijk een beetje gênant. Maar dat de bouwstroming Gothic Revival consequent als Ghotic Revival wordt geschreven, gaat de schaamte voorbij en ondermijnt Simonarts autoritaire kennis over de stad.
Dat gezegd zijnde is Londen geen boek voor de reiziger die voor de eerste keer wil kennismaken met de stad, een bezoek aan de Tower of London wil brengen, een kijkje wil nemen op de bovenste verdieping van The Shard, een rondje wil draaien in het London Eye of de geldbuidel wil ledigen in Oxford Street. Deze reisgids is er voor de fijnproever en de meerwaardezoeker. Dat was sowieso de opzet van Simonart en daarin is hij geslaagd.
K.R. Valgaeren
September 15, 2022
Bekentenissen van een boekhandelaar 3
Af en toe verschijnt er wel eens boek met anekdotes over typische situaties die in een boekhandel kunnen voorvallen of over klanten met bizarre vragen. Het is niet de bedoeling om van deze column een afkooksel van dergelijke boeken te maken, al is het maar omdat zulke anekdotes de indruk wekken dat alle klanten idioten zijn en dat is voor het grootste deel niet het geval. Vanuit eigen ervaring kan ik slechts aanraden de boekhandelaar aan te spreken wanneer u met een prangende vraag zit, zolang het uiteraard boek gerelateerd is.

Bent u op zoek naar een boek waarvan u de titel, noch de auteur kent? Weet u alleen dat het boek een geel kaft heeft? Bent u op zoek naar iets zonder te weten wat dat ‘iets’ is? Spreek de boekhandelaar aan, want hij doet niets liever dan te grasduinen in zijn uitgebreide kennis om u verder te helpen. Voor de boekhandelaar is het niet meer en niet minder dan een spelletje Triviant. Bovendien streelt het zijn ego en zijn de kansen reëel dat hij u verder kan helpen. U wilt de mensen niet te eten geven waarvoor ik ooit het juiste rode boek heb kunnen vinden, of die ene thriller met dat gruwelijk verminkte lijk in het eerste hoofdstuk. Boekhandelaars zijn nu eenmaal dol op vragen die hun kennis op de proef stellen.
Dat gezegd zijnde, schuilt er natuurlijk wel een kern van waarheid in die komische anekdotes. Zelf mocht ik enkele jaren geleden, zonder een krimp te geven, antwoorden op de vraag of er ook boeken bestonden over The Lord of the Rings? En vorige week moest ik nog iemand corrigeren die bij de K op zoek was naar Anna Karenina: ‘Ik acht de kans op succes groter als u een kijkje neemt bij de T van Tolstoj’.

Een vaak terugkerende these in bovengenoemde werken is dat, al is er slechts één klant in de winkel, die klant altijd voor de kast zal staan waar de boekhandelaar net op dat moment dringend dat ene boek uit moet halen. Dat kan ik bij deze volledig beamen. Dus, als u aan het snuisteren bent en u merkt plots dat er zich achter u een boekhandelaar bevindt die nerveus heen en weer staat te schuifelen als een mug die zich voorbereidt om toe te slaan, dan weet u hoe laat het is.
Anderzijds zijn er twee vragen die wekelijks meer dan eens de revue passeren en die eigenlijk niet gesteld hoeven te worden, toch zeker niet na het lezen van deze column.
De eerste overbodige vraag is: 'Werkt u hier?' Vreemd genoeg wordt ze nooit gesteld wanneer ik een zwak moment heb en, ik zeg maar iets, wezenloos voor mij zit uit te staren in het midden van de winkel, terwijl ik mij afvraag wat ik vanavond zal eten. In dergelijke gevallen gaat men er om onverklaarbare reden van uit dat ik deel uitmaak van het personeelsbestand. De vraag wordt echter steevast gesteld wanneer ik druk bezig ben om mezelf een burn-out te zwoegen, wanneer ik rondloop met een stapel boeken die groter is dan mezelf, wanneer ik tijdens de wintermaanden de enige ben in de winkel die gekleed is in een T-shirt, wanneer ik een lamp aan het vervangen ben of de koffiemachine een grondige poetsbeurt geef. Dergelijke signalen zouden de klant erop attent moeten maken dat de persoon in kwestie daadwerkelijk betaald wordt voor zijn noeste arbeid, maar dat is niet voor iedereen duidelijk.
De tweede overbodige vraag is: 'Staan de boeken alfabetisch gerangschikt?' Als het op fictie aankomt, zal het antwoord steevast 'ja' zijn. Er is geen betere manier. Het is ook niet nodig om die vraag voor de zekerheid op te volgen met: 'Per auteur of per titel?' Niet doen. Boeken staan alfabetisch per auteur in de kast. Ik ken geen enkele boekhandelaar die het anders doet, hier of elders in de wereld. Het kan zijn dat de geschiedenisafdeling chronologisch is geordend, of de wetenschappelijke afdeling per discipline, maar de literatuur staat steevast alfabetisch. Daar hoeft u niet aan te twijfelen.

Ik neem aan dat er mensen zijn die het thuis anders doen. Ik ken inderdaad iemand die haar boekenkast per titel rangschikt en er zijn ongetwijfeld mensen die hun boeken op favoriete auteur of op kleur* ordenen, of gewoon helemaal geen rangschikking aanbrengen — de gruwel! En, toegegeven, in een ver verleden had ik een collega die de reisboeken in de winkel onderverdeelde in drie categorieën: de plekken waar ze was geweest, de plekken waar ze naartoe wou en de plekken waar ze niets mee had. Trust me, dat is al heel erg lang geleden.
Dat gezegd zijnde, in de boekhandel is iedereen meer dan welkom, want zonder klanten — hoe gek hun vragen ook mogen zijn — zou er geen boekhandel zijn.
*Ik besef dat het erg trendy is op Instagram en TikTok om boeken de sorteren volgens de kleur van de kaft, maar ik wantrouw dergelijke praktijken en twijfel erg aan de belezenheid van de verzamelaar die zich daarmee bezighoudt.
K.R. Valgaeren
Deze column verscheen eerder op de website thrillerlezers.blogspot.com
August 7, 2022
Bekentenissen van een boekhandelaar 2
De boekhandelaar in een eigenaardig specimen van de menselijke soort. Hij is fier op zijn kennis, die zich niet alleen uit in het plezier waarmee hij bijstand verleent aan de radeloze klant, maar ook op de manier waarop hij zijn collectie samenstelt. Die collectie wordt door de boekhandelaar verzorgd alsof het zijn privéverzameling betreft. De kans is namelijk aanzienlijk dat de boekenkasten in zijn eigen bibliotheek op dezelfde manier zijn georganiseerd als de boekenkasten in zijn winkel. Hier dient zich echter een paradox aan. Stiekem zal de boekhandelaar over zijn winkelvoorraad op dezelfde manier denken als over zijn eigen verzameling: kijken mag — heel graag zelfs — maar aankomen niet. En dat wringt, natuurlijk, want in een boekhandel is het net bedoeling dat de klant snuistert, boeken vastneemt, achterflappen leest, droge inkt opsnuift en, idealiter, na een zorgvuldig selectieproces met een hele stapel naar de kassa wandelt. Desalniettemin zijn er enkele zaken waar de klant mee rekening kan houden wanneer hij een boekhandel bezoekt om het geweten van de boekhandelaar te sussen en, dientengevolge, zijn eeuwige respect te winnen en de allerbeste service te genieten.

Een boekhandel is geen kledingzaak. Boeken staan per genre en alfabetisch gerangschikt in een kast, liggen thematisch gestapeld op tafels en de bestsellers staan massaal te glimmen in displays. Er heerst orde in een boekhandel en niets is erger voor de boekhandelaar dan het verstoren van die heilige structuur. Het is daarom aangewezen om een boek steeds terug te leggen op de plek waar het vandaan komt. In de boekenkast is het dus belangrijk dat men een boek teruglegt zonder de alfabetische rangschikking te verstoren, noch dient een boek in de kast boven op de andere boeken te worden teruggelegd. Dat is heiligschennis. Bovendien plaatst iedere zichzelf respecterende boekhandelaar de ruggen van de boeken die in de kast zitten op de rand van de boekenplank. Men noemt dat in de vaktaal, althans in Vlaanderen, ‘lineair zetten’. (Boekenkasten worden, in tegenstelling tot tafels en displays, om die reden ‘het lineair’ genoemd.) Dus, in boekenkasten staan de boeken niet tegen de achterwand van de kast, maar staan de ruggen op de millimeter gelijk met de rand van de boekenplank. Een klant die dat principe respecteert, geniet van de boekhandelaar een goddelijke status.

Iets gelijkaardigs is er aan de hand met stapels. Stel: u ziet de nieuwe Nicci French op een stapel liggen, leest het achterplat en beslist om toch maar voor de nieuwe Valgaeren te gaan. Dat is een goede beslissing zonder meer, maar zorg ervoor dat u het boek niet zomaar weer op de stapel legt. Kijk hoe wonderbaarlijk gaaf die boekentoren werd opgesteld, alsof al die volumes een monolithisch geheel vormen, en hoe de randen van het boekblok parallel lopen met de randen van de tafel waar ze op liggen. Als u er met de vinger over streelt, merkt u nauwelijks dat het meerdere boekdelen betreft. Hoe jammer zou het zijn om die esthetische pracht teniet te doen door het exemplaar dat u in handen heeft nonchalant terug te leggen, zonder rekening te houden met het uiterst zorgvuldige millimeterwerk dat verricht werd tijdens het opbouwen ervan. Hetzelfde geldt als u toch beslist om voor de nieuwe Nicci French te gaan, maar niet het bovenste exemplaar van de stapel wenst te nemen — u weet wel, dat exemplaar dat al door velen die u voorgingen werd bepoteld en daardoor onrein is geworden, haar maagdelijkheid heeft verloren. Neem gerust een exemplaar halverwege de stapel, maar eeuwige dankbaarheid zal u tegemoet komen, indien u achteraf de nodige restauratiewerken uitvoert. Tussen haakjes, het is niet per se zo dat de oudste en meest bepotelde boeken bovenaan liggen. De boekhandelaar wil daar ook graag vanaf en is als geen ander op de hoogte van het gedrag van zijn klanten, zodat hij af en toe de oudere, bepotelde exemplaren halverwege de stapel schuift. Gniffel, gniffel, gniffel.
Het zijn onnozele dingen die uiteraard veel meer zeggen over de boekhandelaar dan over de welgekomen bezoeker van diens zaak, maar het respect dat u naderhand geniet zal grenzeloos zijn, ook al was dat van in het begin reeds het geval.
Ik heb nog enkele tips, maar die zijn voor de volgende keer.
K.R. Valgaeren
Deze column verscheen eerder op de website thrillerlezers.blogspot.com
July 24, 2022
Bekentenissen van een boekhandelaar
George Orwell, de auteur van meesterwerken als Animal Farm en Nineteen Eighty-Four, begint zijn essay Bookshop Memories als volgt: 'When I worked in a second-hand bookshop — so easily pictured, if you don't work in one, as a kind of paradise where charming old gentlemen browse eternally among calf-bound folios — the thing that chiefly struck me was the rarity of really bookish people.' Met really bookish people bedoelt hij uiteraard u en mij, maar ik wil het vooral graag even hebben over die zin tussen de gedachtestrepen.

Orwells essay werd gepubliceerd in 1936 en wat opvalt is dat ook hij destijds op de hoogte was van de utopische visie die really bookish people hebben over hoe het er in een boekhandel aan toegaat. Anno 2022 bestaat dat ideaalbeeld nog steeds. Ik beeld mij daarbij bijvoorbeeld een niet al te grote zaak in, met oude boekenkasten die tegen de wanden zijn opgesteld en/of nauwe gangen vormen in de winkelruimte. Alle kasten reiken tot aan het plafond en zijn tot barstens toe gevuld met mooie edities. Er zijn meer boeken in dat winkeltje aanwezig dan dat er plaats op de planken is, waardoor er her en der stapels op de vloer liggen die daar op het eerste gezicht nonchalant zijn neergelegd, doch een zekere orde herbergen die enkel de boekhandelaar kan ontsluiten. De boekhandelaar in kwestie is een oudere man of vrouw — het geslacht doet er niet toe, maar wel dat hij of zij een brilletje draagt dat vervaarlijk balanceert op het puntje van de neus — die achter een toog is gezeten waar nog meer boeken liggen en waar ook ergens een kassa op staat, hoewel dat laatste minder belangrijk is. Achter de toog staan torens onuitgepakte dozen — veel werk, dus — maar dat mag de boekhandelaar er niet van weerhouden om over het tafelblad te hangen met een opengeslagen boek voor zich, weg van de wereld. Behalve wanneer de sporadische klant komt binnengewandeld wiens aanwezigheid kenbaar wordt gemaakt door een belletje dat aan de deurstijl hangt. Dan zal de boekhandelaar even opkijken en de klant kort maar vriendelijk toeknikken.
Ik ben ervan overtuigd dat er wel degelijk zulke boekhandels bestaan, net zoals ik ervan overtuigd ben dat zulke zaken niet de belangrijkste bron van inkomsten kunnen zijn voor de boekhandelaar in kwestie — tenzij hij in een vruchtbare commerciële zone is gelegen zoals een boekendorp, vooral handelt in waardevolle stukken en/of een succesvol B2B-netwerk heeft waar die ene snuisterende klant nooit iets van te zien krijgt.

Een boekhandel is er namelijk niet in de eerste plaats voor de gezelligheid, de volksverheffing of voor de verering van het geschreven woord en het boek als object. Een boekhandel is er, net als ieder ander groot en klein bedrijf, in de eerste plaats om ervoor te zorgen dat de eigenaar en de mensen die van hem afhankelijk zijn 's avonds voldoende eten op tafel hebben. In tegenstelling tot wat sommige lui mogen beweren, is een winkel bovenal een commerciële instelling, met die uitzondering dat er in dit geval gehandeld wordt in een van de nobelste producten die de mens ooit heeft uitgevonden. De carrières van heren en dames die dol zijn op boeken en graag winkeltje willen spelen zijn vaak een kort leven beschoren, omdat ze, verblind door dat ideaalbeeld van de knusse, stoffige winkel, niet beseffen hoe hard er in een boekhandel moet gewerkt worden en dan heb ik het niet alleen over het eindeloze sleuren met dozen.
Ik ben een schrijver die, net als de meeste van mijn collega’s, niet van de pen kan leven. En omdat ik alleen maar goed ben in alles wat met boeken te maken heeft, werk ik in een boekhandel. Daar ben ik heel erg fier op. Ik werk bovendien in een grote boekhandel — twee verdiepingen heeft ie, met zo'n 40.000 verschillende titels in de voorraad; groter dan dat worden ze in Vlaanderen niet gemaakt — waar ik de afdeling fictie bestier. In deze columns wil ik het graag over mijn vak hebben, de lezer meenemen achter de schermen, en vertellen over de deugden en de ondeugden van de boekhandelaar en de klant. Want begrijp me niet verkeerd: in een boekhandel werken is absoluut een van de fijnste jobs voor mensen die verliefd zijn op het geschreven woord, waardoor ik mezelf als een bofkont beschouw, maar het is zeker ook niet altijd rozengeur en maneschijn. Want dat zou immers maar saai zijn. Niet?
K.R. Valgaeren
Deze column verscheen eerder op de website thrillerlezers.blogspot.com
June 25, 2022
Bloedlijn verschijnt 11 oktober 2022
Dit najaar is het eindelijk zover. Precies tien jaar na de publicatie van de eerste editie verschijnt er bij Uitgeverij Houtekiet de langverwachte nieuwe uitgavevan K.R. Valgaerens 'Bloedlijn'. Voor de gelegenheid werd het boek voorzien van een prachtige nieuwe cover en werd niet alleen de tekst herzien, maar werden er ook enkele hoofdstukken aan toegevoegd.

Wie een gesigneerd exemplaar wil kan 'Bloedlijn' reeds bestellen op de webshop van krvalgaeren.com.
Een geheimzinnige man redt het leven van een tienermeisje.
Een jonge lerares wordt achtervolgd door duistere krachten.
In de bossen van Turnhout waakt het Jachthuis van de Echelkuil over een eeuwenoud mysterie.
David Mayfair probeert het ergste te voorkomen, want…
…een eeuwigheid duurt erg lang, als je die met niemand kan delen.
‘Bloedlijn’ is het zenuwslopende vervolg op het succesvolle ‘De Ziener’. K.R. Valgaeren levert wederom een verbluffende Gothic Novel af over verlies en de schaduw van het verleden.
Tien jaar na het verschijnen van ‘Bloedlijn’ is er op vraag van vele lezers eindelijk deze geheel herziene editie met nieuwe hoofdstukken.


