K.R. Valgaeren's Blog, page 2

September 26, 2023

Bekentenissen van een boekhandelaar: Slovekije

Midden augustus. Iedereen verkeert in vakantiestemming, behalve uw boekhandelaar. Het is rustig in de winkel: een tiental snuisterende klanten op de eerste verdieping, een kind op de gelijkvloerse verdieping dat begint te huilen omdat het zijn zin niet krijgt, een dame met een Brusselse wafel die niet doorheeft dat ze poedersuiker op onze koopwaar dwarrelt. Allen vinden ze in de kunstmatige verkoeling beschutting tegen de verschroeiende recordtemperaturen. Ik overweeg om de vrouw met de wafel erop attent te maken dat het niet beleefd is om al smikkelend en smakkend een winkel te bezoeken, wanneer ik word benaderd door een man van gezegende leeftijd met twee landkaarten van verschillende merken in zijn handen.

‘Kan u mij uitleggen wat het verschil is?’ vraagt hij enigszins verlegen.

Zonder te kijken wat er precies op de kaarten staat, zeg ik hem dat de rode van Michelin is en de groene van Freytag & Berndt. Het zijn beide uitstekende merken, hoewel ik persoonlijk de voorkeur geef aan het laatste.

‘Ik bedoel waarom er op de ene kaart Slovenië staat en op de andere Slowakije.’

Ik knipper met mijn ogen en probeer te begrijpen wat hij wil zeggen.

‘Omdat de ene kaart van Slovenië is en de andere van Slowakije,’ zeg ik voorzichtig.

‘Maar dat is een het hetzelfde land,’ zegt hij.

Er valt een stilte waarin ik op zoek ga naar mijn kluts en me de bedenking maak dat dit gesprek wel eens nieuw materiaal voor een column kan worden. De stilte wordt pas doorbroken nadat de man met zijn vingers door de resterende haren van zijn kapsel heeft gekamd en zich nader begint te verklaren. Zijn exposé getuigt van een degelijke kennis op gebied van de Europese geschiedenis, op één belangrijk detail na.

‘Slovenië is het oude Slowakije. Het grondgebied heeft lang deel uitgemaakt van Tsjecho-Slowakije tot de val van de Sovjet-Unie. Na de Fluwelen Revolutie heeft het zich in 1993 afgesplitst van Tsjechië en is het verder gegaan als Slovenië.’

‘Dat klopt,’ zeg ik, ‘maar het heet nog steeds Slowakije. Slovenië is een ander land. Het ligt zuidelijker op de kaart.’

‘Dat lijkt mij erg onwaarschijnlijk. Ik vrees dat de kaart waar ze het Slowakije noemen hopeloos verouderd is.’

‘Wacht,’ zeg ik en open Google Maps: een prachtig stukje software waar mijn museumstuk van een computer echter moeilijk mee overweg kan. Het duurt anderhalve minuut vooraleer ik naar de betreffende plek op de kaart kan scrollen. ‘Kijk, hier ligt Slowakije. Naast Tsjechië. Onder Slowakije hebben we Oostenrijk en Hongarije. En daaronder, gekneld tussen Italië en Kroatië ligt Slovenië. Als ik mij niet vergis, maakte het vroeger deel uit van Joegoslavië.’

De man drukt zijn bril zo hoog mogelijk op zijn neus; een neus die vervolgens met argwaan mijn computerscherm nadert.

‘Oh, nee,’ kermt hij na enkele beladen seconden. ‘U heeft gelijk.’

Natuurlijk heb ik gelijk, maar ik begrijp niet wat hij daar zo erg aan vindt. Ik zie hoe het bloed uit zijn hoofd wegtrekt en hoe de kaarten die hij vast heeft uit zijn handen dreigen te vallen.

‘Ik vertrek volgende week met het vliegtuig op vakantie,’ zegt hij, en hoewel dat heuglijk nieuws hoort te zijn, klinkt hij angstig. ‘Ik heb altijd al eens naar Slo… Slowakije willen gaan. En nu ik het nog kan, dacht ik...’

Dat is het moment waarop ik besef dat dit gesprek wel degelijk het onderwerp van mijn volgende column zal worden.

‘Oh, nee,’ herhaalt hij. Hij laat de kaarten op mijn veel te kleine bureau vallen en brengt zijn rechterhand voor zijn mond. ‘En ik dacht nog: waarom vliegen we niet rechtstreeks naar Bratislava?’

‘Waar landt uw vliegtuig dan?’

‘In Ljubljana,’ zegt hij, ofschoon hij de naam uitspreekt als Loebana, wat wel eens correct zou kunnen zijn.

‘Ljubljana is de hoofdstad van Slovenië,’ zeg ik, met mijn vinger op de betreffende plaats in Google Maps. ‘Ik vrees dat u een reis naar Slovenië heeft geboekt in plaats van naar Slowakije.’

‘Godverdomme,’ zegt hij, nu met beide handen voor zijn mond. ‘Dat is dertienhonderd euro in de prullenmand.’

‘Oei,’ zeg ik, want ik kom niet meteen op een betere repliek. Dat komt omdat de situatie in wezen iets dolkomisch heeft. Alleen ligt de prijs van de grap aan de hoge kant, waardoor ik niet in lachen mag uitbarsten. Ik probeer het dan maar met: ‘Slovenië schijnt ook mooi te zijn.’

‘Ja,’ zegt hij, terwijl ik merk dat zijn ogen vochtig worden. ‘Dat moet dan maar.’

Hij plukt met trillende handen de kaart van Slovenië van mijn bureau en druipt met hangende schouders af.

K.R. Valgaeren

Deze column werd eerder gepubliceerd op de website http://thrillerlezers.blogspot.com/

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on September 26, 2023 11:34

August 16, 2023

Bekentenissen van een boekhandelaar: Boeken over boeken

Ik ben een boekhandelaar en een schrijver, maar bovenal ben ik, net als u, een lezer. Eentje die niet alleen thrillers leest, maar ook literaire romans, historische verhalen, wetenschappelijke verhandelingen, geschiedkundige overzichten, verbeeldingsliteratuur, biografieën, en ga zo maar door. Als u ook zo’n omnivoor van een lezer bent, dan nog zal u al wel gehoord hebben van het soort boek waarin het gaat over andere boeken.

Onlangs heb ik erg veel plezier beleefd aan 'Lezen in tijden van Netflix'. Het is een essay van Felicitas von Lovenberg dat oorspronkelijk in het Duits werd gepubliceerd met de meer aantrekkelijke titel 'Gebrauksanweisüng fürs Lesen'. De Nederlandse vertaling verscheen eerder dit jaar bij Uitgeverij Cossee en werd door Jet Steinz voorzien van een voorwoord dat niets toevoegt aan het essay en dat u om die reden kan overslaan zonder zich schuldig te hoeven voelen. De overige honderd bladzijden zijn echter een must voor elke liefhebber van het geschreven woord.

Lezen in tijden van Netflix

Het opstel bestaat uit drie hoofdstukken waarin mevrouw von Lovenberg het respectievelijk heeft over het waarom, het hoe en het wat van het lezen. Deels puurt ze uit haar ervaringen, maar waar nodig haalt ze boeiend cijfermateriaal aan, vertelt ze een passende anekdote of citeert ze uit een academisch artikel.

Net zoals de populariteit van het volkstheater bezweek onder de concurrentie van radio, film en televisie, zo lijkt het boek de laatste tien jaar te kreunen onder het succes van tablets, smartphones, videogames en het tanende vermogen van de mens om zich voor langere tijd ergens op te concentreren. Kijk maar naar de horrorberichten die ons attenderen op het beschamend ondermaatse leesvermogen van onze jongeren en de gestaag afnemende verkoop van boeken. (Persoonlijk stel ik mij vragen bij die alarmerende berichten: het theater bestaat nog steeds en ondanks al die nieuwe media worden er nog steeds veel films, boeken en televisieprogramma’s gemaakt, om het maar niet te hebben over het aantal radiostations waar we in deze digitale tijden toegang tot hebben. Ik heb veeleer de indruk dat al die concurrerende media ervoor gezorgd hebben dat er méér van alles ter beschikking is. En dat is toch goed, niet?) Enerzijds is de schrijfster zich er geheel van bewust dat ze preekt voor de eigen parochie en dat ze haar boodschap beter in de vorm van een vlog op YouTube had gezwierd om het juiste publiek te bereiken. Anderzijds is het heerlijk om te lezen hoe geweldig u en ik wel niet zijn en over welke meerwaarde wij als mens beschikken in vergelijking met onze arme, niet-lezende broeders en zusters. Wij zijn uitverkorenen! ‘Lezen vormt, vermaakt en informeert. Het maakt ons empathischer, bevordert onze evenwichtigheid, vergroot onze woordenschat en stimuleert het kritisch denken,’ schrijft von Lovenberg. Kortom, het zijn voordelen waarvoor de meest uitgebreide gezondheidsapp de duimen moet leggen. Anders gezegd, de wereld zal een betere plek worden, moesten we vanaf morgen met z’n allen onze gelezen bladzijden beginnen te tellen in plaats van als een idioot rond de eettafel te wandelen om toch maar aan onze tienduizend stappen per dag te geraken; een resultaat dat we vervolgens trots op ons digitale profiel kunnen delen.

Dat is natuurlijk enigszins overdreven, al is het maar omdat geestelijke gezondheid iets anders is dan fitheid, maar toch… In een maatschappij waarin iedereen over middelen beschikt om een mening in de publieke ruimte te zwieren, maar slechts weinigen over de kennis beschikken om die mening op een degelijke manier te onderbouwen, is de boodschap van de schrijfster meer dan welkom.

Felicitas von Lovenberg

Von Lovenberg windt er echter geen doekjes om: lezen heeft ook ernstige bijwerkingen. Lezers mogen empathischer zijn, ze kunnen ook asociaal zijn en hebben doorgaans een chronisch gebrek aan slaap. Ze hechten meer belang aan de rangschikking van hun boekenkasten dan aan de verjaardag van hun naasten en, om terug te komen op het tekort aan nachtrust, ze houden ook vaak hun bedpartner wakker met van die felle leeslampjes die ze op de kaft van hun boek klemmen wanneer het heksenuur al enige tijd verstreken is.

Von Lovenberg gaat zo nog even door. Ze heeft het over de voordelen van papieren boeken en de nadelen van digitaal lezen, over het leestempo (Ik ben een trage lezer — tot groot jolijt van mijn vrouw die een Russische klassieker op twee dagen soldaat kan maken — en het deed dan ook deugd dat von Lovenberg mijn tempo verkiest boven dat van mijn vrouw.) over de beste plek om te lezen — hint: het bed komt volgens de statistieken pas op de tweede plaats — en over hoe belangrijk het is om het juiste boek te kiezen voor de juiste gelegenheid.

Ik merk dat dit stukje een grote reclameboodschap is geworden voor 'Lezen in tijden van Netflix': een beminnelijk kleinood dat u eraan zal herinneren waarom wij het zo graag doen. Lezen, bedoel ik dan. Een aanradertje dus, al is het maar omdat een boek dat geschreven werd door iemand met een naam als Felicitas von Lovenberg simpelweg niet slecht kan zijn.

K.R. Valgaeren

Deze column werd eerder gepubliceerd op de website Thrillerlezers.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on August 16, 2023 07:00

July 12, 2023

Bekentenissen van een boekhandelaar: Meer knooppunten

Ieder jaar, wanneer de zon de maartse buien en aprilse grillen heeft weten te temmen en het kwik richting twintig graden stijgt, krijgt onze boekhandel bezoek van wielertoeristen. Het grootste deel van die groep klanten bestaat uit dagtrappers die in de buurt wonen en met de trouwe tweewieler van hun spreekwoordelijke achtertuin willen genieten. Maar we krijgen soms ook visite van bruingebakken buitenlanders die er al een rit van meerdere dagen op hebben zitten en van geen ophouden weten. Vaak betreft het Duitsers die, al dan niet geruggensteund door een batterij op hun stalen ros, de Belgische kust als einddoel voor ogen hebben en een dagje in onze universiteitsstad komen genieten van al die middeleeuwse en classicistische pracht die hier zo fier overeind is blijven staan of na de Grote Brand werd heropgebouwd. De fietsende Duitsers die ik in de boekhandel mag verwelkomen zijn doorgaans niet bijster goed voorbereid. Ze menen met een we-zullen-wel-zien-hoe-we-er-geraken-mentaliteit de Noordzee te kunnen bereiken en ik kan ze geen ongelijk geven, want wij helpen hen graag op weg naar de laatste etappes van hun traject. Helaas verloopt dat niet altijd even vlekkeloos.

Fietsers in de rats.

Het probleem is niet zozeer het gebrek aan informatie, maar het schromelijk tekort schieten van de nodige taalkennis bij beide partijen. Ik kon de Duitser die ik vorige week verder hielp niet kwalijk nemen dat hij de Nederlandse taal niet onder knie had, maar het was wel jammer dat zijn Engels slechter was dan dat van mijn vijfjarig neefje. Dat zei ik natuurlijk niet luidop, temeer omdat mijn kennis van het Duits nagenoeg verwaarloosbaar is en dientengevolge niet verder reikt dan de woordenschat die ik als puber in Duitse pornofilms heb geleerd; een woordenschat waar ik gezien de situatie bijzonder weinig aan had. Anders gezegd, het is erg moeilijk om in het Duits uit te leggen dat mijnheer en/of mevrouw naar de zee kan fietsen door ofwel gebruik te maken van langeafstandsfietsroutes ofwel van het knooppuntennetwerk. Hoe zeg je 'langafstandsfietsroute' in het Duits? Geen idee.

Fietsers

Lange tijd heb ik mezelf echter wijsgemaakt dat 'knooppuntennetwerk' vrij vertaald kon worden als een 'knaupfpuntenradweg'. Sinds kort weet ik dat dat geen correct Duits is. De fietstoerist die dubbel plooide toen ik hem het principe van de 'knaupfpuntenradweg' probeerde uit te leggen, heeft onze kust nooit bereikt, maar is ten onder gegaan aan de lachstuipen. En ik die dacht dat Duitsers geen gevoel voor humor hebben.

K.R. Valgaeren

Deze column werd eerder gepubliceerd op de website Thrillerlezers.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on July 12, 2023 07:00

June 18, 2023

Bekentenissen van een boekhandelaar: Mark

Luister, zou hij geschreven hebben, het is in het nut van het algemeen dat een boekhandelaar zijn taak ernstig neemt, maar het is minstens even belangrijk te weten dat de boekhandelaar zichzelf niet ernstig mag nemen. Mark Verstraelen leerde de stiel van zijn vader en ik leerde de stiel van Mark. Hij was mijn mentor. En sinds 15 juni 2023 is hij niet meer.

Mark Verstraelen

In 2005 was ik een redelijk zielig individu met veel boeken, veel ambities, maar geen werk, geen noemenswaardig diploma en geen lief. Twee huizen naast dat van mijn ouders woonde Mark: een van de twee meest beruchte boekhandelaars van Turnhout. De andere was Jan Mertens en ook met hem was ik bevriend, omdat ik minstens enkele malen per week een bezoek aan hun winkels bracht, vaak zonder geld in de buidel. En op een niet zo bijzondere dag was Mark op zoek naar een nieuwe medewerker in zijn Taxandria Boekhandel. Die nieuwe medewerker werd ik en voor de eerste maal in mijn leven kwam ik op een plek terecht waar ik thuishoorde.

Die episode duurde ongeveer een jaar, want na een kwarteeuw wist de concurrentie Marks legendarische boekhandel te versmachten. Het gevolg was dat ik niets meer had en aldus niets meer kon verliezen. Mark en onze collega Ilse suggereerden dat ik moest gaan studeren. Dat deed ik, in stilte werkend aan mijn eerste roman, zonder het besef dat die wending in mijn leven me tevens een vrouw en twee kinderen zou brengen, wat misschien nooit was gebeurd als Mark mij niet had laten kennismaken met het boekenvak.

Hij leerde mij alles. Van hem mocht ik een bescheiden Engelse afdeling samenstellen, een afdeling die ik in de winkel waar ik nu werk heb kunnen uitbreiden tot een van de grootste collecties in het land. Een van de hoogtepunten van mijn korte carrière bij Taxandria Boekhandel was het bezoek van Mark en mij aan de London Book Fair, waar we een praatje maakte met Bob van Gardners, Stephen Fry en Margaret Atwood. ’s Avonds aten we in Londen een pasta in de schaduw van het Palace of Westminster en peinsden we over de tegels van het voetpad en of dat nog steeds dezelfde tegels waren die ooit door Charles Dickens en Winston Churchill werden bewandeld. Hij leerde me dat een boek een waardevol product is, doch niettemin een gebruiksvoorwerp blijft, wat hij regelmatig illustreerde door een boek van de ene naar de andere kant van de winkel te werpen. Soms, wanneer het er ondraaglijk rustig was, sloeg hij onverwacht zijn handen in elkaar, wat een klap veroorzaakte die Ilse en ik de boekenkasten injoeg. Wanneer ik in mijn blote bast in de tuin van mijn ouders zat en hij in gelijkaardige bast op zijn balkon, dan werd over de tuinen heen wel eens over het werk vergaderd. Wij noemden onszelf geen boekhandelaars, maar slijters van het geschreven woord.

Je kan de boekhandel wel van de boekhandelaar afnemen, maar een boekhandelaar blijft een boekhandelaar. Tijdens mijn studies vond Mark een tweede adem als verantwoordelijke van het Standaard Boekhandel filiaal in Mechelen en nadat ik mijn diploma eindelijk op zak had, hielp hij mij aan mijn huidige job in Leuven. We spraken en zagen elkaar regelmatig en af en toe kwam ik bij hem in Mechelen signeren, maar na zijn pensioen verwaterde het contact, ofschoon hij erg vaak in mijn gedachten was. Wat zou Mark doen?

Mark was veel meer dan een boekhandelaar. Hij was een vurig promotor van de literatuur, zat leesclubs voor, adoreerde Kurt Vonnegut en zijn werk, was de oprichter van de immens populaire Facebookgroep ikwileengoedboekenprogrammaopdevlaamsetv, maar wat we soms vergeten is dat hij ook een indrukwekkend goed schrijver was. Dat bleek niet alleen uit zijn berichten op sociale media, maar ook uit de verzen die hij sporadisch schreef.

Mark was een boekhandelaar, een lezer, maar hij was bovenal een familieman: een rots in de branding voor vrouw, dochters en zoon die hem nodig hadden en op hem steunden. Die hem nog steeds nodig hebben en nog steeds op hem willen steunen. Maar nu hij er op schandalige jonge leeftijd niet meer bij mag zijn, laat hij bij hen een leegte achter die nimmer gevuld kan worden. Voor hen was hij een vader. Voor mij was hij een mentor. Voor anderen was hij een vriend. En voor vele Kempense lezers en schrijvers was hij een onuitputtelijke bron van motivatie en inspiratie.

Toen ik naar Leuven trok om te studeren, zonder te weten dat ik daar nooit meer weg zou gaan, kocht ik bij hem mijn benodigde boeken. Een daarvan deed hij mij cadeau: een lijvig en kostbaar werk over de Nederlandse literatuurgeschiedenis, waarin hij in krom Engels een opdracht noteerde die ik, net als hij, tot mijn laatste dag zal nakomen. Het ging zo:

Dear Kevin,

I presume you take care of the future!

Mark

K.R. Valgaeren

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on June 18, 2023 12:18

June 15, 2023

Bekentenissen van een boekhandelaar: Knooppunten

Nu mijn vakantie naar de andere kant van de wereld deel uitmaakt van een voltooid verleden en verworden is tot een zoete herinnering verlucht met honderden foto’s, word ik in mijn rol als toerist door Ilja Leonard Pfeijffer en zijn verpletterende meesterwerk 'Grand Hotel Europa' schaamteloos in mijn hemd gezet. Wat is me dat een boek, trouwe lezer! Mag ik u vriendelijk aansporen, mocht u het nog niet gedaan hebben, om naar de boekhandel te rennen en een exemplaar aan te schaffen?

De heer Pfeijffer deed me over het een en ander nadenken en niet alleen wat mijn doorgaans voorbeeldige gedrag als toerist aangaat, maar ook wat de vakantiegangers betreft die dezer dagen, nu de zon wat zelfverzekerder is geworden, worden aangespoord om te gaan wandelen of om hun nieuwe fiets met batterij eens grondig uit te testen. Zij brengen doorgaans eerst een bezoek aan onze winkel voor een interessante route die is afgedrukt op een kaart die zo weinig mogelijk mag kosten, want deze toeristen houden hun geldbeugel zo vaak mogelijk gesloten en hebben geen behoefte aan comfortabele hotels en culinaire orgieën, vermoedelijk omdat alle spaarcenten reeds geïnvesteerd werden in die nieuwe elektrische fiets: die blitse e-bike, zoals dat in het Nederlands heet.

Knooppunten

Nou goed, daar heb ik als boekhandelaar absoluut geen probleem mee, maar het valt mij wel op hoe onvoorbereid sommige van die fietsers hun queeste naar een Instagramvriendelijk einddoel aanvangen.

Zo mocht ik enkele jaren geleden een Nederlands koppel in de winkel ontvangen dat het spoor, letterlijk, bijster was. Uitgehongerd en uitgedroogd strompelden ze binnen in de hoop dat ze bij mij de weg naar Breda konden vinden. En dat kon, want dankzij het knooppuntennetwerk kan het kleinste kind een weg uitstippelen op basis van nummertjes, waardoor men in principe met de vingers in de neus van Leeuwarden naar Hoegaarden kan trappen. Het probleem is echter dat in België het auteursrecht van die knooppunten toebehoort aan de provincies. Elke provincie heeft dus haar eigen kaart, of zelfs meerdere kaarten, afhankelijk van hoeveel geld zij de dagtrappers afhandig willen maken. Vooral Oost- en West-Vlaanderen zijn hier gewiekste meesters in door hun netwerk fragmentarisch uit te geven op een twintigtal kaartjes waar men in geen tijd is doorgefietst.

Fietstoeristen

Soit, dat verdwaalde en uitgemergelde Nederlandse paar had, volgens mijn advies — en het was goed advies — drie kaarten nodig om van Leuven naar Breda te fietsen. Er waren toen namelijk nog geen fietsatlassen en overzichtskaarten beschikbaar van ANWB en Falk. Het duurde een twintigtal minuten voor ik het klaarspeelde om hen ervan te overtuigen dat hun woonstee slechts driemaal zes euro van hen verwijderd lag, maar een dergelijk bedrag neerleggen om komaf te maken met hun levensbedreigende situatie was duidelijk niet naar hun zin. In plaats daarvan zette, terwijl ik even een andere klant bediende, het mannelijke gedeelte van het koppel zich op de stoel achter mijn bureau, nam pen en papier, alsof hij zelf al jaren op die plek werkte, en begon, gebruik makend van de kaarten die ik hem had gepresenteerd, alle knooppunten tussen Leuven en Breda over te schrijven. Daar sta je dan als provincie met je auteursrechten en als boekhandelaar met je koopwaar. Ik maakte er bij mijnheer nog even gewag van dat hij zich in een boekhandel bevond en niet in een openbare bibliotheek, maar dat scheen hem worst te wezen. De nummertjes werden genoteerd, de kaartjes werden teruggelegd en mijn pen verdween per ongeluk in de binnenzak van zijn sportjasje en heb ik dientengevolge nooit meer gezien. Het was een verdomd goede pen.

Soms wou ik dat ik ook zoveel lef had, dat ik de wereld met geheven middelvinger kon bewandelen, al dan niet met een stel knooppunten op zak.

K.R. Valgaeren

Deze blog werd eerder gepubliceerd op de website Thrillerlezers.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on June 15, 2023 12:40

May 16, 2023

Bekentenissen van een boekhandelaar: Intermezzo

Het is een zaterdagmiddag in februari en voor de tijd van het jaar uitzonderlijk druk in de boekhandel. Dat het druk is in de winkel kan natuurlijk slechts worden toegejuicht, maar toch... Ik zit aan mijn bureau en zie dat het dringend tijd is om orde te scheppen in de chaos die er in mijn boekenkasten is ontstaan. Het probleem is dat ik omsingeld word door mensen met veel vragen en weinig geduld. Nee, dat is geen probleem. Dat is mijn job. En ik hou van mijn job. Ik ben er zelfs erg goed in, if I may say so myself. Maar toch... Vanuit een ooghoek zie ik iemand een boek uit het lineair nemen — zoals wij in boekhandelstaal een boekenplank plachten te noemen — en het betreffende werk even later tussen twee andere volumes stompen, zonder rekening te houden met de alfabetische rangschikking die voor harmonie en duidelijkheid in het geheel zorgt, evenals voor gemoedsrust bij ondergetekende. Uit een andere ooghoek zie ik hoe iemand een exemplaar van de Engelse uitgave van Normal People stiekem achterlaat op een stapel van de nieuwste Toni Coppers. De rommel zwelt aan. De wanorde neemt toe. Er verschijnen zweetdruppels op mijn voorhoofd, mijn hart gaat sneller slaan en ik begin hoog op mijn borst te ademen.

Voor mij staat een vrouw die drie minuten geleden vroeg naar de boeken van Elena Ferrari. Ik zei haar dat ik geen boeken van Elena Ferrari heb, maar haar wel kon helpen aan het werk van Elena Ferrante. Nee, hield ze vol, het moesten de boeken van Elena Ferrari zijn, over Napels. Ik zeg haar nogmaals dat ze Elena Ferrante bedoelt, en dat Elena Ferrari niet bestaat. (Om het niet nodeloos moeilijk te maken voor de arme vrouw, verzwijg ik het feit dat Elena Ferrante eigenlijk ook niet bestaat.) Drie minuten later gelooft ze mij nog steeds niet en terwijl de rij met klanten die mij allemaal om ‘een informatie’ willen vragen omdat ze op zoek zijn naar ‘de’ boek van die ene auteur die X of Y ‘noemt’, moet ik berusten in het feit dat mijn winkel officieel een zwijnenstal is geworden.

En dan, geheel onaangekondigd, word ik in al die drukte plots de trotse eigenaar van een revelatie. Deze boekhandelaar heeft nood aan vakantie, zegt die revelatie.

Vakantie...

Uiteindelijk weet ik tegen sluitingstijd weer orde in de chaos te scheppen. Iedereen is blij met zijn boek naar huis gegaan, behalve de mevrouw die op zoek was naar het werk van Elena Ferrari. Dat is ze elders gaan zoeken. Achteraf bekeken ben ik haar niettemin erg dankbaar, want zonder haar was het waarschijnlijk nooit tot mij doorgedrongen dat ik er even tussenuit moest.

Deze boekhandelaar legt de boeken neer en vertrekt voor een poos naar de andere kant van de wereld, met pen, papier, fototoestel, wandelschoenen, korte broek en vrouwlief.

Met dank aan Elena Ferrari.

K.R. Valgaeren

Deze column werd eerder gepubliceerd op Thrillerlezers.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on May 16, 2023 06:30

April 13, 2023

Bekentenissen van een boekhandelaar: Waarom schrijf ik?

Als schrijver in een boekhandel werken brengt natuurlijk een heleboel interessante voordelen met zich mee, al is het maar dat je op die manier verplicht wordt om een grondige kennis van de boekenmarkt te kweken. Die opgelopen kennis steekt al gauw de kachel aan met het romantische beeld dat je hebt van een slijter van het geschreven woord. De waarheid is dat er, tussen het woeste proces van de creatie en het wonderbaarlijke gebeuren dat lezen heet, een zakenwereld achter schuilgaat die in de eerste plaats commercieel denkt. Op zich is daar niets mis mee. Er moeten nu eenmaal eten op het bord komen van uitgevers, verdelers, ontwerpers, zetters, boekhandelaars en auteurs, ofschoon die laatste vaak tevreden moet zijn met de restjes van de dag voordien.

Zoals ik reeds meermaals heb benadrukt, werk ik in een winkel waar te allen tijde grosso modo 40.000 titels staan te pronken. Dat kolossale getal is echter een fractie van het totaalaanbod dat uitgevers in hun fondsen hebben. Elke dag worden er nieuwe boeken aangeleverd die voor het grootste deel een zichtbare plaats in de winkel verdienen en vervolgens hopen op aandacht in de grote media: de enige kans om een bestseller te scoren. En dan vraag ik mij wel eens af: waarom doe ik het? Waarom verplicht ik mezelf om elke avond achter mijn bureau te gaan zitten en aan de slag te gaan met pen en papier? Waarom spendeer ik mijn vrije tijd niet aan lezen, afspreken met vrienden, gezellig met mijn vrouw naar een film kijken, wandelen in de velden en de bossen waar ik middenin woon of Hogwarts Legacy spelen op de Playstation? Elke maand verschijnen er zoveel boeken dat er werkelijk niemand in huilen zal uitbarsten als er in de toekomst geen nieuwe Valgaeren meer op de nimmer eindigende stroom van vers leesvoer zal dobberen.

Er is natuurlijk een reden waarom er in ons taalgebied — en elders: het maandelijkse aanbod op de Engelse markt is een veelvoud van wat er bij ons verschijnt, en dan heb ik het nog niet over al die honderden boeken die in eigen beheer worden uitgegeven of printing on demand worden aangeboden door drukkerijen die zich voordoen als uitgevers — zoveel wordt gepubliceerd. Een uitgever schiet graag met hagel, want hoe meer boeken hij uitgeeft, des te groter de kans dat hij een bestsellerbeest te pakken krijgt. Op zich is daar ook niets op tegen, want op die manier zal er nooit een tekort aan goede boeken zijn, en bovendien zorgen de winsten van die bestsellers ervoor dat andere boeken die minder goed verkocht worden ook gepubliceerd kunnen worden. Boeken die anders nooit een kans zouden krijgen. En misschien hoort mijn werk daar ook wel bij. De keerzijde van die medaille is dat er heel weinig plaats is op het podium waar alle aandacht naartoe gaat.

Ooit, toen ik nog in een ei zat en de dieren nog spraken, was dat enigszins anders. Toen was er nog geen sprake van een bestsellercultuur en had een uitgever een financiële buffer in de gedaante van een uitgebreide backlist. Dat was tot veertig jaar geleden het geval. Vandaag moeten de magazijnen zo snel mogelijk geleegd worden, want die loodsen kosten ook geld.

Dus, dan vraag ik mij als schrijver/boekhandelaar wel eens af: waarom doe ik het? Ik zou het mezelf veel gemakkelijker kunnen maken. Maar 'gemakkelijk' is natuurlijk niet interessant. Alle auteurs zijn ooit ergens begonnen en vaak in minder fraaie omstandigheden dan ik. Stephen King, bijvoorbeeld, schreef zijn debuut in een caravan met twee gillende baby’s op de achtergrond; ik heb ook twee vertederende dieven van kostbare tijd, maar ik heb ten minste een huis. Voor de eeuwige roem moet je het ook niet doen. Slechts enkelen doorstaan de tand des tijds, zelfs diegenen die bij leven op handen en voeten werden gedragen, met alle prijzen gingen lopen en de grootste van hun generatie werden genoemd. Twijfelt u daaraan? Dan moet u mij maar eens vragen hoeveel boeken ik per jaar nog gemiddeld verkoop van Hugo Claus, Harry Mulisch of Jeroen Brouwers.

Waarom doe ik het dan, als ik het niet voor het geld doe, noch voor de eeuwige roem, wetende dat ik het mezelf nodeloos moeilijk maak? Ik zou kunnen zeggen dat ik het doe omdat het een van de weinige dingen is waarvan ik weet dat ik er goed in ben. Ik zou ook kunnen zeggen dat schrijven zich bij mij manifesteert als een vorm van compulsief gedrag. Als ik het een dag niet heb gedaan, dan word ik vervelend en raak ik gefrustreerd. Vraag dat maar aan mijn vrouw. Ik zou ook kunnen zeggen dat ik het graag doe... meestal. (Is het een hobby? Natuurlijk niet, want dan zou ik alleen maar schrijven wanneer ik er zin in heb en op die manier ontstaat er geen boeiende literatuur.) Ten slotte zou ik ook nog kunnen zeggen dat ik mijn verhalen graag wil delen met andere mensen. Ik schrijf, dus ik ben.

Al deze dingen zijn een waarheid als een koe, behalve dan die paarse van de Milkareclame. Maar waarom heb ik dan de indruk dat deze antwoorden niet geheel de lading dekken? Waarom spendeer ik zo enorm veel energie en tijd om dat hele kleine en kortdurende plaatsje te veroveren op de boekenplank van een boekhandel en een lezer? Waarom doe ik mezelf continue een beetje pijn? Ongetwijfeld doe ik het om alle bovenstaande redenen. Maar er is nog iets, iets waar ik niet de vingen op kan leggen, hoe hard ik ook probeer. Misschien is het daar waar de magie van het schrijversambacht ligt.

K.R. Valgaeren

Deze column werd eerder gepubliceerd op Thrillerlezers.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on April 13, 2023 06:30

March 16, 2023

Bekentenissen van een boekhandelaar: De boekhandelsscheet

Het nieuwe jaar is begonnen, dus kunnen we het in deze rubriek maar beter inluiden met een knal. Alhoewel, het onderwerp dat ik hieronder wil aanstippen is van minder spectaculaire aard als het welbekende middernachtfeest van Bengaalse vuurpijlen die de hemel in diverse kleuren doen oplichten, de trommelvliezen op uithoudingsvermogen testen en onze huisdieren opzadelen met een trauma of twee. De boekhandelsscheet is van subtielere aard, maar ze is daarom niet minder het vermelden waard. Bovendien is de boekhandelaar verre van de enige persoon die dit fenomeen zal herkennen. Mensen die beroepshalve regelmatig door de knieën moeten gaan, zullen tijdens het lezen van de volgende alinea's ongetwijfeld ten prooi vallen aan een aha-erlebnis. Maar ik noem het graag de boekhandelsscheet omdat het een fenomeen betreft dat ik met mijn eigen baan associeer, ofschoon ik hier zeker niet in naam van alle boekhandelaars spreek, mocht u het idee krijgen dat iedere slijter van het geschreven woord een even onbeleefde schurk is als ondergetekende.

Ik verduidelijk het geheel graag aan de hand van een situatieschets. Stel: het is een rustige middag in de boekhandel en ik loop er lekker ontspannen bij. Ik zit aan mijn bureau, of wat daarvoor mag doorgaan, en ik word aangesproken door een klant die op zoek is naar De schaduw van de wind van Carlos Ruiz Zafon.

'Natuurlijk, mevrouw,' zeg ik. 'Volgt u mij. Ik zal het even voor u nemen.'

In het allerbeste geval begint er op dat moment een belletje te rinkelen dat zegt dat ik op mijn hoede moet zijn, maar we zijn die middag dus ontspannen en ik merk het belletje niet op. Zafon is echter een lepe schrijver, want omdat zijn familienaam met een 'z' begint, bevinden zijn boeken zich doorgaans op de laatste en onderste plank van de literatuurkasten en dat is voor de boekhandelaar een riskante plek. De klant staat naast mij en ik hoor haar zeggen dat zij helemaal niet gemerkt heeft dat de boeken alfabetisch gerangschikt zijn. Ik besluit om daar niet op te antwoorden en ga vervolgens door mijn knieën, want iemand die veel slimmer is dan ik heeft ooit gezegd dat het heel slecht is om te bukken zonder de knieschijven te laten knappen. Ik zak echter net iets te snel, waardoor ik voor een halve seconde de controle verlies over iets waar ik doorgaans steevast controle over heb. Misschien heeft het feit dat ik die ochtend nogal veel koffie heb gedronken er iets mee te maken, of misschien was die sinaasappel na de lunch er teveel aan.

Op het moment dat ik mij heb verlaagd tot het niveau van Zafon, staan mijn billen wijd open en laat mijn onderbewustzijn mijn sluitspier los. Het resultaat is een korte ruft die luid genoeg klinkt zodat de luchtverplaatsing wel eens verward zou kunnen worden met het scheuren van de naad van mijn broek. Ik hoop dat de klant het als dusdanig herkent, want er wordt in ieder geval niet gelachen. In andere omstandigheden zou ik zelf in lachen uitbarsten, omdat ik een liefhebber ben van de betere onderbroekenhumor, maar dit is een formele situatie die doorspekt is met schaamte en gespeend is (let op de woordspeling) van relativering.

Wat volgt is merkwaardig. Zowel de klant als ik weten perfect wat er daarnet is gebeurd, maar we besluiten om te doen of er niets aan de hand is. Ik neem die duivelse De schaduw van de wind — zelfs de titel van het boek is bij deze van toepassing — beet en kom overeind. De luchtverplaatsing tilt het geurtje van de boekhandelsscheet naar hogere regionen en bereikt onze neusgaten. Ik zie dat de neusvleugels van de klant beginnen te flapperen en de ogen beginnen te tranen, maar zij blijft stoïcijns glimlachen. Bovendien mag ik blij zijn dat de scheet bij haar ontsnappingspoging een geluid maakte, want de alternatieve versie — die ik binnen mijn gezinssituatie wel eens the little silent one noem en beschreven kan worden alsof er een lijk in het darmkanaal gekneld zit dat postmortaal een laatste, hete zucht declameert — is ontiegelijk veel venijniger.

'Alstublieft!' zeg ik.

De klant bedankt mij vriendelijk en stuift vervolgens weg. Voor zij de trap afdaalt, zie ik haar nog even steun zoeken aan de leuning en een paar keer diep in- en uitademen. De volgende minuten zal ik erg hard mijn best doen om het gênante moment te verdringen, maar ik weet dat de nieuwe eigenaar van Zafons De schaduw van de wind vanavond aan de eettafel of aan de toog tegen iemand of meerdere personen zal zeggen: 'Weet je wat ik vandaag heb meegemaakt?'

K.R. Valgaeren

www.krvalgaeren.com

Deze column verscheen eerder op de website Thrillerlezers.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on March 16, 2023 08:00

February 15, 2023

Bekentenissen van een boekhandelaar: Feest

Er klinken voetstappen op het dak en met de donsdeken onder de kin wachten kinderen hoopvol, maar zenuwachtig op wat de goedheiligman dit jaar door de schoorsteen knalt. De kinderen — in sommige gezinnen worden ze ook wel eens kids genoemd, maar ik wantrouw ouders die hun koters hip en trendy maken, zoals ik bij uitbreiding alles wantrouw wat als hip en trendy wordt beschreven — hebben al weken op voorhand hun wenslijst bij elkaar geknutseld, geïnspireerd als ze werden door hyperkinetische reclamespots en brochures van speelgoedwinkels waar ikzelf, toegegeven, ook uren in kan bladeren. Nadat op zes december een eerste lading geschenkpapier bij het afval belandt, klauteren volwassenen door het zolderluik om de muffe doos met kerstballen tevoorschijn te halen, samen met een kerstboom die vroeger uit de grond kwam en tegenwoordig uit een fabriek. Sommigen onder ons zetten naast die boom een mooie kerststal — mijn ouders hebben nog zo'n prachtig exemplaar met wassen beelden — maar anderen opteren misschien voor een onder sneeuw bedekt miniatuurdorp met poppetjes die zo uit een boek van Charles Dickens of een prent van Anton Pieck kunnen komen. Er is ook muziek. Bij de ene prachtige kerkliederen waarop engelen zingen die bij nader inzien verdacht veel weg hebben van jonge knaapjes. Bij de andere een charmezanger die een — daar is dat woord weer — hippe versie van Jingle Bells brengt met op de achtergrond het nimmer eindigde gepingel van paardenbellen die op een of andere onverklaarbare wijze het geluid van vallende sneeuw moeten voorstellen.

Het mag duidelijk zijn dat ik bij de feestdagen een dubbel gevoel koester. Enerzijds probeer ik een nostalgische kerst aan te raken die in werkelijkheid nooit was. Anderzijds zie ik ook een commerciële braspartij waarin velen de betekenis van het heuglijk samenzijn vergeten zijn. Dat wringt vooral omdat december voor mij als boekhandelaar erg belangrijk is, want, zoals elk jaar, zal ik op enkele dagen tijd meer boeken aan de kassa zien passeren dan in de afgelopen drie maanden. Een boek is en blijft immers het ideale geschenk. Gelukkig.

De feestdagen moeten in de boekhandel dan ook grondig worden voorbereid. Welke titels zal ik extra in de kijker zetten? Hoe zal ik mijn tafels schikken? Hoeveel exemplaren zal ik van boek x en boek y in huis halen? Het is nu eind november en ik ben volop aan het plannen. Ik kan uiteraard niet voor andere collega's spreken, maar persoonlijk zoek ik tijdens het samenstellen van de collectie een gulden middenweg tussen wat commercieel noodzakelijk is en dat waarmee ik de bezoeker van mijn winkel wil verrassen. Enkele dingen durf ik nu al voorspellen. Deze kerst wordt de kerst van Lucinda Riley en haar zeven zussen — die krijgen een exclusieve tafel — maar ook die van Tommy Wieringa en zijn Heilige Rita, en ik vermoed dat Een klein leven van Yanagihara het eveneens nog erg goed zal doen, ofschoon dat boek al een hele carrière achter de rug heeft. Daarnaast zal ik nog enkele bestsellers onder de aandacht brengen, zoals Becoming van Michelle Obama en de nieuwe van Giordano. In Vlaanderen mag Aspe ook niet ontbreken en specifiek voor Leuven moeten de misdaadverhalen van Jo Claes ook in de schijnwerpers staan. En tussen al die hoge stapels zal ik stiekem ook nog een plekje vinden voor Blackwell en Seance.

Het meeste plezier haal ik echter uit het op zoek gaan naar die speciale boeken en kleinere geschenken die klanten niet meteen op hun lijstje hebben staan, maar hen wel op ideeën kunnen brengen. Dat kunnen dan prachtige, gebonden, en soms zelfs geïllustreerde uitgaven zijn van klassiekers — A Christmas Carol van Dickens en The Snowman van Raymond Briggs mogen niet ontbreken — of geestige titels die mensen onmogelijk kunnen laten liggen — zoals The Wicked Wit of Winston Churchill, Fartology: The extraordinary science behind the humble fart en Very Britisch Problems — of boeken over boeken voor boekenliefhebbers.

Nog enkele dagen en dan is mijn winkel klaar voor de grote stormloop. Van 's morgens tot 's avonds zal ik de klant ten dienste staan, van maandag tot vrijdag, op zaterdag en op zondag. Op 25 december zal ik totaal uitgeput even binnenwippen bij de familie en op 31 december zal ik waarschijnlijk middernacht niet halen. Alles voor de boeken en voor de lezers. En het is met plezier gedaan.

K.R. Valgaeren

www.krvalgaeren.com

Deze column werd eerder gepubliceerd op de website Thrillerlezers.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on February 15, 2023 07:27

January 10, 2023

10 boeken die ik in 2022 erg graag gelezen heb

Laat ik beginnen met een citaat van een vriendin: 'Kindje meer, boekje minder.' Jonge, lezende ouders zullen het met mij eens zijn dat kinderen veel tijd vragen en daarom heb ik minder kunnen lezen dan ik had gehoopt, terwijl de stapels van mijn aangekochte boeken hoger en hoger worden, want mijn koopgedrag heeft vreemd genoeg minder te lijden onder mijn nieuwe rol als vader. De boekenkasten beginnen aardig vol te geraken met ongelezen volumes en de bovengenoemde stapels beginnen zich als een verdacht hindernissenparcours doorheen het huis te organiseren. Wanneer ze proberen om mij onderuit te halen, kan ik ze horen lachen. Wat zij echter niet weten is dat zij deel uitmaken van mijn interpretering van wat pensioensparen zou moeten zijn. Ooit zal de dag komen dat de kinderen het ouderlijk nest verlaten en dat ik 's morgens kan uitslapen zonder mij klaar te hoeven maken om naar de boekhandel te gaan waar ik werk. Op die dag zal ik mijn pensioenfonds aanspreken en zal ik die ongelezen boeken vergeven dat ze mij al die jaren smalend door het huis hebben gadegeslagen, hopend dat ik over hen zou struikelen.

Dit jaar heb ik een veertigtal boeken mogen lezen. Daar zaten uiteraard slechte boeken tussen, maar ook meesterwerkjes die ik veel te laat heb ontdekt. Ik heb bij wijze van nieuwjaarsgroet tien titels uitgekozen waar ik erg van heb genoten. Ze worden hieronder aangestipt en misschien zit er wel iets tussen dat de lezer kan bekoren, hoewel gezegd moet worden dat dit geen hitparade is en de boeken in willekeurige volgorde worden vermeld.

Ik wens u het allerbeste toe voor 2023 en probeer te genieten van het hier en nu, want ondertussen is het nu weeral voorbij.

Monterosso mon amour

1. Monterosso mon amour door Ilja Leonard Pfeijffer

Volgens mij heeft Pfeijffer met 'Grand Hotel Europa' enkele jaren geleden bewezen dat hij de allergrootste levende auteur van de Nederlandse letteren is. Vergeleken met dat boek is 'Monterosso mon amour' een kleinood dat het afgelopen jaar als boekenweekgeschenk werd gepubliceerd, maar zelfs dit tussendoortje steekt met hoofd en schouders boven de rest uit. Het boek is erudiet, geschreven met heerlijk barokke zinnen en, zoals te verwachten bij Pfeijffer, bijzonder geestig. Als u het nog niet heeft en u wil ernaar op zoek gaan, dan moet u weten dat het niet langer beschikbaar is in de gewone boekhandel, maar online vallen er ongetwijfeld nog exemplaren te sprokkelen.

How Words Get Good

2. How Words Get Good: The Story of Making a Book

door Rebecca Lee

Ik ben dol op boeken over boeken en dit is zonder twijfel het beste in het genre dat ik dit jaar heb mogen lezen. Rebecca Lee is de hoofdredacteur van Penguin Random House, een van 's werelds grootste uitgevers, en vertelt op vermakelijke wijze hoe een boek in de Angelsaksische wereld tot stand komt. Haar verhaal is doorspekt met sappige anekdotes over schrijvers en redacteurs, maar ze heeft het ook over de obscure individuen die verantwoordelijk zijn voor het samenstellen van een register. Zeer boeiend.

Rita Hayworth and Shawshank Redemption

3. Rita Hayworth and Shawshank Redemption door Stephen King

Velen weten dat ik een groot bewonderaar ben van Stephen King, maar zelfs ik heb nog niet alles gelezen uit het reusachtige oeuvre van de grootmeester. Deze novelle werd in 1982 uitgegeven in de magistrale bundel 'Different Seasons' en is minstens even briljant als de verfilming van Frank Darabont uit 1994 met Tim Robbins en Morgan Freeman. Dit is King op z'n best: gewone mensen in uitzonderlijke situaties.

The Body

4. The Body door Stephen King

Misschien is deze novelle wel het allerbeste Young Adult-verhaal ooit geschreven. Het verscheen ook in de bundel 'Different Seasons' ('Apt Pupil', over een tiener die ontdekt dat zijn buurman een ondergedoken nazi is, staat er ook in en kruipt venijnig onder de huid) en is vooral bekend vanwege de adaptatie van Rob Reiner uit 1986 met als titel 'Stand By Me'. Het boek gaat over vier boezemvrienden die tijdens een zwoele zomervakantie een queeste ondernemen naar een vermeend lijk dat zich in de bossen van Maine zou bevinden. Zoals het met queesten gaat, is ook hier de tocht belangrijker dan het doel. De jongens vertrekken als knapen, maar zullen terugkeren als jongemannen.

Gothic: An Illustrated History

5. Gothic: An Illustrated History door Roger Lockhurst

In mijn boekenkasten zijn meerdere planken gevuld met literatuurgeschiedenissen over het genre, maar deze recente uitgave trekt andere registers open en onderzoekt het genre in verschillende media. Literatuur, film, architectuur, plastische kunsten: alles passeert de revue. Het boek is bovendien bijzonder mooi uitgegeven, met veel plaatjes, en kan dus ook de salontafel sieren.

Jane Eyre

6. Jane Eyre door Charlotte Brontë

Het schaamrood gloeit op mijn wangen nu ik moet bekennen dat ik deze waanzinnig goede klassieker nog nooit had gelezen. Dit jaar is het er echter van gekomen en ik was erg onder de indruk. Het verhaal hoef ik u niet uit te leggen, maar ik geef hier graag mee dat het boek verdacht vlot leest voor een Victoriaanse roman uit 1847. Het boek is nog steeds relevant en de figuur van Rochester is dermate fascinerend beschreven dat ik er nog steeds niet uit ben wat voor kerel die vent eigenlijk is.

L Marita Mathijsen

7. L: de lezer in de 19de eeuw door Marita Mathijsen

Mathijsen is de ongekroonde koningin van de Nederlandse literatuurgeschiedenis en publiceerde een tijdje geleden dit erg mooi uitgegeven boek, waarin ze het verhaal van de Nederlandse letteren vertelt vanuit het perspectief van de negentiende-eeuwse lezer. Wat las hij? Hoe las hij? Wat stond er in zijn boekenkast en wanneer ging naar de bibliotheek? Deze literatuurgeschiedenis vertrekt dus niet van de Canon en dat heeft enkele opmerkelijke resultaten tot gevolg. Zo blijkt dat sommige auteurs die steevast in de literatuurlessen opduiken eigenlijk nauwelijks gelezen werden door hun tijdgenoten en dat vrouwelijke schrijvers veel populairder waren bij het volk dan bij de academici die de Canon hebben samengesteld. Het is enkel jammer dat Mathijsen, eens ze het jaar 1830 is gepasseerd, het nauwelijks heeft over de literatuur in Vlaanderen. Ik vermoed dat ze dat zelf niet zo interessant vindt, want tot tweemaal toe heeft ze het over Guido Gezelle als de Gentse priester-dichter, terwijl die vooral in Brugge, Roeselare en Kortrijk verbleef.

Merlina en de parafix

8. Merlina en de parafix door Peter Van Camp

Noem dit boek voor mijn part een guilty pleasure, maar dat neemt niet weg dat ik er zonder schroom van genoten heb. Voor de jeugd: 'Merlina' was veertig jaar geleden de meest populaire jeugdserie op de Vlaamse televisie. Als kleine uk zat is steevast voor de buis wanneer een nieuwe aflevering over het detectivebureau werd uitgezonden en als volwassene heb ik sommige episodes regelmatig opnieuw bekeken en niet alleen uit nostalgie, want ik ben goed bevriend met de zoon van de acteur die destijds Sardonis speelde: de gemaskerde nemesis van tante Merlina die zowat de Voldemort van mijn generatie is. Achter de opnames, schrijvers en acteurs schuilen ongemeen boeiende verhalen die niet altijd even fraai zijn. Al was het mysterie nog zo groot, Van Camp legt met dit boek de waarheid bloot. Toegegeven, voor de liefhebbers.

Hell House

9. Hell House door Richard Matheson

Een moderne klassieker van de auteur die ons ook 'I Am Legend' en 'Something Wicked This Way Comes' schonk, om het even niet hebben over zijn werk voor film en televisie ('Star Trek', 'The Twilight Zone', et cetera). Stephen King noemt dit het meest angstaanjagende boek over een spookhuis dat ooit werd geschreven. Dat is waarschijnlijk sterk overdreven, maar dat neemt niet weg dat het verhaal enkele bijzondere wendingen heeft en soms ook erg grappig is. Niet alleen de onderzoekers die in het huis logeren lopen er zo geil als boter rond, maar ook de bovennatuurlijke entiteiten lusten er wel pap van. Erg vermakelijk.

Boerenpsalm

10. Boerenpsalm door Felix Timmermans

Het deed mij enorm veel deugd om te zien dat een Vlaamse klassieker uit 1935 afgelopen jaar wekenlang in de bestsellerlijsten stond. Als boekhandelaar had ik dat nog nooit mogen meemaken. Daar stond plots Timmermans te blinken tussen Lucinda Riley, Jo Claes en Toni Coppers. Dat had uiteraard veel te maken met het vurige pleidooi dat Bart van Loo voor het boek hield op zowat alle kanalen van de grote media, maar het neemt niet weg dat 'Boerenpsalm' een groot meesterwerk is dat de tand des tijds vlekkeloos heeft doorstaan, mede doordat het, in tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden, een universeel en tijdloos verhaal beschrijft dat op weergaloze wijze aan het papier werd toevertrouwd. In de Lage Landen gaan we vaak erg slordig om met onze klassiekers, laat staan dat ze nog worden uitgegeven. Hopelijk kan het succes van 'Boerenpsalm' daar verandering in brengen.

K.R. Valgaeren

www.krvalgaeren.com

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on January 10, 2023 03:01