Lianne Sanders's Blog
January 9, 2023
Naar huis willen
Ik kijk om me heen in het prachtige nieuwe huis waarin ik woon met de leukste jongen ter wereld. De jarendertig kozijnen precies de juiste kleur crème, op de muur een tint van Farrow en Ball. Honderdzeventig euro per pot. Verse bloemen op tafel, donkerrood. Vintage vloerkleed op de houten vloer. En suite deuren naar de kleine, maar gezellige slaapkamer. Onze kat in de vensterbank, uitkijken op het water. Mensen die langslopen, elkaar vertellend dat die kat zo knap is. Designlamp boven de eettafel, gekocht met korting. Hangplant in rieten mand.
En ik voel niks.
Ik kijk nog een keer. Hangplant. Lieve kat. Glazen en suite deuren. Man die vaatwasser uitruimt, zonder te vragen. De Amstel die kabbelt.
Nog steeds niks.
En ik heb zin om op te geven. Opgeven, overgeven, niets meer forceren. Laat de pijn maar komen, laat het gemis me maar verslinden, laat de rouw m’n borst zo vastgrijpen dat m’n hoofd vanzelf stopt met malen. Dat ik niks anders meer kan dan m’n handen om mezelf heen slaan en opgekruld in bed liggen.
Laat me missen, laat me rouwen, laat me voelen.
De jongen vraagt hoe ik me vandaag voel. We spraken af dat ik zou stoppen met klagen. Omdat we allebei weten dat alle redenen die ik vind om de dofheid in mezelf te verantwoorden, niet echt waar zijn. Mijn hoofd zoekt grip, en dus vertelt het me dat ik niet hou van een benedenwoning, dat ik een balkon wil, dat ik niet hou van het rustige stuk waarin we wonen, dat er geen zonlicht binnenkomt, dat het te klein is voor ons tweeën, of tweeëneenhalve, met die schattige kat.
Ik heb zo’n spijt, zeg ik hem. Hij knikt en zegt dat hij het weet.
‘Je oude huis stond symbool voor iets’, zei iemand me dit weekend. ‘En dat mis je. Niet dat huis.’
Ik pak m’n telefoon en scroll in de chat waar ik van hou en bang voor ben tegelijk. Er staat geen foto meer bij haar naam.
April, 2021. ‘Ik ben zo, zo, zo, zo, zo, zo gelukkig met dit huis. Dat mij dit gegund is, ik ben zo blij.’ Als antwoord: emoji’s met het kusje en het hartje. Daarna: ‘Je hebt het verdiend. Ik ben zo blij voor jou.’
Linkjes van tafels over en weer. Eetkamerstoelen. ‘Ik heb nog wel een mooie oleander in een pot, terracotta pot, staat denk ik leuk op het balkon’. Foto’s van de woonkamer, nu met vloerkleed. Foto’s van de slaapkamer, nu met plant. ‘Het ziet er zo gezellig uit, ik kom nog een keer kijken als het helemaal af is!’
Dat haalde ze niet.
Ik heb zo’n zin om op te geven. Omdat opgeven betekent dat ik kan verwerken. Dat ik toe kan laten, dat de weerstand verdwijnt.
Laat me missen, laat me rouwen, laat me voelen.
Wil je me steunen in de verhalen die ik schrijf? Dat waardeer ik heel erg. Je kunt me hier een kleine donatie doen.
[image error]November 8, 2022
Ik vind je in de herfst
Ik geloof dat ik ons in de herfstkleuren zie, en dan echt zie, zoals we waren als we lief tegen elkaar deden. Als we praatten, tijdens wandelingen, over vroeger, over papa, over leven. Over overleven. Ik geloof dat ik je in de herfstkleuren zie omdat het eerste waarvan ik dacht: dit moet ik niet vergeten, was dat jij zei dat je nooit zoveel had met herfst maar nu je wist dat het je laatste was, je alle kleuren zo diep zag. Ik ben elke dag met je bezig omdat de kleuren overal zijn en de zomer best veel vroeg van mij en er minder ruimte was voor jou. Misschien is de herfst daarom zo rijk van kleur, zo vol van rood en bruin en geel, zodat als ik naar buiten kijk, je weer wat dichter bij me blijft.
Wil je me steunen in m’n schrijfwerk met een donatie? Daar ben ik heel dankbaar voor. Dat kan hier.
[image error]September 1, 2022
Een brief over schrijven en voelen
Zo. Typ ik met een lange zucht. Zo. Hier ben ik weer. M’n vingers boven het toetsenbord, vertellend wat ik wil vertellen, een brief, voor jou, want ik schrijf het liefste brieven, brieven waarin ik mezelf kan zijn.
De afgelopen maanden vervlocht m’n rouwproces zich met m’n helingsproces, of misschien is het één wel onderdeel van het ander, en andersom, en voelde ik alle gevoelens die elkaar altijd opvolgen als ik geraakt word in oude en nieuwe wonden. Schaamte. Zelfveroordeling. Vermoeidheid om het verdwijnen in m’n hoofd en er maar niet uitkomen — nee echt niet, hoeveel ik ook mediteerde, yoga deed, danste in m’n woonkamer, op All I Need van Air, als je ‘m luistert weet je meteen weer waarom je er vroeger zo van hield — het ging gewoon niet, ik bleef maar vastzitten.
Ik was veel schaamte gaan voelen voor wat ik de afgelopen jaren allemaal had geschreven en hoe ik dat had gepresenteerd. Zonde hè. Het is nergens goed voor, schaamte, dat wist ik toen ook wel, maar toch kreeg ik mezelf daar niet uit. Ik moest onderzoeken waarom ik die schaamte voelde, waarom ik zoveel weerstand voelde bij schrijven, bij m’n verhalen delen, bij datgene doen waarvan ik altijd had gezegd: als ik dat maar blijf kunnen, dan komt het wel goed met mij. Als ik er maar over mag schrijven.
Daar voelde ik nu dus niks meer bij. Het hoefde niet van mij, schrijven, en het delen al helemaal niet meer. Als ik eraan dacht, dan werd ik benauwd en ging m’n hart heel snel kloppen. En dus stopte ik maar even helemaal.
Dat bleek ook niet de oplossing, merkte ik snel, want daardoor voelde er een stuk van mij niet levend. Alsof ik ineens de linkerkant van m’n lijf niet meer had, maar bestond uit een figuurtje dat in een lachspiegel keek, met een grote hap uit m’n zij.
Weet je wat het is? De energie waarmee ik schrijf is vroeger niet altijd hetzelfde geweest. Regelmatig was het puur, vanuit een oerverlangen om te delen wat er in me omging in de hoop dat ik zo wat meer verbinding kon voelen met anderen, dat de wereld een fijnere plek werd omdat-ie echter wordt als we eerlijk zijn. Zo’n idee van: ik weet het ook allemaal niet, mensen, hoe we verder moeten, maar samen is nog altijd beter dan alleen.
In die rustige energie voel ik me thuis. Die energie is er ook als ik verdrietig ben. Verdriet voelt voor mij als liefde. Het is stil, zacht, intiem, dichtbij, als ik daarover schrijf dan voel ik me in contact met m’n mens zijn, met de wetenschap dat we allemaal verbonden zijn. Dat is helend.
Maar die rustige energie was er niet altijd in mij. Logisch, want ik was en ben helende. En als je heelt, is er nog vaak spanning, angst, adrenaline. Ik werd nou eenmaal best wel vaak getriggerd. Misschien herken je dat wel. En wat ik dan vaak moeilijk vond (en vind), was zélf gewoon rustig gaan zitten met die gevoelens en ze toelaten in m’n lijf. Dat voelde toch wel een beetje als doodgaan. Dan leek erover schrijven veiliger. En dat deed ik dan. Schrijven, delen, niet doorvoelen.
Het lukt me nu om daar compassie voor op te brengen. Dat scheelt, hè. Ik voel je opluchting: even geen strengheid meer over alles wat ik doe en deed. Was er dus wel veel, is nu een beetje minder geworden. Want bewust worden is nou eenmaal best wel een chaos, houdt (volgens mij) nooit op en in die tijd kom je nogal wat schaduwkanten van jezelf tegen. Dingen waarvan je denkt: och, dat deed ik eigenlijk ook om niet te hoeven voelen wat ik voelde. God, daar schoot ik tóch weer in m’n hoofd. Weer uit m’n lijf getreden.
Goed bruggetje naar waar ik momenteel nog steeds de focus op leg in m’n leven: voelen. Ik vind het weer steeds iets fijner om verhalen te vertellen over hoe ik dat doe, en wat er allemaal te voelen valt, maar dat kan pas nádat ik heb gevoeld. Doorvoeld. Doorleefd. Snap je? Gevoelens hebben vaak helemaal niks aan woorden, die willen gewoon hun sensatie in je lijf uitleven. Dus dat laat ik ze nu doen. Of nou ja, wanneer dat lukt. Want het blijft een uitdaging.
En toch, jongens, ik weet het niet hoor, toch denk ik weer steeds vaker: dit is toch waarom we leven? Om ons lijf te bewonen. Om te voelen wat daar opgeslagen ligt. Om nieuwe ervaringen te verwerken. Om diep te genieten. Diep te verdrieten. Diep lief te hebben.
Soms, als mensen me nog niet zo goed kennen en vragen hoe het gaat, en ik iets zeg over heling, dan zeggen zij iets in de trant van: ‘ik hoop dat je je snel beter voelt’. Maar dat hoef ik helemaal niet — want heling betekent niet dat je jezelf altijd slecht voelt, toch? Ik kan enorm de schoonheid zien van het bewustwordingspad, en soms is dat even compleet weg, wanneer ik voel: ik mis m’n moeder zo. Maar die verschillende soorten grijs mogen er allemaal zijn, dat is voor mij heling.
Dit pad, van bewustwording, van het ontdekken van je innerlijke verwondingen en het leren licht te brengen naar die plekken die het zo hard nodig hebben, van het leren je lijf te bewonen, oh man, ik voel dat ik dat moet doen, dat ik dit ook wíl, heus niet elk moment van de dag, de week, de maand, maar ja, dit is wel wat nu bij mij hoort. Verzachting, heling, terugkomen in m’n lijf, vechten met m’n demonen, compassie, compassie, compassie, een shitload aan liefde en compassie opbrengen, en dan na weken van strugglen weer voelen: ik geloof dat ik weer een beetje mezelf ben. Met m’n vingers boven het toetsenbord.
Wil je me supporten in de verhaaltjes die ik schrijf? Trakteer me dan hier op een kopje koffie. Ben ik erg dankbaar voor.
[image error]June 18, 2022
De zoon van de Italiaan
Elke dag als ik mijn huis uitstapte, of nou ja, op donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag, begroette hij me met ciao of buona giornata. Ik riep dan vrolijk hoi. Als ik m’n fiets pakte, keek ik soms net zo lang door het raam tot hij me zag, tot we oogcontact hadden en hij enthousiast zwaaide. Dan zwaaide ik ook en begon ik opgewekter aan m’n dag.
Tegen mijn vriend noemde ik hem ‘die kleine’, omdat-ie niet groot was, en omdat ik vermoedde dat hij het zoontje was van de eigenaar. Die ik ‘die grote’ noemde, wat dan weer niks met zijn lengte te maken had. Ze runden samen de Italiaan waar ik boven woon.
Vanaf een uur of 12 begint het in mijn woonkamer al naar knoflook te ruiken. Niet erg, als knoflook een nieuw anker is. Fijn, er zijn weer mensen beneden, ik ben niet alleen, de kleine en de grote zijn aan het koken, ook hun dag is begonnen.
In de winter waren ze stiller. Toen zetten ze geen terras uit, kon je alleen eten aan de paar simpele, ijzeren tafeltjes in hun Italiaanse keuken en was er weinig personeel. De kleine, de grote, soms een meisje dat hielp in de afwas. De kleine zwaaide wel, maar het glas zat altijd tussen ons in, de bedrijvigheid die zomers plaatsvindt op straat miste. Ik keek uit naar mei.
De eerste keer dat ik door m’n raam zag dat het terras werd uitgezet, voelde ik kriebels in m’n buik. Toen de knoflookgeur langzaam door de ventilatieroosters mijn woonkamer binnenkwam, voelde ik me steeds meer thuis.
Later die dag liep ik naar beneden om m’n fiets te pakken voor een afspraak. Ik keek verwachtingsvol naar binnen, maar zag alleen de grote. De grote kijkt altijd nors. Ik speurde met mijn ogen de ruimte af, langs de grote pastamachines, maar zag de kleine nergens. Een beetje beduusd zette ik m’n fietstocht in.
De dag erna herhaalde zich dit ritueel. De dag erna weer. Het werd juni. De grote hing een papiertje op. ‘Personeel gezocht’.
De kleine was weg. ‘Waarom?!’ vroeg ik aan mijn vriend, die antwoordde dat hij waarschijnlijk gewoon een internationale student was die een ander baantje had gezocht. De achteloosheid waarmee hij het zei, maakte me woest. Ik rekende op de kleine! Hij was er elke dag!
Toen ik in m’n raam een kop koffie zat te drinken, besefte ik dat ik hem misschien wel nooit meer zou zien. Waarom had ik nooit zijn nummer gevraagd? Dan kon ik hem vragen of de grote te nors was, of het niet zijn vader was, of hij zich niet verantwoordelijk voelde voor de Italiaan, waarom hij niet meer teruggekomen was. We zeiden alleen maar hoi en ciao tegen elkaar, maar dat betekende toch ook iets?
Ik vroeg me af wat ik zou doen als ik hem tegenkwam. Als ik hem zou zien, op een feestje, waar ik net te veel had gedronken. Zou ik hem dan om de hals vliegen en vervolgens verwijtend vragen waarom-ie was weggegaan?
Ik zag de kleine voor het eerst een paar dagen na de crematie van m’n moeder. Ik ging ervan uit dat hij iemand was die voor altijd blijven zou. Maar hij was gewoon een internationale student met een norse baas. Die een ander baantje zocht.
Wil je me supporten in de verhaaltjes die ik schrijf? Waardeer ik enorm. Hier kun je me iets doneren.
[image error]May 13, 2022
Even over werk en geld
Ik plaatste gister een oproepje dat ik werk zocht en dat deed ik met best veel weerstand. De afgelopen jaren heb ik vaak werk gezocht. Of had ik het gevoel dat ik werk moest zoeken, geboren uit de onveiligheid van het opraken van m’n financiële buffer. Ik geloof dat ik nooit tegen mensen heb uitgesproken: ik heb altijd geldstress, want ik kan niet zoveel werken en ik weet niet waar ik kan werken waar ik m’n eigen tijd kan indelen en in de uren dat ik er ben, kan bloeien. Ik denk dat ik me altijd heb geschaamd voor het feit dat ik de gebeurtenissen in mijn leven en de mentale belasting die me dat gaf, niet kon combineren met werk.
Soms dan zie ik ‘Lekker Laten Lullen’ ergens liggen, waarin ik over een ‘burn-out’ schreef, en dan vind ik dat best wel schattig van mezelf. Dat ik dacht dat ik een burn-out had. Een tijdelijke periode van uiteenvallen en weer opklimmen. Misschien klonk het modewoord ook wel veilig — er hebben immers veel mensen een burn-out. Dus dat is herkenbaar.
De realiteit was dat ik, een paar jaar nadat m’n vader overleed, steeds meer de controle kwijtraakte over m’n eigen hoofd. En dat jarenlang niet beter werd. Slechter zelfs. Dat het voelde alsof ik onder water spartelde om boven te komen en dat gebeurtenissen als het vreemdgaan van mijn vorige vriendje en het ziek worden van m’n moeder, me steeds weer onder water trokken. En dat toen m’n moeder overleed, ik het gevoel had dat ik definitief verzoop.
Ik krijg best vaak berichtjes van vrouwen die mijn laatste boek hebben gelezen, die zeggen dat ik krachtig ben. Dat vind ik zo lief, maar ik voel dat zelf helemaal niet zo. Omdat ik al jaren zo weinig geld verdien, omdat ik al jaren geen stabiele baan kan volhouden, omdat ik al jaren mezelf met een vrolijk masker probeer te verkopen aan opdrachtgevers in de hoop dat ik ook eindelijk ‘normaal’ kan worden. Krachtig.
Het enige wat me altijd is gelukt, is schrijven. Maar zelfs dat deed ik de laatste maanden weinig omdat ik het gevoel had gekregen dat schrijven als uitlaatklep niet aantrekkelijk was en niet goed voor een eventuele (nieuwe) carrière.
Maar dat wringt. Ik wil graag werken, maar tegelijkertijd wil ik niet dat het leven zo is dat je, om te overleven, zo’n essentieel stuk van jezelf moet achterhouden. Leven en werken zou waarachtiger moeten zijn dan dat.
Dus ga ik het nu anders proberen te doen. Geen maskers, geen blije sollicitatiebrieven, geen door angst gevoede obsessie met vacaturesites, niet even schouders eronder en doorbijten. Ik ben heel erg goed in wat ik doe, dat voel ik. En ik ben van waarde voor een werkgever, een opdrachtgever. En naast het leveren van die waarde, wil ik alles wat er in mij leeft, toestaan om te bestaan.
Het voelt gek om deze link hier nu weer onder te zetten, maar ik doe het toch: wil je me steunen in de verhaaltjes die ik schrijf? Dan kun je me hier een kleine donatie doen.
[image error]April 14, 2022
Een nieuwe tv
Er moest een nieuwe tv komen. We gingen samenwonen en waar mijn vriend en ik ons er heel bewust van zijn dat je elkaar moet accepteren zoals je bent, zei hij: ik kan veel accepteren, maar die tv moet groter. De oude werd op marktplaats gezet, Patrick uit Wormerveer haalde ‘m voor tachtig euro diezelfde dag nog op en een nieuwe werd besteld. Volgende dag in huis.
De nieuwe televisie was 55 inch. Ik had niet zoveel verstand van inches, ik dacht: dat is iets kleiner dan centimeters. De volgende morgen zou ik wel zien hoe dat zou uitpakken.
Donderdagochtend zag ik lichtjes in de ogen van mijn vriend. Een half uur later vertrok z’n gezicht. ‘Zending uitgesteld.’
‘Uitgesteld tot wanneer?’ vroeg ik.
‘Morgen.’
Vrijdagochtend herhaalde zich dit scenario.
Zaterdag weer.
Drie dagen wachten, geen televisie.
Als je gelooft in tekenen van het universum, zou je zeggen: dit is er eentje.
Zondag brak aan en ik ging toch eens opmeten hoe breed een televisie van 55 inch zou zijn. Hij besloeg ongeveer de hele muur van mijn kleine appartement in de Jordaan. Ik kreeg vlekken in m’n nek.
‘Die tv lijkt me een beetje groot.’
‘Je kunt er echt heel goed sport op kijken.’
‘Ja, maar ik kijk niet zoveel sport en ik ben het meeste thuis van ons twee.’
Hij knikte.
‘Dus ik moet er het meest tegenaan kijken.’
Hij humde.
‘Ik wil niet zo’n grote tv.’
Hij zuchtte diep.
‘Dan moet jij die mensen maar mailen.’
Ik mailde de electronicazaak, de televisie werd geannuleerd.
Patrick zat ondertussen Boer Zoekt Vrouw te kijken op míjn tv voor tachtig euro, ik tuurde naar m’n laptopscherm.
We deden een tweede poging. Een kleinere tv. Ik dacht: nu moet ik doorpakken, geen 50 maar 43 inch. Net iets groter dan mijn oude. Zo voelde het alsof we allebei gewonnen hadden.
De tv kwam, de volgende dag, niks niet verlate zending, met een beugel om ‘m aan de muur te bevestigen. Binnen tien minuten lag de woonkamer bezaaid met piepschuim, schroeven, bouten, stalen plaatjes, kartonnen dozen en een boor. Ik kreeg weer vlekken in m’n nek, m’n vriend dartelde rond als een vrolijk kind. Hij had de regie terug.
‘Kun je even helpen als ik ga boren?’
‘Ja hoor, waar ga je dat dan doen?’
‘Boven het stopcontact.’
‘Kan dat zomaar?’
‘Waarom niet?’
‘Nou, daar kunnen toch stroomdraden lopen?’
*Googlet ‘boren boven stopcontact’*
‘Zie, dat kan niet zomaar. Dan moeten we een leidingzoeker hebben.’
Ik hoorde m’n vriend binnensmonds vloeken.
Tien minuten later was er een leidingzoeker geregeld. Huren bij de Gamma, even heen en weer, en we konden boren.
Op de fiets zei ik: ‘Heerlijk, als de tv straks hangt, ga ik nergens meer heen.’
‘Dat ga jij toch sowieso nooit.’
‘Nou, wat flauw, ik ben hartstikke werelds.’
Ik hoorde hem naast me lachen.
‘Ik ben laatst nog in Sri Lanka geweest,’ riep ik.
‘Lief, daar wilde je op de eerste avond al naar huis.’
In stilte fietsten we verder, voor elkaar, tussen de drukke avondspits in Amsterdam-West.
‘Zullen we Indo halen?,’ vraag ik hem.
‘Muy bien.’
‘Hè, wat?’
‘MUY. BIEN.
‘Oh. Ja. Dat ken ik niet. Daar kom ik niet vaak genoeg m’n huis voor uit.’
February 25, 2022
Ik wil m’n psychische kwetsbaarheid accepteren en niet fixen
Ik lig in een hangmat op een tropisch eiland en de wereld is kapot. Het is vreemd om zo te genieten van de ruisende zee, het warme zand en de lange groene palmbomen die hier in overvloed zijn, hier op een klein stukje strand in het zuiden van Sri Lanka waar alles vooral ontspannen lijkt.
De wereld is kapot en ik weet het, ik lees er de hele dag over, ik sluit er m’n ogen niet voor en ik doe wat ik op z’n minst kan doen: zoveel mogelijk lezen, proberen te begrijpen.
Soms voel ik me schuldig dat wij hier onbezorgd zijn, tot ik besef dat ik al jaren niet meer onbezorgd ben, dat mijn binnenwereld kapotging en dat ik die probeer te repareren. Dat je, als je je eigen leed langs de meetlat van het wereldleed legt, net zo goed meteen het bijltje erbij kan neergooien. En dat het kapot relativeren van je eigen angsten en verdriet je niet beter doet voelen.
Ik ben hier, een paar weken, om rust te ervaren zodat er ruimte komt voor verdriet, voor wat ik moet verwerken, zonder dat m’n eigen hoofd me in de weg zit.
Want hier, in de rust, waarin niets of niemand me triggert omdat er simpelweg nogal weinig mensen zijn, besef ik des te meer hoe knettergek ik de afgelopen jaren van mezelf ben geworden — en van alle therapie om dat op te lossen erbij. En kan ik, juist omdat ik niet getriggerd word, steeds beter accepteren dat deze psychische kwetsbaarheid bij mij hoort, dat het oké is, dat ik niet wéér een nieuw traject hoef te starten, dat ik al heel ver ben gekomen.
Maar dat het ook altijd aanwezig zal blijven, dat het deel van mij is. Dat angst, stemmingswisselingen en impulsiviteit in mijn persoonlijkheidsstructuur zitten en dat therapie en heling en yoga en meditatie veel kan doen, maar niet alles. En dat voor dat laatste stukje acceptatie nodig is.
Mijn guru, psychotherapeut Tara Brach (ja, ik quote haar vaak), zegt dat angststoornissen, depressies en persoonlijkheidsstoornissen worden veroorzaakt door talloze factoren en vaak een combinatie daarvan. Genen, erfelijkheid, opvoeding, trauma, de sociale omgeving waarin we opgroeien, hechting. Dus waarom streven naar een duurzaam mentaal stabiele versie van mezelf terwijl ik eigenlijk pas echt kan uitademen als ik mezelf toesta dat nooit te worden? Als ik weet dat ik het ondertussen wel red, omdat ik de tools heb om de golven van angst, zelfafwijzing en eenzaamheid me niet meer helemaal te laten overspoelen. Of er in elk geval vrij rap uit te zwemmen.
Mijn vriendje vroeg me toen we net begonnen met daten een keer of ik dacht dat ik ooit mentaal stabiel zou zijn. Hier lachen we nog vaak om. Ik antwoordde hem dat ik dacht van niet, maar dat ik mezelf wel vaak kon dragen. Iets wat ik hier, op dat tropische eiland, steeds meer begin te omarmen.
Wil je me steunen in m’n schrijfwerk? Dat vind ik ontzettend fijn. Je kunt me een donatie doen via deze link.
[image error]February 9, 2022
Laten we als yogi’s eerlijk zijn over ons geprivilegieerde leven
De laatste tijd zie ik veel influencers die vanuit zonnige oorden verkondigen dat het volgen van je hart, het helen van je innerlijke kind, het manifesteren van je droomleven en het ‘shiften van angst naar liefde’ zorgt voor een goed leven. Een leven op jouw voorwaarden, een leven dat voelt als een cadeautje, een leven dat magisch is. En dat wringt.
De afgelopen dagen heb ik de tijd genomen om te onderzoeken waarom mij dit zo raakt. Is het afgunst? Zou ik ook wel met een cold pressed juice op een tropisch strand willen liggen, me één voelen met alles en iedereen, vol kinderlijk geluk? Het antwoord is ja, dat zou ik wel willen, maar ook na dat antwoord blijft er iets steken.
Wat blijft steken is de stilte. Het zwijgen. Het zwijgen van de vrouwen die zo hard roepen dat ze niét meer zwijgen, dat ze zich uitspreken, tegen het Corona-beleid, tegen de angstcultuur, tegen een leven in de Nederlandse maatschappij die zij als giftig zien. Ze roepen veel maar ze zwijgen over iets wat juist gezegd wil worden. Dat ze hun levensstijl óók kunnen volhouden omdat ze ontzettend geprivilegieerd zijn.
Deze vrouwen zijn namelijk allemaal wit, hetero, hoogopgeleid, hebben ouders die hoogopgeleid zijn, een groot netwerk, een vangnet. Maar daar hoor je nooit iets over. Het enige wat je ze hoort zeggen, is dat ze staan waar ze nu staan door hun mindset, die bestaat uit dankbaarheid en positiviteit, of door het doorvoelen van hun donkere emoties, hun schaduwkanten, hun oude zeer.
Dan de vraag: waarom maakt mij dat uit? Laat die vrouwen lekker geprivilegieerd gelukkig zijn — sterker nog: ik ben zélf wit, hetero, hoogopgeleid en dochter van twee (overleden) ouders die hoogopgeleid waren. M’n netwerk is enorm en m’n vangnet groot. Stabiele relatie, leuke vriendinnen. Daarbij: ik vlieg volgende week naar Sri Lanka. Kortom: één vlucht verwijderd van de dolgelukkige yogi levensstijl.
En toch maakt het mij dus uit. Omdat door het zwijgen, er zoveel leed van anderen ongezien blijft. Omdat je door het zwijgen, je blik afwendt van mensen voor wie het volgen van hun hart niet mogelijk is, laat staan vanzelfsprekend. Door hun sociale, financiële, fysieke situatie, door leed dat veroorzaakt wordt door zaken waar ik als geprivilegieerde witte vrouw me helemaal geen voorstelling van kan maken. Door te zwijgen, geef je mensen het gevoel dat het aan hen ligt, als het niet lukt om een droomleven te manifesteren, om hun hart te volgen, om het leven te ervaren als cadeautje. Door te zwijgen vergroot je de kloof tussen mensen die leven in angst en mensen die leven in liefde.
Ik ben een vrouw van 33 die een groot deel van haar dag doorbrengt op haar yogamat en zich afvraagt waar haar hart haar naartoe leidt. En ik besef dat dat totaal niet vanzelfsprekend is. En dat niets met mijn mindset of manifestatiekracht te maken heeft.
Wil je me steunen in de stukken die ik schrijf? Dat waardeer ik enorm. Koop hier een kop koffie voor me . (Decaf, caffeine kan deze gepriviligeerde yogi niet aan).
[image error]February 1, 2022
Als ik bang ben, ben ik vooral druk met mezelf
Als ik angstig ben, vind ik het al best knap als ik de vaatwasser uitruim. Als ik ontbijt maak, het bakje die lege vaatwasser in, doekje over het aanrecht. Als ik angstig ben, ben ik de hele dag druk met de stuiterbal in m’n borst die m’n hart is, m’n bloed dat snel door m’n lijf raast en m’n adem die ik niet naar m’n buik krijg. Als ik angstig ben, ben ik de hele dag druk met mezelf.
Psychotherapeut Tara Brach zei ooit dat als je bezig bent met overleven, je geen oog hebt voor een ander. Angst maakt egoïstisch, je muren optrekken wordt een noodzaak. Als ik angstig ben en ik krijg een berichtje, gaat de bal in m’n borst nog harder stuiteren, het bloed harder razen en hoor ik een paniekerige ‘nee’ in m’n hoofd. Nee, niets van me verwachten, niets van me willen. Ik ben aan het overleven.
Ik ben veilig, ik weet het. Ik woon in een fijn huis, ik heb een fijn vriendje, ik heb vriendinnen. Niemand is ziek, niemand gaat dood. Maar je weet nooit hoelang dat duurt. Die rijkdom, dat geluk. Ik word me er de laatste weken steeds meer van bewust dat de angst die ik voel dat er iets misgaat, steeds een beetje meer m’n dag beheerst. Is vliegen naar Sri Lanka wel echt een goed idee? En app je als je thuis bent, wel doen hè, anders bel ik jou hoor, of kun je je locatie misschien delen?
Als ik wakker word, is het er binnen een paar seconden. Op m’n hoede moet ik zijn. Het zijn geen specifieke gedachten en het eindeloze mediteren van de afgelopen jaren heeft er zelfs voor gezorgd dat ik er soms minuten, uren mee kan zijn zonder iets te denken, alleen maar te voelen. De stuiterbal, m’n klamme handen, het razende bloed en m’n hoge adem.
Je hoeft geen psycholoog te zijn om te begrijpen dat ik door het overlijden van m’n moeder ben getriggerd in deze doodsangst, zoals ik ook was toen mijn vader overleed. Daarover schreef ik zelfs een boek. Ik ken ‘m dus goed, m’n angst, een bondgenoot was-ie geworden, maar z’n grootste wapens had-ie over de jaren heen wel neergelegd. Nu heeft-ie al z’n munitie er weer bij gepakt.
Ik zei laatst tegen m’n vriendje: ‘Ik weet dat je bij me kunt zijn tijdens m’n verdriet, maar kun je ook bij me zijn tijdens m’n angst? Want angst maakt mij een ander mens. Angst is niet aandoenlijk, angst veeg je niet weg van een wang, geef je geen glimlach waarin je verbindt. Angst is primair en soms gemeen en doet me overkomen als krankzinnig. Misschien ga jij mij wel zien als krankzinnig.’ Hij zei dat hij dat nooit zou doen.
Nu ik angstig ben is er weinig ruimte voor anderen. Maar ook deze storm gaat weer liggen. De golf zal me niet overspoelen, ook dit kan ik dragen, ook dit hoort erbij, ook dit is leven. En ik ben blij dat ik dat niet alleen hoef te doen.
Wil je me iets doneren voor de stukken die ik schrijf? Dat waardeer ik ontzettend. Je kunt hier met een tikkie iets naar me overmaken.
[image error]December 7, 2021
Een brief aan Sam
Hoe lang schrijven wij elkaar nou al brieven? Bijna vijf jaar? De tijd gaat zo verschrikkelijk snel en om dat niet te vergeten, begin jij je brief ook meestal zo. ‘Het is alweer even geleden, maar…’ en dan volgt een relaas over jouw leven. Ik vertel jou ook over het mijne, maar niet over de liefde. Gek eigenlijk: ik vertel de mensen over de liefde en jou over m’n leven, terwijl ik zo graag een plek zou vinden waar het er allebei kan zijn.
Ik liep laatst met mijn vriendje door jouw buurt. Hij vroeg me wat ik zou doen als ik je tegenkwam. Ik bleef lang stil. ‘Ik heb geen idee. Wat denk jij?’, antwoordde ik. Hij lachte en zei: ‘Ik denk dat je niets zou zeggen en hem als we thuis zijn een brief zou sturen.’ Hij kent me goed.
Jij zegt vaak dat je wil dat ik gelukkig ben. Daar word ik knettergek van. Ik geef toe: niet zo knettergek als vroeger, toen ik vooral gelukkig met jóu wilde zijn en dat niet lukte. Maar toch: het ergert me. Ik weet dat je niet wil dat ik pijn heb, maar misschien is geluk wel niet de afwezigheid van pijn. Misschien is geluk wel de verwelkoming van pijn. Dat het een plek krijgt. Dat het gekend wordt. Misschien ben ik wel gelukkiger als mensen zeggen: jouw pijn is ook welkom. En maakt dat het leven licht.
Misschien is dat ook wel wat ik in jouw brieven wil lezen. Dat ik welkom ben met alles wat ik voel. Omdat dat in de wereld zo moeilijk is. De wereld gaat snel, wil veel, heeft geen tijd voor stilstaan en diepte en steeds weer terugkomend verdriet en het bijbehorende verwrongen gevoel in je maag. En als de wereld wel tijd heeft, heeft ze daar geen zin in. De wereld wil vaak door.
Daarom verschuil ik me nog steeds achter maskers en vluchten. Het duurt soms even voor ik dat zelf doorheb maar de waarheid haalt je altijd in. Dat weet jij ook. Je kunt je wel blijven verschuilen en vluchten maar de lessen van het leven pellen steeds weer een laag van je af tot er niets anders overblijft dan wat waar is. Dat is nou eenmaal niet anders.
De naakte waarheid is dat ik me nog steeds zo vaak zo verdomd eenzaam voel. En dat ik daarna een beetje boos word op mezelf. Omdat ik zoveel lieve mensen om me heen heb waardoor ik me helemaal niet eenzaam zou hoeven voelen, snap je? Maar daar heeft het dus helemaal niks mee te maken.
Mijn eenzaamheid is de vertaling van een verloren deel in mezelf dat gezien wil worden. Dat gevonden wil worden. En zo lang ik het niet zie, niet laat zien, niet erken, zal het blijven. Gisteren knuffelde datzelfde vriendje mij heel hard en ik dacht: ook jij gaat dit er met de beste wil van de wereld niet uit knuffelen. Al doen we nog zo ons best.
Weet je wat het is, Sam, om eenzaamheid te erkennen moet je offers maken. Je moet even afstand nemen van mensen, bijvoorbeeld. Dat klinkt gek, omdat je misschien denkt: je hebt die mensen nodig om je niét eenzaam te voelen, maar het tegendeel is waar. Je hebt jezelf nodig om je niet eenzaam te voelen. En in sommige situaties lever je daar te veel van in.
Mijn eenzaamheid verlangt naar mooie taal en muziek, naar diepte, naar tranen, naar iemand die zegt: ‘ik zie jouw pijn en wat mij betreft ben je welkom, zolang als je nodig hebt’, naar andere mensen die rouwen en naar m’n eigen armen om me heen. Mijn eenzaamheid wil beschermd worden door de warmte van m’n huis, m’n lief en de lievelingsdingen in mijn leven. Mijn eenzaamheid houdt van brieven schrijven aan jou.
Wil je me iets kleins doneren om me te steunen in m’n werk? Dat vind ik ongelofelijk lief. Dat kan hier.
[image error]Lianne Sanders's Blog
- Lianne Sanders's profile
- 2 followers
