De Aanslag Quotes

Rate this book
Clear rating
De Aanslag De Aanslag by Milan Hulsing
269 ratings, 3.73 average rating, 23 reviews
De Aanslag Quotes Showing 1-3 of 3
“In dat gedicht wilde ik de liefde vergelijken met het soort licht dat je vlak na zonsondergang soms tegen de bomen ziet hangen: van dat toverachtige licht. Dat is het licht, dat in iemand zit die van iemand anders houdt.”
Harry Mulisch, De Aanslag
tags: liefde
“Iemand die van iemand anders houdt, zegt altijd dat dat komt doordat die ander zo mooi is, op een of andere manier, van buiten of van binnen, of allebei, - terwijl andere mensen daar vaak niets van zien, en meestal is het ook niet zo. Maar wie altijd mooi is, is degene die liefheeft, want hij heeft lief en wordt daardoor bestraald door dat licht.”
Harry Mulisch, De Aanslag
“Goed. We wisten dus, dat er represailles zouden komen. Ja? Dat er een huis in brand zou worden gestoken, en dat er gijzelaars zouden worden gefusilleerd. Moesten we het daarom achterwege laten?'
Toen hij niets meer zei, keek Anton hem aan.
'Wilt u, dat ik daarop antwoord?'
'Zeker.'
'Dat kan ik niet. Dat weet ik niet.'
'Dan zal ik het je zeggen: het antwoord is nee. Als je zegt, dat jouw familie nog had geleefd als wij Ploeg niet hadden geliquideerd, dan is dat waar. Dat is eenvoudig waar, maar meer ook niet. Als iemand zegt, dat jouw familie nog had geleefd als je vader destijds een ander huis had gehuurd, in een andere straat, dan is dat ook waar. Dan had ik hier misschien met iemand anders gezeten. Tenzij het in die andere straat was gebeurd, want dan had ook Ploeg misschien ergens anders gewoond. Dat is een soort waarheden, waar we niks aan hebben. De enige waarheid waar we iets aan hebben, dat is, dat iedereen is afgemaakt door wie hij is afgemaakt, en niet door iemand anders. Ploeg door ons, jouw familie door de moffen. Als je vindt dat we het niet hadden moeten doen, dan moet je ook vinden, dat het beter was geweest als de mensheid niet had bestaan, gezien de geschiedenis. Dan kan alle liefde en geluk en goedheid van de wereld niet opwegen tegen de dood van ook maar één kind. Het jouw, bij voorbeeld. Vind je dat?”
Harry Mulisch, De Aanslag