Dertig dagen Quotes

Rate this book
Clear rating
Dertig dagen Dertig dagen by Annelies Verbeke
1,730 ratings, 3.48 average rating, 184 reviews
Dertig dagen Quotes Showing 1-4 of 4
“Tante is niet weg. De atomen die haar lichaam bij elkaar hield, zijn vrij nu. Ze hoeven niet langer samen te werken om die ene persoon in stand te houden, het is als het rafelen van een trui, steek na steek verlaat de vorm waarin hij was gevangen. En al die miljarden atomen gaan op in iets anders: het huis van een slak, een mangobloesem en haar bijen. Ze zal zich in rivieren storten en naar zee vloeien, een glad schelpje zijn op de golven, zowel als de veren van een opstijgende visarend én de wind die erdoorheen blaast.”
Annelies Verbeke, Dertig dagen
“Niet iedereen kan vluchten en niemand altijd.”
Annelies Verbeke, Dertig dagen
“Hij haalt kabelaanbinders uit zijn bestelwagen. Aan de andere kant van het huis maakt hij beide ladders met het zwembord aan elkaar vast.
'Straks ga ik trouwens bij jullie buren langs', zegt hij, weer in de keuken.
Els en Dieter staren hem aan alsof er een bijl vastzit in zijn schedel. Waarom hun buren, willen ze weten. Hij legt uit dat hij er met een kleurenwaaier langs zal gaan, zodat ze een kleur kunnen kiezen - eens hij hier klaar is, begint hij bij hen.
Dieter wikkelt zijn armen om zijn hoofd, Els slaat met haar vlakke hand tegen een geschilderde muur. 'Verdomme,' zegt ze, kijkend van haar Pick Nickroze hand naar de skeletvingers op de muur. 'Sorry.'
Alphonse drukt een doek tegen de mond van een fles terpentine, houdt haar hand in de zijne om die schoon te maken. Even staat ze erbij als een beteuterd kind, haar vingers opengesperd zodat zijn kordate, vaderlijke vegen alle verf kunnen vinden, dan laait haar toorn weer op: 'Niet normaal! Dat is gewoon niet meer normaal!'
Hij haalt een kleine, nieuwe verfroller uit de verpakking en laat die als een lichte pletwals een luchtige tocht over de handafdruk maken. Het werkt.
'Alles wat wij doen, willen zij ook', verduidelijkt Dieter. 'Geen idee hoe dat zit in het hoofd van die mensen. Ze hebben je bestelwagen voor onze deur zien staan en hup, hun keuken moet ook een nieuwe kleur krijgen.'
'Hun slaapkamers.' Ze hebben hem niet gehoord.
'Het is al jaren aan de gang. Wij een huis, zij een huis. Wij een kind, zij een kind. Wij een nieuwe wagen of een reis door de Verenigde Staten: zij ook.' Somber verwijdert Els verfresten van onder haar nagels. 'Wat moeten wij doen? Verhuizen?”
Annelies Verbeke, Dertig dagen
“Zo zal ik vertrekken', zegt Germaine. 'Ik ben het oude hart van een dorp waar niemand komt wonen. Ik zal stoppen met kloppen en het weinige wat ik heb gekend en nog niet is verdwenen, zal verdwijnen. Daar kan ik om wenen en vloeken zo veel als ik wil en dat zal er niets aan veranderen. Maar ik zal gelukkig zijn en weten dat ik heb gedaan wat ik kon', lacht ze met tranen in de ogen. Om zich een houding te geven schuifelt ze naar de wasbak.”
Annelies Verbeke, Dertig dagen