Brieven van den nutteloozen toeschouwer Quotes
Brieven van den nutteloozen toeschouwer
by
Louis Couperus31 ratings, 3.35 average rating, 4 reviews
Brieven van den nutteloozen toeschouwer Quotes
Showing 1-21 of 21
“Ik ontvang enkele brieven. Maar geen Hollandsche courant, dien wij zeer missen. Wij kunnen de Corriere della Sera koopen - zeer onregelmatig - en vergelijken die berichten met die der Duitsche couranten. De Corriere is niet zeer Duitsch... Waar is de Waarheid te vinden! Je wordt suf van al die tegenstrijdige berichten.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Ik verveel mij tot stervens toe. Nooit had ik gedacht, dat te leven in zulk een bange, angstig-gespannen atmosfeer als die van een Wereldoorlog... zoo intens vervelend kon zijn voor... iemand, die geen soldaat of diplomaat is.
Die verveling is barre ondankbaarheid. Ik leef, eet, slaap, droom, schrijf, zonder dat iemand of iets het mij lastig maakt, behalve éen enkele vlieg, die om mijn neus danst. Ik heb geld, mijn koffers behouden, word niet volgens Standrecht gefuzileerd, enfin, word altijd door behandeld als een artige, lieve, neutrale Hollander...
Natuurlijk, die verveling is barre ondankbaarheid. Maar als ik mij niet amuzeer, kan ik niet dankbaar zijn.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
Die verveling is barre ondankbaarheid. Ik leef, eet, slaap, droom, schrijf, zonder dat iemand of iets het mij lastig maakt, behalve éen enkele vlieg, die om mijn neus danst. Ik heb geld, mijn koffers behouden, word niet volgens Standrecht gefuzileerd, enfin, word altijd door behandeld als een artige, lieve, neutrale Hollander...
Natuurlijk, die verveling is barre ondankbaarheid. Maar als ik mij niet amuzeer, kan ik niet dankbaar zijn.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Ik weet alleen dat deze oorlog idioot is: "Europa's zelfmoord!", dat onderschrijf ik. Ik, klein deeltje Europa's, atoompje Europa's, voel mij ten minste al langzaam sterven.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Wat het Verleden betreft, leven wij in eene illuzie van wetenschap. Wat het Heden betreft, leven wij in een dikken mist. Mocht ik ooit tachtig jaar worden, dan zal ik misschien in vele dikke boeken iets lezen kunnen van wat er gebeurde om mij heen in deze Augustusdagen en dan zal die late wetenschap misschien... nog maar een illuzie zijn.
(...)
Het is niet de moeite waard je eigen tijd te leven.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
(...)
Het is niet de moeite waard je eigen tijd te leven.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Ik wil u niet opnoemen alle oorlogen, die ik reeds heb "bijgewoond" in gezelschap van de Koningin der Aarde. Als gij ongeveer mijn leeftijd hebt, zult ge ze u ook wel herinneren: Amerika-Spanje, China-Japan, Japan-Rusland, Griekenland-Turkije, Boerenoorlog, Balkanoorlog...
Sla ik een tiental der gewichtigste niet over?? Het zou wel mogelijk zijn. Zij warrelen mij in mijn hersenen van een halve eeuw door elkaar. Ja, ik woonde ze allemaal bij, in gezelschap van Hare Majesteit de Pers. Wel, als ik het mij goed herinner, legde zij het altijd af.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
Sla ik een tiental der gewichtigste niet over?? Het zou wel mogelijk zijn. Zij warrelen mij in mijn hersenen van een halve eeuw door elkaar. Ja, ik woonde ze allemaal bij, in gezelschap van Hare Majesteit de Pers. Wel, als ik het mij goed herinner, legde zij het altijd af.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“De dingen der natuur doen dijkwijls mee met de dingen der menschen. Zij zijn in elkaar vervlochten. Als beiden somber zijn, zijn zij in harmonie en doen om die harmonie drukkend weemoedig aan.
Als zij niet in harmonie zijn, stemt hunne disharmonie tot weemoed ook, maar die weemoed is niet anders dan om beider krijschende schrijning.
Hoe dikwijls schrijnt dezer dagen niet de blauwe, witwolkige zomerlucht... Maar de sombere avonden verzachten tot harmonie met de sombere dingen der menschen.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
Als zij niet in harmonie zijn, stemt hunne disharmonie tot weemoed ook, maar die weemoed is niet anders dan om beider krijschende schrijning.
Hoe dikwijls schrijnt dezer dagen niet de blauwe, witwolkige zomerlucht... Maar de sombere avonden verzachten tot harmonie met de sombere dingen der menschen.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Ik wil niet, dat de, om mij heen ruischende, Historie mij met een plooi van hare zware wade of een tik van haar vleugel weg veegt.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Er komt in mij bij de zekere agitatie, een zekere ongerustheid, dat ik niet ernstig genoeg mijn eigen tijd bestudeer en bij houd.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Zij zongen hunne ziel uit naar de in de heldere zomerlucht ontluikende sterren toe, die zelfde sterren, waartusschen ik, hoogmoedig, mij verbeeld had neer te schouwen over het klein verachtelijke gewriemel der verdwaasde volkeren, der nooit tot Oppermenschelijkheid wassende Menschheid...”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Een mensch, met zijn egoïsme-tjes, die moet denken over zijn eigen klein bestaan, in deze tijden, waarin de volkeren strijden om hunne bestanene; een mensch, die gedwongen is zich kleine, hem vervelende moete-tjes te geven om paspoort, geld, brieven, couranten, om koffers gepakt te houden in geval van noodzakelijk, overhaast vertrek...
Een mensch, die, vervuld van reuzige, flapperende vlerken, omwaaid wordt van een wind van golvende plooien: de wadeplooien en slaande wieken van de Historie zelve, die, driftig opgerezen, rondom zijne atoom-keinte waart...”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
Een mensch, die, vervuld van reuzige, flapperende vlerken, omwaaid wordt van een wind van golvende plooien: de wadeplooien en slaande wieken van de Historie zelve, die, driftig opgerezen, rondom zijne atoom-keinte waart...”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Ideeën zullen wel nooit autoriteit kunnen uitoefenen boven de volkeren der Menschheid, en zij zullen dus wel altijd blijven strijden om de suprematie over de Wereld, tot zij elkaar allen vernietigd hebben.
Ik haal dus mijn reine, zilveren, witte vanen binnen, en, mijn blik naar omlaag, oordeel ik wat ik zag het minderwaardige schouwspel van de minderwaardigheid der Volkeren...”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
Ik haal dus mijn reine, zilveren, witte vanen binnen, en, mijn blik naar omlaag, oordeel ik wat ik zag het minderwaardige schouwspel van de minderwaardigheid der Volkeren...”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Ook wie niet meer dan '"nutteloos toeschouwer" is bij den "Wereldbrand", mag ontsteld staan bij deze vreselijke kraters van volkerenpassie, die uitbarsten in cataclysmen rondom hem heen.
Wat doet het bijna vreemd aan, dat ik in deze dagen leef als ik de vorige dagen leefde, dat er in mijn leven nauwelijks iets veranderd schijnt...”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
Wat doet het bijna vreemd aan, dat ik in deze dagen leef als ik de vorige dagen leefde, dat er in mijn leven nauwelijks iets veranderd schijnt...”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“De pers maant geduld te hebben. Zich tevreden te stellen met weinig nieuws. Zelfs met volslagen zwijgen.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Ik heb mijn pasteitje gegeten, en mijn glas portwijn gedronken, in de Bodega en Duitsche en Italiaansche couranten gelezen. Hadde ik die niet gelezen, dan zou ik het u loochenen, zoo ge van oorlog spraakt. Nu ik ze gelezen heb, geef ik u wel toe, dat er oorlog kan zijn, zelfs Wereldoorlog, maar ben verder weinig wijzer. Want de Italiaansche couranten zijn het niet eens met de Duitsche.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Want de Menscheid is hopeloos hulpeloos. Zij is niet veranderd sedert Kaïn Abel versloeg...
En van af de andere werelden zien andere, gezegendere Menschheden in matelooze ontsteltenis op onze vlammende, bloed-overgolfde Aardbol neer...”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
En van af de andere werelden zien andere, gezegendere Menschheden in matelooze ontsteltenis op onze vlammende, bloed-overgolfde Aardbol neer...”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Is het de moeite waard elkander te vermoorden op groote schaal, om "de suprematie van de Wereldmacht"... als toch alles daarin eindelijk vervloeit... in het groot zalig, kalm Niets, in het eeuwige blauw...?
Ik weet het niet, o Goden; gij, gij weet het alleen.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
Ik weet het niet, o Goden; gij, gij weet het alleen.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Legermassa's die tegen elkaar in dreunen; reusachtig als nimmer nog bonsden op elkaar aan nimmer nog zoo uitgestrekte grensgebieden. Groot is dat alles, van ons menschelijk standpunt gezien. Armzalig blijft het voor de zaligen, zoo zij dat mierengewriemel aanschouwen. Misschien zien zij er nauwelijks heen...
Klein blijven de menschen op hunne aarde, voor de geesten, die hoger zweven. Groot grooter dan ooit, doen hunne agglomeraties, voor wie, tijdgenooten, hun bloedig woelen maar menschelijk ontsteld aanzien.
Het menschelijk bedenken spitst zich tot genialiteit. om elkander te vernielen.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
Klein blijven de menschen op hunne aarde, voor de geesten, die hoger zweven. Groot grooter dan ooit, doen hunne agglomeraties, voor wie, tijdgenooten, hun bloedig woelen maar menschelijk ontsteld aanzien.
Het menschelijk bedenken spitst zich tot genialiteit. om elkander te vernielen.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Dat is misschien zwakhoofdigheid, maar ik kan er niets tegen. Een doodende hoofdpijn doorsteekt mij als ik door denk over Luik, Leuven en Duitschland's oorlogskansen. Eigenlijk kan mij dat alles niets schelen. Wou ik, dat het voorbij was. Dat een groote catastrofe gebeurde; een Aardbreuk, die alles verzwolg, een Pest, die uitbrak en de geheele Menscheid in een dag meer maaide...”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“De verontwaardiging, die door de wereld huivert, is vreemd, omdat zij minder verontwaardigd is over honderdduizenden menschelevens dan over een kathedraal. Maar hare vreemdheid openbaart ons plotseling het onbetwistbaar ideaal in de Menschheid. Zij openbaart ons onszelve.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“(...) Dan overvalt ons de ontmoediging, ons in deze dagen eigenlijk over wat ook te verontwaardigen.”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
“Wat zeer weemoedig maakt in dezen Oorlog, is dat hij nergens sympathieën opwekt. Dat men smart kan hebben met de Verpletterden, maar dat men niet mede voelt met de Eenen noch met de Anderen. Dat men zich voelt weemoedig neutraal. En zich in dezen neutralen weemoed bewust wordt van een weemakende afkeer van allen...”
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
― Brieven van den nutteloozen toeschouwer
