Mieke Maaike's obscene jeugd Quotes

Rate this book
Clear rating
Mieke Maaike's obscene jeugd Mieke Maaike's obscene jeugd by Louis Paul Boon
1,091 ratings, 3.05 average rating, 72 reviews
Mieke Maaike's obscene jeugd Quotes Showing 1-6 of 6
“Dit alles heb ik dan student Steivekleut meegedeeld, eindigend met dit: Ik heb gezegd, ik dank u voor uw aandacht.”
Louis Paul Boon, Mieke Maaike's obscene jeugd
“En omdat z'n wijf steeds meer tekeer ging, hitste ik hem aan: Geef d'r een muilpeer godverdomme, zodat ze d'r bek houdt.. haal hem d'ruit en ga haar es fijn een muilpeer toedienen.
Met me hand over z'n kont strelend, bevingerde ik ook nog es z'n stronthol en daarna de machtige kloten. Hij trok zich o god van me kut terug, en met de fluit stijf vooruit, vol schuim van me muis, diende hij haar een vuistslag toe dat ze d'rbij omver tuimelde. Ik bleef liggen, me kut open. Lachend ontving ik hem weer. En lachend zei ik ook nog: Je stijve smeerlap sloeg erbij heen en weer, terwijl je haar die mep gaf!
Ik bewonderde hem en kneep me muis dicht rond z'n heldenlul. (...)”
Louis Paul Boon, Mieke Maaike's obscene jeugd
“Op de slaapkamer sloten we voor alle veiligheid en vuiligheid de deur af, want je kàn nooit weten. Daar kleedde ook hij zich helemaal uit, als een naakte God, en toen ik z'n wiebel zoende stond die te trillen van aandoening.(...)”
Louis Paul Boon, Mieke Maaike's obscene jeugd
“Ik wrong en wreef me opene muis tegen z'n geertig likkende mond aan en spoot meteen al me geil, dat hij zo lekker vond, uit me mossel weg. Het stroomde zo over z'n gelaat, een fontein van geil, waarvan hij dronk of het een whisky-pruimsap was. Ik verloor het bewustzijn erbij (...)”
Louis Paul Boon, Mieke Maaike's obscene jeugd
“Hij likte me frivooltje van een mosseltje, intens ervan genietend, dat voelde ik wel. (...) Het raakte binnen in me in alsmaar opgewondener toestand - de toestand is opnieuw gespannen, zegt men dan in de nieuwsberichten - en ik voelde dat iets gebeuren zou (...)”
Louis Paul Boon, Mieke Maaike's obscene jeugd
“Eens op een mooie zomeravond viel de Student Steivekleut bij me naar binnen. Hij st-stotterde wat, en daar houd ik wel van, het duurt dan wat langer. Graag hoorde hij van me een en ander over een en ander, en dat deed ik dan maar uit me doekjes. Misschien vergat ik een heleboel, want hoe gaat dat, nietwaar, je schrijft zo iets niet op. Ik graaide maar wat rond tussen mijn nu achttienjarige dinges, herinneringen heet dat, en stak van wal met mijn eerste avontuur toen ik zowat negen jaar en in de kostschool ondergebracht was.
Het was het maandelijks bezoek van de dokter, die een ouwe sloeber bleek te zijn en het nodig vond, zoals hij zei, drie kleine meisjes der school nader te onderzoeken. Het waren Leentje en Marleentje, dat weet ik nog best, en ook nog ik. (...)”
Louis Paul Boon, Mieke Maaike's obscene jeugd