Nooit meer slapen Quotes

Rate this book
Clear rating
Nooit meer slapen Nooit meer slapen by Willem Frederik Hermans
10,741 ratings, 3.86 average rating, 588 reviews
Nooit meer slapen Quotes Showing 1-22 of 22
“- Zo vreemd, zegt ze, dat wij hier nu samen zijn, onbegrijpelijk. Ik denk dikwijls dat er eigenlijk niet veel verschil is tussen leven en dromen. Het verschil is maar schijnbaar, doordat we, als we wakker zijn, alles veel te bevooroordeeld bekijken om te zien dat het leven ook een droom is.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Wat zou er trouwens veranderen als er op andere planeten ook mensen woonden? Ik heb nooit gehoord dat de Europeanen zich minder eenzaam voelden, toen Columbus ontdekte dat Amerika bestond en dat er daar ook mensen waren.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Ik besef plotseling dat ik in een voortdurende vrees leef te moeten bestaan in een maatschappij waar iedereen iedereen voor de gek houdt.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Mensen op schepen wuiven altijd terug. Zo gauw je op een andere manier vervoerd wordt dan een ander, ga je wuiven.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Kortom: net als altijd in het leven, een soort specifiek gemiddelde van ellende.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Wetenschap is de titanische poging van het menselijk intellect zich uit zijn kosmische isolement te verlossen door te begrijpen”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Ik ben niet treurig. Ik heb alleen groot medelijden met de andere mensen die zo ver bij mij vandaan zijn en al had ik een radiozender tot mijn beschikking, het zou geen nut hebben hun te zeggen wat ik denk. Ik kan hen niet begrijpen en zij mij evenmin. De gekste sprookjes zijn niet uit hun hersens weg te branden, varianten op domme grootheidswanen, uitgebroed toen hun voorouders nog in holen woonden en niet beter wisten of de hele kosmos was niet groter dan hun hol. En als ze er niet aan geloven, dan hopen ze toch wel spirituele openbaringen te kunnen putten uit materiële nonsens. Want, zeggen ze, wij kunnen zo alleen niet verder leven, wij hebben behoefte aan troost. (Leef ik soms niet verder? Wie troost mij?)
Daarvoor laten ze de pausen in paleizen wonen en de Aga Khan diamanten eten. Aan de miljoenen die uit naam van hun troostende leugens mishandeld worden, aan de absurde wetten die er zelfs in de beschaafdste landen op zijn gebaseerd, denken zij nooit, want zij willen in slaap gesust worden met sprookjes en hoe meer bloed ervoor vergoten wordt, hoe beter zij erin kunnen geloven. Want bloed is het enige waarover ze beschikken en het enige onomstotelijke existentiële feit is hun onverzadelijke bloeddorst.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Wat is mijn kathedraal? Ik werk aan een kathedraal die ik niet ken en als hij voltooid is, zal ik er niet meer zijn en niemand zal weten dat ik eraan heb gewerkt.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Als je mij vraagt zijn er drie belangrijke stadia in de geschiedenis van de mens. In het eerste kende hij zijn eigen spiegelbeeld niet, evenmin als een dier dat kent. Laat een kat in een spiegel kijken en hij denkt dat het een raam is waarachter een andere kat staat. Blaast ertegen, loopt er omheen. Op den duur is hij niet meer geïnteresseerd; sommige katten tonen zelfs nooit enige belangstelling voor hun spiegelbeeld. Zo zijn de eerste mensen ook geweest. Honderd procent subjectief. Een ‘ik’ dat zich vragen kon stellen over een 'zelf’ bestond niet. Tweede stadium: Narcissus ontdekt het spiegelbeeld. Niet Prometheus die het vuur ontdekte is de grootste geleerde van de Oudheid, maar Narcissus. Voor het eerst ziet 'ik’ zich 'zelf’. Psychologie was in dit stadium een overbodige wetenschap, want de mens was voor zichzelf wat hij was, namelijk zijn spiegelbeeld. Hij kon ervan houden of niet, maar hij werd niet door zichzelf verraden. Ik en zelf waren symmetrisch, elkaars spiegelbeeld, meer niet. Wij liegen en het spiegelbeeld liegt met ons mee. Pas in het derde stadium hebben wij de genadeslag van de waarheid gekregen. Het derde stadium begint met de uitvinding van de fotografie. Hoe dikwijls gebeurt het dat er een pasfoto van ons gemaakt wordt waarvan wij evenveel houden als van ons spiegelbeeld? Hoogst zelden! Voordien, als iemand zijn portret liet schilderen en het beviel hem niet, kon hij de schuld aan de schilder geven. Maar de camera, weten wij, kan niet liegen. En zo kom je in de loop van de jaren, via talloze foto’s, erachter dat je meestal niet jezelf bent, niet symmetrisch met jezelf, maar dat je het grootste deel van je leven in een aantal vreemde incarnaties bestaat voor welke je alle verantwoordelijkheid van de hand zou wijzen als je kon. De angst dat andere mensen hem zien zoals hij is op die foto’s die hij niet kan endosseren, dat ze hem misschien nooit zien zoals het spiegelbeeld waarvan hij houdt, heeft de menselijke individu versplinterd tot een groep die uit een generaal plus een bende muitende soldaten bestaat. Een Ik dat iets wil zijn - en een aantal schijngestalten die het Ik onophoudelijk afvallen. Dat is het derde stadium: het voordien vrij zeldzame twijfelen aan zichzelf, laait op tot radeloosheid. De psychologie komt tot bloei.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“God wordt benauwd en publiceert gauw een boek waar alle oplossingen verkeerd in staan”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Op dit moment gaat een tipje van de sluier omhoog die over het hele leven ligt: dat ik altijd en in alles weerloos, machteloos en vervangbaar als een atoom ben en dat alle bewustzijn, alle wil, hoop en vrees alleen maar manifestaties zijn van het mechanisme waarvolgens de menselijke moleculen zich bewegen in de peilloze kosmische materiedamp.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Ik geloof soms dat de koppigheid waarmee mensen aan tradities vasthouden, voldoende is om iedere hoop op te geven dat de mensheid door rationele maatregelen gelukkiger zal worden.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Geen mens weet waartoe hij in staat is, voor hij alles geprobeerd heeft.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Een verschrikkelijke haat tegen leerboeken komt vlaagsgewijze over mij. staan niet in leerboeken de dingen beschreven alsof iedereen altijd geweten heeft dat ze zo waren? Niets blijft er in een leerboek over van de moeite, de twijfel en de wanhoop die bestaan hebben voor een bepaalde conclusie was bereikt.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“En zo kom je in de loop van de jaren (...) erachter dat je meestal niet jezelf bent, niet symmetrisch met jezelf, maar dat je het grootste deel van je leven in een aantal vreemde incarnaties bestaat voor welke je alle verantwoordelijkheid van de hand zou wijzen als je kon.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Om integer te zijn en alleen te kunnen wezen, moet je iets ontdekken dat het de moeite waard maakt ervoor te lijden.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Ik geef toe aan een onbedwingbare neiging mijn fantasie te laten gaan over de verschrikkelijkste van alle mogelijkheden: dat het allemaal voor niemendal zou blijken te zien.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Door mijn voetstappen te tellen (...), is het me toch gelukt zonder kompas weer thuis te komen. is dat geen succes? Is dit niet het succes waarop mijn hele leven mij heeft voorbereid?”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Ik heb tot dusver ondervonden dat op deze tocht niets voortdurend erger wordt dan het al is. Na klimmen volgt afdalen, regen houdt ook wel weer eens op, moeras wordt opgevolgd door droog terrein en zelfs de stenen waarop ik mijn enkels verzwik, zijn soms over lange afstanden afwezig. Kortom: net als altijd in het leven, een soort specifiek gemiddelde van ellende.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Nadie puede arrancar dos veces desde el mismo punto. Todo experimento que no pueda repetirse no es, en modo alguno, un experimento. Nadie puede experimentar con su vida. Nadie debería reprocharse el vivir a ciegas.”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“La falta de comodidades es fundamental para que el hombre se sienta bien consigo mismo”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
“Ik eet vis met een vieze vork van een vies bord.
Deze vis smaakt zo verrukkelijk, dat ik in vervoering een toespraak zou willen houden!”
Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen