Even slikken

Ik denk niet dat ik alleen voor mezelf spreek als ik zeg dat het moment dat je je zwaarbevochten bloed, zweet en tranen, ookwel bekend als je manuscript, terugkrijgt van de redacteur, een spanning oproept in de orde van grootte van het mee uitvragen van die ene spetter (m/v/x) of een telefoontje van de werkgever waar je net gesolliciteerd hebt.


Maar waarom? Hoezeer ik ook hoop en wil dat het gewoon perfect is, weet ik dat dat het niet is. Het moet beter. Het moet het beste worden wat ik ooit heb geschreven en dat kan ik niet alleen, want ik ken maar één manier om naar mijn verhaal te kijken: die van de schrijver. Niet die van de lezer, de boekverkoper, de marketing manager. Daarom heb ik ook niet in eigen beheer gepubliceerd.


Toch, iets weten en iets bevestigd zien, zijn twee verschillende dingen. Dus toen ik mijn BZT terugkreeg en het bijgevoegde document met algemene opmerkingen doornam, moest ik even slikken. En om eerlijk te zijn was dat vooral omdat het een hoop werk is, niet omdat het me teleurstelde dat het (nog) niet perfect en briljant was. Ik ben immers liever lui dan moe.


Er moet nog veel aan gebeuren, maar het komt vooral neer op de bouwblokken opnieuw op volgorde leggen en ze hier en daar wat beter op maat houwen zodat de toren niet te hoog wordt en instort. Misschien een paar dakkapellen voor ramen inwisselen en achteraf gezien zijn drie voordeuren wellicht iets te veel.


Ik merkte ook dat er enige verschillen van inzicht bestaan over een aantal elementen, maar daar moet ik het op een later moment eens over hebben met de redacteur.


Nu de spanning is weggeëbt, kan ik aan de slag. Nieuw bouwplan, nieuwe moed, en vooral nieuw bloed en nieuw zweet. Die tranen laat ik deze keer achterwege.


 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on February 13, 2016 07:13
No comments have been added yet.