Zestien Jaar Gwenved

(Zestien jaar bestaat het ecologische
tijdschrift Gwenved, een éénmansproject van Guy De
Maertelaere, ambtenaar op rust. Voor het honderdste nummer schreef ik
deze beschouwing.)

Het
meesterbrein van Gwenved,
Guy de Maertelaere, heb ik leren kennen in 1992 op de zesmaandelijkse
redactieraad van het Vlaamse nieuwrechtse tijdschrift Teksten,
Kommentaren en Studies
. Ik was daar
uitgenodigd door hoofdredacteur Luc Pauwels nadat ik enige bekendheid
had gekregen met islamkritische publicaties. Blijkbaar wou hij in
zijn redactie een tegenwicht voor de pro-islamstemmen, behorend tot
de "traditionalistische" stroming (dwepers met Evola, Guénon)
binnen Nieuw-Rechts.


"In die redactie
zitten wel enkele vangers", zei me in die periode een redacteur van
Gazet van Antwerpen
die nu hoofdredacteur van 't
Pallieterke
is. Daar sprak dan weer de
toen nog reactionair-katholieke hoofdstroom van de Vlaamse beweging:
tegen de fantaisistische verhalen van sommige nieuwheidenen in TeKoS,
maar allicht ook tegen het radicaal ecologisme van Guy. De
bijna-consensus onder Vlaams-nationalisten luidde immers dat ecologie
geitenwollen onzin is. Vooral het groene pleidooi voor
geboortebeperking gold als strijdig met niet alleen de moraal maar
meer nog met het Vlaamse en Europese volksbelang.


Ook binnen de
TeKoS-redactie
was Guy's eco-radicalisme niet helemaal onomstreden. Toen hij er
één van zijn anti-natalistische pleidooien gepubliceerd had,
protesteerde wijlen Frans de Hoon, een oud-Oostfronter. Die stelde
vast dat bepaalde radicale standpunten in TeKoS
taboe waren, doelend op de door hemzelf beleden Holocaust-ontkenning,
terwijl Guy's anti-natalisme volgens hem welbeschouwd niet minder
extremistisch was. Ook andere redactieleden vonden dat
geboortebeperking of zelfs bevolkingsvermindering allemaal goed en
wel kan zijn, maar pas nadat de niet-Europese geboortecijfers tot de
Europese genivelleerd zijn.






Meer mens met minder
mensen




Laten we maar
meteen op dat hoofdthema van Guy's oeuvre inzoomen:
"We zijn met teveel." Dat is betrekkelijk, een leefbaar aantal
staat in verhouding tot de grootte van het leefgebied. Dus als die
verfoeide technologie ons naar een bewoonbare exoplaneet brengt,
kunnen er meer mensen leven zonder de omgeving te belasten. Maar voor
de afzienbare tijd moeten we het met Moeder Aarde doen, en die kraakt
in haar voegen onder het figuurlijk gewicht van de mensenmassa. Daar
heeft Guy natuurlijk gelijk. Hoeveel juist teveel is, daarover wil ik
me niet uitspreken. Maar dat de grenzen van de draagkracht van de
planeet in zicht zijn, is zelfs in de meest optimistische scenario's
onmiskenbaar.


Wijlen
Sam Francis, een niet-religieuze conservatieve denker, was één van
de weinigen ter rechterzijde die eraan herinnerde dat conservatisme
de menselijke beperktheid in allerlei opzichten erkent, ook de
beperktheid van het draagvermogen van onze habitat. De meeste
conservatieven, zeker die van christelijke obediëntie, houden echter
onverminderd vast aan de geruststelling dat "de hele
wereldbevolking in de staat Texas gehuisvest kan worden", een
argument dat dateert uit de tijd toen de wereldbevolking maar half zo
groot was als vandaag.


Wat
te doen? Een afschrikwekkend voorbeeld is natuurlijk de Chinese
Volksrepubliek, dat aan echtparen maar één kind toelaat, met in
landelijke gebieden een tweede indien het eerste een meisje is.
Tijdens mijn studies Sinologie schokte het mij toen professor Ulrich
Libbrecht, tevens voorzitter van de ecologische vereniging De
Wielewaal, zijn goedkeuring uitsprak voor het toen nog jonge
één-kind-beleid. Iedereen zal wel beamen dat China dichtbevolkt is
en best zijn bevolking stabiliseert, maar "de enige manier om dat
te bereiken is het één-kind-beleid", aldus Libbrecht. En dan nog:
terwijl China zich nu zorgen begint te maken over de nakende
vergrijzing, stijgt de bevolking er nog altijd met tien miljoen per
jaar. Als nevenluik in zijn bevolkingsbeleid moedigt het land daarom
op subtiele wijze de emigratie naar Rusland, de VS, Afrika en eender
waar elders aan.


En dat is dan de
reden waarom de Vlaamse rechterzijde het zo moeilijk heeft met
bevolkingsbeperking: elke leegte die hier ontstaat, wordt opgevuld
met immigranten uit landen die hun bevolkingsgroei niet of minder
onder controle houden. Aangezien de Belgische en Europese
machthebbers de onwillige bevolking een beleid van open grenzen
opleggen, moeten we wel een demografische competitie aangaan met de
vloed van immigranten, zo luidt het
wanhopige advies.


Dat
het anders kan, bewijst Japan. Toen het in 1945 zijn plannen voor
hervestiging van de bevolkingsoverschotten in veroverde landen moest
laten varen, besloot het met bloedend hart tot een beleid van
geboortebeperking. De bestaande wettelijke toelating van
zwangerschapsafbreking om eugenetische redenen werd verruimd tot een
feitelijke liberalisering van abortus zonder opgave van reden.
Recenter leidde de modernisering van de zeden ertoe dat steeds meer
vrouwen niet trouwen en geen gezin beginnen. Netto resultaat is dat
het Japanse bevolkingscijfer al een aantal jaren in dalende lijn
gaat. Toch is Japan niet bang voor Ueberfremdung.


Anders
dan België doet het zijn wetten over de toelating tot het
grondgebied echt naleven. Hier zegt men dat de verdragen met Marokko
en Turkije geen schrapping van de volop misbruikte regeling tot
"gezinshereniging" toelaten; Japan heeft niet geaarzeld om het
verdrag met het Iran (nog uit de tijd van
de sjah) dat Iraniërs vrije toegang tot gastarbeid in Japan
verschafte, eenzijdig op te zeggen. De toenemende behoefte aan zorg
voor de vergrijzende bevolking wordt maximaal opgevangen door
automatisering van bepaalde zorgfuncties, bv. massagemachines, liever
dan door import van Filippijnse verpleegsters. Het aantal
gelukzoekers dat in Japan om politiek asiel aanklopt, is ongeveer
nul; ze weten dat ze er niet welkom zijn. Japan maakt gewoon
duidelijk dat het ook bij verminderde bevolking helemaal Japans wil
blijven. Het is een kwestie van politieke wil.






Het begin was het einde




Waar ik Gwenved
helemaal niet volg, is in de uiterst pessimistische kijk op de
mensheid. Nee, de mensheid is geen huidziekte van Moeder Aarde,
althans niet in se, ook al richt zij in haar huidige fase van
puberaal-stormachtige groei heel wat schade aan. En de
bliksemvooruitgang van de intelligentie in onze tak van de
primatenfamilie is ook al geen ziekte die met een domheidspil
geremedieerd moet worden. Integendeel, die intelligentie maakt, via
het inzicht in de nood aan zelfbeperking, ook de uitweg uit de
ecologische catastrofe mogelijk.


De ecologische
schade die de mensheid aanricht, zal wel nooit groter geweest zijn
dan vandaag, althans in absolute cijfers, doordat de mensheid nooit
zo groot in omvang geweest is. In verhouding tot haar aantal richtte
de mensheid in primitievere stadia echter veel grotere schade aan in
haar omgeving, ondermeer inzake biodiversiteit, dan de moderne
ecologisch bewuste mensheid. De Australische oerbewoners hebben in
hun werelddeel de meeste grote zoogdieren uitgeroeid, de Vikingen
hebben IJsland ontbost, de verafgode Indianen hielden zeer
verspillende massaslachtingen onder de bizons, de mammoet en de
sabeltandtijger zijn verdwenen door toedoen van onze voorouders de
holbewoners. Zij hadden gewoon het juiste inzicht niet om aan
ecologisch natuurbeheer te doen.


Guy verwijst graag
naar het boek uit 1971 van Oscar Kiss Maerth waarin het grondig
ziekelijke karakter van het ontstaan van de mensheid betoogd wordt,
Het begin was het einde. OKM's
these past helemaal in de westerse tijdsgeest van zelfbeschuldiging
en zelfverduiveling: "Hey hey, ho ho, Western culture's got to
go"
, maar dan geëxtrapoleerd naar álle menselijke beschaving.
Tevoren hadden we al Marx, Nietzsche en Freud, les philosophes du
soupçon
die de nobelste menselijke strevingen ontmaskerden als
vermomde uitingen van resp. klassenbelangen, de wil tot macht, en het
omniseksuele onderbewuste. OKM trekt deze lijn door en ontmaskert
onze hersenwerking als de vrucht van hormonale misvorming door
kannibalisme.


Tja, Plato
fulmineerde tegen de negatieve inwerking van geletterdheid op ons
geheugen maar schreef wel zelf boeken. OKM had zijn theorie nooit
kunnen bedenken zonder de intelligentie die volgens hem een misdadige
oorsprong heeft. Ook de Zen die hij beoefende, is maar door mensen
met grote hersenen uitgevonden, niet door apen. Goed, misschien is
dat een flauw en triviaal argument. Misschien was hij liever niet in
staat geweest om dat boek te schrijven omdat dan, in een wereld
zonder die rotmensen, de nood aan zulk boek er ook niet zou geweest
zijn. In dat geval houd ik het er toch nog op dat intelligente
vondsten en inzichten mij en denkelijk ook mijn medemensen al veel
plezier verschaft hebben, waarvan wij geen afstand meer willen doen.
Laat ons de ecologische problemen dus maar oplossen zonder de
intelligentie middels de domheidspil af te schaffen.






Groen Rechts




Voor
zover mij bekend is het Guy die de term "groen rechts" gelanceerd
heeft. Hij doelde daarmee op het intrinsiek conservatieve karakter
van milieubehoud, dat één logisch geheel vormt met het behoud van
gemeenschapsstructuren, volkskunst en ander erfgoed. In Agalev, nu
Groen!, bekritiseerde hij de contradictie tussen hun strijd voor
natuurbehoud en hun meeloperij met het destructieve
multiculturalisme.


Vorig
jaar gebruikte de Nederlandse VVD-leider
Mark Rutte "groen rechts" nog als samenvatting van de nieuwe
pro-groene koers van zijn rechtsliberale partij. De ondernemers die
zich gehinderd en bedreigd voelden door opdringerige
milieureglementen, en die altijd op de VVD konden rekenen, zullen
zich voortaan tot Geert Wilders' PVV moeten wenden, met haar
radicaal nee tegen "betutteling", "klimaathysterie" en
"ecofascisme". In Rutte's mond was de term "groen rechts"
natuurlijk een uithaal naar de partij Groen Links, begonnen als
opslorping van enkele hippe pacifistische en groene partijtjes door
de Communistische Partij Nederland. Volgens Rutte is er niets
intrinsiek links aan milieuzorg. Veeleer het tegendeel, gezien de
milieuramp die de communistische regimes op hun grondgebied
aangericht hebben.


De
term "groen rechts" is in Vlaanderen echter wat aangebrand, want
ingepalmd door een Antwerps clubje waarvoor het etiket
"extreemrechts" niet echt overdreven was (inmiddels opgegaan in
het Nieuw Solidaristisch Alternatief). Hun leider was uit het Vlaams
Belang gezet nadat hij de Oost-Aziatische echtgenote van een
VB-volksvertegenwoordiger beledigd had. Tegenover de groenlinkse
"watermeloenen", groen van buiten maar rood van binnen, heb je
inderdaad ook "kastanjes", groen van buiten maar bruin van
binnen. Op een flamingantische debatavond over het groene thema
hoorde ik eens allerlei mensen die nooit zelfs maar aan "Plant een
boom" meegedaan hadden, zich ontpoppen tot milieuzorgers. Bij de
tweede zin van hun betoog verschoof hun aandacht echter naar een
ander soort vervuiling van hun leefomgeving: "Vreemde soorten
verstoren de biotoop van de inheemse soorten, bv. de migranten…"
Daar zien we een spiegelbeeld van de kaping van het ecologisme door
extreemlinks: het sympathieke groene imago als glijmiddel voor een
andere agenda.


Een
Vlaamse ochtendkrant heeft ook Guy in die aartsfoute hoek proberen te
plaatsen. Het begon al met de naam Gwenved,
Keltisch voor "paradijs", maar etymologisch te ontleden als
"blanke wereld". Het moest ervan komen dat mensen die de wereld
doorheen een racismekleurige bril bekijken, daarin een racistische
boodschap zouden herkennen.


De
krant nam hem verder op de korrel omdat hij over Jean-Marie Le Pen's
kritiek op het aantal zwarten in de Franse voetbalclubs geschreven
had: "Le Pen gaat nog niet ver genoeg." Meer dan dat werd er niet
geciteerd, de lezer moest er zelf maar als vervolg bij denken: "…
we moeten die negers niet alleen uit de voetbal weren, maar ze meteen
in de gaskamer gooien." In werkelijkheid had Guy betoogd dat niet
alleen spelers uit andere werelddelen geweerd moeten worden, maar
gewoon allen die niet uit de eigen streek komen. Laat de Gentse ploeg
het maar zonder blanke spelers uit Luik of Limburg doen en
uitsluitend onder de Gentse jeugd rekruteren. Geen voetbaltransfers
meer, niet uit Afrika maar ook niet uit Antwerpen, dat is gewoon de
toepassing van het groene ideaal van localisme en kleinschaligheid.


Wel is waar dat
niet Guy als individu maar de groene beweging als geheel kwetsbaar is
voor de tactiek van "schuld door associatie" met het nazisme. Het
eerste politieke ecologisme, te onderscheiden van een al ouder
cultureel gedweep met "terug naar de natuur", was dat van de
nazi's. De grote pionier was Walther Darré, nazi-landbouwminister
en schepper van de uitdrukking "bloed en bodem". De nazi's
beschermden de Edelweiss en andere kostbare soorten, ze
begonnen met milieueffectrapporten, voerden de eerste campagnes tegen
het roken, deden aan herbebossing en verboden wreedheid tegen dieren.
Zelfs in hun moderniseringsprojecten vermeden zij om al te veel met
de natuur te morsen: bij de aanleg van autosnelwegen werd niet pal
door bergen geboord of de reliëflijnen van het landschap verstoord,
maar werd harmonie met de omgeving betracht.


Daarmee hoeft
verder niets gezegd te zijn. Dat de nazi's als eersten op het
gevaar van roken wezen, impliceert niet dat er iets fouts is aan de
huidige inperking van het tabaksgebruik. Maar het feit van het
nazi-milieubeleid verdient wel wat grotere bekendheid. In het boek
van Luk Sanders en Carl Devos, ed.: Politieke ideologieën in
Vlaanderen
(2007), behandelt het hoofdstuk over het
Vlaams-nationalisme uitgebreid de collaboratie, hoewel die slechts
een korte episode was na honderd jaar onberispelijk democratische
Vlaamse beweging; maar over de nazi-antecedenten van het ecologisme
vinden we er geen woord. Bij christelijke eco-skeptici hoort men
echter wel af en toe varianten op de antifa-retoriek van de bij het
haar getrokken nazi-toespelingen, genre: "Hitler was óók een
groene, en we weten waar dát toe geleid heeft…"


Al had Adolf
Hitler geen kinderen, zijn kleinkinderen zijn nog steeds in ons
midden. Enkelen noemen zich groenrechts, maar de groenlinkse variant
is tot nader order veel talrijker, en heeft ook een veel langer
palmares van antidemocratische en gewelddadige acties. Guy
daarentegen is altijd een pleitbezorger geweest
van kleine zelfbesturende gemeenschappen, diametraal het tegendeel
van de autoritaire eenheidsstaat waar het nazisme naar streefde.






Zuid-Afrika




Toen ik Guy voor
het eerst ontmoette, herkende ik hem meteen van een foto in Topics.
Van dat lang verdwenen blad heb ik maar één nummer gelezen, dat in
de Leuvense herberg Universum
lag, en juist daarin stond Guy, ik meen zelfs op het voorblad. Zijn
artikel ging over de Oranjewerkers, Afrikaners die, toen nog onder
het apartheidsbewind, een zelfbedruipende Afrikanerstaat wilden
uitbouwen. Die beweging bestaat nog steeds, maar wel heel
kleinschalig, en dat zou in dit geval een slecht teken kunnen zijn.


Zelfbedruipend,
dat wil concreet zeggen: zonder arbeid door
zwarten. Sinds hun onderwerping van inheemse Khoikhoi (Hottentotten)
en geïmmigreerde Bantoes en de import van Maleise slaven hadden de
Boeren het labeur grotendeels door gekleurde landarbeiders en
keukenmeiden laten doen. Toen de Nasionale Party vanaf 1948 de
Apartheid installeerde, sprak zij met gespleten tong: enerzijds
bepleitte zij "gescheiden ontwikkeling" in eigen woongebieden,
anderzijds voorzag zij in massale "gastarbeid" van zwarten in de
blanke economie. Het parkeren van de zwarte meerderheid in
Bantoestans die slechts 13% van de oppervlakte besloegen, was a
priori onrechtvaardig en gedoemd, en was in de praktijk een fictie
omdat de zwarten in de blanke 87% arbeid moesten leveren.


Guy
heeft gedocumenteerd hoe er in de beginjaren ook stemmen opgingen om
de apartheid consequent door te voeren, het land redelijk eerlijk te
verdelen en de blanken hun eigen werk te laten doen. Maar de
gemakzucht en de economische raison
hebben het gehaald, met de bekende gevolgen. Door teveel te willen in
1948, hebben de Afrikaners in 1994 een regeling moeten aanvaarden
zonder enige waarborgen voor hun eigen toekomst.


Ik
vond het heel typisch voor de zemelachtigheid van de Vlamingen dat de
"Vlaams-Zuidafrikaanse contactclub" Protea
zichzelf ophief net toen de apartheid afgeschaft werd en de situatie
van het broedervolk aan de Kaap ingewikkeld, moeilijk, uitdagend en
interessant werd. Guy is de situatie blijven opvolgen, echter zonder
veel begoochelingen over de kansen van de Afrikaners als geviseerde
minderheid in de multiculturele modelstaat.






Zen




De voorlaatste bladzijde van Gwenved,
die over country en Koos du Plessis, lees ik doorgaans maar
diagonaal. Het leven is kort, weet je wel. Mijn uitdrukkelijk applaus
gaat echter uit naar de laatste bladzijde, die over Vedanta en Zen.


Guy doet aan meditatie, maar is
onverkort een westerling. Hij houdt zweverige geloofspunten op
afstand. Meditatie heeft immers niets met geloof te maken, en nog
minder met zweven. Het is juist opperste nuchterheid. Hij wijst
bijvoorbeeld het geloof in reïncarnatie af. In het klassieke
boeddhisme staat dat geloofspunt volstrekt centraal. Het doel van
meditatie in de leer van de Boeddha zelf is ondubbelzinnig: de
gebondenheid aan het wiel van wedergeboorte in dit tranendal
doorbreken en ophouden met wedergeboren worden. In Zen verdwijnt die
zorg naar de achtergrond. De aandacht is immers volledig op het hier
en nu gericht. En dat is waardevol genoeg, ook zonder welke
geloofspunten dan ook over vroeger karma of toekomstige uitwaaiing.


In de eerste Oepanisjaden, de bron van
Vedanta, wordt meditatie op het Zelf geïntroduceerd zonder enige
verwijzing naar een reïncarnatiegeloof. Dat wordt secundair pas
ingevoerd, en dan uitdrukkelijk aan een niet-brahmaanse bron
toegeschreven. Het is er een interessant weetje, een exotische
nieuwigheid, maar eigenlijk niet van belang voor de leer van het
Zelf, zijnde het zuivere bewustzijn ontledigd van zijn gebruikelijke
opvulling met uitwendige inhouden. Of zoals de Yoga Sutra het zegt:
"Yoga is het stillen van de beroering van de geest. Dan rust de
ziener in zijn eigen vorm." Die definitie bevat geen enkele
verwijzing naar een wiel van wedergeboorte.


Het idee dat meditatie moet dienen om
het wiel van wedergeboorte te doorbreken, is specifiek voor het
boeddhisme en jainisme, maar is helemaal niet noodzakelijk. Soefi's
en christelijke mystici doen het uiteraard zonder, om niet in
conflict te komen met het hun opgelegde geloof in een eeuwig
hiernamaals. Maar ook niet-theïstische meditatiebeoefenaars blijken
het zeer goed te kunnen stellen zonder de reïncarnatiehypothese. De
Chinese confucianen die boeddhistische en daoïstische elementen
integreerden in de synthese die bekend staat als neoconfucianisme,
zagen wel wat in de meditatiepraktijk en namen die over, echter
zonder de boeddhistische raamvertelling van de reïncarnatie. Zij
zagen meditatie als een handig instrument om dagelijks hun geest te
scherpen en zo beter hun maatschappelijke plichten te vervullen. Ook
de Grieks-Romeinse stoïcijnen (want er is niets noodwendig oosters
aan meditatie) deden elke morgen aan "in het nu blijven", wat
zowat identiek is aan Zen.


Het is dus een goede zaak dat Guy de
meditatie op zijn slotbladzijde in haar praktische gedaante
presenteert, hier en nu en zonder gezweef. Misschien zal het hem niet
als een compliment klinken, maar dit is meditatie voor de moderne
mens
. Meditatie is waardevol op zich en behoeft geen uitwendige
rechtvaardiging, niet de beëindiging van de keten van wedergeboorten
en ook niet de ecologie. Toch ligt een verband met de ecologie voor
de hand. Het merendeel van de milieuschade die mensen vandaag
aanrichten is niet het gevolg van levensbehoeften maar van allerhande
kunstmatig opgefokte verlangens. Meditatie heeft als heilzaam
neveneffect de tevredenheid, het "genoeg", het stillen van al die
verslindende grillen. Dus wie de boodschap van Gwenved ter
harte neemt, zal al dra de milieukost van de productie en verzending
van het blad goedmaken door soberder te leven. Driewerf hoera voor
Gwenved.






(NB: Belangstellenden kunnen zich
wenden tot Guy De Maertelaere, Heirweg 2c, 9990 Maldegem, tel.
050-717793.)



 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on November 06, 2010 02:42
No comments have been added yet.


Koenraad Elst's Blog

Koenraad Elst
Koenraad Elst isn't a Goodreads Author (yet), but they do have a blog, so here are some recent posts imported from their feed.
Follow Koenraad Elst's blog with rss.