Peter Sellers was niemand, Tonnus Oosterhoff
Een gedicht als een rookgordijn waarachter betekenis verborgen blijft. Het is afkomstig uit Tonnus Oosterhoffs bundel Mond vol dobbelstenen (2024), waarin toeval en associatie belangrijke rollen spelen. Het is ook een programmatisch gedicht. De namen en woorden: Peter Sellers (1925-1980) was een Britse acteur en komiek, die vier keer trouwde; Paul Chance (1941-2021) was een Amerikaanse psycholoog, gespecialiseerd in het behaviorisme; Chance is ook de (volledige) naam van het personage, een tuinman, dat Sellers in de film Being There speelt; Lavrenti Beria (1899-1953) was een Sovjet-Russische politicus, die leiding gaf aan de binnenlandse veiligheidsdienst; Feliks Dzerzjinski (1877-1926) was een Russische revolutionair, die de bolsjewistische geheime dienst oprichtte; een huik is een lange mouwloze mantel met een kap; een hondsvot is een laf en verachtelijk persoon; doodsster komt nog niet in het woordenboek voor, maar zou hier kunnen verwijzen naar het feit dat Richard Henry Sellers uit eerbetoon aan zijn doodgeboren oudere broer de roepnaam Peter kreeg. Tot slot de programmatisch dansende muis: als er geen dichterlijk toezicht is, springen verzen uit de band.
Peter Sellers was niemand van niemandeen lege huik een hondsvot
een doodsster; Chance iemand anders.
Aangeraakt soms door liefde
schrok hij zich altijd de pleuris.
Niet Peter Sellers geweest zijn
beschouw ik als mijn verdienste.
Maar Sellers mag ook geprezen
omdat hij niet Beria was
(of IJzeren Feliks Dzerzjinski:
‘Men leeft niet alleen voor zijn ego.’)
Voor lege hulzen, heb eerbied,
want morgen hebben zij namen.
Ik ben een levende muizenval.
Gisteren liep er een muis in.
Vandaag danst hij op tafel
met een bewolkt grijs gezicht.
Peter, Feliks, Lavrenti, Paul. Tonnus,
de dichter die tekst van rook maakt
en rook van namen en woorden.
