Poëtisch meesterschap

Een groot fan van het werk van H.C. ten Berge zal ik nooit worden. Waardering voor zijn gedrevenheid heb ik wel. Bovendien – ik heb hem ooit geïnterviewd – is het een bijzonder aardige man. Om me nog wat meer in zijn oeuvre te verdiepen – hij zal de P.C. Hooftprijs toch niet voor niets hebben gekregen? – lees ik momenteel het Ten Berge handboek, dat in 2023 bij het PoëzieCentrum verscheen. Daarin brengt Johan Reijemerink een recensie van J. Bernlef ter sprake, waarin een bezwaar tegen Ten Berges poëzie wordt geopperd, waarmee ik het roerend eens ben. Het betreft een bespreking van de bundel De witte sjamaan, waarin Ten Berge ook enkele vertaalde ‘fragmenten van de Thule-cultuur’ heeft opgenomen.

‘Wat Bernlef echter minder interessant vindt, is het taalgebruik van Ten Berge. Hoe weinig visueel is hij ingesteld. Meren worden vergeleken met “bekkens vol dauw in de dalen” en verre dorpen met “schorpioenen verstijfd in het grond”. Hij vindt dat nogal “abstracte en wat dik aandoende taalgebruik eigenlijk merkwaardig, omdat het zo contrasteert met de Eskimo-teksten die Ten Berge ook heeft opgenomen”.’

Deze weinig visuele instelling, die Bernlef bekritiseert, wordt door de jury die Ten Berge de P.C. Hooftprijs toekent, onder voorzitterschap van Hans Groenewegen, juist als zijn grootste bekwaamheid gezien:

‘[Texaanse elegieën] toont in extenso Ten Berges poëtische meesterschap: een onopvallend klankrijke en melodieuze poëzie, waarin het tekstbeeld van de onregelmatige gestoken regels de lezer steeds weer in het denken doet ontwaken.’

Bernlef hield van beeldende taal, Groenewegen las graag poëzie die hem aan het denken zette. Ik ben net als Bernlef meer van het aanschouwelijke. En soms vergast Ten Berge me op een beeldrijk gedicht dat aan zijn zicht lijkt te zijn ontsproten en niet aan zijn brein. Van díe Ten Berge houd ik. Een gedicht uit de cyclus ‘Rivierlandschap met blauwe fles’ uit de bundel Overgangsriten (1992):

III

Hier het zwarte water,
Daar het donkere ijs

Het wak, de bijt, de laatste vogelhaard

Een blauwe stip in witte velden,
Een krimpend hart onder het hemelgrijs

Sterft een moerhaas op de vlakte,
Schiet een marter door de appelgaard.
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on April 05, 2025 03:28
No comments have been added yet.


Ton van ’t Hof

Ton van 't Hof
Aantekeningen
Follow Ton van 't Hof's blog with rss.