27.08.2023
Het moet begin jaren negentig zijn geweest, toen ik tegen middernacht de melding ontving dat er ten zuiden van Maastricht geheimzinnige lichten in de lucht werden waargenomen. Het woord ufo viel. We besloten om de Quick Reaction Alert (QRA), twee gevechtsvliegtuigen die de klok rond stand-by worden gehouden, erop af te sturen. Met succes. De vliegers wisten de geheimzinnige lichten als tegen wolken reflecterende laserstralen te identificeren, die naar later bleek vanaf een dak van een Belgische discotheek waren uitgezonden, ter opluistering van de discovreugde. Het is de enige ufomelding waar ik in mijn bijna veertig jaar lange militaire carrière, die zich voor een aanzienlijk deel op radarstations voltrok, bij betrokken ben geweest of ook maar weet van heb. Ik ben geen ufogelovige of -enthousiasteling.
Met deze achtergrond las ik het opiniestuk Doe niet langer lacherig over ufo’s van historicus en kunstenaar Alexander Bartels en schrijvers Tom Hofland en Lieke Marsman, dat afgelopen zaterdag in NRC verscheen. Nu heb ik nooit lacherig over ufo’s – unidentified flying objects – gedaan, maar me wel steevast verbaasd over mensen die in dit verband speculeren over buitenaards leven. En dat is wat Bartels, Hofland en Marsman doen: speculeren. Aan het eind geven ze zelf toe dat de ‘échte “smoking gun” [nog altijd] ontbreekt’. Hun opiniestuk is een bespiegeling die uitgaat boven het feitelijk of logisch bewijsbare. Suggereren dat overtuigende bewijzen voor buitenaards leven door autoriteiten worden achterhouden associeer ik inderdaad met ‘complotdenkers of andere dwazen.’ En Bartels, Hofland en Marsman zitten hier met hun opmerking dat er ‘de afgelopen vijf jaar meer [is] vrijgegeven dan in de vijfenzeventig jaar daarvoor’ dicht tegenaan.
Als deze kunstenaar en twee schrijvers in het kader van ufo’s een pleidooi voor de verbeelding hadden gehouden, dan had ik hun bedoeling nog begrepen. Nu niet.
Voorts een deel van de dag aan de badkamer geknutseld: bad geplaatst en op de afvoer aangesloten.
Daarna nog naar wolken gekeken, en naar Max uiteraard, met een glas PopHop Cyber Jazz Quadrupel in de hand.


