John Ashbery | Gezicht op Delft

‘Gezicht op Delft’ is de titel van het bekende schilderij dat Johannes Vermeer rond 1660 schilderde en John Ashbery min of meer bespreekt in zijn gedicht ‘View of Delft’, dat is opgenomen in zijn in 2002 verschenen bundel Chinese Whispers. Ik vertaalde dit gedicht naar het Nederlands voor de bloemlezing Ergens in Amerika, die in 2013 door het samenwerkingsverband Azul Press/Poetry International werd uitgebracht.

GEZICHT OP DELFTDe middag is traag, trager en tragertotdat een punt is bereiktlang voordat iemand het besefte.Alleen de kleinste koeltezorgt ervoor dat deze burgers zich ervan bewust wordendat ook hun tijd voorbijgaat, en dan enkel grillig.Stapel die stenen op daarginds.Zie wat het paard doet.Alles om je heen zit te wachten.Er zijn nu excuses voor aangeboden.De lucht zegt sst.De meest optimistische verwachtingen bevestigende lekkagetheorie. Een verdere daling van de temperatuuris voorzien. Het draait allemaal om stilstaan,of niet soms? Dat en voeling blijven houden meteen ruimzittende indruk van jezelf:op je vijftiende, ‘s avonds uitof overdag op een feestje.Oh zeker, ik wist de hele tijd dat ik het was.Toen stond het genies op om te gaan. *

Vermeers schilderij is voor Ashbery ogenschijnlijk aanleiding om te mijmeren over tijd, die voor het gevoel nu eens snel, dan weer langzaam verstrijkt. Maar Vermeer heeft met zijn ingreep de tijd stil gezet: we hebben zicht op Delft zoals het er halverwege de 17e eeuw uitzag. Volgens experts, die het schilderij tot in de details hebben onderzocht, baadt de stad in het ochtendlicht van een junidag. De donkere wolken bovenaan wijzen mogelijk op wat regen die net gevallen is of nog moet vallen.

Het gemijmer over tijd wekt bij Ashbery ook herinneringen op aan zijn adolescentie, de periode waarin een mens halfvolwassen is en nog de tijd heeft, zo veel tijd dat de wijzers soms lijken stil te staan. Wie herinnert zich niet de zomers van zijn of haar jeugd, waarvan je dacht dat er geen einde aan kon komen?

In de eerste regels van de tweede strofe heeft het er alle schijn van dat Ashbery bijzonderheden van het schilderij beschrijft – ‘Stapel die stenen op daarginds. / Zie wat het paard doet.’ – maar deze stapel stenen en dit paard zijn in geen velden of wegen op Vermeers schilderij te bekennen. Wie ‘lekkagetheorie’ uit regel dertien opzoekt stuit op de ‘leakage theory of communication’, die wijst op onbedoelde, vaak non-verbale signalen, die de werkelijke gevoelens of intenties van iemand onthullen. ‘It may be manifested, for example, by frequent speech pauses when a person describes an event untruthfully.’ Doet Ashbery in dit gedicht de waarheid soms bewust geweld aan? Zo ja, waarom? En worden er wellicht signalen uitgezonden die iets van een verborgen intentie zouden kunnen onthullen? Is het topic van dit vers wel Vermeers schilderij?

Wie het nogmaals leest, bemerkt dat het, op de titel na, niet of nauwelijks handelt over het bekende ‘Gezicht op Delft’ uit de 17e eeuw. Ashbery spreekt over een zeer warme middag, waar Vermeer ons een koele ochtend voortovert. Naast de stapel stenen en het paard lijken ook de aangeboden excuses en de lucht die sst zegt niet naar Vermeers schilderij te verwijzen, maar mogelijk naar iets wat zich ooit in Ashbery’s jeugd afspeelde.

En wat draait er om stilstaan én voeling blijven houden met wie je bent? Het leven zelf? Als remedie tegen de voortschrijdende tijd, de vergankelijkheid? Ashbery was in de herfst van zijn leven toen Chinese Whispers verscheen, de levensfase waarin ‘een verdere daling van de temperatuur is voorzien’. Je bent er nog, met al je herinneringen, maar de ouderdom vereist dikkere truien tegen de toenemende kou. Voor je het weet heb je een verkoudheidje te pakken. ‘Toen stond het genies op om te gaan.’

Vermeers ‘Gezicht op Delft’ is voor Ashbery hooguit aanleiding geweest om zíjn ‘Gezicht op Delft’ te schrijven. Misschien plakte hij de titel er zelfs pas tegen het eind op, om de lezer beet te nemen. Iets wat hij graag deed. Vervolgens probeer je als lezer verbanden te leggen tussen gedicht en schilderij die er niet zijn. En ‘de hele tijd’ weet de dichter al dat hijzelf het werkelijke onderwerp van gesprek is. Het duurde even voordat ik daar lucht van kreeg. Maar ik kan er, uiteraard, lelijk naast zitten.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on August 26, 2023 08:38
No comments have been added yet.


Ton van ’t Hof

Ton van 't Hof
Aantekeningen
Follow Ton van 't Hof's blog with rss.