Ik ga dit jaar wat dingen opruimen

opruimen_Liggend

Foto’s: Bette de Wit


In januari schrijf ik traditiegetrouw over opruimen, want dat is wat mensen doen in deze tijd van het jaar. Bij mij valt er dit jaar in letterlijke zin niet zoveel op te ruimen. Mijn huis is precies zoals ik het hebben wil, mijn kasten zijn overzichtelijk genoeg. Dit jaar heb ik andere dingen op te ruimen. Ik wil praten over het opruimen van zorgen en schaamte, twijfels en andere dingen die al veel te lang veel te veel ruimte opeisen.



Gisteren heb ik de serie How To Be Gay van Margriet van der Linden gebingewatcht. Dat ik alles in één keer moet kijken heeft voor een deel te maken met het feit dat ik mijn ogen niet van Margriet af kan houden. Zelden heb ik een vrouw zoveel zelfvertrouwen zien uitstralen. De manier waarop ze loopt en hoe ze de mensen aankijkt – ik vrees dat ik spontaan oplos in het luchtledige als ik bij haar in de buurt zou komen. Of misschien schuilt er in mij wel zo’n toekomstige veertiger, met bijpassend zelfvertrouwen. Ik hoop dat.


Margriet is ook niet altijd op deze plek geweest. Vorige week las ik haar boek; ‘De liefde niet’.  Ik kreeg daar herkenningsbuikpijn van, want haar verhaal is praktisch het mijne. Opgroeien in een strikt gelovige gemeenschap, niet kunnen zijn wie je bent, heel weinig bewegingsruimte hebben om dingen te onderzoeken voor jezelf en: de eeuwige schaamte en schuld die je met je meedraagt. Het is een heleboel verantwoordelijkheid om te moeten dragen.


De aflevering ‘The Dark Years’ van How To Be Gay was er ook weer zo eentje waar ik buikpijn van kreeg. Over een Mormoonse lesbienne die koeltjes dingen zegt als ‘ik heb er geen moeite mee dat ik lesbisch ben, ik heb gewoon geaccepteerd dat ik er niks mee kan doen.’ Het is alsof ik mezelf hoor praten, tien jaar geleden. Ik zei dan dingen als ‘God geeft iedereen een uitdaging, dit is de mijne.’ Ik word echt naar van mezelf als ik daar aan terugdenk. Ik wou dat ik mezelf destijds al meer had gegund.


In deze aflevering vertelt Margriet over haar coming out. Ze vergelijkt het met een heel groot verkeersongeluk. Je weet dat het gaat gebeuren en je hebt geen idee van de schade. Misschien gaan er wel geen overlevenden zijn, je weet het niet. Kun je je voorstellen hoeveel druk en verantwoordelijkheid dat op je schouders legt, als kind, als zoon of dochter? Dat is niet te doen. Dat weet ik uit ervaring, dat het niet te doen is. Tot nog helemaal niet zo lang geleden heb ik verschrikkelijke angsten gehad voor dat verkeersongeluk, maar het moest er een keer van komen. De brokstukken liggen nog hier en daar langs de weg, zoiets is niet zomaar opgeruimd. Ook zijn de wonden nog niet geheeld en blijven de nachtmerries nog niet uit, maar ik leef en ik doe de dingen die ik vroeger zo graag wilde doen. Ik moet daar een grote prijs voor betalen, namelijk de verantwoordelijkheid (en de consequenties) van het nooit kunnen voldoen aan dat plaatje waarvan men (mijn opvoeders, mijn gemeenschap, vrienden) dacht dat het goed voor mij was. Dat je mensen daar zo in moet teleurstellen, dat is heel zwaar voor iemand die altijd graag wil dat iedereen haar aardig vindt. Het is tijd om die jaren nu echt eens af te sluiten. Het is lang genoeg donker geweest.


Leven met een groot geheim is de allerergste vorm van hoarden die je je kunt voorstellen. Daar kan geen opruimprogramma tegenop. Het is thuiskomen, de deur opendoen en in de hal al tegen een berg spullen oplopen. Het is iets willen opzoeken op zolder, maar zoveel dozen zien staan dat je van gekkigheid niet weet waar te beginnen. Je verliest het overzicht, je weet niet meer waar dingen zijn. In welk laatje had ik nou ook alweer wat weggelegd?


Een bijwerking van heel lang moeten leven met een geheim, is dat je heel goed leert liegen. Tegen jezelf, natuurlijk, maar ook zeker tegen anderen. Ik lieg met het grootste gemak tegen mensen. Dat is niet iets waar ik trots op ben, dat is gewoon een skill die ik me in mijn jeugd heb aangeleerd, omdat dat nodig was. Vandaag de dag wil ik, natuurlijk, niet meer liegen, maar ik betrap mezelf er soms op. Wat ik langzaam begin te leren, is dat er mensen zijn tegen wie ik volledig eerlijk kan zijn, en dat ze me dan niet afwijzen of wegsturen. Dat is volstrekt nieuw voor me. Moet je je voorstellen wat voor een enorme doos met rotzooi dat is, die ik kan gaan weggooien. Wat zal ik me licht gaan voelen.


Veel te lang heb ik me laten leiden door mensen die voor mij bedachten wat goed voor mij zou zijn. Eerst volgens de regels van een heilig boek, daarna volgens de regels van hoe een goede relatie zou moeten zijn. Dan waren er nog vrienden die mij alleen maar leuk vonden als ik me gedroeg zoals zij dat voor mij hadden bedacht en wanneer je besluit met je gezicht op internet te verschijnen, zijn er ook weer heel veel mensen met heel veel meningen over ongeveer alles wat je doet. Kortom; ik ben er nooit heel erg aan toegekomen om zélf na te denken over wat goed voor mij is. Het is best wel een spannende stap om daar steeds meer op te gaan leunen. Op mezelf.


Ik heb nog een heleboel te onderzoeken en te ontdekken, en nu ik steeds meer opruim, komt daar steeds meer ruimte voor. Nu er geen partners meer zijn die veroordelend of raar doen over dingen die ik interessant vind, of die niet meer schrikken als ik uitspreek welke lucht ik nodig heb om de dingen te kunnen doen die ik voor mijn gevoel moet doen. Nu er niet meer dagelijks tegen me gezegd wordt dat ik ‘dingen altijd zo nodig anders dan anders moet doen’ hoef ik me niet meer zo’n lastig geval te voelen. Dat is namelijk hoe ik altijd bekend heb gestaan: Merel Lastig Geval Wildschut. Dat is niet leuk, echt niet, het is zelfs verschrikkelijk pijnlijk. Ik deed het namelijk nooit met opzet.


Ik hoop dat ik dit jaar nog meer schaamte en schuldgevoelens richting de stort ga sturen. Ik word doodziek van dat laagje stof. Soms is het maar heel dun laagje en kan ik het zo wegblazen, maar het is er altijd wel. Wat zou het lekker zijn als ik niet eerst zou hoeven poetsen, maar gewoon ergens in kan stappen zonder eerst al die overwegingen: kan dit wel? is dit niet vervelend voor iemand? is dit niet gênant? mag ik dit wel doen? Er is altijd zoveel te tackelen, het kost zoveel energie.


Soms is er zoveel afleiding, zijn er zoveel bijzaken, ik weet dan eventjes niet meer zo goed waar het nou eigenlijk ook alweer om gaat in het leven. Welke vrienden vormen mijn team en familie? Aan welke dingen of mensen wil ik mijn tijd besteden? Hoe verdeel ik mijn energie? Hoeveel ruimte blijft er over om voor mezelf te zorgen? Ik probeer steeds kritischer naar mijn agenda te kijken, alsof het een kamer is waar te veel spullen in staan, waardoor ik de dingen die ik echt mooi en waardevol vind, niet meer zie. Al die spullen vragen ook verzorging en verzorging kost tijd en energie. Tijd en energie kun je maar één keer verzilveren. Daarna is het weg. Ik wil daar zorgvuldig mee omgaan.


Het 2019-Opruimproject is er niet eentje dat ik er in een maand doorheen jaag. Dit gaat tijd kosten en ik heb daar wat dingen voor nodig. Zoals wat lucht, een beetje liefde en geduld. Ik kijk daar best wel tegenop, dat mogen jullie gerust weten. Maar toen ik gisteren naar Margriet keek kon ik alleen maar denken: het moet er toch een keer van komen. Ik kan niet voor altijd dat meisje blijven, ik wil die vrouw zijn.


The post Ik ga dit jaar wat dingen opruimen appeared first on De Groene Meisjes.

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on January 07, 2019 02:17
No comments have been added yet.


Merel Wildschut's Blog

Merel Wildschut
Merel Wildschut isn't a Goodreads Author (yet), but they do have a blog, so here are some recent posts imported from their feed.
Follow Merel Wildschut's blog with rss.