De jonge geschiedenisleraar Jacques Suasso Henriques, Nederlands intelectueel van Portugees-joodse afkomst die zich van zijn joods-zijn nauwelijks bewust is, komt in Westerbork terecht bij de OD. Deze uit joden bestaande ordedienst zorgt voor het samenstellen van de transporten en heeft zich zo tot werktuig van de Duitsers gemaakt in de hoop ht eigen bestaan zo lang mogelijk te rekken. De leraar speelt het afschuwelijke spel mee, maar slaat op zijn baas in als deze een op transport gestelde en met hem bevriende rabbijn mishandelt. Voor hij zelf de reis naar het Oosten begint, schrijft hij zijn ervaringen op.
Jacob (Jacques) Presser was a Dutch historian, writer and poet, known for his book Ashes in the wind (The destruction of the Dutch Jews) on the history of the persecution of the Jews in the Netherlands during World War II. Presser made a significant contribution to Dutch historical scholarship, as well as to European historical scholarship.
Presser was born in the former Jewish quarter of Amsterdam. He attended the University of Amsterdam after finishing a commercial vocational college and having worked in an office for two years. At the University he studied history, art history, and Dutch. He graduated cum laude in 1926.
In 1950, Presser received a commission from the Dutch government to produce a study about the fate of the Dutch Jews during the war. This would later become his historical masterpiece Ondergang [The destruction of the Dutch Jews]. He worked on this project for fifteen years, making full use of the vast archives of the Dutch Institute for War Documentation. The resulting work was a big best-seller in the Netherlands when it was published in 1965. It still is the main reference work on the persecution of the Jews in the Netherlands under German occupation.
Besides historical work, Presser also wrote works of literature. His book The Night of the Girondists, based on his war time experiences, received literary prizes, and became an international best-seller.
Macaber boekenweekgeschenk uit 1957. Hoe het eraan toe ging in Kamp Westerbork, gezien door de ogen van een Joodse ordebewaker die mede de transporten naar Auschwitz regelde. Dit laat je als lezer niet onbewogen. De novelle zuigt je mee en toont het onherstelbare trauma dat mensen oplopen in oorlogssituaties.
Deze novelle kwam in 1957 uit als boekenweekgeschenk. Later, in 1975, werd het boek opnieuw uitgegeven, met een nawoord van Philo Bregstein. Presser is zelf nooit in Westerbork geweest, maar zijn vrouw is daar wel terecht gekomen en in Sobibor vermoord. De hoofdpersoon en ikfiguur is Jacques Suasso Henriquez, die bij de Joodse ordedienst in het kamp gaat werken en ziet en ervaart hoe wekelijks mensen worden weggevoerd, terwijl er in het kamp een façade is van cultuur en amusement, met hoogwaardige cabaret uitvoeringen, waarbij de kampcommandant met genoegen aanwezig is. Het is een Indrukwekkend boek over Westerbork, het voorportaal van de Duitse vernietigingsmachine. Je voelt de onttakeling. Voor Presser als historicus was het schrijven van dit boek essentieel, om het beest in de bek te kijken, om het op industriële schaal vermoorden van mensen een geluid te geven, waar de taal eigenlijk tekort schiet. Het leest dan ook niet als een gepolijst verhaal, zo’n verhaal heeft hij niet willen, niet kunnen schrijven. De voornaam van zijn vrouw komt in de laatste alinea voor. Ze heette De. Ze zei: morgen als we in de trein zitten. Ik moet het nog allemaal verwerken en er zijn zo verschrikkelijk veel vragen. Nee, probeer het maar niet; morgen in de trein. In de trein naar Sobibor. In ieder geval: van nu af aan krijg je van mij je eigen voornaam terug, Jacob. Deze fictieve dialoog geeft de schrijnende pijn aan om de vrouw die in de vroege ochtend verdween.
Een kort verhaal van Joodse Nederlander en historicus Jacob Plesser over de gang van zaken in doorvoerkamp Westerbork. Iedere dinsdag vertrekt er een trein naar Auschwitz (en op het einde Sobibor) en de kampleiding is in handen van een groepje Joden die in opdracht van kampcommandant Schaufinger iedere maandagavond de af te voeren Joden selecteren om aan het opgelegde quotum te voldoen.
De hoofdpersoon, Jacob, schrijft een brief vanuit de strafbarak, terwijl hij wacht op de trein naar Sobibor. In deze brief vertelt hij hoe hij is beland in het kamp en waarom hij op moment van schrijven in de strafbarak zit. De jonge man was leraar op een Joods gymnasium, kreeg een aanbod van één van zijn leerlingen, Georg, om adjudant van zijn vader Cohn te worden in kamp Westerbork. Onder het motto 'iedere Jood komt vroeg of laat aan de beurt' besluit Jacob op het aanbod in te gaan.
Zodra hij in het kamp is krijgt hij 'les' in het kampleven van Cohn: als lid van de ordedienst (O.D.) moet Jacob hard en nietsontziend zijn - Cohn zegt een 'echte man' van hem te maken. Mensen als Cohn, en ook Jacob, verlagen zich tot de rol van kampbeul en uitvoerder van de SS-kampcommandant, in de hoop zélf te overleven. Hun machtspositie misbruiken ze door van mannen geld en van vrouwen seks te vragen, in ruil van een week uitstel van transport naar Auschwitz.
Al snel is Jacob zijn nieuwe rol gewoon en voelt hij geen enkele scrupule meer - totdat hij de intelligente en innemende Jeremiah Hirsch ontmoet. Jacques is in opdracht van Cohn als spion in de barak van Hirsch gegaan; gedurende zijn opdracht om informatie in te winnen bouwt Jacob een bond op met Hirsch, wiens vrouw en kinderen óók in het kamp zitten.
Op het eind zijn ook Jeremiah en zijn gezin aan de beurt: Cohn stuurt ze op de trein naar Auschwitz. Bij de mars naar de trein laat Hirsch zijn bijbel vallen; wanneer hij hem op wil rapen schopt Cohn het boek weg en slaat Hirsch een bloedneus - onder toeziend oog van SS'er Schaufinger. De hoofdpersoon Jacob rent op Cohn af, slaat hem ook in zijn gezicht en wordt vervolgens onder gelach van Schaufinger afgevoerd naar de strafbarak: de eerstvolgende trein is nu zijn lot. In afwachting van dat moment, schrijft hij een brief aan Dé, een jonge vrouw (de vrouw van een voormalige collega docent) die net in het kamp is en ook afgevoerd gaat worden.
Op dit moment eindigt Plesser zijn boek, de lezer achterlatend met vertwijfeling en reflectie op het gelezene. Plesser weet aan de hand van dit korte verhaaltje (zo'n 65 pagina's) goed de morele dilemma's uit '40-'45 te schetsen: Hoe ver ben je bereid te gaan om te overleven ten koste van anderen? Hoe makkelijk onderwerp je je onder dreiging van geweld? Hoeveel van je menselijkheid ben je bereid te offeren uit zuiver zelfzuchtigheid?
De meeste lezers zullen begrip op kunnen brengen voor Jacob en walgen van Cohn. Maar is hier wel sprake van een fundamenteel verschil? Of is het gedrag van Jacob misschien zelfs niet veel lager en opportunistischer dan dat van Cohn? En hoe kan het überhaupt dat mensen zich massaal onderwerpen aan andere mensen of hiervan wegkijken? Het zijn vragen die ongemakkelijke waarheden over de menselijke natuur blootleggen: de meerderheid zal nooit in beweging komen en zo lang mogelijk wegkijken, zolang zij maar niet te veel last heeft van hetgeen er gebeurt. Geschiedenis - zowel de positieve als negatieve aspecten - wordt geschreven door minderheden; meerderheden zijn slechts kuddedieren. Nietzsche schreef het al; Hegel bouwde zelfs zijn hele geschiedsfilosofie op dit punt.
Moed, principes, weerstand, het zijn zeldzame eigenschappen. Aan ons als mens de taak om hier blijvend aan te denken en te werken: "Opdat wij niet vergeten..."
Mooi boekenweekgeschenk uit 1957, met als verteller Jacques Suasso Henriques, geschiedenisleraar. Deze ikfiguur heeft een aantal overeenkomsten met Presser zelf en ook andere personages en gebeurtenissen uit deze novelle zijn gebaseerd op de werkelijkheid en de persoonlijke lotgevallen van de auteur.
Henriques, ’n Portugees-Joodse Nederlander kiest er uit zelfbehoud voor om de oorlog door te brengen in Westerbork als adjudant van het hoofd van de Ordedienst, Cohn. Een belangrijk deel van zijn werk heeft te maken met het vullen van de wekelijkse trein naar Auschwitz en later naar Sobibor. Hij was zich eigenlijk niet zo bewust van zijn Joods-zijn maar dit verandert in het kamp onder meer door de vriendschap die daar ontstaat met de rabbijn Jeremiah Hirsch. Omdat hij op het perron opkomt voor zijn vriend, belandt hij zelf uiteindelijk ook op dé lijst voor de trein.
Je merkt dat Presser een erudiet schrijver is, hij verwijst inderdaad veel naar klassieken als Aristoteles,Dante, Goethe, Rimbaud en muziek van Offenbach, Wagner, Meyerbeer. Maar zondermeer een indrukwekkend verhaal waarin afschuwelijke gebeurtenissen worden beschreven.
“De arbeidsinzet kan niet wachten, zodat we het getal uit alle hoeken en gaten van het kamp moeten volkrabbelen. Vooral de zieken maken dan kans. Hoe meer in de strafbarak, des te minder zieken, dat is duidelijk; zijn er bijvoorbeeld in een week een aantal grote gezinnen gepakt, dan kijken ze opgewekt in het hospitaal; zo niet, dan weer sip. Die zieken moeten wel bijzonder geschikt voor de arbeidsinzet zijn, want hoe zieker, des te weerlozer en des te eerder komt men ervoor in aanmerking.”
Indrukwekkende novelle waarin de afschuwelijke situaties in kamp Westerbork binnen een beperkt aantal bladzijdes indringend over worden gebracht. Pressers manier van schrijven bevalt me omdat er iets experimenteels of zelfs 'speels' inzit, hoewel dat woord mijlenver van de inhoud afstaat en ook niet de indruk moet wekken dat het een luchtig boekje is. Eén kanttekening is daarbij nog wel op haar plaats: de Professor had al die hoogculturele verwijzingen beter achterwege kunnen laten; zonder geloven we ook wel in z'n intellectualiteit.
Zo’n boek waarvan de titel al héél lang in mijn hoofd zat, maar waarvan ik totaal niet wist waar het over ging, is De nacht der Girondijnen , oorspronkelijk het Boekenweekgeschenk van 1957. Volgens mij zat de titel van het boek al in mijn hoofd sinds de middelbare school, ik zal toen een jaar of 15 of zo geweest zijn.
Het is een bijzonder indringend, ingrijpend, indrukwekkend, huiveringwekkend verhaal. Deze korte novelle geeft een beeld van Westerbork in het oorlogsjaar 1943; het geeft een beeld van de Joodse Ordedienst zoals die bestond. Het is iets waar ik weinig tot niets van wist en zoals gezegd was het huiveringwekkend.
Ik ben blij dat ik dit eindelijk gelezen heb. Ik vind het een ‘aanrader’, als je dit tenminste zo kunt noemen.
Dit boek(je), al twee keer gelezen, blijft mijn topper. Alleen tweedehands verkrijgbaar, en ik heb het vaak cadeau gegeven. Die laatste paar zinnen… mijn adem stokte en de tranen sprongen in mijn ogen. Zó mooi, zó puur.
Ik heb geloof ik geen enkele (literaire) verwijzing begrepen, maar verder is dit een goed te volgen verhaal dat bovendien vanuit een interessant perspectief wordt verteld: dat van een Jood die onderdeel uitmaakt van de ordedienst van Westerbork. De nacht der Girondijnen is compact en rijk tegelijk; weinig pagina's, korte scènes, maar interessante thema's en 'inkijkjes' in het kamp.
Indrukwekkend verhaal, geschreven in een vrij moeilijke stijl met Franse en Latijnse citaten en bijna abstracte beelden, die, als je de betekenis tot je door laat dringen, huiveringwekkend zijn.
Een aangrijpende novelle over het kamp Westerbork, maar vooral over een fenomeen dat ik niet kende: de ordedienst van joden in het kamp - anti-semitische joden die, nota bene in SS-uniform, orde handhaven en andere joden op de trein naar Auschwitz zetten. Primo Levi geeft in het nawoord extra duiding aan deze geschiedenis en geeft passant ook nog even onverbloemde kritiek op de zwakke punten in het verhaal.
Ik trof dit boek aan in de buurtbibliotheek van onze supermarkt. Ik had er nog nooit van gehoord, maar ontdekte dat het in 1957 is uitgebracht als boekenweekgeschenk, meerdere herdrukken heeft gehad en in verscheidene talen is gepubliceerd.
De titel van dit boekje zei me vaag iets, alsof ik al jaren wist dat het bestaat, maar de inhoud was mij totaal vreemd. Een zeer bevreemdend gevoel... Maar dat terzijde! Een kort maar krachtig verhaal, met voor mij zeer aansprekende thematiek.
De hoofdpersoon is een Joodse (mét hoofdletter, dus etnisch-cultureel bedoeld, want totaal ongelovig) Amsterdammer die tijdens de Tweede Wereldoorlog uit angst voor eigen deportatie aan het werk gaat als hulpje van de SS in Westerbork, waar zijn hoofdtaak eruit bestaat om andere kampgevangenen op het wekelijks transport naar Auschwitz te zetten. Naast de beschrijving van allerhande gruwelijkheden uit het kampleven gaat het in De nacht der Girondijnen vooral om de confrontatie met zijn eigen Joodse identiteit, die de hoofdpersoon tot dan toe tot dan toe altijd verloochend had.
Het boek bevat een nawoord van Primo Levi, met wiens oordeel ik het helemaal eens ben: stilistisch is dit geen bijzonder hoogstaand werk, maar het grijpt je bij de strot en boeit tot het einde!
Indrukwekkende novelle die zich afspeelt in Westerbork en als hoofdpersoon een joodse collaborateur heeft die er op die plek mede voor verantwoordelijk is dat de treinen naar het oosten elke week gevuld worden met het juiste aantal mensen. Naargeestig, gruwelijk en confronterend. Primo Levi zegt het mooi in zijn nawoord: "Het is naïef, absurd en historisch onjuist te geloven dat een duivels systeem als het nationaal-socialisme zijn slachtoffers heiligt; integendeel, het verlaagt ze, bevuilt ze, maakt ze gelijk aan zichzelf, en dat te meer naarmate ze kneedbaarder, kleurlozer zijn, zonder politieke of morele ruggegraat." "Het kwaad besmet; een onmens onmenselijkt de anderen, elke misdaad zaait zich uit, plant zich voort, tast de gewetens aan en omringt zich met handlangers die door angst of verleiding ... aan het andere kamp onttrokken worden."
Heftig boek, ik word altijd heel naar van boeken en films over jodenvervolging. De schrijfstijl is niet super en ik vind het verhaal ook niet even goed te volgen. Desalniettemin geeft het boek wel een inkijkje in hoe het er ongeveer aan toe moet zijn gegaan in Westerbork en is daarin nogal confronterend. Daarnaast moeten deze verhalen geschreven en gelezen worden, opdat wij niet vergeten. Ik ben benieuwd naar het andere werk van Presser, over de vervolging en verdelging van Joden, maar ook dat zal naar zijn. Dit boek liet mij beseffen wat een voorrecht het is om vrij te leven, in een vrij land. Ik ben daar heel dankbaar voor.
Gevonden in een papier container samen met Im Westen nichts neues. Een paar dagen daarvoor las ik in de wekelijks column van Michiel Krielaars dat hij de nacht der Girondijnen jaarlijks rond Dodenherdenking herlas. Welk een toeval om een paar dagen later dit boekje in een papiercontainer aan te treffen. Het was ooit het Boekenweekgeschenk, deze editie had een voorwoord van Primo Levi. Indrukwekkend.
Quando si parla di Olocausto, viene naturale pensare a due popoli contrapposti: quello oppresso e quello oppressore. Ebbene, questo libro racconta l’esperienza di coloro che si sono ritrovati ad essere, contemporaneamente, entrambele categorie. Così, mi sono trovata a provare nei loro confronti compassione, pietà e al contempo, rabbia e disgusto per quella folle disumanità. Consigliato.
"L'inferno non conosce che l'oggi. Non c'è più passato né futuro: tutti lo sanno, qui, nel profondo del cuore. Il passato è morto, aggettivo; il futuro è morte, sostantivo. Fra i due, qui ed ora, è racchiuso lo spartiacque senza spessore, la vita." (p. 62)
Gecompliceerd boekje, lastig te lezen. Het is niet in een eenduidige stijl geschreven. Het hoofdpersonage heeft niet één vaste stem. Staat bol van literaire verwijzingen. Voor scholieren echt pas vanaf klas 5/6 geschikt.
4,5/5 Fantastische novelle over de identiteitscrisis van een geassimileerde, collaborerende joodse man in het Nederlandse doorgangskamp Westerbork. Bij momenten iets te gekunsteld door de literaire verwijzingen.
"Lo sento ancora: è rimasto in piedi nell'apertura del vagone, mi ha tenuto per pochi secondi le mani sul capo, ed ha sussurrato qualche parola, che allora io non ho capito, ma che capisco bene oggi."
Ik snap niet dat er mensen zijn die dit boek gelezen hebben en er minder dan 5 sterren aan kunnen geven. Ijzingwekkend. En dat voor een boekenweek geschenk. 😕
קבוץ מאוחד, 2004, 102 עמ`, תרגום והקדמה אירית ורסנו, אחרית דבר מאת פרימו לוי
בתודעה ההיסטורית החמקמקה של הציבור הרחב, עדיף היה להיות יהודי בהולנד מאשר בפולין, כי מכל מדינות אירופה, הפולנים היו אנטישמים בצורה רצחנית ובקצה השני של הקשת נמצאו ההולנדים, שלא הראו אנטישמיות בולטת והיהודים חיו שם בשלום זה 340 שנה עד הפלישה הנאצית. התודעה הזו מסתמכת על מיתוס, שבעיקר טיפחו ההולנדים, על עמידות הגבורה שלהם מול הגרמנים ויחסם האצילי כלפי היהודים. מיתוס שהחל להתפורר עם פרסום יומנה של אנה פרנק.
היום ידוע כי 75% מיהדות הולנד נכחדה בשואה, שיעור גדול מכל מדינות אירופה, שלא רק עורר מהומה בהולנד כשנודעו המספרים האמיתיים אלא חייב אותם לבחינה עצמית כיצד יתכן החורבן הזה?
ז`אק פרסר, היסטוריון יהודי מוכשר ששרד את המלחמה הודות לחבריו שהסתירוהו ודאגו לצרכיו במשך שנתיים, נתבקש ע"י הממשלה ההולנדית לחקור את פרשת ההכחדה.
את תוצאות החקירה הוא פרס במחקר שעורר סערה קשה בהולנד. תוצאות מחקר זה הוא מגולל גם בנובלה "ליל הז`ירונדינים", שהיא סיפורו של ז`אק סואסו רודריגז באותה המידה שהיא גם סיפורה של יהדות הולנד הנכחדת.
אי אפשר להבין את הספר ללא רקע על מהלך העניינים ההיסטורי בהולנד -
המושג ליל הז`ירונדינים מתייחס לערב המהפכה הצרפתית בה נציגי הסיעה הז'ירונדיסטית הודחו ע"י נציגי הסיעה היעקובינית, בגלל רצף כשלונות מלחמתיים. הז`ירונדינים הואשמו בבגידה והוצאו להורג ע"י הגיליוטינה. המהלך הזה זכור כמהלך מתוחכם וערמומי של רובספייר שכונן משטר רודנות.
במובן זה, הז`ירונדינים הם סמל לתינוק שנשפך עם המים שכן הם היו תומכים נלהבים של זכויות האזרח בצרפת (מטרת המהפכה) במקביל הם סמל לבגידה שעוד תתגבש ותבוא.
בשנת 1939 הקימה ממשלת הולנד בסיוע כספי היהודים את מחנה וסטרבורק על מנת לתת פתרון לפליטים היהודים שהצליחו לברוח מגרמניה. בתקופה בה מדינות התנגדו להתיר לפליטים להגר לתחומן, בעיקר משיקולים כלכליים (עמדות שהובעו בוועידת אוויאן) צעד זה נחשב להומניטרי, אבל בראיה היסטורית כפי שמופיע גם בהקדמת המתרגמת, זה היה צעד אחד מני רבים בשיתוף הפעולה של ההולנדים עם המשטר הנאצי.
במקום לראות ביהודים פליטים, נרדפים, בחרה הממשלה ההולנדית לנהוג בהם כזרים. למי שקרא את מלון פרובלמט, המושג `זרים` מצביע על היחס והטיפול לו זכו היהודים ולאלה שלא קראו, `זרים` משמעותו בני אדם ללא זכויות ולמעשה ללא חיים.
במאי 1940 פלשו הגרמנים להולנד. ההולנדים שלא נלחמו מאות שנים (החל מאמצע המאה ה- 17) נפלו שדודים לאחר 4 ימים. הממשלה והמלכה ההולנדית עזבו לבריטניה ולמעשה הפקירו את האזרחים לגורלם. הנאצים פעלו בתחכום שכן הם לא רצו לעורר התנגדות וביקשו להטמיע את הולנד ברייך ה- 3.
המושל שמונה, נהג יד רכה שהוליכה רבים שולל ולכן מנהיגי הקהילה היהודים נהגו בהתאם לגישה "לא לגלות התנגדות על מנת למנוע גרוע יותר".
באוקטובר 1940 החל רישום עובדי הציבור היהודים ובינואר 1941 הוצא צו לרישום כלל התושבים היהודים. ביצוע המלאכה נעשתה כל כך בקפדנות שאיש לא הצליח להתחמק מהרישום והגרמנים השיגו רשימה מדוייקת שכללה כ- 160,000 יהודים מתוכם כ- 20,000 יהודים מעורבים.
בשלב הבא הוקם היודנרט ובמקביל נשלחו ליהודי הולנד צווי התיצבות במחנה וסטרבורק. ליודנרט נודעה משמעות רבה הן בשביל היהודים והן עבור הגרמנים: הוא היה חולית הקישור בין הציבור היהודי לשלטון הגרמני וככזה תפקידו אופיין בשניות. היודנראט ההולנדי היה אחראי על פעילויות התרבות, החינוך והדת. עליו הוטלה גם האחריות לאספקת וחלוקת מזון. במקביל הוקמה גם משטרה פנימית במחנה שתפקידה היה לשמור על הסדר שביציאת המשלוחים.
הספר מתאר את הצטרפותו של ז`אק, יעקב, למשטרה במחנה וסטרבורק. הוא נמצא על סף שילוח לסוביבור והוא מודע לכך שזו בוודאי תהא דרכו האחרונה, ולכן הוא מוצא את הזמן לבוא בחשבון עם עצמו ועם מעשיו לאורך התקופה ששימש בתפקידו כשוטר.
אט –אט נפרסת בפני הקורא מסכת כאובה של החלטות ומעשים שבעליל יוצרים דילמה מוסרית קשה וכואבת. האם הצלת 10 צדיקים במחיר הכחדת היתר, שיעלו לעולה ראויה מבחינה מוסרית והילכתית?
הכותב מתאר את דרך ההסתאבות וקלות השתיקה. רק כאשר חרב דמוקלס מונפת מעל גרונו, הוא מתאר את הרמיה, התעתוע, ההתעללות והבגידה הקשה שלו בבני עמו אותם שילח למוות. ולא רק שלו, אלא של המנהיגים היהודיים שיצרו חזות וכסות בפני ה"עיוורים" אותם היו אמורים להנהיג אל השיחרור. אותם מנהיגים שהעדיפו לשלח את פשוטי העם לפני הגבירים ובסופו של דבר נאלצו גם אותם להקריב על מנת להציל את עורם ונשמתם שגם כך נמכרה לשטן.
בתיאור ראליסטי וחד פרסר מגיש לקורא את התדרדרות והתפוררות האשליה הנאצית ושל ההנהגה היהודית. סיפור כואב שמרעיד את הנימים.
ויש גם פאן אחר לנובלה הזו; אישתו הראשונה של פרסר, דֶה, נתפסה בנסיונה לברוח מהולנד והועברה למחנה ומשם במשלוח לסוביבור. פרסר לא חדל לבכות את אהובתו במיוחד לאחר שנודע לו גורלה. הוא שיבץ אותה כדמות לקראת סוף הנובלה, מה שנותן נופך מאוד אישי וכואב לסיפור.
מתורגם ביד אמן עם הערות מועילות לקורא העברי . מומלץ בחום כמתאבן ליום השואה 2007.