Otmars zonen vertelt het verhaal van de jonge Shell-employé Ludwig Smit, die steeds dichter op de huid kruipt van zijn vader, Johan Tromp. Deze man is tweeëndertig jaar lang de grote onbekende in Ludwigs leven geweest – tot ze tot elkaar veroordeeld raken op Sakhalin. Op dit Siberische eiland begint Johan Tromps daverende carrière in de oliebusiness te wankelen wanneer onderzoeksjournaliste Isabelle Orthel hem het deksel komt overhandigen van een beerput. Tromp – hedonist, alfaman, kroonprins van Shell, en in alles het tegenbeeld van zijn verloren zoon – schat zijn twee bezoekers totaal verkeerd in.
Peter Buwalda is a Dutch writer. He was a journalist and an editor at several publishers. He was co-founder of literary music magazine Wah-Wah and wrote stories and essays for De Gids, Vrij Nederland, Bunker Hill and Hollands Maandblad. In September 2010 he made his debut with the novel Bonita Avenue. It received a magnificent reception and became a bestseller. It was awarded the Academica Debutantenprijs, the Selexyz Debuutprijs and the Tzumprijs and was nominated for nine awards including the AKO Literatuurprijs, the Libris Literatuur Prijs, the KANTL Proza Prijs, the NS Publieksprijs and De Gouden Strop 2011.
The translation rights were sold to countries such as Germany, Spain, Italy and France.
Eindelijk uit. Dit was voor mij een enorme worsteling. Meestal hanteer ik grofweg de stelregel dat als een boek mij de eerste 100 bladzijden niet pakt, dan leg ik het weg. In dit geval pakte het boek gelijk. En toen weer heel lang niet. En dat is typerend voor het verhaal: pakkende stukken worden afgewisseld met lange trage stukken vol flashbacks waardoor het verhaal je niet echt meeneemt en je wat aan de oppervlakte blijft drijven. Om vervolgens weer meegetrokken te worden in het verhaal.
Otmar's zonen is het eerste deel van een trilogie van Peter Buwalda. Hoofdpersoon Ludwig Smit werkt voor Shell. En bij een bezoek aan het Shell imperium op het Russische Sakhalin Island ontmoet hij CEO Johan Tromp. Tromp is mogelijk de man waar hij al zijn hele leven nieuwsgierig naar is, zijn biologische vader. Smit is niet de enige die in dat godverlaten oord op zoek is naar Tromp. Ook journaliste Isabelle Orthel is naar Sakhalin gereisd om Tromp te ontmoeten.
Ludwig Smit is grotendeels opgegroeid zonder vader. Tot zijn moeder hertrouwde met Otmar, vader van de muzikale wonderkinderen Tosca en Dolf. Een moeilijke jeugd voor een kind dat geen virtuoos is, geen wonderkind. Maar met Otmar heeft hij een warme band. Hij voelt een gelijkheid met de man die in zijn ogen zijn vader is. Maar met zijn stiefbroer en -zus heeft hij een moeizame relatie. Net als met moeder Ulrike die zich stort op wonderkind Dolf en alleen nog oog heeft voor optredens en kaartverkoop.
Isabelle Orthel heeft het als geadopteerd kind in een rijke witte familie nooit echt makkelijk gehad, meent ze. Vooral haar rechtse neerbuigende despoot van een grootvader Andries Star Busman bepaalt de sfeer. Helemaal als een vriend van de familie in scheiding raakt nadat zijn vrouw aan keiharde SM-seks blijkt te doen.
In Sakhalin gebeurt weinig. Het verhaal wordt afgewisseld met flashbacks naar de jeugd van Ludwig, het gezin Appelqvist met de rare wonderkinderen, en uiteindelijk Ludwigs huwelijk met Juliette en zijn carrière bij Shell. Datzelfde geldt voor Isabelle Orthel, haar jeugd, en vervolgens haar carrière als onderzoeksjournaliste en haar relatie met Tromp in Lagos.
Buwalda schrijft meeslepend. Prachtige zinnen, mooie metaforen. Hij weeft de verhaallijnen slim door elkaar, laat niets aan het toeval over. Is het toeval dat Ludwig in een kwellende relatie zit met Juliette, bijna op het sadomasochistische af? Terwijl topdog Hans Tromp wel houdt van SM-seks en Isabelle Orthel kennelijk zeer geinteresseerd een boek van De Sade heeft gelezen 'Juliette, of de voorspoed van de ondeugd'. Gevonden in de boekenkast van Star Busman.
Maar ook mooi geschreven zinnen kunnen saai zijn. Zeker als ze soms een halve tot een hele bladzijde lang zijn en je aan het einde van de zin kwijt bent waar het ook al weer over ging. Ook de soms staccato afwisseling van heden en flashback dragen niet bij aan de leesbaarheid. Hoofdstukken lang vraag je je af waar het eigenlijk naar toe gaat. Een dieptepunt voor mij zijn de hoofdstukken over Isabelle in Lagos, Nigeria. Grote stukken kabbelen eindeloos voort, met dan opeens, uit het niets, een parafrasering van een boek van Markies de Sade. Erg confronterend en gewelddadig. En waarom? Het voegt voor mij niets toe. Sterker nog, ik word er een beetje onpasselijk van. Een waarschuwing voor expliciete gewelddadige seksscènes is op zijn plaats. Dan kan je tenminste nog kiezen of je het wil lezen, in plaats van dat je er opeens middenin zit.
Ik vraag mij ook af welke onderzoeksjournalist werkt zoals Isabelle Orthel. Nergens krijg ik enig beeld van wat ze doet, dat ze serieus research doet. Isabelle Orthel is voor mij een zeer onrealistisch personage. Zoals eigenlijk alle vrouwen in dit boek. Allemaal karikaturale krengen. Isabelle Orthel wordt gedreven door een negatieve ervaring in haar jeugd. Maar die link lijkt erg ver gezocht. Net als dat een nare jeugd het gevolg is van een dominante grootvader. Dat kan er bij mij niet helemaal in.
Er zitten voor mijn gevoel ook wel erg veel toevalligheden in het verhaal. Alle hoofpersonen hebben elkaar eerder ontmoet. Meerdere keren zelfs. Ludwig kent Isabelle en Johan. Isabelle kent niet alleen Johan, maar ook Ludwigs rare stieffamilie. En Johan Tromp kent bovendien Isabelle's familie. Het is allemaal heel georkestreerd. En misschien is dat de bedoeling, gezien het muziekthema. Uiteindelijk komt het er op neer dat het voor mij het allemaal net niet is. Ik stoor mij ook erg aan de extreem gewelddadige seksscènes, terwijl je die niet ziet aankomen. En dit is maar deel 1. Het is gewoon opeens afgelopen. Dat is ook raar, na 607 bladzijden. Ik weet dus niet of ik mij laat verleiden om deel 2 op te pakken. Hoewel het verhaal van de virtuoze Dolf Appelqvist, die een mysterieus verdwenen deel van een muziekstuk van Beethoven zou hebben gevonden, mij dan wel weer erg interesseert. Ik weet het nog niet...
It is clear to me now: it's never going to resonate between me and the Dutch author Peter Buwalda (° 1971). I already read Bonita Avenue, and the man can write, he proves that again in this one: his composition is good, he has a very smooth style and knows how to build up suspense. But his themes leave me completely cold: again, the focus is on a clash between males, some of them devilish, others rather sheepish and complexed, the female characters are secondary and caricature-like. The title suggests some sort of family epic, and, apparently other volumes are to be published. But I don't think I'm going to venture into the next ones. Sorry for he fans. (rating 1.5 stars)
Verdomme! Na zeshonderd wervelende en letterlijk verslavende pagina’s waarin veel verhaallijnen worden uitgegooid maar niet volledig uitgewerkt, weet ik nog steeds nagenoeg niets. En moet ik wachten op het tweede en derde deel. Eerlijk? Ik wist niet dat dit boek twee vervolgboeken krijgt. Dat zullen de recensies wellicht duidelijk hebben gemaakt, maar die lees ik niet omdat ze soms te veel informatie prijsgeven. Ik wou gewoon het tweede boek van Peter Buwalda lezen omdat ik ‘Bonita Avenue’ jaren geleden zo’n klasbak vond. Ik voel me een beetje bekocht. Rond pagina 570 begon ik het door te hebben dat dit complexe, gelaagde verhaal onmogelijk kon worden afgerond in de luttele pagina’s die nog volgden. Eerlijk? Dit vind ik geen manier van werken! De lezer zo verlekkerd maken en dan eindigen met geen enkele afgesloten verhaallijn. Ongeduldig balen dus. Maar ik eindig positief. Wat een prachtverhaal boordevol sublieme karaktertekeningen.
Hiervan wil je geen zin, geen woord, geen klank missen. Alles wat verwacht mocht worden en al het onverwachte is hier door Buwalda gedaan, en dan vooral heel goed. Zo goed doordacht, zo goed opgeschreven, ook de lelijk- en gemeenheid – en dat je om dat alles, en alles wat eraan voorafging en wat nog moet komen, op het puntje van je zetel zit. Een zeldzaam boek dat je met een kreet dichtslaat. Vol bewondering en genoegen. Een oerboek over ambitie en de val, grootser dan groots en heel werelds. Het wachten zij Peter Buwalda vergeven.
Nooit gedacht dat ik de nieuwste roman van Buwalda NIET zou aanbevelen.
Ik ben een fan van Bonita Avenue, vind Buwalda in interviews een interessante man en heb respect voor zijn hang naar perfectionisme tijdens het schrijven van een roman. Perfectionisme dat in de eindfase van het schrijfproces vaak gepaard gaat met opsluiting, uithongering en middeleeuwse arbeidstijden. Maar alles bij elkaar genomen viel Otmars zonen me tegen.
Dat gevoel had ik de eerste 400 pagina's helemaal niet. Ik vermaakte me prima en krabbelde in de kantlijn van een pagina regelmatig met een potlood 'wauw' of 'sterke metafoor'.
spierballenroman Ja, er is ontzettend veel te genieten in deze spierballenroman...
Van de overgangen tussen heden en verleden: op pagina 42 zit Ludwig (één van de hoofdpersonages en stiefzoon van Otmar) in een Siberische taxi te wachten op een reisgenoot: "Vanaf de hoogste verdieping begint een van de twee liften te dalen; hij hecht zijn blik aan de cabine, en alsof zijn bewustzijn erin zit dalen zijn gedachten mee, steeds dieper zijn geheugen in, totdat hij weer terug is in Venlo, plat op de planken van zijn slaapkamer, wanneer hij zich somber voelde, één oor op het hout, vlakbij het brandplekje van Otmars Belinda, groot als een manhole."
Van de grappige passages over de zeldzame en onhandige, sexuele aandoening van Ludwig (die zonder aanraking kan klaarkomen): "... een keer met zijn bovenbeen tegen Berdens zus in de auto op de terugweg van een tennistoernooi, een andere keer terwijl hij een vrouw in de V&D had achtervolgd, drie roltrappen achter elkaar had hij haar parfum over zijn longen getrokken -en dus geregeld tijdens het avondeten. Alleen radiocontact met zijn schwans was voldoende, al duwde hij tijdens het mijmeren soms zacht tegen zijn gulp, het was meer een onopvallend tappen met een vingertop, een soort morse. Wanneer het 'gebeurde' hield hij zich aan het strenge protocol dat hij op zijn kamer geoefend had: met gestrekte armen uitrekken en mond opensperren alsof je geeuwt, maar niet kreunen."
Van de talrijke metaforen: -"Het was alsof ze haar boosheid als een trui over haar hoofd trok en binnenstebuiten in haar handen hield" -"De waarheid omtrent Johan Tromp is een arrestatieteam dat de voordeur van zijn bewustzijn intrapt, zijn schedel doorzoekt en hardhandig zijn gedachten arresteert." -"De aanwezigheid van zijn stiefzus maakte zijn nieuwe bestaan aanraakbaar, splinterig, blank en jong aan het ene uiteinde, vochtig, vermolmd en donkerbruin aan het andere. Gefascineerd bekeek hij het verval ertussen, een organisch proces van rotting dat zich onstuimig had voltrokken ..."
Maar na het lezen van de ruim 600 pagina's blijf ik toch met een onbevredigd gevoel achter.
Of ik midden in een Netflixserie ben gestopt.
Met dit boek had ik toch een meer op zichzelf staand verhaal verwacht. In plaats van een voorwedstrijd, een lange trailer, een voorstelrondje. Het gevoel dat ik met open ogen in een boekenmarketingcampagne ben getuind, beklijft. Dat vind ik jammer.
Toch sluit ik niet uit dat ik bij de verschijning van de volgende 2 delen (in 2021 en 2026?) weer naar de boekwinkel ren. Ik wil toch weten hoe het met Ludwig, Hans, Isabelle en Dolf afloopt.
Buwalda over de nieuwe Buwalda Nieuwsgierig naar Otmars zonen en de auteur Peter Buwalda? Beluister het 50 minuten durende interview van NPO-radioprogramma Nooit meer slapen. https://www.vpro.nl/nooitmeerslapen/l...
Een rijk en filmisch geschreven boek, met verschillende moeizame familieverhoudingen als kern. Otmars Zonen maakt me nieuwsgierig naar de vervolgdelen. Overdrijven is verwant aan liegen. De waarheid is genoeg voor een maagzweer.
Algemeen en Ludwig Smit Als ik Otmars zonen ergens mee moet vergelijken dan denk ik niet aan een ander boek maar aan Christopher Nolan's Inception. Want het verhaal start weliswaar met Ludwig Smit en Isabelle Orthel in Sakhalin en het heden, maar het aantal flashbacks in flashbacks in flashbacks is groot.
De stijl van Buwalda is filmisch, je wordt meteen in het verhaal gegooid als lezer. Dolf/Ludwig, Ulrike (moeder), Juliette (vrouw) en Otmar (stiefvader) en Alain het zigeunervriendje, dat zijn veel karakters in het eerste hoofdstuk. En dan komt zijn stiefbroer (die ook Dolf heet), stiefzus Tosca, een dochter Noa en een overleden stiefmoeder (in een fraaie scene aan het eind van het boek gaan we terug naar het kinderfeestje waarin ze letterlijk dood neervalt in een taart) erbij in het volgende hoofdstuk.
Ludwig zelf is naar mijn mening niet het meest enerverend personage, wel gelaagd maar ook geplaagd, en zeker niet erg geslaagd. Hij worstelt met zijn verleden, zijn werk bij Shell en met zijn moeilijke relaties met het andere geslacht: eigenlijk is hij voor zijn eigen gevoel altijd een loser hoewel hij populair was in het studentenleven.
De man vrouw verhoudingen zijn sowieso niet zo florissant in Otmars Zonen, waarom Ludwig en Juliette bij elkaar zijn is een raadsel (Moet Miss Marple het denken niet eens overlaten aan een Tyrannosaurus Rex? Die heeft een lekker grote kop en hapt minder snel.).
En dit is ook weer een boek van een Nederlandse auteur waarin een problematische verhouding tot seks terugkomt: nu iemand die te snel klaarkomt, zijn piemel daarom moet zalven met een verdovend middel en om het af te toppen zichzelf stiekem aftrekt in het bed van zijn kamergenote. Om nog niet te beginnen over de S&M scenes waar Isabelle in verzeild raakt.
Isabelle, onderzoeksjournalist met onconventionele methodes Ludwig en Isabelle kennen elkaar van hun studententijd, er is onder meer vanuit twee perspectieven een prachtige maar wel heel lang uitgesponnen scene rondom de fles absint (het plaatje op de voorkant is blijkbaar een absint lepel) en hoe ze elkaar in Enschede ontmoet hebben. Ook hun strijd om oordopjes in Sakhalin is heel beeldend en hilarisch weergegeven.
Isabelle heeft ook een moeilijke relatie met haar familie; waar Ludwig zijn vader niet kent en een verhouding tot een stiefgezin van muzikale wonderkinderen moet vinden (‘Familie is een toevalligheid’, ging hij voort, ‘een steen in een vijver, waarnaar de golfjes uitdijen en tenslotte doven.’) is Isabelle Thais en geadopteerd. Haar relatie met de pater familias van haar adoptiefamilie mondt uit in een heel Grieks drama.
In deze sectie zie ik ook de meest duidelijke link met Inception qua structuur: we hebben Isabelle in een sneeuwschuiver in Rusland, die terugdenkt aan een ontmoeting in Lagos, waarbij ze de kennismaking met haar mede auteur overdenkt in Londen, aan wie ze een verhaal vertelt over haar adoptie opa in Wassenaar. Net als Inception betekend dit dat er in het “bovenste” verhaal in Rusland bijna niets gebeurt.
Isabelle denkt over zichzelf: wat een gansje was ze nog, eigenlijk en dat is niet geheel onterecht. Hoe zij als undercover journalist geloofwaardig is voor een Shell country CEO is een raadsel; haar verhaal over hoe ze een absintlepel van Yves Saint Laurent heeft ontvangen redelijk debiel.
Toch vond ik haar stuk veel leuker dan Ludwig omdat ze wat meer de actieve speler in haar verhaal is dan hij (Ludwig verbaast zich ook over haar daadkracht), zelfs als ze vastgebonden zit (... als een soort verkrachting uit vrije wil) aan een bureau met een eierdopje op een vervelende plek.
Johan Tromp, CEO, S&M meester en vader Maar wat ze eromheen had verzonnen kwam uit Goede Tijden, Slechte Tijden. Natuurlijk kent Isabelle Johan Tromp, de gorillaman en CEO van Shell Sakhalin en de (vermoedelijke) verwekker van Ludwig. Sowieso kent iedereen iedereen in Otmars Zonen, en komt iedereen ook iedereen tegen, aan het randje van de wereld in Sakhalin. Daarmee leest het boek als een soap.
Ik vond Tromp, en de beschrijvingen van het bedrijfsleven in het algemeen, echt enorm clichématig, gedateerd en toch redelijk saai. Ook hoe hij reflecteert aan het eind van het boek op de S&M affaire met Isabelle was voor mijn gevoel ongeloofwaardig.
En dan eindigt het boek met een cliffhanger, nog verre van volledig af en met een joekel van een verhaallijn, over een onbekend stuk van Beethoven, onontdekt. Overall vond ik Otmars Zonen daardoor moeilijk te beoordelen, want de volledige vorm en bekroning van het bouwwerk van Peter Buwalda is nog onduidelijk.
Het leest als een trein en is duidelijk vakkundig geschreven, ondanks alle toevalligheden en ik wilde door en door lezen. Ik kom daarom op 3,5 sterren uit, naar beneden afgerond.
De nieuwe Buwalda. Er werd reikhalzend naar uitgekeken. De publicatie werd een paar keer uitgesteld, waardoor er nog reikhalzender naar werd toegeleefd. Dan moet je al stevig op je poten staan om nog aan de torenhoge verwachtingen te voldoen. Maar kijk: de nieuwe Buwalda wordt overal met lof overladen. Alsof iedereen zijn oordeel al op voorhand had gevormd. De nieuwe Buwalda, waar zo hard aan gewerkt werd, waar weer veel bloed, zweet en sperma aan te pas is gekomen tijdens het neerpennen van al die verbale acrobatiek, dat moét wel een meesterwerk zijn.
Wel, dat is het allesbehalve.
Jazeker, het is met verve en vaart geschreven, maar dan wel in een taal die niet de onze is. Het Nederlands van Buwalda is dat van een luide, zelfingenomen Amsterdammer. Het lijkt virtuoos, maar het is brallerig. Zijn personages zijn lulletjes rozenwater. Lul-de-behangers. Om het maar eens met een paar hoognederlandse non-woorden te zeggen. Of ze zijn het tegenovergestelde: perspectiefloze patsers met ballen in plaats van hersenen. Het is het één of het ander bij Buwalda.
Het verhaal schiet alle kanten uit, maar gaat nergens naartoe. Tenminste: nu nog niet. Want er moeten natuurlijk nog twee delen volgen. Als alles goed gaat, weten we over een jaar of (veer)tien waar het op uitdraait. Niet dat het ons nog interesseert, maar goed.
Er bestaat een woord voor het boek in het (Algemeen) Nederlands: 'Otmars Zonen' is protserig.
Of om Buwalda te citeren: "Zoek het maar uit met je kutboek. Met je kuttitel."
Mooi en filmisch geschreven, maar ik ga het boek niet beoordelen. Het is alsof ik een taartpunt heb gegeten in plaats van een afgerond, klein gebakje in een reeks van drie. Buwalda kennende zult u tot 2030 moeten wachten op mijn eindbeoordeling.
Ongelofelijk knap hoe verschillende verhaallijnen worden uitgesponnen, flashbacks daarin verwerkt zijn en het perspectief van personage wisselt. Het was echter net een autorit teveel die gebruikt wordt om terug te gaan in de tijd en de laatste wisseling in perspectief die mij deed afhaken. Nadat je afvraagt waarom je dit allemaal aan het lezen bent en het wel heel erg grey wordt, eindigt het verhaal zonder enige verdere uitwerking op een bank aan het einde van de wereld. Het is een Echt Geweldige Schrijfstijl die Buwalda hanteert, de uitwerking van het verhaal kon mij niet zo bekoren en liever had ik gewacht met lezen tot de trilogie was voltooid.
Negen jaar na zijn geweldig debuut “Bonita Avenue” komt Peter Buwalda eindelijk met een opvolger. Dat debuut kende ik destijds net (maar dan ook nét) geen vijf sterren toe omdat niet alle verhaallijnen even interessant waren. Het goede nieuws: dat probleem is hier opgelost. Alle verhaallijnen zijn geweldig. Elk personage interesseerde me. Er is geen pagina te veel. Dit boek was van begin tot eind genieten.
Ja, het boek is wat aan de mannelijke kant en hoogdravend. Macho-mannen, ambetante vrouwen, veel seks. Met als achtergrond de olie-business. En klassieke muziek. MAAR: Met dit soort personages, met dat fantastische taalgebruik van Buwalda is het allemaal zo groots, zo over-the-top dat je er gewoon helemaal in meegaat. En hoe hij naadloos springt van heden naar verleden en terug: heerlijk. Dit is gewoon onvergelijkbaar.
En ja, het verhaal is op het frustrerende af onaf. Het is het eerste deel van een trilogie (OK, ik was gewaarschuwd, dat hielp) maar van die twee gebeurtenissen waarvan je mag hopen dat ze toch nog in dit eerste deel zitten, is het er uiteindelijk maar één die het nog haalt voor het einde van het boek. En dan zelfs nog maar alleen de aanzet. MAAR: Wat een geweldige voorstelling van de personages, van de scène, wat een perfecte mise-en-place. Mocht ik kunnen, ik zou on-mid-del-lijk naar de boekhandel lopen voor het volgende deel. En nu maar hopen dat Buwalda niet opnieuw 9 jaar doet over het volgende deel.
Dit was mijn eerste kennismaking met Peter Buwalda; Bonita Avenue heb ik nooit gelezen omdat ik de neiging heb weerstand te bieden aan hypes, maar bij deze heeft de juiste promotie op mij toch wel invloed gehad. De eerste hoofdstukken deden me overwegen om alvast toch maar zijn eerste te bestellen; wat een taal, wat een zinnen, en vooral metaforen. Maar éénmaal wat verder in het boek raakte mijn enthousiasme toch wat bekoeld; meer nog vaak heb ik het - wel op een voorzichtige manier,om geen ezelsoren te maken - opzij gegooid. Wat een kil boek ook; in Elementaire deeltjes van Houellebecq is er zelfs meer tederheid te vinden. Niet dat ik per se hou van melige boeken, integendeel, ondanks het grote schrijftalent van De Grote Russen kunnen deze boeken me niet bekoren - te veel huilerige kindvrouwtjes met te romantische verwachtingen ga ik uit de weg - maar enige mate van verzachting moet er toch zijn. Meer dan twee derde gelezen overwoog ik zelfs om te stoppen. Gelukkig en dankzij de prachtige taal heb ik nu na het uitlezen van dit boek toch wel het gevoel een mooie leeservaring rijker te zijn en kijk ik zelfs uit naar het volgende deel met de overtuiging, toch zeker de verwachting dat de drie boeken als geheel het volledige plaatje tot maximale waardering zal brengen.
Het boek hangt aan elkaar van de metaforen van halve pagina's lang terwijl de personages niet uitgediept worden. Het lijkt alsof je het script van een dorpsklucht aan het doorploeteren bent. De schrijver doet denken aan Hans Kazan die trots met zijn volgende goocheltrucje aan komt, kijk eens wat een mooie metafoor er nu weer uit mijn hoedje komt. Het komt op mij pompeus over en ik was me er continu bewust van dat ik een boek aan het lezen was. Geen moment zat ik in het verhaal. Niets voor mij, veel te hoogdravend.
Maanden geleden dat een boek me zo gretig pages deed turnen (dat een groot deel daartussen middelmatige leeslijst-lectuur was hielp niet). Buwalda lijkt voor het eerste deel van zijn thrillerepos precies de invloeden uit de Nederlandse literatuur bijeen te hebben gesprokkeld die je nodig hebt om mij je verhaal in te slepen: van de bijna mythische vadersüche van Bordewijk en Hermans' sullige geograaf-hoofdpersoon tot AFTh's superkracht om elk oordopje of absint-lepeltje een pagina's-lang achtergrondverhaal te geven.
Vervolgens verweeft hij met de meest zwierende schrijfstijl de verwikkelingen van sadistische oliebaronnen, zelfdestructieve Beethoven-fanatici, radicaal rechtse columnisten en wraakzuchtige onderzoeksjournalisten — met perspectieven en tijdlijnen die binnen één alinea soepeltjes van een Siberisch Schiereiland naar Enschede-na-de-vuurwerkramp kunnen springen, en met hilarische metaforen over onvermijdelijke naaktslakken, bouquetromans en de pubertijd als 'Trojaanse Paarden'.
Nu moet ik wel toegeven dat in die lijst van invloeden ook de romans grootste zwakte ligt, want in al zijn klassiekheid is Otmars Zonen ook wel een typisch witte, masculiene tragedie geworden over de onvermijdelijke val van de Grote Man, plus maar liefst twee vrouwen die er heimelijk van dromen om seksueel gedomineerd te worden door de Grote Man in kwestie. Nu is het makkelijker om langs die mannelijke blik te lezen wanneer ik stiekem toch moet grinniken om vergelijkingen als 'een boezempje dat je alleen bij helder weer kon waarnemen', maar het valt na verloop van tijd op dat echt elk vrouwelijk personage gedefinieerd wordt door de seks die ze wel/niet heeft.
En dan is er nog die andere, onmogelijk niet benoembare kwestie: de onafheid van het alles. Uit de constante delays van Deel #2, gevolgd door vrij gemixte recensies en de vraag of deel #3 überhaupt wel gaat verschijnen, werd al steeds duidelijker dat Buwalda zichzelf in een hoekje had geschilderd. Maar ook zonder die retrospectieve kennis blijft er zelfs voor een eerste deel wel heel veel open: de precieze relevantie van Otmars andere (bloedgerelateerde) zoon binnen het overkoepelende narratief is nog steeds bijzonder vaag; het ski-uitje van Ludwig en misschien-vader Hans Tromp heeft honderden pagina's na de telefoonafspraak nog steeds niet plaatsgevonden; en ik zou je geen enkele thematische verklaringen kunnen vertellen voor waarom er twee verschillende Juliette's in het verhaal rondhangen.
Tegelijkertijd ligt in die oneindige, climaxloze opbouw (in dat opzicht is Buwalda's boek precies het tegenovergestelde van Ludwigs bedprestaties) ook iets fascinerend voorspellends. Ondanks het feit dat elk hoofdstuk aftelt van het openingshoofdstuk 111, waardoor Buwalda zichzelf in wezen gedwongen heeft om uiteindelijk bij 1 aan te komen, lijkt hij al tijdens het schrijven van dit boek doorgehad te hebben dat hij veel meer plezier heeft in het neerzetten van zijn pionnen dan het verder uitstippelen van een epische mozaïekvertelling.
Het duidelijkst komt dat naar voren in Dolf, die beweert dat hij het verloren gewaande derde deel van een Beethoven-opus heeft gevonden, waarvan muziekhistorici betwijfelen of het überhaupt heeft bestaan. In de bredere zin lijkt echter elk personage dat naar grootsheid streeft gedoemd te zijn om te falen: de geniale musicus die zijn carrière de grond inwerkt omdat hij niet kan samenwerken; de onderzoeksjournalist die al haar persoonlijke grenzen overgaat om vervolgens nooit tot de bekronende scoop komen; en de grote Shell-onderbaas die zijn beste jaren op de afgelegen Siberisch eiland moet bivakkeren.
Uiteindelijk is het personage dat het verhaal vrij ongeschonden doorkomt de middelmatige Ludwig, die zijn studententijd blowend, penis-squeezend en absint-pikkend doorbracht, braaf in zijn liefdeloze monogame huwelijk blijft hangen, en een semi-belangrijke baan heeft waarvan nooit echt duidelijk wordt wat die nou precies inhoudt.
Naast de eindeloze zijpaadjes (en de iets te vergaande obsessie met de klaarkomcomplicaties van de hoofdpersoon), spreekt er denk ik een sterke AFTh-inspiratie uit de Buwalda's tomeloze ambitie. Net zoals de personages in de nog altijd uitdijende Tandeloze Tijd- en Homo Duplex-cycli door de jaren heen steeds meer zijn gaan benadrukken dat het belangrijker is om te streven naar grootsheid dan het daadwerkelijk te bereiken, gaat Otmars Zonen zelf ook over de onmogelijkheid om het ultieme, perfect afgeronde meesterwerk te maken. Maar waar Buwalda's personages alleen maar ten onder kunnen gaan aan hun gefnuikte ambities, lijkt Buwalda zelf een oplossing te hebben gevonden: door gewoon hartstikke veel plezier te hebben in de (wellicht doodlopende) weg naar het einde, en de lezer constant mee te nemen in dat schrijfplezier. Ik twijfel er enigszins aan of De Jaknikker dit niveau gaat kunnen halen, maar fascinerend gaat het hoe dan ook worden.
Ludwig és Isabelle tulajdonképpen semmiben sem hasonlítanak. Előbbi valami középkategóriás lótifuti a Shell olajkonszernnél, akinek mérhetetlen frusztráltsága alighanem abban gyökerezik, hogy nem-zseniként zsenik között nőtt fel - egyik mostohatestvére konkrétan a világ tán legjobb, de legalábbis legzabolátlanabb zongoristája. Isabella ezzel szemben ijesztően okos és egyben ijesztően ambíciózus oknyomozó újságíró, akinek nevétől izzadni kezd a vállalati fejesek hóna alja. Az egyetlen közös bennük a fétisük. Akit úgy hívnak, hogy Hans Tromp. Ludwig sosem látott nemzőatyját sejti benne, Isabelle pedig valamiféle abszrakt démont a múltból, a földi igazságtalanságok jelképét. És mivel ez a Tromp épp Szahalinon éli a csúcsvezető olajbárók életét, törvényszerű, hogy Ludwig és Isabelle is feltűnik e csupasz, jeges szirten, amit Isten nyilvánvalóan akkor alkotott, amikor a Teremtés utolsó napján már tele volt a bukszája mindennel, meg amúgy is: elfogyott a kávé.
Franzeniánus ihletésű epikus próza, ami az emberi kapcsolatok mélyét kurkássza - vannak például benne remekül kidolgozott stratégiai mellékszálak, amelyek ott lifegnek a fősodor oldalán. Ezek a mellékszálak (és mellékszereplők) látszólag nem tesznek hozzá sokat a központi mondanivalóhoz, de valójában a felépítmény integráns részei - mind arra szolgál, hogy a komplex egész lélegző, organikus szerveződésként hasson. Buwalda ezek megalkotásában kiválóan teljesít, mind figurái, mind másodlagos eseményei élményszámba mennek.
Mégis: a szövegből árad valami hidegség, valami idegenség. Ami elsősorban abból fakad, hogy a regénynek szinte egy szereplője sem akad, aki ne érdemelné meg, hogy legóba lépjen. Itt van például Isabelle, akit minden képessége arra predesztinál, hogy elnyerje a szimpátiánkat: az igazság lángpallosos lovagja, aki a rothadó kapitalizmus Godzilláira feni a fogát. Aztán mégis olyan döntéseket hoz, hogy szinte lehetetlen kedvelnünk őt - mintha lépten-nyomon feláldozná a hétköznapi morált valami nagyobb, absztraktabb morál oltárán. (Ludwigról ne is beszéljünk - Ludwig néha egyenesen hülye. Amikor megpumpolja lakótársa abszintját, majd a hiányzó mennyiséget mosogatószerrel tölti fel, mert ugye az is zöld... hát azt a kimagyarázhatatlan klinikai idiotizmus tipikus esetének látom.)
És azt hiszem, a hidegséget növeli a regényszerkezet fésületlensége, töredezettsége is. Buwalda helyenként kifejezetten követhetetlen idő- és térbeli ugrásokkal dolgozik, bizonyos szálakat pedig mintha megunna végigírni - itt van például Ludwig, akinek egészen váratlanul engedi el a kezét. Nem is az, hogy főszereplőből statisztává fokozza le (ezt speciel szellemesnek éreztem), hanem valahogy nem futtatja ki a történetét sehova. Mintha maga a szerző is úgy lett volna vele, hogy aki abszintot mosogatószerrel kever, az nem érdemli meg, hogy szavakat fecséreljünk rá.
Összességében az a fajta nagyregény, amit jó olvasni, visz magával, de van benne egy lyuk, valami hiány, ami megakadályozza az élmény teljes virágba borulását.
Ik kan hier weinig over schrijven. Ben na 1/3 gestopt. Het boek ligt me totaal niet, ik geraak er gewoonweg niet bij betrokken...misschien moet ik een beetje meer doorzetten maar ik vind het tot hiertoe zo ontzettend saai, dat ik het toch maar wegleg. Zo jammer maar ik vrees dat wel meer mensen, die Bonita Avenue ook fantastisch vonden, dezelfde leeservaring als ik zullen hebben met Otmars zonen.
Ik heb mezelf tot het midden van dit gekunsteld, lelijk gedrocht gesleurd. Ik geef het op, het testosterongehalte maakt me onpasselijk en ik heb er al teveel tijd aan verkloot. Mijn mening over dit uitermate ontgoochelend proza van een nochtans gelauwerd schrijver? Om het in Buwalda's stijl te verwoorden: wat een kutboek!
Haha deze review zat er aan te komen. Maar ik weet vrij zeker dat ik zoveel te zeggen heb dat het ofwel te chaotisch wordt, te lang wordt, of dat ik hierna nog meer aanvullingen heb die ik niet helemaal erin heb kunnen verwerken.
Laten we beginnen met mijn eigen statement aan het begin van het jaar. Toen verklaarde ik zonder twijfel "Ik ga geen ratings meer geven aan boeken die ik voor school moet lezen want dat begint altijd al negatief." Daar ga duidelijk tegenin door hier een ster te geven. Dit komt omdat ik geloof dat een boek lezen voor school alsnog positief zou kúnnen zijn. En omdat ik dit boek hoe dan ook niet goed had gevonden. Mijn logica hiervoor was "het is niet iets wat ik zelf zou willen lezen, ik ben niet de doelgroep, dus mijn recensie zou daardoor ook minder belangrijk zijn." Het punt is echter dat ik, en mijn leeftijd genoten- dit boek wél voor school kunnen lezen. Dat betekend dus dat iemand besloten heeft dat het een goed boek was voor onze leeftijd/ niveau en dus dat we op een bepaalde manier wel de doelgroep zijn. Nou zou mijn kritiek misschien meer gericht moeten zijn op het Nederlandse systeem en de persoon die deze lijsten maakt, maar daar gaat deze recensie niet over. Kortom, ik geef alsnog mijn mening want ook boeken voor school moeten en kunnen interessant zijn of zelfs leerlingen motiveren om meer te lezen en dit boek slaagde daar (voor mij) absoluut niet in.
Het eerste waar dit boek voor mij de mist in ging was het verhaal. Ik zou mezelf zelfs afvragen; welk verhaal? Het boek gaat over de meerdere zonen van Otmar, twee daarvan hebben de naam Dolf. De echte hoofdpersoon wordt daarom voor het grootste gedeelte Ludwig genoemd. Hoewel er duidelijke thema's in het boek terug komen is de verhaallijn zelf erg... Uhm... onduidelijk? Het zit vol flashbacks en vaak stopt het verhaal om lange omschrijvingen van muziekanten te geven en uitgebreide feiten en informatie te verspreiden. Ik vond het vooral erg verwarrend. De reden dat ik het lastig kon volgen is misschien ook deels door de personages, die eigenlijk allemaal verschrikkelijk waren. Een van de themas was macht en eigenlijk was wel duidelijk dat alle personages enorm bezig waren met het krijgen van macht, hoger op komen in hun eigen bedrijf en vechten tegen zussen en broers. Niemand was echt sympathiek en daardoor wilde ik het boek tegen ze aan gooien en ze ermee de grond in slaan.
En dan komen we hiermee natuurlijk gelijk op het grote probleem. Het probleem waar mijn leraar me opeens voor besloot te waarschuwen, de dag voordat ik mijn verslag moest inleveren (thanks.). Namelijk dat dit boek (in zijn woorden) "De fifty shades van de Nederlandse literatuur is." aha. Herinner me er aan dat ik vanaf nu alleen nog boeken van vrouwelijke auteurs lees voor Nederlands. Als je perse zulke scene's erin wil hebben, prima. Het is volwassen literatuur, niemand houdt je tegen. Maar moet dat dan zo vrouwonvriendelijk, gewelddadig en seksistisch zijn? (Nee.)
De schrijfstijl was ook erg langdradig en ingewikkeld. Vol lange omschrijvingen en ZOVEEL afdwalingen.
Ik weet dat dit nog lang niet alles is wat ik er verschrikkelijk aan vond, maar mijn brein probeert dit trauma al te verwerken door het zoveel mogelijk te vergeten. Ik weet zeker dat sommige literatuur snobs, die alles waar geen woordenboek voor nodig is te 'simpel' noemen, hier lovende woorden over zullen hebben en zullen zeggen dat ik niet de 'intelligentie' heb om dit 'meesterwerk' te waarderen, maar als VWO 5 studenten niet goed genoeg zijn voor dit boek stel ik voor dat het van de lijst wordt geschrapt.
(ps natuurlijk respecteer ik ieders mening en is het heel fijn voor iedereen die dit leuk vond blablabla pss als iemand nog goede boeken heeft voor Nederlandse literatuur lmk.)
Ik vind eigenlijk dat Buwalda zichzelf - in Bonita Avenue, en in dit boek ook - te veel toeval toestaat om zijn personages bij elkaar in een ruimte te krijgen. Dat op een afgelegen Russisch eiland vol olie de grote Hans Tromp oog in oog komt te staan met de zoon die hij ooit in de steek liet, terwijl op hetzelfde moment een journaliste met wie hij een verleden heeft er ook is, en dat die twee - de journaliste en de zoon - elkaar dan weer kennen van de studietijd, en dat ze dan óók nog samen op een hotelkamer komen te liggen… het is te veel, hij duwt zijn personages op het ongeloofwaardige af tussen vier muren.
Maar nog meer dan bij Buwalda Avenue was ik bereid dat voor lief te nemen om hoe het geschreven is. Op zins- en alinea-niveau valt er heel veel te genieten en te bewonderen. Op sommige momenten schoot ik in de lach om hoe goed, en vaak grappig, het geschreven is. (Dat slot van hoofdstuk 81!)
Van een plot is eigenlijk maar deels sprake. Eigenlijk gebeurt er in de tegenwoordige tijd van dit boek vrij weinig; heel erg veel is backstory, de personages denken terug aan wat voorafging zodat de lezer het ook meekrijgt. De echte actie moet nog komen. Ik vond het merkwaardig om bij mezelf te merken dat ik het tegen het einde niet sneller, maar juist langzamer ging lezen. Omdat dit het eerste deel van een trilogie is, en ik dus al wist dat ik niet richting een ontknoping las, maar een cliffhanger.
In Otmars Zonen worden vooral - op hoogst vermakelijke manier dus - de pionnen neergezet, de posities ingenomen. Nu is het wachten op het volgende deel.
Disapointed. It is not a bad book, but it is way too long for the plot: not a lot happening, no real people. Some parts are really good, others are very boring... It is possible that it just is not my world, corrected: it is not my world. It all leads to nothing and the female characters are definitively caricatures. The worst thing is spending time on reading over 600 pages and finding out there will be a part 2 and 3. This explains of course why it might feel like a messy book with a lot of loose parts. It would have been interesting to know before I began..
On the positive side: the writing is very beautiful.
Prachtig verhaal, mooi geschreven, zeer lezenswaardig. Een pageturner op Niveau... Is Peter Buwalda op weg richting A.F.Th.??
Citaat “ ‘Ben jij het met mij eens, Johan, dat wij een dief onder ons dak hebben?’ (...) ‘Gaat u de politie bellen, papa?’ ‘Dat zou het goede zijn om te doen, ja.’ Na een stilte: ‘Als iemand je naar die postzegels vraagt, Johan, ook als het een politieagent is, dan zeg je dat je ze van mij hebt gekregen. Maar beloof me dat je zolang je hier woont nooit meer iets steelt. (...) En als je later,’ hoorde hij dicht bij zijn oor, ‘wanneer je een volwassen man bent, toch vals wil zijn, en gemeen, en oneerlijk...’ ‘Het spijt me, papa.’ Zijn vader schudde zijn hoofd. ‘...zorg er dan eerst voor dat je belangrijk bent. Voor belangrijke mensen gelden andere regels. Zorg ervoor dat je het ergens, maakt niet uit waar, voor het zeggen hebt.’ “
Soort boek Om Otmars Zonen volledig te appreciëren, vind ik het fijn om me te realiseren wat voor soort boek dit is. Sommige boeken lees je om er iets van te leren, op psychologisch of filosofisch gebied bijvoorbeeld; sommige boeken lees je vanwege de maatschappijkritiek; sommige vanwege erudiete toekomstvisies over technologie, samenleving en metafysica (de betere scifi); weer andere boeken lees je vanwege het verhaal. Voor mij is Peter Buwalda een verhalenschrijver. En wat voor één: eerst Bonita Avenue en nu Otmars Zonen, ik vind het Verhalen met een grote V. Natuurlijk gebeuren er allemaal onrealistische dingen in, zitten er toevalligheden in die ‘bigger that life’ zijn, zijn de namen van de personages spitsvondig, de locaties excentriek etc etc; dat zijn allemaal kenmerken van een Verhaal. Als je daar kritiek op hebt, dan klinkt dat bij mij alsof je vindt dat David Hockney onrealistische kleuren gebruikt... wel, daar gaat het nou juist om.
Schrijver Wat Otmars Zonen tot een Verhaal maakt, maakt Peter Buwalda tot een Schrijver. Buwalda goochelt met woorden, zinnen, passages, meervoudige verhaallijnen, beelden en metaforen alsof het hem moeiteloos afgaat. Dat is voor mij een kenmerk van een Schrijver, dat het argeloos lijkt, terwijl je best wel weet dat ook Buwalda hard voor dit resultaat heeft gewerkt. Waarschijnlijk heeft hij eindeloos zitten puzzelen met het plot, met de personages en locaties, met interessante en een beetje excentrieke ‘werelden’ (vorige keer de Universiteits- en pornowereld, dit keer de olieindustrie en de klassieke muziek) etc etc. Op pagina 498 beschrijft Buwalda het zelf: ’Shell maakt indruk, zelfs onder SP’ers en veganisten. Olie is belangrijk, olie is banaal, gevaarlijk, omstreden, onmisbaar. Olie is corrupt, technisch, internationaal, fout, begeerlijk. En, net als hijzelf, bijna op.’ Daarom zit dit boek dus in de Olie. Ik vind Buwalda’s taalgebruik vloeiend, vaak geestig en over het geheel erg leesbaar, zijn beelden gevat en geestig. Ik las dat sommigen boos waren dat aan het eind van dit boek nog geen van de verhaallijnen is opgelost; ik denk: gelukkig, nóg twee boeken te gaan. Als Buwalda ook die boeken op dit niveau schrijft, dan vind ik dat we te maken hebben met een nieuwe A.F.Th..
Seks Trekt u zich vooral niets aan van moraalridders die klagen over de seksscenes in dit boek. Bonita Avenue bevat die ook, en niet bepaald preuts. Ze geven sjeu aan het verhaal en het zijn er weinig. Otmars zonen zou vrouwonvriendelijke gewelddadige seks bevatten - wel, eerlijk gezegd vind ik veel van de psychologische strijd in het boek gewelddadiger dan de sporadische seksscènes. Plus, de seks waaraan gerefereerd wordt, vindt plaats met wederzijds instemmen, dus zo vrouwonvriendelijk wordt het niet beschreven - dat (wederzijdse instemming) kan zeker niet worden gezegd van het valse gedrag van vrouwelijke personages dat bij vlagen ronduit manonvriendelijk is: ’Hij haalt hortend adem. (...) Hij drukt haar weg. Weg ermee. Weg met haar. Leeggezogen, vernederd, doodmoe.’ Wie hoor ik over het wangedrag van agressieve egoïstische vrouwen die mannen leegzuigen in dit verhaal?? Precies. Resteert het argument dat de seksscènes uit een mannelijke fantasie ontsproten en mogelijk in de werkelijkheid geen vrouwelijke goedkeuring zouden kunnen wegdragen... tja, geen idee, ik heb er geen ervaring mee. Lieve mensen, dit is een roman en bij romans hoort dichterlijke vrijheid; seks hoort bij het leven, laten we daar nou eens niet preuts of kleingeestig over doen; seks geeft sjeu aan een roman; ik vind de seks in deze roman goed in het verhaal passen. Lieve mensen, omarm het, of lees die enkele passages gewoon ietsje oppervlakkiger door...
? Leeskring Leiderdorp 🤔Iedereen van mijn leeskring was enthousiast over dit lijvige boek (1e deel van in totaal 1800 pagina's), maar voor mij was het een worsteling om door te komen. Bij pagina 200 wisselde het vertelperspectief. Toen werd het weer even wat aardiger, maar het verhaal en de manier van schrijven sprak mij niet aan. Misschien heeft het ook met het thema "wraak" te maken, dat mij niet aansprak, maar ik ben nog steeds heel enthousiast over de leeskring dus ik ga waarschijnlijk de andere 2 delen later ook lezen en heel misschien gaat mijn mening dan nog een sterretje vooruit... MW 8/2/21 Afgelopen maand een interview van Eus met Peter Buwalda gezien. Buwalda zei een perfectionist te zijn en dat mede daardoor het 2e deel zo lang op zich laat wachten. Hij zei bij die gelegenheid dat de planning is dat het 2e deel in maart 2025 gepubliceerd gaat worden. Ik ben er nog steeds niet enthousiast over, maar als mijn leeskring dat volgend jaar wil, ga ik het zeker met hen lezen en waarschijnlijk het eerste deel vluchtig ook nog even... MW10/1/25 De Ja-knikker is er nu. Misschien moet ik Otmar's zonen nog eens overlezen voordat we het vervolg in mijn leeskring Leiderdorp gaan lezen en bespreken... MW3/10/25
O, wat heb ik dit graag gelezen! Wat heb ik met de oliebusiness? Niks. Met klassieke muziek? Ook al niks. Maar hoe Buwalda zijn personages neerzet: precies, gekleurd, genuanceerd... Daar heb ik wel iets mee. Wéér heeft hij me liggen gehad. Me sneller laten lezen dan ik eigenlijk wil. Hij is een meesterlijke verhalenverteller. De woorden die hij kiest, de sfeer die hij schept, de scherpe dialogen: ik heb er zo van genoten! Zo komt het dus dat ik dit boek dubbel gelezen heb. Eerst snel, omdat ik me liet meezuigen in de draaikolk, daarna traag, omdat ik de prachtige zinnen wilde savoureren. Zo ging het hoofdstuk na hoofdstuk. Ik kan niet wachten om het tweede deel te dubbelen!
Het boek was prima hoor, maar wanneer gaan Nederlandse mannelijke auteurs nou niet eens gewoon in therapie in plaats van hun seksuele frustraties neer te pennen. Dat zou de Nederlandse literatuur erg veel goeds doen.
Ja, ik ga hier niet de inhoud vertellen, want dat is o.a. door @Henk zeer uitgebreid gedaan.
Het boek laat veel vragen open, niet alleen aan het einde, maar algemeen. Wat is het doel van dit boek? In hoeverre is het een "afrekening" met een probleem of woede dat de schrijver heeft? Is het gebaseerd op een ware gebeurtenis? Alles vragen die tijdens het lezen continue door je hoofd gaan. Maar toch was het een goed boek. Ik had moeite om er in te komen. Veel scenes waren met veel gevloek en ruzie, en daar houd ik niet van. Er spreekt een behoorlijke woede uit het boek. Is volgens mij ook niet nodig voor goede literatuur. Later liep het beter, maar omdat het een eerste boek uit een trilogie is, vond ik het onbevredigend, dat het eigenlijk geen einde had. Vooral ook omdat de volgende delen nog niet daar zijn.
De rol van het Absinthlepeltje, dat voorop staat, en eigenlijk door het hele boek verweven is, is nog onduidelijk.
Wat was goed aan het boek? De taal was mooi en leest goed. Een paar karakters zijn goed uitgewerkt, maar vooral de vertellijnen die steeds vervlochten zijn, zijn heel geraffineerd.
Wat vond ik minder goed? Nu niet overal gebeurt veel in het boek, dus een paar pagina's minder had ook gekund. Verder zijn de vrouwen er niet erg positief uitgekomen. (een zeer slecht vrouwenbeeld van de schrijver). Maar dat geldt ook voor een paar andere dingen.
Ik ben blij dat ik het gelezen heb. Het is zeker een aanwinst voor de nederlandse literatuur, maar het hangt nog wel een beetje af van de volgende delen.
Dit overwegend positievw gevoel heeft tot 4 sterren gevoerd.
I've spent a long time with this Buwalda book, logging it around to all kinds of places. As with most of these rather long books, they take up a place in your life, not only as far as the story goes, but also in terms to time investment and sheer physical presence. I did not regret any of the time I spent with 'Otmars zonen', although it was, at times, challenging to launch myself into reading it again.
Most of this, I believe, stems from the lack of emotional pull this novel had on me. Usually, the novels I enjoy do something to me - they make me sad, they make me happy, they make me appreciate some sort of forgotten aspect of my life or, sometimes, they make me angry. None of that really happened with this novel, which starts of as a story about a difficult youth but branches off into the story of an ambitious yet vengeful young journalist, an oil magnate and an brilliant yet mentally troubled pianist.
So no emotions, then. At least, not on the surface level. What impressed me about this book, though, is the sheer skill and control of Buwalda, as he unfolds a complex and intellectually stimulating story about power, jealousy, sexuality and desire. Somewhat befittingly, Buwalda steers clear of solutions, of explanations, of flagging down his characters into archetypes.
I find it hard to say much more about this novel, at this point, except to underline the exceptional writing that is at display throughout. If I knock off one star, it is mainly because my appreciation for this book is probably mostly ... rational. I have to be honest - I probably won't ruminate about this book for months on end. But it is a quality read, and I am (patiently!) looking forward to the next two installments in this story cycle.
Bonita Avenue vind ik een gewaagde, on-Nederlandse roman en ik heb er zeer van genoten. Otmars zonen vind ik wat dat betreft wat minder. Zeker, de mooie zinnen en observaties zijn er weer. De personages komen op mij echter minder overtuigend over. Het boek pakte me daardoor wat minder. Ik heb begrepen dat er nog een tweede en derde deel aankomen dus ik zal een eindoordeel reserveren voor na het derde deel. Drie sterren ("I liked it") voor het boek geeft aan dat het voor mij zeker de moeite waard was om te lezen maar de vier sterren van "I REALLY liked it" haalt het net niet.
Eindelijk uit. Het verhaal kom heel traag op gang en als het dan eindelijk - de laatste honderd bladzijdes - op gang komt, blijkt dat het verhaal niet af is. Geen nomaal open einde, maar gewoon niet af. Er komen blijkbaar nog twee delen. Delen die ik vermoedelijk maar aan me voorbij laat gaan.
Het is naar mijn smaak allemaal wat te gekunsteld (bijv. een paar zinnen die verwijzen naar “Bonita Avenue”).
Het was een worsteling om door dit boek te komen. De personages vond ik onsympathiek. De verhaallijnen niet boeiend en alles werd enorm uitgesponnen, maar dat maakte voor mij de kwaliteit van de roman niet beter. Erg saai. Ik wil meestal een verhaal uitlezen, maar ik twijfel of ik me door nog twee delen heen ga worstelen