We leven in borderlinetijden. In de psychiatrie is borderline vandaag met voorsprong de vaakst gestelde diagnose. Bovendien is de lijn tussen patiënten en niet-patiënten flinterdun. Zijn wij collectief op weg naar ziekte en ongenoegen? Psychiatrie is de spiegel van de wereld waarin we leven. Dirk De Wachter schetst borderline dan ook als een maatschappelijk ziektebeeld. Eén conclusie staat als een paal boven water: In onze westerse maatschappij zijn de symptomen van borderline niet ver te zoeken. Meer nog, ze kenmerken onze leefwereld. Wij zijn ons brein in de tijd. Gelukkig zijn er andere, meer hoopgevende signalen met vooruitzicht op herstel. Onze wereld lijkt aan een grens te staan. Mensen verzetten zich uitdrukkelijk tegen de symptomen. Hechting, engagement, solidariteit en gemeenschapszin zijn waarden die broodnodig zijn om weerwerk te bieden tegen de huidige borderlinegesteldheid van dreigende verbrokkeling, impulsiviteit en zinloosheid.
Ik heb dit boek gelezen in het kader van een opdracht voor de lerarenopleiding: het maken van een lessenreeks rond het gezin en hechtingsproblemen.
Het enige wat ik over dit boek kan zeggen is: gooi het in de vuilbak!
De auteur doet niet anders dan alle huidige tendensen in de maatschappij negatief beoordelen en kaderen in wat volgens de psychologie de 10 kenmerken zijn van borderline. Nergens in het boek staat ook maar één argument voor zijn stellingen. We moeten het maar doen met citaten van collega's uit De Standaard, citaten van Michel Houellebecq, etc.
Hoewel hij meermaals beweert dat het vroeger niet beter was, grijpt hij toch telkens terug naar voorbeelden uit het verleden om aan te tonen wat we nu allemaal aan het verprutsen zijn. O wat was het vroeger leuk om op zondag naar de mis te gaan om Jan, Piet en Paul te ontmoeten achteraf. Zonder geloof in God zijn we ons referentiekader kwijt. Zonder kerngezin weten we niet meer wie we zijn. Dankzij facebook gaan we allemaal kapot.
Als we De Wachter mogen geloven dan zijn we allemaal borderline patiënten, egoïstisch, belust op direct genot, ontembaar agressief, compleet onthecht en binnenin leeg.
Het is niet omdat De Wachter status heeft als psychiater-therapeut dat hij zo maar even de autoriteit wordt om een maatschappij-kritische analyse te maken. Heel het boek lang heb ik me geërgerd. Ik voel me totaal niet aangesproken door zijn stellingen.
Iemand die een positie heeft aan een universiteit zou moeten weten dat wetenschap niet gebeurt via krantenartikels, maar via onderbouwde argumenten die daarna getest moeten worden.
Ik heb zelden een boek gelezen waar ik het zo mee eens was, maar dat tegelijk zo'n enorme opgave was om het te lezen. De analyse is correct, hoewel eerder (en beter) gemaakt door anderen heb ik het idee dat het een volledige analyse is. Echter heeft de insteek van het boek, het uitgangspunt is 'de samenleving heeft borderline-achtige trekken' weinig toegevoegde waarde, behalve dat het provocatief is en De Wachter veel media-aandacht heeft opgeleverd. (Nog altijd is De Wachter een veelvoorkomende figuur op de Vlaamse tv.) Bovendien is het ook fundamenteel verkeerd om deze insteek te kiezen, aangezien hij in het begin beweert een 'fenomenologische' analyse te maken. Fenomenologie wil nu juist zeggen dat je jouw oordeel (in dit geval: 'de samenleving lijkt aan borderline te lijden') opschort en je puur richt op wat je waarneemt. Dit is precies níet wat De Wachter doet. Zijn oordeel is klaar, het verhaal hieromheen gestructureerd.
'Gestructureerd' is hier overigens een groot woord: de hoofdstukken lijken weliswaar over één aspect te gaan, maar het verhaal schiet alle kanten op. Hier een verwijzing naar een volgend hoofdstuk, daar een naar een vorig, dan weer een citaat van Stefan Hertmans, een terloopse opmerking, dan weer een ander zijpad... ik had vaak weinig benul meer van waar het nu precies over ging. Vele verwijzingen worden gegeven naar artikelen in (weekendbijlages van) De Morgen en De Standaard, wat doet vermoeden dat de auteur zich niet bepaald heeft vermoeid met een wetenschappelijke literatuurstudie. Zijn verhaal illustreert hij rijkelijk met citaten van Houellebecq, Hertmans, en Verhaeghe. Deze zijn niet alleen storend, maar contrasteren ook nog eens vrij pijnlijk met de onbeholpen wijze waarop De Wachter zelf de pen hanteert. Van het gebruik van 'wij' terwijl de schrijver 'ik' bedoelt ben ik ook niet gediend.
In het laatste hoofdstuk komt de auteur met een uiteenzetting van Levinas' ideeën, totaal overbodig en niet verhelderend. De negatieve analyse komt daarmee, maar ik blijf zitten met een gevoel van leegte. De vraag 'hoe kunnen wij ons individueel verhouden tot de maatschappij en elkaar?' wordt niet beantwoord, terwijl De Wachter daar als psychiater ongetwijfeld zijn ideeën over heeft. Wanneer je zo'n uitgesproken negatieve mening hebt doorheen het boek, hoort daar naar mijn mening ook duiding bij over hoe wij zelf zaken anders kunnen doen/beschouwen, waardoor we er zelf, maar ook als samenleving, iets positiever uit zouden kunnen komen.
Mijn moeder groeide op in een Limburgs dorpje in de jaren vijftig. Meisjes mochten geen broeken dragen, enkel rokken. Ze mochten niet gezien worden terwijl ze met een jongen praatten. Was het jongste kind van het gezin een jaar oud, dan kwam de pastoor polsen waar het volgende bleef. Mijn grootmoeder was doodsbang op haar huwelijksnacht omdat ze geen idee had wat er ging gebeuren.
Toch is het naar deze tijd dat Dirk De Wachter terug verlangt in zijn boek Borderline Times. De tijd dat Jan, Paul en Piet nog een pint konden pakken na de zondagsmis en mannen gewoon, heerlijk simpel, het beroep van hun vader overnamen, terwijl meisjes allemaal huisvrouw werden. Een stressvrij, zorgeloos bestaan, quoi.
Natuurlijk, De Wachter benadrukt af en toe dat 'we ook niet terug naar vroeger moeten willen'. Maar waar we dan wel heen moeten, dat blijft onduidelijk. De Wachter beweert dat hij, in tegenstelling tot de Britse conservatieve auteur Theodore Dalrymple (die overigens veel beter en erudieter schrijft) wel hoop en oplossingen biedt, maar welke dan? In een hoofdstuk heeft hij het bijvoorbeeld over de onduidelijkheid van de sekserollen vandaag, waardoor mannen en vrouwen niet meer weten hoe ze zich moeten gedragen. De oplossing van De Wachter? 'Mannen moeten geen vrouwen willen worden en vrouwen moeten geen mannen zijn. Laten we elkaar gewoon graag zien. En blijven lachen.' Wat bedoelt hij daar in godsnaam mee?
Daardoor wordt het boek eigenlijk gewoon een pessimistische opsomming van allerlei mistoestanden in de maatschappij, die eerder journalistiek aandoen dan wetenschappelijk. De Wachter geeft twee voorbeelden van zinloos geweld en meent daarmee te hebben bewezen dat dat fenomeen toeneemt (in de zo geïdealiseerde jaren 50 namen zeer veel mannen standaard hun mes mee op café, maar kom). Hier en daar duiken er cijfers op, maar als dat cijfers zijn die op een positieve trend wijzen (minder drankgebruik bij tieners), dan kunnen die volgens De Wachter niet kloppen. Dat onzuivere denken vertaalt zich ook in het veelvuldige gebruik van 'aanhalingstekens', soms vijf per bladzijde. Dat we allemaal eens moeten 'nadenken' over de 'voordelen' van 'zelfontplooiing': daar moet een eindredacteur toch ingrijpen.
Niet dat ik de premisse van het boek niet origineel vind, en net als De Wachter bewoner ik de veelvuldig geciteerde Michel Houellebecq. Heel veel van De Wachters bezorgdheden zijn ook de mijne - maar dat is logisch, als je gewoon honderden problemen in een boek propt.
Nee, laat dat geweldige vroeger (dat trouwens ook maar een momentopname in de geschiedenis was) maar zitten - ondanks alle problemen, twijfels en verwarring zijn we volgens mij vandaag beter af.
Burn it. If you look at the other 1 star reviews you'll know why. I am not going to put my time in writing a bad review because this book doesn't deserve it and it has already taken enough time out of me to read this. I regret not DNF'ing it.
Dit boek had wat slechte reviews hier. Daardoor was ik toch wat huiverig om aan het boek te beginnen, maar mij is het heel erg meegevallen. Voor een non-fictie leest het erg vlot en ik heb dit boek dan ook in een vrij korte tijd uitgelezen. Ik vind veel van de punten die Dirk De Wachter erg herkenbaar. Hoewel het boek al weer een aantal jaren oud is, zijn de punten die hij beschrijft nog steeds actueel. Twee minpunten. Hij heeft het soms over wij terwijl daar eigenlijk ik had moeten staan, maar wellicht is dat iets typisch Vlaams. Ook vind ik het jammer dat hij niet echt met oplossingen komt. Hij vergelijkt de huidige maatschappij regelmatig met die van vroeger. Dan benoemt hij dat bepaalde dingen destijds beter waren, maar dat die ook nadelen had. Dus hij wil niet terug naar die tijd. Toch komt hij - op een paar voorbeelden van anderen na - niet echt met suggesties hoe het dan wel zou moeten. Dat is jammer. Ik snap dat dat lastig is en er ook niet altijd een pasklaar antwoord is, maar nu bleef ik toch een beetje met een onbevredigend gevoel achter. Toch heb ik het boek verder met veel plezier gelezen en is het goed dat hij bepaalde zaken aan de kaak stelt. Maar goed dat ik me niet heb laten leiden door die slechte reviews.
Nou, dit was een teleurstelling. Ik verwachtte me aan een wetenschappelijke analyse van de heersende sociale en maatschappelijke tegenstrijdigheden en problematieken, maar niks van dat.
Het lijkt erop dat dhr. De Wachter jarenlang een dagboek heeft bijgehouden met onsamenhangende verzamelingen van observaties en hersenspinsels en nu tracht om deze op een coherente manier tot een allesomvattende maatschappijkritische visie aan de wereld voor te stellen. Laten we het eufemistisch omschrijven en zeggen dat hij niet helemaal geslaagd is in zijn opzet. Niks van wat hij vertelt is wetenschappelijk onderbouwd; hij vertrekt van zijn eigen (redelijk gesloten) visie en kijk op de maatschappij, waardoor het onmogelijk is om tot een objectieve analyse hiervan te komen. Hierdoor was het boek voor mij één lange enerverende, chaotische soep van kortzichtige stellingen en tegenstrijdigheden, geschreven door een vroeger-was-alles-beter-pessimist. Ik denk niet dat ik mij ga wagen aan zijn tweede boek, als is het maar om zijn frustrerende schrijfstijl te vermijden.
Na 150 pagina's heb ik dit boek aan de kant gelegd; ik ergerde me dood aan de vele herhalingen en aan alle citaten en feiten uit kranten. Er staan nauwelijks of geen originele ideeen in dit boek en oplossingen, suggesties of andere positieve bijdragen staan er trouwens ook niet in. Wat een domper.
Ben het met vele stellingen oneens en onderbouwingen zijn mij veel te anekdotisch, maar de onderwerpen zijn razend interessant en enorme stof tot nadenken.
Dirk De Wachter weet heel goed waar hij over schrijft en ieder woord lijkt afgewogen te zijn en zo zijn discours kracht bij te steken. De maatschappij onder de loep genomen, en vreemd hoe die -op het eerste, oppervlakkige gezicht- in een kleine tien jaar sinds hij dit boek uitbracht nog niet meteen veranderd is. Het is onze plicht als mens om hieraan te werken, voor elkaar, voor ons. Volledige review spoedig op de blog, ploppertjes!
Zeer interessante kijk op de maatschappij die alleen maar je blik kan verruimen. Ondanks dat het soms heel pessimistisch geschreven is en je niet met alles akkoord kan gaan (maar dat hoeft ook niet) is het wel ontzettend boeiend!
Arnon Grunberg op de achterflap heeft gelijk: je hoeft het niet altijd en overal met Dirk De Wachter eens te zijn, "ik vind dat u zijn boek moet lezen. De Wachter is intelligent en erudiet, schrijft goed, en hij neemt de romankunst serieus. Hij prikkelt tot stellingname."
Goed gevonden uitgangspunt: in het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, "het receptenboek dat wereldwijd gehanteerd wordt om het psychiatrisch lijden een naam te geven", wordt gesteld dat de diagnose van borderline gemaakt kan worden als de patiënt tenminste 5 van 11 symptomen vertoont die opgesomd worden. DDW stelt dat de maatschappij, de wereld en zijn bevolking, lijdt aan alle 11 de symptomen, en hij neemt de lezer mee op een overzicht van die symptomen. Vandaar dat niet alleen steeds meer mensen "borderline" zijn, maar eigenlijk de tijden waarin we leven ook.
Hij doet dat inderdaad in een knappe, heldere stijl, met veel verwijzingen naar filosofische, sociologische, psychologische en literaire bronnen. Hij schrijft in het begin dat hij geen cultuurpessimist wil zijn, maar daar neigt zijn betoog - op de laatste 2 hoofdstukken na - toch wel heel erg naar. Een "vroeger was alles beter" toon steekt toch wel regelmatig de kop op. Tja, je kan hem geen ongelijk geven hé... Toen ik jaren geleden Alessandro Baricco's De Barbaren voor het eerst las, één van de boeken waar hij (terecht) vaak naar verwijst en waarmee dit naslagwerk toch wel wat raakpunten vertoont, was het een verademing om Baricco de lezer te zien geruststellen: het is met de internet- en digitale revolutie inderdaad gigantisch veranderd, maar in de geschiedenis zijn er nog aardverschuivingen geweest (barbaren die de bestaande orde overhoop gooien), en we zijn er alleen maar beter van geworden omdat we ons kunnen aanpassen, en dat zal nu niet anders zijn. De Wachter deelt dat optimisme veel minder, of althans hij is de verslaggever die heel veel dingen registreert die reden zijn tot pessimisme. Ik denk nu dat de waarheid ergens in het midden ligt. Als bijvoorbeeld "effe googlen" het mogelijk maakt om instant iets te weten te komen of je geheugen op te frissen, dan kan je dat als een zegen beschouwen, of benadrukken dat het ons gemiddeld veel vlakker maakt en ons brein er fundamenteel anders van gaat werken.
Borderline Times verscheen in 2012. We hebben er ondertussen (2018) acht jaar Syrische oorlog, IS, een miljoenenstroom van oorlogs- en economische vluchtelingen, en de onwaarschijnlijke verkiezing van Donald Trump tot POTUS bovenop gekregen, om maar iets te zeggen. Aangezien DDW veelvuldig verwijst naar het jaar van schrijven en verschijnen, en aangezien er de jaren daarop weer zoveel gebeurd is met de condition humaine en de samenleving die hij beschrijft, doet het boek vreemd genoeg een beetje gedateerd aan.
Dit gezegd zijnde: kopen, lezen, en af en toe eens open slaan om iets te herlezen.
En dank je Dirk, voor een paar schrijvers die je me en passant hebt aangeraden. Ik heb me voorgenomen onder andere Houellebecq, Guus Kuijer, Paul Verhaeghe en nog wel een paar anderen te (her)lezen.
Aangezien ik momenteel zelf patiënte ben in het psychiatrisch centrum waar Dr. De Wachter tewerkgesteld is, besloot ik om het lezen weer op te pikken door aan dit boek te beginnen. Dit was misschien niet de beste beslissing gezien het feit dat ik jarenlang geen degelijke lectuur meer geabsorbeerd heb maar alsnog ben ik blij dat ik heb doorgezet. Hoewel dit boek voor mij best wel waardevol is geweest, heb ik mij er vanaf het tweede hoofdstuk door moeten ploeteren. Persoonlijk vind ik niet dat het boek vlot leest. Ik merk ook op dat de reacties hierover erg gemengd zijn. Op bepaalde momenten wordt het inhoudelijk erg abstract, zeker wanneer er allerlei citaten van filosofische geschriften en dergelijke worden aangehaald. Mogelijks verhelderend voor zij die zich hierin verdiepen maar voor mensen zoals ik zijn ze niet echt een meerwaarde en voelt dit hoogdrempelig aan. Doch ben ik wel eens van plan om mij hierover verder in te lezen, grotendeels om mezelf te verrijken maar ook opdat ik bepaalde zaken beter kan plaatsen.
Zou ik dit boek aanbevelen aan anderen? Dan kun je een volmondige "ja" verwachten al kan ik natuurlijk niet garanderen dat je er evenveel uit zult halen als ik. Dit hangt een beetje samen met je verwachtingen. Tussen het lezen door heb ik een aantal reviews doorgenomen en viel het mij op dat een aantal mensen de verwachting hadden dat het boek als een naslagwerk gehanteerd kan worden en dat anderen met de verwachting zaten dat dit een zelfhulpboek met pasklare oplossingen zou zijn. Wie met deze insteken aan dit boek begint, zal dus eerder met een teleurgesteld gevoel achter blijven, vrees ik. Empirische bewijzen ga je hierin niet vinden. Voor wie acht ik dit werk dan wel geschikt? Dan zou ik zeggen: Eender wie die geïnteresseerd is en/of op zoek naar andere perspectieven en gedachtengangen. Vandaar ook de vele verwijzingen naar andere geschriften en artikelen.
De Wachter's maatschappijkritische visie komt in dit boek erg sterk naar voren en ik geef hem geen ongelijk. Ik kan er echter wel inkomen dat het als lezer kan overkomen dat er vaak geacht wordt dat het vroeger allemaal beter was. Op dit vlak had er wel meer nuance mogen zijn omdat bepaalde stukken anders heel vrij te interpreteren zijn. Desondanks heb ik wel het gevoel gehad dat ik begreep waar hij hiermee naartoe wou. Dat hij niet zozeer probeert te vergelijken met vroeger maar eerder probeert te verwijzen naar fundamentele verschillen en zaken die niet meer (of minder) aanwezig zijn in onze hedendaagse maatschappij.
In zijn proloog haalt De Wachter de criteria voor de diagnose "borderline" aan zoals in de DSM-IV beschreven staat. Mogelijks herkenbaar voor zij die net zoals ik gediagnosticeerd zijn met borderline maar wanneer deze criteria zwart wit op papier staan zijn ze eigenlijk niet zo veelzeggend. Deze "stoornis" rijkt zoveel verder dan een aantal puntjes in een boek. Dit licht De Wachter per criteria ook toe. Zelf vind ik het uitermate van belang dat mensen zichzelf afvragen waarom mensen de dag van vandaag massaal het label "borderline" opgeplakt worden. Zou het kunnen dat onze hedendaagse maatschappij dit extra stimuleert door de toenemende druk die veroorzaakt wordt door allerlei sociale constructies? In de afgelopen decennia hebben er ongetwijfeld veel en positieve evoluties plaatsgevonden maar het is tevens onmiskenbaar dat wij als maatschappij minder stilstaan bij de essentie. Dit is één van de belangrijkere boodschappen die ik uit dit boek heb meegekregen. Dat een omgeving zo'n immens grote rol kan spelen in hoe wij ons als individu voelen. Dat wij in borderline tijden leven en dat gevoelens zoals verlatingsangst, suicidaliteit, eenzaamheid en stress hierdoor worden versterkt.
De implicatie van (sociale)media in onze levens draagt hier ook aan bij. Iets wat mij ook opvalt aan ondermeer de jeugd op mijn afdeling. Het stilstaan bij momenten lukt nauwelijks tot niet meer. Alles moet meteen. Reactie en bevestiging wordt volgens hun gewoontes meteen verkregen. Wanneer dit niet het geval is, heerst er onzekerheid. "Als je buurvrouw op haar verjaardag vijftig keer in haar brievenbus zou kijken om te zien of iemand er een wenskaartje in heeft achtergelaten, zou je dat dan normaal gedrag vinden? [...] Natuurlijk niet. Maar op Facebook zien we daar geen graten in. Als diezelfde buurvrouw thuiskomt van een reis en al haar vakantiefoto's voor een raam plakt, zodat alle voorbijgangers ze kunnen zien, zou je dan niet gegeneerd wegkijken? Vast wel, maar op sociaalnetwerksites grasduinen we gretig door die albums". De jeugd wordt ook bedolven onder de advertisement. Hoe de ideale man/vrouw/x eruit dient te zien, het ideale gezin. Maar wanneer worden ze bevraagd over hun eigen idealen? Waar willen ze zelf naartoe streven? Wat zijn hun eigen persoonlijke normen en waarden?
En wat gebeurt er bij een overvloed aan opties? Ouders die hun kinderen verdrinken in allerlei hobby's zodat ze allerlei talenten kunnen ontwikkelen. Zoveel keuze vrijheid, zoveel verwachtingen en de illusie dat iedereen het kan maken. Er is geen begrenzing meer en is dat niet waar de identiteitsstoornissen zich manifesteren? Is de jeugd nog weerbaar? Leren wij hen voldoende omgaan met gebrekken, beperkingen, het falen?
Wij leren hen niet meer omgaan met bepaalde situaties zoals onder andere het alleen zijn want volgens de digitale wereld staan wij constant met elkaar in verbinding. Men verwacht psychische trajecten op maat die ook nog eens tijdgebonden zijn. Want een jaaropname neemt voor velen teveel tijd in beslag. Maar wat is een jaar uiteindelijk op een hele levensloop? Alsof men zich niet realiseert dat persoonlijke heling en verwerking meestal een levensproces is. Alles MOET en ZAL efficiënt zijn. "Langlopende therapieën zullen meer de baan moeten ruimen voor kortdurende en 'efficiënte' (meetbare?!) behandelingen. [...] Overigens is de vraag naar een korte, efficiënte aanpak op zichzelf begrijpelijk en zelfs te verkiezen. Op metaniveau zien we echter hoe deze kortzichtige visie contraproductief werkt: meer diagnoses, meer werkonbekwaamheid, meer psychofarmaca, meer mensen die afhaken."
Ik vind het opmerkelijk hoe er, voornamelijk onder "Criterium 3: Onaangepast agressie", voorbeelden aangehaald worden die vandaag de dag nog steeds recurrent zijn. De eerste publicatie van dit boek verscheen in 2012, inmiddels zijn we 10 jaar verder. Bijna alle voorbeelden zijn angstaanjagend accuraat.
Kortom, dit boek biedt je gegarandeerd stof tot nadenken. Ik ben ervan overtuigd dat De Wachter betere werken heeft geschreven maar ik ben niet van mening dat dit boek per se onderdoet. De stijl waarin dit geschreven is, is mogelijks anders maar daarom niet slecht.
This entire review has been hidden because of spoilers.
Unpopular opinion probably, but I had really high expectations for this one that were just not met. I feel like you can really tell this book was written in 2012, because some of the “judgements” he makes would really not fly in 2021 anymore. Comparing tattoos to self-injury just gave me really strong “ok boomer”-vibes and eventually made me want to put this book down.
Dirk De Wachter verhaalt over de problemen in/ nadelen eigen aan de hedendaagse maatschappij. De maatschappij betreft ons, alle mensen, en gaat ons dus allemaal aan. Maar al te vaak ziet men de maatschappij eerder als iets (veelal de negatieve zaken dan :p) dat bepaald wordt door een ander, en waar dus niets aan te doen/veranderen valt, alsof wij het alleen maar kunnen ondergaan, terwijl dat grotendeels niet zo het geval is. We leven in een wereld die ‘fake’ als ‘écht’ aanziet, en ‘normaal’ als ‘ziek’. Nu, de vraag is: wie is er ziek: de mens die fungeert als een soort van kanariepietje in een mijn (die ons toont dat er iets mis is), of de mens die de verzieking van de maatschappij toelaat door dit faliekant te ontkennen, en de ander als 'zwak' te aanschouwen. De nieuwe generatie gaat voor kort en vluchtig, in plaats van traag en intens, of zoals je wilt: oppervlakkig in plaats van mét diepgang. Het geloof is er dat de mens maakbaar is. Je moet het maar willen, en het is er! We leven eigenlijk nogal in een zapcultuur: we zijn de dingen vaak en snel beu, kopen omdat we wijsgemaakt worden door de media dat als we nu maar dít of dát snufje óók zouden hebben, dán pas écht gelukkig zullen en kunnen zijn, en ons leven er dán veel beter zal uitzien. Van de ene kick naar de andere, springen we; adrenaline en kortstondig ‘geluk’ (instant bevrediging) leveren ons een ervaring vergelijkbaar met snoepgoed en de glycemische index, vind ikzelf. Onze mensensoort krijgt een soort van verslavende suiker binnen, voelt zich helemaal super, waarop een daling volgt van het bloedsuikergehalte, waardoor we ons ‘down’ voelen, en dan is de enige manier om terug een ‘high’ te bereiken: méér en béter tot ons nemen, wat leidt tot een vicieuze cirkel, waar we maar moeilijk meer uitgeraken ;-) En dat (over)consumeren is er op élk vlak. Niets of niemand ontkomt eraan! Ook relaties moeten eraan geloven. Onze (virtuele) vrienden moeten eraan geloven zodra ze niet de happiness meer zelve zijn. Alsof ziekte of ongeluk, of problemen, niet tot het leven mógen behoren. We willen 24 uur op 24 uur gelukkig zijn, en zint het ons niet of is er een stoorzender in onze nabije omgeving (die ons geluk dan 'verpest' in onze ogen), dan ruilen we onze partner in als ware het het zoveelste object dat we beu zijn, nemen we andere/leukere vrienden, waar we geen energie of ‘relatiewerk’ meer in wíllen steken. Het is ook niet omdat je een probleem verdringt of wegzapt, dat het echt verdwenen is, laat staan is opgelost. Op een dag komt het als een boemerang terug, en, wat dan?! Het mag heden ten dage niet té lastig zijn, of we zappen de mensen weg en vervangen daarbij sneller onze gsm/luxegadgets dan onze wasmachine/nuttigere, meer essentiële uitvindingen. We zijn enkel nog bereid om geld uit te geven aan leuke dingen (leuk voor onszelf, wel te verstaan, echt gefocust op blij zijn voor een ander, is een zeldzaam goed geworden), al de rest zit ons danig in de weg. Wat we als basis zouden moeten aanzien, vinden we eerder luxe omdat we de luxe als basis zijn gaan zien. Wat is het eten en verwarming en water duur den dag van vandaag! hoor je de mensen alsmaar klagen, en ondertussen heeft élk hoofd binnen het gezin een dure gsm, een dure tablet en dure laptop ter beschikking, met dan nog een ultrakorte levensduur. Die ik, ik, ik lijkt dan wel reuze, er zijn nog nooit zoveel zelfmoorden gepleegd bij jongeren. Wie wil nog lijden bij tegenslag, op zoek gaan naar een oplossing? Lastig hoor, niet alleen voor jezelf, maar nog meer voor de ander, die een keertje huilen of gefrustreerd zijn en problemen al snel met een depressie associeert, in plaats van met de normaliteit van het mensenleven. Letterlijk wordt het onze soort bijna opgedrongen: of je wordt sterker (niet klagen, of toch zeker niet 'mijn' geluk met 'jouw' ongeluk gaan verstoren(!!!)), of je hoort/past hier niet langer in 'mijn' leven. Eén kleine tegenslag en we vrezen al dat iemand van een brug springt, alsof we allemaal het 'fake gelukkig' leventje van vandaag niet meer zouden mógen eens even niet aankunnen... Mensen geraken de weg kwijt in alle vrijheid die wij ze schenken. Kinderen moeten het vooral leuk hebben, en ouders nog meer. Enerzijds behandelen we kinderen als volwassenen, die we véél vrijheid willen schenken naar keuzes toe, zonder teveel grenzen op te leggen, anderzijds behandelen we volwassenen als kinderen door hen geen verantwoordelijkheden aan te leren en grenzen te tonen, waardoor de last op hun schouders om de verantwoordelijkheid alléén te dragen, alleen maar toeneemt en ze daar (en vooral tegen problemen eigen aan de menselijke groei) niet tegen opgewassen zijn doordat ze het nooit leerden of (voor)zagen. Hoe ver moeten ze gaan voor hun ouders tot leven komen, oftewel boos worden? Welke grenzen moeten ze over voor ze iets mogen bijleren? Het is nét discipline en inspanning, die vrijheid en ontspanning kán opleveren. Maar, wat moeite kost, vinden we al snel saai, en voor dergelijke dingen steken we liever ons struisvogelhoofd onder de grond, nietwaar? Liever lui dan moe, dat is maar al te vaak het motto! Dat weerspiegelt zich ook in de recensies op dit boek trouwens: Dirk De Wachter is een pessimist, volgens velen. Wij hebben het allen goed, maken we ons liever wijs. De auteur geeft wel grif toe dat het vroeger niet altijd beter was, en dat is zeker zo, vooral op het vlak van rechten en vrijheid. Maar, waar vroeger niets mocht, móét nu alles... Vroeger een zonde, nu een verplichting; ja, het leven is een feest; constant! In het andere geval ben je 'mislukt'! Er is dan wel meer diversiteit, er is ook nog nooit zo weinig stabiliteit geweest. De druk op de jeugd is verdomd groot. Op werkvlak zijn we slaaf van de technologische vooruitgang. Als je vroeger een brief typte per uur, dan doe je er nu wel een veelvoud van, dan wel digitaal. Maar je hoofd moet zo springen van de hak op de tak, multifunctioneel zijn, bijna als ware wij een robot, oftewel computergestuurd. Alles moet sneller, drukker, tegelijk - meer druk op het individu, en tegelijk jobs die daardoor ook verdwijnen (vroeger had je 2 mensen die nog een praatje konden slaan voor nu 1/2 overwerkte slaaf). Mensen met burn-outs en bore-outs zijn steeds vaker het gevolg, of als je geen job vindt, sta je ook minder in je waarde, vind je minder zin... Je identiteit wordt niet langer bepaald door de waarden en normen, opvoeding, tradities doch wordt gedragen door een oppervlaktestructuur. Niet je moeder, vader (die je vroeger waarden en normen toonden) zijn je voorbeelden maar de ‘supergelukkige’ sterren, en gephotoshopte modeblaadjes. Je bént je brilmontuur, je blitse kapsel en dure kleren, je fonkelende wagen... Voldoe je niet of kan je niet meer mee door omstandigheden, dan ben je ‘ziek’ als een melaatse die iedereen vermijdt, terwijl groeipijnen en ups and downs verdorie eigen aan/normaal zijn voor de mens! Mensen hebben zich nog nooit zo eenzaam gevoeld als nu, in een maatschappij waar geen tijd is om écht te praten, geen tijd voor diepgang of enig medeleven... En, ook taal gaat er zo sterk op achteruit. Ik herinner mij nog dat ik als kind de papieren woordenboek bij mij had en 'woorden die ik niet begreep-lijstjes' aanlegde. Voor mij was lezen nog een soort van studie en ontdekkingstocht. Ik was trots om nieuwe woorden te kennen. Ja, noem me gerust een nerd ;-) Vandaag, aangezien ik zelf auteur ben, merk ik maar al te vaak dat zelfs ouders vinden dat hun kinderen geen nieuwe woorden moeten leren kennen, of zoiets. Heel vréémd allemaal, als je denkt dat kinderen net voornamelijk door het lezen hun woordenschat (kunnen) uitbreiden. Maar als de ouders het al te lastig achten voor hun kids, waar draait het dan met de wereld heen? Niet het woord, maar het beeld is daarentegen nú belangrijk. Niet wat je zegt, maar wat je doet én toont. Nochtans zijn het verhalen die de mens kennis laten maken met een ander soort mens dan zichzelf, met andere idealen en van andere culturen, waar mensen uit leren, waar empathie uit voorkomt (zich inleven in personages)... iets dat sterk ontbreekt in ons huidig wereldbeeld. Als alles snel moet gaan, kán er ook geen diepgang zijn, mág er ook geen tijd meer zijn voor de ander... alle energie en tijd gaat naar hoe ík me gelukkig kan voelen; de rest laat me koud. Ik ga zeker akkoord dat het vooral de maatschappij (alle mensen samen dus) is die zwaar ziek is, maar ik kan me tegelijk goed voorstellen dat de gemiddelde mens niet zit te wachten op enige zelfanalyse, en zoals je wil: wíl zien wat er verkeerd loopt en met wie (vooral niet met hénzelf :p). Mensen hebben dan ook vast allang weggezapt, in plaats van deze lange recensie tot het einde te lezen. Wie heeft daar nog tijd voor, geeft daar nog tijd aan? ;-) We staan nu op een kantelpunt, we bevinden ons in een grensland, op de borderline. Het is dringend tijd dat we eens stilstaan (ook al past dat niet binnen de huidige jachtigheid) bij onszelf, als (consumptie)mens, vandaag. Er zijn zeker ook goeie dingen, maar oog hebben voor en nadenken over de mindere kanten, zal onze komende generaties alleen maar ten goede komen. Nu doet de media alsof eens triest of ongelukkig zijn, eens geen zin hebben in iets, zoals bij ziekte of stress, niet eens meer mág zijn. Jeugd (lees: gezond, jong, mooi) is superieur aan volwassenheid, wat een mens gelukkig zou moeten maken... In plaats van de innerlijke mens te voeden, en ouder worden toe te laten, stimuleert men het kind blijven, wat eerder als een achteruitgang kan worden aanzien, vind ik toch. Vroeger betekende ouder worden iets goeds, als levenservaring, wijsheid, respect hebben... nu betekent dat rimpels, spataders en word je buiten de maatschappij gebonjourd. Ouder mogen worden is een gif in plaats van een gift geworden. De media (wij allemaal dus ook) dringt ons vanalles op, maar zijn wij verplicht om daar als marionetten in mee te gaan/lopen? Van de gemiddelde mens krijg je al op je kop als je er eens niet in meegaat en overal en altijd bereikbaar bent; dan word je zonder pardon ook buiten bij het vuil gezet. Het vergt moed en dapperheid om daar tegenin te gaan en anders (einde van de normaliteit, oftewel wat vroeger de norm was is nu een zonde en wellicht ook omgekeerd) te zijn. Val je buiten de boot (word je ouder), dan word je nog eerder buiten de maatschappij gezet dan aanvaardt. Je koopt maar je uiterlijk, of je bent ‘ziek’ (lees: abnormaal) als je het niet doet, nietwaar? Mij valt het ook op dat grootouders tegenwoordig niet eens meer oma en opa willen genoemd worden, alsof het eerder een vloek (ik weiger ouder/grootouder te worden) dan een zegen (iets om trots op te zijn) is, en ook ouders willen nog feesten als ware ze zelf kinderen die helaas nooit verantwoordelijkheid hebben mogen leren. De vraag en angst voor de toekomst is: hoe geef je door aan de komende generaties wat je zelf nooit hebt geleerd? Is er niet dringend nood aan een kantelpunt, de andere richting uit... voor we voorgoed met onze 'mooie' ark schipbreuk lijden? Het trots zijn op en aanvaarden (vooral) van je huidige fase in het mensenleven, lijkt me van een andere wereld, een vroegere of een buitenaardse wereld. Verlangen, uitkijken, wachten, sparen (zuinig zijn), moeite doen voor iets, dat zijn woorden waar de huidige generatie standaard niet mee opgroeit. Het wordt zelfs als abnormaal en slecht aanzien, raar maar waar. Ik 'verdien' het om te 'genieten'!!! schreeuwen 'we' uit. Vroeger hadden we het ook goed, waren we misschien zelfs nog gelukkiger met minder. Was er niet het 'moeten' van 'hebben' om 'bij te horen'. Het leven was niet zo veeleisend, op élk vlak. Minder mocht er ook wezen toentertijd. Grenzen, waarden en normen aanleren, gebeurt nog zelden. We willen alles nu, meteen; zijn we niet gelukkig: hupsakee, weg ermee! Allemaal hebben we het moeilijk met de crisis, ja, afbetalingen, leningen, enzovoort, maar tóch zijn we merkwaardig genoeg wél allemaal de gelukkige eigenaars van zowat alle nieuwste snufjes, waar we meer slaaf van zijn dan wat anders, en eindigen we volledig overprikkeld. Werken om te kunnen kopen; het is goed voor de economie (het geld moet rollen) doch de kwaliteit van het leven gaat er niet echt op vooruit, toch? Een museum of een boek? Dat is voor saaie mensen! Een pretpark, ja, dat moet het leven wezen! Diep nadenken, ontdekken, iets dat een inspanning vergt, dáár zijn de mensen tegenwoordig allergisch voor. De homo consumens houdt zich staande zolang hij zich de dure prikkels kan veroorloven, die trouwens slechts de illusie schenken dat daarmee zijn gevoel van leegte wordt gemaskeerd... maar wat als het leven keert, en er tegenslag is? Is die mens nog in staat zoiets te boven te komen, naar oplossingen te zoeken en creatief te wezen, is die gewend om om te gaan met dergelijk gevoel van ‘ongeluk’? Of neemt hij ook dan de korte pijn als enige uitweg, verstoten door de postmoderne mensheid? Evengoed als je een ander wegzapt, word je zelf ook weggezapt, of zap je jezelf desnoods weg. Dat mensen meer met hun gsm bezig zijn dan met de mens die voor hen zit, alles te koop is (ja, ook je lijf!) en normen en waarden (empathie en (zelf)respect) vervagen en zelfs verdwijnen, is voor mij een duidelijk teken aan de wand dat er iets grondig mis is met deze maatschappij. Dit boek houdt de mens een spiegel voor, die niet altijd een even mooi beeld tentoon spreidt... en wie dat écht wil, kan er inkijken. Dit boek stemt tot nadenken (het tegenovergestelde van ‘gemakkelijk verteerbaar’, snel door te slikken oftewel de ZAPcultuur!!! :p), over dingen waar ik zonder dit boek sowieso al over nadenk/dacht en die misschien een enkeling die dat nog niet deed toch even kan laten stilhouden en kritisch denken over het eigen gedrag en aandeel in deze ratrace, en alleen daarvoor krijgt dit boek 5 punten.
Exact 10 jaar na het verschijnen heb ik dit boek gelezen, benieuwd naar de relevantie in 2022. Eerlijk gezegd was het een tegenvaller. Het boek biedt een deprimerende beschrijving van wat zoal fout loopt (of liep) in onze maatschappij, met een zweem van verlangen naar "vroeger was het beter". Dat "vroeger" keert niet terug, maar helaas vind ik nauwelijks toekomstperspectieven (en die toekomst is vandaag al bezig) van hoe het dan wel beter kan of wat in 2012 hoopgevend was. Helaas niks daarvan. Op het einde krijgen wij dan nog een filosofisch traktaat wat weinig meerwaarde biedt aan het boek, en overigens mijn denkvermogen overstijgt (wat nog wel eens gebeurt bij filosofische kunstwerken). Kortom, het was een opdracht om door te bijten tot het einde en gaf mij -helaas- geen nieuwe inzichten of perspectieven.
Heel interessant om te lezen! Aanrader of je het er nu mee eens bent of niet. Door de vele referenties niet perse heel makkelijk te lezen. Je moet wel een beetje doorzetten.
Elf jaar na publicatie nog steeds zeer relevant. Een behoorlijke uppercut zelfs. Ik wist niet dat De Wachter zo scherp was. Tal van anekdotes uit het dagelijkse leven bewijzen dat De Wachters analyse hout snijdt.
Zware stof. Ik kwam er moeilijk doorheen. Ondanks dat ik eerder werk van Dirk met veel gulzigheid heb gelezen. Er zaten onwijs veel citaten en verwijzingen in. Dat las heel irritant.
Globalisering leidt tot vervreemding, economisering tot versnelling, informatisering tot virtualisering, flexibilisering tot versplintering, visualisering tot conditionering. Wat begon als psychologisering, is verworden tot medicalisering en verder tot farmacologisering.
De inhoud is erg interessant en heeft me aan het denken gezet. De schrijfstijl is echter amper te volgen. Het staat vol met citaten (voornamelijk van Houellebecq). Hoewel ik groot fan ben van het gedachtengoed van Dirk de Wachter, was dit boek voor mij een opgave om uit te lezen.
DNF. Bijna halverwege opgegeven. Er wordt in het boek dan wel vaak gezegd 'dat betekent niet dat alles vroeger beter was ', maar dat lijkt toch wel de algemene teneur. Ik heb me ook geërgerd aan de uitroeptekens in het boek. Die zijn zelden een goed teken als je op zoek bent naar nuance.
Goede analyse (hoewel misschien niet erg origineel), maar ik heb weinig fiducie in de oplossingen die De Wachter aandraagt in de laatste hoofdstukken. Naar mijn idee zijn alle tendensen die hij in het boek beschrijft in de 8 jaar tussen het verschijnen ervan en nu, alleen maar verergerd. Nu dat het zogenaamde accelerationisme het hipste en meest courante idee is in de filosofie, een idee dat haaks staat op hetgeen waar De Wachter toe oproept, namelijk vertraging en verstilling, zie ik de toekomst erg somber in. De mens heeft zijn lot allang niet meer in eigen hand. De opmars van de techniek laat zich niet stuiten door de bedenkingen van een filosoof. En de techniek heeft geen compassie met het menselijk dier. Het allerergste komt nog.
Ik vond het een goede uitwerking van hoe je de symptomen van een borderline diagnose op de huidige maatschappij kan toepassen. Ik werd wel moe van de vele verwijzingen naar die en gene, zeker in het laatste hoofdstuk. Toen heb ik geregeld alinea's overgeslagen want het waren zo veel verschillende schrijvers, citaten, conclusies. Zo ver wil ik er niet in duiken.
Tien jaar geleden waren psychiaters erg kwistig met de diagnose 'ADHD'. Vandaag is vooral de diagnose 'Borderline' in trek. Dirk de Wachter ziet daarin echter een vervagen van de grens tussen normaal en psychisch gestoord. Wie is psychisch gezond en wie is de patiënt? De twee vloeien steeds meer in elkaar over. Veel van ons gedrag dat vandaag het stempel 'gek' toegemeten krijgen, is eigenlijk het nieuwe normaal geworden. Misschien is de hele maatschappij vandaag wel geestesziek.
Daar geeft hij tal van voorbeelden van: we leven meer en meer op onszelf, weten nog nauwelijks wat empathie is, hebben veel wisselende, vaak instabiele relaties, vertonen agressief gedrag, hebben een gestoorde identiteit, reageren op alles impulsief, rennen van kick naar kick en verbergen onze leegte onder een stapel sensaties waarvan we verwachten dat ze ons permanent gelukkig zullen maken. Een frappant voorbeeld: zelfverminking (automutilatie) is een ernstige psychische aandoening; maar zijn piercings en tatoo's geen als normaal beschouwde variant van zelfverminking?
Ik vond dit boek vooral interessant omdat De Wachter ter illustratie van zijn stellingen zo vaak Houellebecq citeert. Hij noemt deze omstreden Franse schrijver (die hij tegelijk als een cynische pornograaf én een wanhopige romanticus beschouwt) een niet te evenaren chroniqueur van het huidige maatschappijgewricht. Ik denk dat hij hierin gelijk heeft en ik heb in elk geval dankzij De Wachter Houellebecq beter begrepen.
Wat als je de logica van de DSM-IV (handboek van de psychiatrie) toepast op de huidige tijdsgeest? Enerzijds een algemene cultuurkritische verhandeling over onduidelijkheden in een geseculariseerde maatschappij in een geglobaliseerde, neo-liberale wereld; anderzijds een kritiek op tendensen in de psychiatrie om individuele mensen rigide te labelen binnen de logica van ziektebeelden. Vanuit de diagnose 'borderline' redeneert de Wachter dat o.a. marktdenken, competitiedrang en individualisering van invloed zijn op hoe de psychiatrie in de Westerse wereld zijn outsiders labelt.
Dit is in grote lijnen best een relevante reflectie op complexe tendensen in de maatschappij, toegankelijk vertaald naar een behapbare uitleg bij talloze filosofen (Slavoj Žižek, Emmanuel Levinas) en schrijvers (voornamelijk Michel Houellebecq). Voor lezers met weinig tot geen voorkennis van hun gedachtegoed is het wellicht een aangename introductie tot intellectualistische debatten. Helaas raakt het schrijven van de Wachter zelf compleet ondergesneeuwd in het dwangmatig aanhalen van anderen. Des te vervelender dat veel van de aangehaalde teksten stilistisch sterker zijn, dan wel intelligenter in elkaar steken. Zo ben ik vooral geneigd om op zoek te gaan naar werk van collega psychoanalyticus Paul Verhaeghe (óók continu geciteerd!).