Ieder brein is uniek, en nergens wordt dat zo duidelijk als op ons werk. Waar de een gek wordt van veel vergaderen, heeft de ander behoefte aan sturing. En waar de een gedijt bij thuiswerken, floreert de ander bij de levendigheid op de werkvloer. Toch zijn werkomgevingen vaak alleen afgestemd op de meest gangbare breinen. En daar wringt de schoen, want 20 procent van de mensen heeft een brein dat zodanig afwijkt dat we er labels als adhd, dyslexie of hoogsensitiviteit aan toekennen. Daar kleven vaak stigma’s aan, terwijl deze denkers hard nodig zijn: ze zijn vernieuwers, criticasters en creatievelingen. Door ruimte te maken voor neurodiversiteit – dus voor de verschillen in hoe mensen denken, communiceren en prikkels verwerken – komen hun talenten tot hun recht.
Saskia Schepers sprak talloze neurodivergenten, leidinggevenden en hr-managers en ontwikkelde direct toepasbare tools, zoals het breinpaspoort en de samendenksessie, waarmee werknemers en leidinggevenden een neuro-inclusieve werkplek kunnen vormgeven.
Dit boek biedt neurodivergenten een nieuw perspectief op hun eigen capaciteiten en geeft hun omgeving de tools om die capaciteiten volledig te benutten. En dat is niet alleen goed voor neurodivergenten, maar voor iedereen – want uiteindelijk werken álle breinen anders.
Prima boek voor managers van mensen met een 9-5 kantoorbaan. Het boek bevat wel redelijk veel herhaling en blijft wat aan de oppervlakte. Voor wie nog weinig over neurodiversiteit weet is dat prima, zelf haalde ik er niet zoveel uit. Ik miste wat meer praktische handvatten en toepassingen voor mensen die ander soort werk doen. Hoewel er wel ergens een keer genoemd wordt dat het aantal uren ook een aanpassing is die nodig zou kunnen zijn lijkt dit boek zich wel echt te richten op neurodivergenten die wel een volledige werkweek kunnen werken. Op zich prima, maar daarmee valt een deel toch wel buiten de boot. Ook miste ik informatie over uitval en herstel, aangezien dit veel voorkomt bij neurodivergenten en ze regelmatig ook andere dingen nodig hebben bij herstel van bijvoorbeeld een burn-out. Het formulier voor de breinhandleiding vond ik wel een goed startpunt om in kaart te brengen wat je zelf nodig hebt om goed te kunnen functioneren.
Ik kreeg van Wereld van Autisme de kans om dit veelbelovende boek 'Als alle breinen werken' van Saskia Schepers te lezen en te recenseren. Ik ken Saskia Schepers nog niet, dus ik ben erg benieuwd naar haar kennis en inzichten. Ik ben benieuwd wat haar kijk is op neurodiversiteit en welke inzichten, kennis en met name handvatten ze in dit veelbelovende boek gaat bespreken. Het boek is ruimer dan enkel autisme, waar ik zelf mee te maken heb, maar ik ben ook erg benieuwd naar de andere labels die ze in dit boek bespreekt.
We zijn allemaal verschillende mensen, waardoor ook ieder brein anders is. Op de werkvloer wordt dit dan ook direct zichtbaar. Waarbij de ene persoon gek wordt van vergaderen, heeft een andere behoefte aan een duidelijke planning en sturing. De ene persoon werkt het liefst thuis, terwijl andere tot bloei komen in een kantoortuin. In onze maatschappij is de werkomgeving vaak alleen afgestemd op de meest gangbare breinen. Terwijl 20% van de mensen hiervan afwijkt en labels bezit als adhd, dyslexie of hoogsensitiviteit en autisme. Daarbij komt ook nog eens dat hieraan vaak stigma's kleven waardoor deze mensen niet tot hun recht komen in de werkomgeving. Door ruimte te maken voor neurodiversiteit, kan ieder talent tot zijn recht komen en optimaal worden ingezet. Dit is niet enkel goed voor de neurodivergenten maar ook voor de hele maatschappij.
Het boek is op een hele heldere, open en toegankelijke wijze geschreven. Wat me direct opvalt is dat Saskia Schepers totaal niet neerkijkt of neerbuigend is op neurdivergentie maar juist te kwaliteiten en krachten belicht en daarbij de aandachtspunten belicht waarmee iedere neurodivergentie die besproken wordt juist weet te stimuleren nog beter tot zijn/haar recht te komen. Het boek is geschreven voor zowel neurdivergenten, werkgevers maar ook andere werknemers zullen hier zeker baat bij hebben als ze meer inzicht krijgen in hun neurodivergente collega.
Het boek is opgedeeld in drie delen; De kracht van neurodiversiteit, Vraag een vis niet om in een boom te klimmen en tot slot Handreikingen voor gangbare en niet gangbare breinen. In het eerste deel legt Saskia Schepers eerst de basis, ze weet op heldere en concrete wijze uit te leggen wat neurodiversiteit is en waar bij deze breinen de krachten en kwaliteiten liggen. Deze kennis en inzichten weet ze helder en goed te onderbouwen met wetenschappelijk onderzoek. Daarbij sluit ze het deel af met waarom nog niet alle breinen tot hun recht komen en dat verbetering nodig is.
In het tweede deel: Vraag een vis niet om in een boom te klimmen. Legt ze zich toe op de verschillende manieren van leidinggeven van persoon tot persoon verschillend moeten kunnen worden ingezet. Ook weet ze op enthousiaste wijze te vertellen waar de kracht zit van een neurodivers team en hoe de werkvloer kan worden afgestemd op een neurodivergent. Ze weet haar kennis goed te onderbouwen, maar wat ik zelf hierbij erg krachtig vind, is ook de persoonlijke verhalen die in deze hoofdstukken aan bod komen, die wisselen van werkgevers, mensen in de top, maar ook de 'gewone' werknemer.
In het laatste deel; Handreikingen voor gangbare en niet gangbare breinen biedt Saskia Schepers vooral veel handvatten, tips voor zowel werkgevers als werknemers. Die erg zinvol en opbouwend zijn om het optimale werkklimaat te bewerkstelligen.
Daarbij bevat het boek ook nog een brein handleiding waarbij je aan de hand van haar vragen inzicht krijgt in de werksituatie die jij met jouw brein nodig hebt. Maar ook verschillende werkvorm sessies die je stap voor stap kan volgen.
Als alle breinen werken is een enorm inspirerend, leerzaam en goed boek over het creëren van een optimale werkomgeving voor verschillende soorten breinen. Saskia Schepers weet op heldere, concrete en toegankelijke wijze verschillende neurodiverse breinen te bespreken en te laten zien waarin de krachten en talenten zitten die met de juiste werkomgeving optimaal benut en ingezet kunnen worden. Daarbij weet Saskia Schepers enorm handige en goede handvatten en tips te geven voor zowel de werknemer als de werkgever. Echt een enorm inspirerend en goed boek.
Gelezen voor de D&I-leesclub op werk. Nuttig en informatief boek over neurodivergentie. Meer en meer organisaties zien het belang van neurodiversiteit onder werknemers en de kracht van diverse, creatieve, kritische en andersdenkende teams.
Het boek raakt aan de meest gangbare neurotypen waaronder AD(H)D, autisme, dyslexie en hoogbegaafdheid. Het beschrijft de valkuilen, maar veel meer nog de kracht en mogelijkheden van de verschillende neurotypen.
Het geeft tips hoe organisaties het beste ingericht kunnen worden zodat de grote groep neurodivergenten (minimaal twintig procent van de mensen) elk op hun eigen wijze het beste tot hun recht komen. Ook komt het sollicitatieproces aan bod en het contact met leidinggevenden.
Het managementboekgehalte is wel erg hoog, maar het is dan ook opgezet als handboek voor leidinggevenden (en werknemers).
Hieronder mijn leesaantekeningen voor later.
**********************
1. Wat is neurodiversiteit? Gangbaar brein (neurotypisch) versus minder gangbaar brein (neurodivergent). De maatschappij is vaak ingericht op de neurotypische norm. Minimaal twintig procent van de mensen is echter neurodivergent. Aanvankelijk autisme, later onder meer ook AD(H)D, dyslexie, tourette, bipolair en synesthesie. Inmiddels ook hoogbegaafdheid en hoogsensitiviteit. Neurodiversiteit als paradigma en afzien van medisch model waarbij variatie wordt gezien als afwijking.
Interessant: spiky profiles bij neurodivergenten. Iedereen heeft in meer of mindere maten een spiky profile, maar de uitschieters zijn bij neurodivergenten veel groter. Uitzonderlijke talenten gaan steevast ten koste van andere vaardigheden.
2. Neurodivergent talent Neurodivergenten kunnen anders denken, doen en zijn. Een aantal van de talenten: creativiteit en innovatie, verbanden leggen, patroonherkenning, complexiteit overzien, energie, hyperfocus, authenticiteit.
Neurodiverse teams presteren beter. Autonome mensen zijn minder gevoelig voor groepsdenken, ze houden de organisatie scherp.
3. Waarom niet alle breinen werken Neurotypische mensen vormen de norm binnen organisaties.
4. Van leidinggeven naar ruimte geven Belangrijk voor leidinggevenden om stigma’s te voorkomen en door te vragen bij neurodivergenten. Zonder oordeel open vragen stellen.
Vind de rol voor een neurodivergent talent: vraag een vis niet in een boom te klimmen. Vijf factoren die belangrijk zijn om de medewerker op de langere termijn te laten gedijen in de organisatie: werkruimte, wijze van samenwerken en mate van sturing, prikkels, en structurering.
5. Meer dan de som der delen: het neurodiverse team
In een heterogeen team ontstaat sneller vernieuwing en het verbetert de prestaties.
Vijf factoren zijn belangrijk voor teameffectiviteit: psychologische veiligheid, wederzijdse verantwoordelijkheid, duidelijkheid over taken en rollen, zinvol werk en impact.
6. Uitleg hoe een organisatie het beste kan faciliteren voor neurodivergenten en er zo de vruchten van kan plukken.
7. Hoe werkt het voor neurodivergenten om te solliciteren en ook om met tegenslag hierin om te gaan? Ben je wel of niet transparant over je neurotype?
9. Gaat uitgebreider in op de verschillende breinvarianten en neurotypes en per soort een aantal handreikingen.
This entire review has been hidden because of spoilers.
Ik vond het leuk dat in dit boek meerdere neurodivergente breinen samen werden genomen, want er is vaak overlap tussen verschillende karaktertrekken en bovendien is er vaak sprake van comorbiditeit, zodat je jezelf dus in meerdere profielen kunt herkennen. De vragenlijsten die er soms instaan, hadden van mij niet gehoeven. Dat maakt het werkboek- en zelfhulpboekachtig. Voor mij was gewoon de herkenbaarheid genoeg. Ook de adviezen aan managers vond ik allemaal vrij standaard en niet echt een meerwaarde hebben. Wel heb ik genoten van het inzicht dat Saskia Schepers heeft in de groep van neurodivergente mensen in totaal (knap voor iemand die niet alle aandoeningen zelf heeft!) en om van iedereen de strubbelingen en mogelijkheden te zien (na een beetje zelfkennis), gaf ook troost en motivatie. Dat het daarbij voornamelijk gericht is op functioneren op de werkvloer, maakt het boek ook zeer nuttig. Met name ook voor mensen die misschien nog niet helemaal hun plek hebben gevonden, of recent uitgevallen zijn. Voor die mensen zal het boek zeer hoopgevend zijn. Ik zou uitgeverij Business Contact tot slot aanraden om hun boeken beter uit te geven, want deze was nauwelijks open te vouwen (of anders brak hij gelijk doormidden). Besteed wat meer geld aan goede schrijvers als Saskia!
Ik denk dat elke leidinggevende baat heeft bij het lezen van dit boek. Ik ben zelf geen leidinggevende maar wel een werknemer met dyslexie. Nu heb ik er weinig ’last’ van, maar toch voelde ik mij ontzettend gehoord door dit boek. Saskia weet op een duidelijke manier over te brengen wat de voordelen van een meer neurodivergente werkomgeving zijn, naast het uiteenzetten van hoe welke eigenschappen het beste in te zetten. Het boek las lekker weg en is in duidelijke taal geschreven, zeker voor hoe divers het onderwerp is.
Saskia Schepers geeft een heldere visie op neurodiversiteit ten opzichte van neurotypiciteit. 80% van de mensen valt binnen de grenzen van het gemiddelde met betrekking tot hoe de hersenen ‘bedraad’ zijn en tot welke gedragingen dit leidt. De 20% afwijking met grotere afwijking van het gemiddelde is neuro divergent. Hieronder valt een veelheid van omschrijvingen zoals adhd, autisme, hyper gevoeligheid, dyslexie etc. Schepers argumenteert dat neuro diversiteit een belangrijke bijdrage levert vanwege de sterke punten die hiermee samenhangen. Als we oog hebben voor deze kracht en organiseren dat de zwakke punten van neuro divergenten gecompenseerd worden door neuro divergenten de ruimte te geven om een bij hen passende werkomgeving in te richten. Mijn management praktijk ‘compenseer de zwakke punten van je mensen en zet maximaal in op hun kracht’ sluit hier naadloos op aan. De handvatten in dit boek zijn een hulp om dit in de praktijk toe te passen maar het begint met het erkennen van de verschillen en de sterke punten die bij iedereen zijn. Als je je deze manier van denken eigen maakt zal het zeker je handelen beinvloeden. Goed en conscientieus beschreven.
Aardig voor het overzicht en vooral voor mensen die nog minder/nog bekend zijn met neurodiversiteit. Met name geschreven voor managers en/of 'standaard' organisaties met bureauwerk en scrum/agile werkmethoden. Geschikt boek om te lezen als je met je team aandacht wil hebben voor (neuro)diversiteit in je organisatie.
Dit boek bevat veel herkenbare dingen en bracht nieuwe inzichten, maar blijft soms ook te abstract en valt in herhaling. Zeker een aanrader voor mensen die met neurdiverse collega's werken.
Zeer interessant! Soms wat langdradig wat het moeilijk maakt om bij de les te blijven of de kern er uit te halen voor iemand met adhd en dyslexie, maar uiteindelijk wel leerrijk en heb er zeker zaken voor mezelf (en mijn omgeving) uit gehaald
Takeaway: Neurodiverse teams zijn effectiever, maar vragen meer tijd en aandacht van leidinggevenden.
Wat ik nuttig vond: de breinhandleiding en de reflectievragen over wat je vandaag en dit jaar hebt bereikt op het werk. De tabel to do lijst met indeling korte taken (<5min), middellange taken (<30min) en grotere projecten die eventueel nog moeten worden opgedeeld in kleinere taken. Het idee dat je hersteltijd in de vorm van korte pauzes of een uur middagpauze moet inbouwen, evenals een bepaalde werkdruk en momenten om alleen-taken te doen, en dat je hier verder niet aan afdoet. Liever prioriteiten stellen dan jezelf overwerken, dus. Ook fijn dat voor een aantal vormen van neurodivergentie er een overzicht was van sterke kanten en noden.
Waar ik me aan stoorde: Het idee dat neurodivergentie verantwoordbaar is op de werkvloer omdat het iets oplevert voor de werkgever. Ik vind Saskia Scheper's omslag van 'hoe ben je beperkt' naar 'hoe zetten we jou in je kracht' zeker te onderschrijven. Soms is een vorm van neurodivergentie echter ook gewoon een beperking (door de mismatch van de manier waarop het systeem werkt en jij werkt) waarbij je ondersteuning nodig hebt, zonder dat het per se meerwaarde creëert voor het bedrijf (of die meerwaarde niet zo groot is als de uitdagingen). En ook daarvoor moet ruimte kunnen zijn.
Veel referenties naar andere auteurs die ik zelf gelezen heb of al veel over gehoord heb, zoals Anita Hubner, Susan Cain
Ik had wel graag meer informatie en voorbeelden gezien over concrete ondersteuningen die ingezet kunnen worden.
Af en toe lees ik een boek dat iedereen me aanraadt, waarvan wordt gezegd: ‘Dat is een voltreffer, dat móét je lezen.’ Uit ervaring weet ik dat dit soms zo is, maar vaak ook niet. Ik had dat gevoel bij De Celestijnse Belofte, Het Goddelijke Monster, Mieke Maaike’s Obscene Jeugd, De allesomvattende gids voor marketing van Philip Kotler, en nu ook bij dit boek: Als alle breinen werken van Saskia Schepers. De titel vond ik al vreemd, omdat alle breinen sowieso werken – anders zou iemand hersendood zijn. Bedoelt Schepers dat mensen die het met haar oneens zijn dat zijn? Ik hoop van niet. Toch gaf ik het een kans, met de hierna volgende analyse als resultaat. Voor liefhebbers van statistiek: het duurde elf maanden voordat ik het uit had.
Saskia Schepers’ Als alle breinen werken biedt volgens haar een gedetailleerde verkenning van neurodiversiteit op de werkvloer en pleit voor een inclusieve omgeving waarin ieder brein optimaal kan presteren. Het boek is opgedeeld in drie delen en combineert theoretische inzichten met praktijkvoorbeelden en concrete hulpmiddelen. Ik overloop even kort wat je kan verwachten in dit boek zonder al te veel prijs te geven.
In het eerste deel legt Schepers uit wat neurodiversiteit inhoudt: de verscheidenheid in denken, leren en informatieverwerking bij mensen. Ze vergelijkt het met biodiversiteit en benadrukt dat er geen standaardbrein bestaat. Neurodiversiteit omvat onder meer autisme, ADHD, dyslexie, hoogbegaafdheid en hoogsensitiviteit. Schepers stelt dat neurodiverse teams innovatie en samenwerking kunnen bevorderen, mits de werkomgeving goed is aangepast. Ze introduceert ook het concept van “spiky profiles,” waarin neurodivergente personen zowel uitzonderlijke talenten als significante uitdagingen hebben.
Het tweede deel richt zich op de praktische toepassing van neurodiversiteit binnen organisaties. Schepers bespreekt de rol van leidinggevenden, teamleden en HR-afdelingen in het creëren van een ondersteunende omgeving voor neurodivergente werknemers. Ze biedt concrete hulpmiddelen, zoals de breinhandleiding – een tool waarmee werknemers hun specifieke behoeften en voorkeuren kunnen communiceren. Flexibele werkuren, rustige werkplekken, duidelijke communicatie en een cultuur van openheid en begrip zijn volgens haar cruciaal. Training en bewustwording voor leidinggevenden en teamleden zijn essentieel om de voordelen van neurodiversiteit volledig te benutten.
Het laatste deel biedt ‘diepgaande’ inzichten in verschillende typen neurodivergente breinen en hun specifieke kenmerken en behoeften. Schepers bespreekt achtereenvolgens autisme, ADHD, dyslexie, hoogbegaafdheid en hoogsensitiviteit afzonderlijk en geeft praktische tips voor zowel neurodivergente individuen als hun leidinggevenden en collega’s. Ze benadrukt de noodzaak van een inclusieve en flexibele werkomgeving en sluit af met een pleidooi voor voortdurende inspanning en aanpassing.
Hoewel Schepers belangrijke gesprekken op gang brengt over neurodiversiteit op de werkvloer, schiet het boek op verschillende fronten tekort. Haar idealistische benadering lijkt de complexiteit van het onderwerp te onderschatten, wat voor veel lezers frustrerend kan zijn. Ze schetst een beeld waarin veranderingen eenvoudig te realiseren lijken, terwijl de werkelijkheid van veel werkplekken – met name voor autistische werknemers – vaak weinig ruimte laat voor aanpassingen en flexibiliteit.
Ondanks alles, heeft dit boek zeker zijn sterke punten. Ten eerste slaagt Schepers erin om het concept van neurodiversiteit op de werkvloer onder de aandacht te brengen. Hoewel haar omschrijving van neurodiversiteit vanuit wetenschappelijk oogpunt te wensen overlaat, draagt het bij aan een veranderende perceptie van neurodivergente personen op de werkvloer.
Een tweede sterk punt is haar empathische benadering van leidinggevenden. Schepers benadrukt terecht de rol van leidinggevenden in het welzijn van neurodivergente werknemers en de noodzaak van begrip en flexibiliteit. Helaas laat ze de uitdagingen van de top-down en bottom-up communicatie onvermeld, waardoor de praktische toepasbaarheid beperkt blijft.
Ten slotte introduceert ze praktische hulpmiddelen zoals de breinhandleiding en reflectiesessies. Deze tools zijn nuttig voor het management, maar minder voor de rest van de organisatie. Daardoor zouden ze misschien beter passen in een dure managementworkshop dan in dit boek.
Tijdens het lezen stuitte ik op verschillende kritische punten. Schepers’ idealistische benadering negeert vaak de realiteit van veel werkplekken voor neurodivergente mensen. Veel van haar suggesties zijn simplistisch en vaak niet haalbaar. Het gebrek aan concrete, haalbare implementatiestrategieën kan voor lezers een bron van frustratie zijn. Het boek mist een duidelijke roadmap voor de toepassing van haar tips. Hoe kunnen organisaties deze veranderingen stapsgewijs doorvoeren? Welke concrete stappen moeten worden gezet om tot een neuro-inclusieve cultuur te komen? Deze vragen blijven onbeantwoord.
Daarnaast legt Schepers een aanzienlijke verantwoordelijkheid bij werkgevers en leidinggevenden, maar biedt ze weinig concrete strategieën voor werknemers om hun werkomgeving aan te passen. Bovendien voelde ik me vaak gestigmatiseerd door de manier waarop neurodivergente personen worden afgeschilderd. De nadruk op speciale "krachten" kan voor sommige lezers stigmatiserend aanvoelen en gaat voorbij aan de dagelijkse realiteit van neurodivergente werknemers. Het resultaat is een onevenwichtig beeld dat hen eerder als buitengewone wezens dan als gewone mensen met sterke en zwakke punten neerzet.
Als alle breinen werken is op het eerste gezicht een waardevol boek dat belangrijke gesprekken kan initiëren over neurodiversiteit op de werkvloer. Echter, het schiet tekort in het bieden van realistische, diepgaande en praktische oplossingen voor de uitdagingen waarmee neurodivergente individuen worden geconfronteerd. De idealistische benadering, het gebrek aan concrete implementatiestrategieën en de focus op bijzondere "krachten" van neurodivergente personen maken het moeilijk om de voorgestelde veranderingen daadwerkelijk in de praktijk te brengen. Het boek zou gebaat zijn bij een meer genuanceerde en pragmatische aanpak die recht doet aan de complexiteit van hedendaagse werkplekken en de behoeften van neurodivergente werknemers.
De ondertitel van Als alle breinen werken is Waarom ruimte voor neurodiversiteit goed is voor iedereen. Nou, dat wil ik graag weten. Helemaal omdat auteur Saskia Schepers aangeeft dat neurodiverse teams tot wel 30% productiever zijn. En in dit prima boek maakt ze duidelijk hoe we te werk moeten gaan om dat te bereiken.
Maar wat is neurodiversiteit precies? Schepers geeft als definitie ‘diversiteit aan hoe mensen denken, communiceren en prikkels verwerken’. Je hebt ‘neurotypisch’, met een ‘gangbaar’ brein, en ‘neurodivergent’, dat is in meer of mindere mate afwijkend van het gangbare. Maar liefst 20% van onze bevolking is neurodivergent, denk aan hoogbegaafdheid en hoogsensitiviteit, aan autisme en dyslexie, en zo nog wat varianten. Vaak zijn zij de creatievelingen, de uitvinders, maar passen net niet in het strakke keurslijf bij bedrijven, waardoor hun talenten verloren gaan. Wat goed dat dit boek hier diep op ingaat, win-win voor bedrijven, de neurodivergenten en hun neurotypische collegae!
Als alle breinen werken bestaat uit drie delen. Eerst krijgen we algemene kennis over neurodiversiteit en neurodivergentie aangereikt. Wat is het precies en hoe komen we eraan? Wat hebben we eraan, en wat zijn de uitdagingen? Dan zoomen we in op de mogelijkheid om al die talenten te benutten: wat kunnen de neurodivergenten zelf, de leidinggevenden, de teamleden, de organisatie én de maatschappij doen. En tenslotte leren wat meer over de specifieke neurodivergente breinen. Wat is bipolair precies, en ADHD. En autisme. En introversie.
Evolutie Schepers geeft een geweldige quote die mij direct aan het denken zette: ‘Nature loves variety. Unfortunately, society hates it.’– Milton Diamond, bioloog. Nu was Diamond’s specialisme seksualiteit en transgenders, maar het lijkt me terecht om deze uitspraak ook op het brein toe te passen. Tijdens onze evolutie heeft de variëteit in hoe we denken zeker geholpen om ons optimaal te ontwikkelen (een ADHD-er is niet te stoppen tijdens de jacht!). Helaas zitten we inmiddels in een medisch model, waarbij variatie als afwijking of zelfs stoornis wordt gezien terwijl het sociale model variatie juist als potentieel ziet, en de omgeving wil aanpassen aan het individu (in plaats van andersom, wat we nu doen).
Kenmerken van neurodivergentie Interessant zijn de kenmerken van onze neurodivergente collegae: productiviteit, hyperfocus, creativiteit, empathie, authenticiteit, autonomie, energie, intrinsieke motivatie. Deze kenmerken vinden we veel in ondernemers, en vroeger in migranten, en dit laatste verklaart waarom we er zoveel van zien in de VS en Australië. En zo weinig hier nog? Terecht stelt Schepers dat neurotypisch gedrag het ‘achtste vinkje’ is. Maar natuurlijk zijn er ook mindere kenmerken, of beter gezegd: meer pieken in neurodivergent gedrag: informatieverwerking en prikkels, sociabiliteit, communicatie (verbinding leggen met anderen mensen liever op inhoud dan op persoonlijke zaken), samenwerken, wisselende energieniveaus.
Een breinhandleiding Een superhandig advies is het maken van een ‘breinhandleiding’, waarin een soort gebruiksaanwijzing voor de omgeving is opgenomen. Hiervan is een downloadbaar voorbeeld beschikbaar, óók handig. In de breinhandleiding leg je zaken vast zoals je voorkeuren voor werkomgeving (stil kantoor of drukke kantoortuin), communicatie, hoeveel aansturing nodig is, manier van leidinggeven, soort werk, etcetera. Het idee is dat de neurodivergenten dit met hun collegae en leidinggevenden bespreken.
Benut de sterke punten Dit punt linkt aan twee andere belangrijke observaties uit het boek. 1. De organisatie moet focussen op het benutten van de sterke punten. Ga er maar van uit dat de ‘zwakten’ niet te verbeteren zijn. 2. De vraag bij neurodivergenten is vaak of ze hun ‘afwijking’ al bij sollicitatie moeten melden. Hoe weet je anders of de organisatie er rekening mee wil houden? Schepers’ tip: dat valt vaak al uit de website en de vacaturetekst af te leiden.
Het boek is rijkelijk gevuld met vele voorbeelden hoe je als organisatie goed gebruik kunt maken van je neurodivergente medewerkers. Dit zijn bijvoorbeeld de types die je tegenspreken, en zo groupthink tegengaan. Biedt dus psychologische veiligheid om die ruimte te geven, met een scheutje Deep Democracy om het goed te verwerken in je besluiten.
Waarom houden we zo weinig rekening met elkaar? Een opmerking die mij raakte staat bijna aan het eind. Schepers is zelf bipolair, was net van team veranderd toen ze dit aan de organisatie meedeelde in een webinar over dat onderwerp. De reactie van het oude team was: ‘Had het maar gezegd, dan hadden we daar rekening mee kunnen houden’. Schepers is verbaasd dat men daarvóór dus blijkbaar niet bereid was rekening te houden met haar voorkeuren, daar was een labeltje voor nodig. Je moet het kunnen legitimeren als je niet naar het etentje na de teamdag komt, of ander ‘afwijkend’ gedrag vertoont.
Labels zijn uit de tijd, zeggen hulpverleners, maar ze legitimeren vaak afwijkend gedrag, helpen de neurodivergenten met zelfinzicht. Soms levert het een stigma op, maar vaak is het nodig om toegang tot hulp te krijgen of aanpassingen op je werk.
Tot slot de detailhoofdstukken per ‘type’ neurodivergentie. Hierbij ook voorbeelden van bekende mensen. Wist je dat Einstein (waarschijnlijk) ADHD had, Agatha Christie dyslexie, Steve Jobs autisme, en Arnold Schwarzenegger hoogbegaafdheid? M.L. King hoogsensitief was? En over introversie: wist je dat wel 50% van de bevolking dit heeft? Maar ja, die hoor je niet ….
Nuttig en herkenbaar (?!) Als alle breinen werken is een fijn boek met veel heel nuttige informatie en een aantal confronterende vragen. Handig zijn de diverse downloadbare vragenlijsten en voorbeelden, dit geeft handen en voeten aan het in kaart brengen van de breinen. Door verschillende perspectieven in te nemen, vanuit de neurodivergenten, de teamleden, de leidinggevende etc. maakt Schepers het mogelijk om vanuit verschillende rollen sommige hoofdstukken te lezen en andere over te slaan. Als je alles leest, zoals ik, valt natuurlijk de hoge mate van herhaling op. Maar: wat herhaald wordt, beklijft beter, toch?
Dit boek schetst mooi de kracht van mensen met verschillende neurodivergente kenmerken - oftewel, mensen die niet helemaal werken volgens de algemene norm die vaak gehanteerd wordt voor hoe iemand zou moeten functioneren (neurotypisch). Vooral bruikbaar zijn de praktische constateringen die eigenlijk voortvloeien uit common sense: niet iedereen wordt gelukkig van een kantoortuin, niet iedereen houdt van ellenlang vergaderen, sommige mensen werken beter in een constant ritme terwijl anderen liever af en toe een sprintje trekken, etc. Inclusie op de werkvloer begint met leidinggevenden die oog hebben voor de karakteristieken van hun medewerkers, en dat wordt hier op een goede manier gestimuleerd.
Logischerwijs is er minder aandacht voor de manier waarop je dan omgaat met, pak ‘m beet, een medewerker in het spectrum die liefst nooit meer op kantoor komt vanwege de prikkels, maar wel aangenomen is om samen te werken. Mijn logische conclusie zou zijn: dan past een andere uitdaging misschien toch beter bij hoe jij in elkaar steekt. Maar uit mijn ervaring weet ik dat het soms wel zoeken is naar zo’n uitdaging en dat je dit niet altijd ondervangt met een inclusieve benadering die iedereen in z’n kracht zet.
Dit boek heb ik voor mijn verjaardag gekregen van 1 van mijn kwartet. Het heeft ruim 2 maanden in huis gelegen en nu was de tijd rijp om dit boek te gaan lezen. Wauw wat een eye-openers. Veel herkenning en erkenning van mijn eigen brein, maar ook van breinen in mijn directe omgeving. Het is niet goed of fout, maar anders en net als dat je bij een orkest verschillende instrumenten nodig hebt, heb je alle verschillende breintypen nodig om een succes te maken van je onderneming. Het inspireerde me om treinmetaforen na te denken over de verschillende manieren waarop breinen werken. Altijd eerst uitgaand van de sterktes, dan de valkuilen en tot slot wat helpt. Ik heb tot nu toe 12 verschillende treinbreinen met hulp van ChatGPT bedacht en die wil ik op school en in onze kindercoachpraktijk gebruiken om kinderen inzicht te geven in hoe hun brein werkt. Startpunt is altijd de kracht van ieder brein, vervolgens waar het moeite mee heeft, dan wat helpt, hoe kunnen we voor jou de omstandigheden creëren die helpend zijn voor jou. Tot slot een mooie quote. Ik ben ervan overtuigd dat dit kinderen en ook volwassenen kan helpen om in hun kracht te staan.
Wel heel theoretisch beschreven, wel interessant. Duurde even om erin te komen. Had iets meer praktische tools verwacht/ op gehoopt. Lijkt meer te zijn geschreven voor managers en leidinggevenden.
- Zijn wie je bent, dat is geluk- Erasmus - Ieder mens is anders en ieder brein is anders - Om overna te denken: hoe beschrijf jij jouw brein? blz 31 - Breinhandleiding!! Blz. 75 tm 83, tof! - Vraag een vis niet om in een boom te klimmen
- Het energiedashboard blz. 101 •mate van sturing •mate van prikkels •mate van structering •wijze van samenwerken •werkritme
- Het breinvriendelijke gesprek volgens het PERMA model blz. 116 • Positieve Emoties • Verbondenheid (Engagement) • Relaties • Betekenis (Meaning) • Vervulling (Achievement)
- Talent waarderen- vragenlijst blz 121
- Taal maakt het verschil blz 179
‘Ik schenk je deze vier woorden: ik geloof in jou!’ - Blaise Pascal, filosoof, wiskundige en uitvinder. MOOI
Je kunt geen mensen een diagnose toedichten als je ze nooit hebt gesproken, bijvoorbeeld omdat ze al eeuwen dood zijn. Ja, er was zeker iets bijzonders aan Leonardo da Vinci, Albert Einstein en de andere historische figuren die Schepers noemt, maar wat precies kunnen we nu niet meer met zekerheid zeggen. Ze zijn geen glimmende stickers die je kunt gebruiken om je labels leuker te maken.
Bovenstaande daargelaten vond ik dit een heel interessant boek. Het gaf me niet alleen meer inzicht in neurodiversiteit maar ook meer grace voor mezelf. Ik verwacht dat ik hier zeker naar ga teruggrijpen en raadt het zeker aan.
Ik begon aan dit boek na een lezing van Saskia Schepers bijgewoond te hebben. Ik vond haar als spreker erg inspirerend en vond haar inzichten over een andere manier van naar neurodivergente breinen kijken en het nut daarvan in organisaties erg interessant. Eerlijk gezegd wist ik daarvoor niet eens wat neurodivergentie precies inhield.
Het boek zette haar inzichten uitgebreid uiteen. Ik moet wel zeggen dat ik het daardoor ietwat repetitief vond en het wellicht iets bondiger geformuleerd had kunnen worden. Wel heb ik er een hoop van opgestoken over verschillende neurotypen en een nieuw perspectief gekregen op het werken met deze mensen.
Vlot geschreven, begrijpelijk en belangrijk onderwerp. Het is zo makkelijk en zo gangbaar om je te richten de ‘gemiddelde’ medewerker/leerling/burger, maar dan sluit je onbewust veel mensen buiten. Dat wordt duidelijk gemaakt in dit boek. Fijn dat er veel voorbeelden van ervaringen in staan.
Als manager van een afdeling met veel neurodiversiteit biedt het boek praktische handvatten en inzichten. Ik ga zeker een aantal oefeningen met mijn team doen. Het leest vlot weg, ook een voordeel bij een complex onderwerp.
Leuk boek om te lezen als je interesse hebt in neurodiversiteit. Er staan handige modellen in om te gebruiken in de praktijk en er zijn leuke casussen. Wel komt er best wat herhaling in voor, wat het op het einde een beetje langdradig maakt.
Leest als een trein, veel herkenning. Hoopgevend dat er steeds meer aandacht voor komt. Er valt nog zo veel talent en plezier te ontdekken en te ontsluiten.
Goede insteek, maar ik kan nou niet zeggen dat ik het een erg inspirerend of eyeopenend boek vond. Ik ben helemaal voor en voor de insteek, maar het bleef lastig de aandacht vasthouden.
Het wordt inderdaad tijd dat alle breinen werken. In de praktijk is het zo dat iedereen net als de rest wil zijn. Bespreekbaar maken van een ander brein maakt je een buitenbeentje. Ik mis concrete voorbeelden. Zoals: het werd zichtbaar in welke vormen dyslexie zich manifesteert. Wèlke vormen dan? Of: toen was er ruimte voor een job op maat. Wat ging dan anders?