Deze tweede, herziene druk van Nederlands van Middeleeuwen tot Gouden Eeuw biedt een praktische cursus Middelnederlands en Vroegnieuwnederlands. In de tien hoofdstukken van het grammaticadeel worden de belangrijkste taalkenmerken van deze historische taalfasen en de achtergronden daarvan duidelijk uitgelegd. Gebruikers maken kennis met spelling- en klankvariatie in oudere teksten, de nominale flexie, het werkwoordelijk systeem, negatie, woordvolgordeverschijnselen, specifieke constructies en bijzonderheden van het lexicon. Elk hoofdstuk wordt gevolgd door opdrachten. Oefening is direct mogelijk aan de hand van gevarieerd tekstmateriaal. De reeksen Middelnederlandse en Vroegnieuwnederlandse tekstfragmenten bestrijken verschillende tekstgenres en vertonen een oplopende moeilijkheidsgraad. De vragen bij de teksten wijzen gebruikers op problematische passages en zetten aan om precies te lezen wat er staat en dit correct te interpreteren. Zo wordt het mogelijk om zelf de oorspronkelijke tekst van de Reinaert en Beatrijs te lezen en te begrijpen waarin de taal van een brief van de schrijver Hooft verschilt van die van een minder geletterde zeemansvrouw. Het boek leent zich zowel voor gebruik bij een collegereeks als voor zelfstudie.
Marijke Mooijaart is redacteur voor de historische woordenboeken bij de Taalbank Nederlands van het Leidse Instituut voor Nederlandse Lexicologie en doceert lexicologie en lexicografie aan de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Antwerpen.
Marijke van der Wal is bijzonder hoogleraar Geschiedenis van het Nederlands aan de Universiteit Leiden. Haar aandachtsgebieden zijn de historische taalkunde en de historiografie van de taalwetenschap.
Van manuscripten tot macht: een taalgeschiedenis die tot leven komt
Dit boek is écht een pareltje voor wie geboeid is door de geschiedenis van het Nederlands en taalverandering in het algemeen. Nederlands van Middeleeuwen tot Gouden Eeuw weet op een verrassend toegankelijke en toch diepgravende manier te tonen hoe onze taal zich heeft ontwikkeld in een maatschappij die zélf voortdurend in beweging was.
Wat ik als student in de taal- en letterkunde vooral waardeer, is hoe Mooijaart en Van der Wal historische taalkunde verbinden met sociale, culturele en politieke context. Het gaat dus niet enkel over klankveranderingen of woordenschat, maar ook over taalgebruik in steden en aan hoven, de impact van religie, migratie, onderwijs ... Je voelt dat taal geen abstract systeem is, maar iets dat mensen letterlijk mee vormden, in brieven, toneelteksten, bijbelvertalingen en meer.
De voorbeelden uit bronnenmateriaal zijn rijk en verhelderend. En het boek ademt een liefde voor taal en onderzoek die aanstekelijk werkt - ik had geregeld het gevoel dat ik mee op ontdekkingstocht was, van middeleeuwse oorkonden tot zeventiende-eeuwse pamfletten.
Voor wie zich wil verdiepen in de historische ontwikkeling van het Nederlands, is dit boek een warme aanrader. Het is stevig, maar nooit droog. En vooral: het doet je met nieuwe ogen kijken naar het taallandschap waarin we vandaag nog altijd leven.
Doet wat het belooft, zij het op die uniek saaie manier van leerboeken Nederlands uit de humaniora. Er zijn legitieme problemen met dit boek—dat het meestal doet alsof de verschillen tussen de dialectengroepen verwaarloosbaar zijn terwijl dit duidelijk niet het geval is (de twee pagina's die aan dialecten besteed worden niettegenstaande; gedeeltelijk goedgepraat door het feit dat veel overgeleverde verhalen nogal wat afreisden en daardoor meestal in een soort hybride dialect stonden, maar niet alle teksten zijn zulke verhalen), dat er echt te weinig aandacht besteed wordt aan uitspraak (het hoofdstuk daarover niettegenstaande), dat soms gedaan wordt alsof perfect cromulente grammaticale constructies zeer exotisch zijn (dit begint al bij het Middelnederlands, maar bereikt zijn hoogtepunt pas echt in de oefeningen bij de Vroegnieuwnederlandse teksten; de auteurs zijn natuurlijk wel Nederlanders)—maar ik denk dat mijn grootste klacht is dat Middelnederlands gewoon niet genoeg verschilt van modern Nederlands om interessant te zijn; de grootste moeilijkheid komt enkel uit spellingconventies. Het lijkt me dan ook niet eerlijk om sterren af te trekken voor de zonden van (grotendeels) De Vries en Te Winkel.