Gerard Reve was een Nederlands schrijver en dichter. Samen met Harry Mulisch en W.F. Hermans wordt hij gerekend tot De Grote Drie: de drie belangrijkste Nederlandse schrijvers van na de Tweede Wereldoorlog. Tot zijn bekendste werken behoren De avonden (roman uit 1947) en Werther Nieland (novelle uit 1949). Tot 1973 schreef Reve onder zijn oorspronkelijke naam Gerard Kornelis van het Reve, maar vereenvoudigde deze later tot Gerard Reve. Hij debuteerde in 1946 in het tijdschrift Criterium met de novelle De ondergang van de familie Boslowits, een jaar later verscheen de klassieker De avonden. Reve zou uiteindelijk een enorm oeuvre voortbrengen, waaronder een groot aantal ‘brievenboeken’. In 1969 ontving Reve de P.C. Hooftprijs en in 2001 werd zijn werk bekroond met de Prijs der Nederlandse Letteren. Zijn werk wordt tot op heden nog altijd veel gelezen en besproken.
Eigenlijk was ik een beetje voorzichtig geworden met Reve's brievenboeken, de brieven aan Nijholt bijvoorbeeld, ooit in de Ramsj gekocht, niet veel aan. Dit was echter weer een groot plezier: praktisch van het niveau van 'Brieven van een aardappeleter', mijn favoriete collectie Reve-brieven. Hun tragi-komische ontmoeting, opgesierd door een braadpan met een rollade erin, en hun tragische afscheid, het speelt allemaal mee tijdens het lezen van deze brieven, en zet ze extra op spanning. Reve maakte nogal vrijellijk gebruik van Jan G. 's recht om als dokter recepten uit te schrijven, dat geeft de relatie wel een wat eenzijdig karakter. Reve graaft bij vragen diep in de eigen ziel, en net als je denkt dat het allemaal weer onzin is, komt hij verrassend wijs tevoorschijn.