Twan Vet (1998) schrijft poëzie en proza. Zijn gedichten verschenen in verscheidene literaire tijdschriften en kranten. De komende jaren werkt hij aan een dichtbundel, een non-fictieboek en een roman bij De Bezige Bij.
Of je nu van poëzie houdt of nog nooit een bundel open hebt geslagen, tussen de 34 gedichten in Troostpogingen zit iets voor jou. Van liefdesklassiekers in spe zoals ‘Wat ik van de liefde weet’ en ‘Gedicht voor op een briefje’ tot ‘De laatste generatie’, ‘Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer’ en ‘Wij zijn het beest’. Die laatste drie raken je in de kern, scherp als een mes waar je je nog heel vaak aan gaat snijden.
En het omslag is natuurlijk geweldig. REN naar de boekhandel en laat Troostpogingen de bundel van jouw zomer zijn.
Meest fan van de gedichten waarin Vet mannen (/moderne mannelijkheid, hoe noem ik dit?) onder de loep legt. Na het nieuws van de afgelopen weken, bijten die gedichten zich in me vast. Behoefte aan Rob Trip.
‘Je bent een aantal mannen en de meesten // willen nu naar huis om daar een kopje // thee te zetten, wat te lezen, door te leven.’
‘ vaak weet ik dat ze niet bestaat, maar soms // denk ik dat mijn dochter over onverlichte wegen van // een sportclub naar het huis toe fietst en onverklaarbaar // oplost in het niets.’
Kijk erg uit naar meer. Wat als het beestachtiger wordt, zonder de troost van Rob Trip?
Hou je van poëzie, dan is Troostpogingen onmisbaar. Voor poëzie-agnosten bieden de gedichten een kans. En heb je nog nooit een bundel gelezen, laat dit dan de eerste zijn. Troostpogingen is zacht, eerlijk, liefdevol, grappig, kwetsbaar en voor iedereen op zijn eigen manier herkenbaar.
"Zelfs op dit dak, een kraaiennest boven de stad, voelt je wereld nog te krap, te scheef, te groot.
Dus leg ik zachte woorden in je schoot van troost, verpleeg ik de blik waarmee je naar me kijkt, hou ik de stilte aan wanneer je zwijgt."
Duidelijk goed gecomponeerd. Vet heeft verstand van een leesbare vorm en een emotionele rustgevende inhoud, maar dat is verre van wat ik in hedendaagse poëzie zou zoeken. Ik zou het geheel niet vooruitstrevend noemen en het behoort mij insziens bij een al een periode lang gaande beweging weg van wat de 50ers hebben bereikt (enkele verworden vrijheden van vorm daargelaten) naar een "individuele expressie van een individuele emotie". Als de Poëzie in dit land iets niet kan hebben is het dat wel.